Ecochem Non-Seal HP. Motorgrootte A tot D. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Vergelijkbare documenten
Standaard chemiepomp. MegaCPK. Lagerstoel CS40 tot CS80. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Magneet gekoppelde pomp. Magnochem. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Thermische-olie-/heetwaterpomp. Etanorm SYT. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Magneetkoppelingspomp. Magnochem-Bloc. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Tapwaterpomp. Rio-Therm N. Rio-Therm N S en S. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

CPKN-CHs Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Waternormpomp. Etanorm. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Etabloc GNF Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Etaprime B Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Thermische-olie-/heetwaterpomp HPK-L. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Standaard chemiepomp CPKN. Lagering UP02 t/m UP06 en P08s. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Blokpomp. Etabloc. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Etabloc SYT/ Etaline SYT

Zelfaanzuigende pomp. Etaprime L. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Waternormpomp. Etaseco/Etaseco I. Met busmotor Asafdichtingsloos. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Inline-dubbelpomp. Bedrijfs-/Montagevoorschrift Omega DS

Inline-pomp. Bedrijfs-/Montagevoorschrift Omega S

Hoogefficiënte drinkwaterpomp. Calio-Therm S NC/NCV. Productinformatie

Inline-pomp. Etaline. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Adapters en verloopmoeren van metaal

Standaard chemiepomp CPKN-SX. Sprinklerpomp. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Calio-Therm S NC/NCV Productinformatie

Levensmiddelenpomp in blokbouwwijze. Vitachrom. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Hogedruk-inline-pomp. Movitec. ATEX-uitvoering. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Multi Eco-Pro Productinformatie

Drinkwaterpomp. Rio-Therm N. Productinformatie

Hygiënepomp. Vitalobe. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Inline-dubbelpomp. Bedrijfs-/Montagevoorschrift Omega DSL

Multitec / Multitec-RO

Zelfaanzuigende pomp. Etaprime B/BN. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Etaline Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Hoogefficiënte verwarmingscirculatiepompen. Calio S. Productinformatie

Huishoudelijk waterleidingstation met schakelautomaat. Multi Eco-Pro. Productinformatie

Centrifugaalpomp. Multi Eco. Productinformatie

Etachrom B Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Afvalwaterpomp. Riotherm. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Verwarmingscirculatiepomp. Rio C. Productinformatie

Multitec / Multitec-RO

Alarmschakelkast met contactgever. Wasmachinebeveiliging AS W4, AS W8. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Onderwatermotorpomp. Ixo. Productinformatie

Glijringpakking dubbelwerkend, overeenkomstig DIN EN 12756

Gegevensblad. Bladzijde: 1 / 5. ETL GG AA11D BKSBIE3 Inlinepomp. bedrijfsgegevens. Bouwwijze

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Gegevensblad. Bladzijde: 1 / 5. ETL GG AV11D BKSBIE3 (without motor) Inlinepomp. bedrijfsgegevens. Bouwwijze

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend

Installatie en bedieningsvoorschriften

Gebruikershandleiding

Alarmcontactgever M 1 (K)

Handleiding GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE. voor klanten. Hartelijk dank!

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Gegevensblad. Bladzijde: 1 / 5. ETL GG AV11D BKSBIE3 Inlinepomp. bedrijfsgegevens. Bouwwijze

Gegevensblad. Bladzijde: 1 / 5. ETL GG AV11D BKSBIE2 Inlinepomp. bedrijfsgegevens. Bouwwijze

Amacan K. Bedrijfs-/Montagevoorschrift. Buisschachtpomp. Pompgrootte: tot

Automatisch afvalwaterpompstation. Evamatic-Box N. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Mixer met dompelmotor. Amaprop. Bedrijfs-/Montagevoorschrift. ID-Nummer:

Handleiding. van Trident Industrie Filter

Gebruikershandleiding

Tempoplex-afvoer bouwhoogte 60 mm. Gebruiksaanwijzing van 01/2010. nl_nl

Bedieningshandleiding

Tempoplex-afvoer. Gebruiksaanwijzing van 01/2011. nl_nl

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2183 NL. Veiligheidstemperatuurbewaking (STW) met veiligheidsthermostaat type 2403 K

Droog opgestelde centrifugaalpomp. Sewatec. Lagerstoel S01, S02, S03, S04. Bedrijfs-/Montagevoorschrift. ID-Nummer:

Tempoplex Plus-afvoer, hoge afvoercapaciteit. Gebruiksaanwijzing van 01/2010. nl_nl

Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing voor. Jola-contactbeschermrelais KR 5/Ex I (M1) / II (1) GD [Ex ia Ma] I [Ex ia Ga] IIC [Ex ia Da] IIIC

Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670

Ama -Drainer-Box 021

VERLENGINGSSET / 230 V

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

Hoogefficiënte drinkwaterpomp. Rio-Eco Therm N. Productinformatie

Gebruikershandleiding

Weerstandsthermometer Pt100. Aanvullende gebruikshandleiding

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Gebruikershandleiding

OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

Tempoplex-afvoer. Gebruiksaanwijzing van 01/2011. nl_be

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

Installatie voor regenwatergebruik. Hya-Rain Eco. Vanaf serie S-X Vanaf serie 2013w01. Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Installatie en bedieningsvoorschriften

Handleiding. Borgkoppeling ARV-WE63.1. Voor VEGAWAVE 63 - drukloos bedrijf. Document ID: 32359

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

Ama-Drainer N 301/302/303/358 Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Sewatec. Bedrijfs-/Montagevoorschrift. Droog opgestelde centrifugaalpomp. Lagerstoel S01, S02, S03, S Hz / 60 Hz DIN / IEC-Motoren

Draairichtingsonafhankelijke SiC-mechanische asafdichting Vochtdichte gegoten kabelinvoer Ingebouwde motorbeveiliging CAPACITEIT

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Veiligheidsafsluitventiel met drukreduceer Type Fig. 1 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

AmaRoc. Bedrijfs-/Montagevoorschrift. Standaard voor dompelroerder. Standaard voor Dompelroerders Amaprop. Opsteldelen/toebehoren

Drukverhogingsinstallatie. Superbloc SBC.B. Bedrijfs-/Montagevoorschrift. Materiaalnummer:

Dompelmotorpomp. Amarex KRT. voor toepassing in systeem Amajet 50 Hz. Bedrijfs-/Montagevoorschrift. Materiaalnummer:

SERIE 2000 PN 25. Productinformatie

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

SERIE 2000 PN 16. Productinformatie

2Power opslagtank. Installatie instructies

DuoControl CS. NL Inbouwhandleiding Pagina 2

Documentatie. magneetventielen

gegevensblad bladzijde: 1 / 5 Amarex KRTE /54UG-S bedrijfsgegevens Bouwwijze aandrijving, toebehoren ongereinigd Tast mechanisch en

Citaplex-afvoer/overloop. Gebruiksaanwijzing van 06/2015. nl_nl

Transcriptie:

Ecochem Non-Seal HP Motorgrootte A tot D Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Impressum Bedrijfs-/Montagevoorschrift Ecochem Non-Seal HP Origineel bedrijfsvoorschrift Alle rechten voorbehouden. De inhoud mag zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant niet worden verspreid, verveelvuldigd, bewerkt noch aan derden worden doorgegeven. In het algemeen geldt: Technische wijzigingen voorbehouden. KSB Aktiengesellschaft, Frankenthal 30.10.2014

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Woordenlijst...5 1 Algemeen...6 1.1 Basisprincipes... 6 1.2 Inbouw van incomplete machines... 6 1.3 Doelgroep... 6 1.4 Bijbehorende documentatie... 6 1.5 Symbolen... 6 2 Veiligheid...8 2.1 Aanduiding van waarschuwingsinstructies... 8 2.2 Algemeen... 8 2.3 Gebruik conform de voorschriften... 9 2.4 Vakbekwaamheid en scholing van het personeel... 9 2.5 Gevolgen en gevaren bij het niet-opvolgen van de voorschriften... 9 2.6 Veiligheidsbewust werken... 10 2.7 Veiligheidsvoorschriften voor het bedieningspersoneel/de gebruiker... 10 2.8 Veiligheidsvoorschriften voor onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden... 10 2.9 Ontoelaatbare bedrijfssituaties... 11 2.10 Aanwijzingen voor explosiebeveiliging... 11 3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer...13 3.1 Leveringstoestand controleren... 13 3.2 Transporteren... 13 3.3 Opslag/conservering... 14 3.4 Retourzending... 14 3.5 Afvoeren... 14 4 Beschrijving...16 4.1 Algemene beschrijving... 16 4.2 Aanduiding... 16 4.3 Typeplaatje... 17 4.4 Constructie... 18 4.5 Constructie en werking... 19 4.6 Te verwachten geluidswaarden... 20 4.7 Leveringsomvang... 20 4.8 Afmetingen en gewichten... 20 5 Opstelling/Inbouw...21 5.1 Veiligheidsvoorschriften... 21 5.2 Controle vóór het begin van de opstelling... 21 5.3 Pompaggregaat opstellen... 21 5.4 Leidingen... 24 Ecochem Non-Seal HP 3 van 106

Inhoudsopgave 5.5 Omhuizing/isolatie... 30 5.6 Elektrisch systeem... 30 5.7 Draairichting controleren... 56 6 Inbedrijfname/buitenbedrijfstelling...58 6.1 Inbedrijfname... 58 6.2 Grenzen van het bedrijfsgebied... 60 6.3 Uit bedrijf nemen / conserveren / opslaan... 62 6.4 Opnieuw in bedrijf nemen... 62 7 Service/onderhoud...63 7.1 Veiligheidsvoorschriften... 63 7.2 Onderhoud/inspectie... 64 7.3 Aftappen/afvoeren... 69 7.4 Pompaggregaat demonteren... 71 7.5 Pompaggregaat monteren... 76 7.6 Boutaanhaalmomenten... 85 7.7 Onderdelenvoorraad... 88 8 Storingen: oorzaken en oplossingen...90 9 Bijbehorende documentatie...92 9.1 Overzichtstekening met stuklijst... 92 9.2 Ex-spleetvlakken... 98 9.3 Indeling grootte/huisdeksel... 100 9.4 Indeling motorgrootte/lagergrootte... 101 10 EG-verklaring van overeenstemming...102 11 Decontaminatieverklaring...103 Trefwoordenindex...104 4 van 106 Ecochem Non-Seal HP

Woordenlijst Woordenlijst Decontaminatieverklaring Een decontaminatieverklaring is een verklaring van de klant in geval van een retourzending dat het product volgens de voorschriften is afgetapt zodat de onderdelen die in contact zijn gekomen met verpompte media geen gevaar meer vormen voor het milieu en de gezondheid. Deelmotor als reserveonderdeel Aandrijvingsonderdeel (bestaande uit motorhuis, stator, spleetbus, klemmenkast) die als apart reserveonderdeel leverbaar is. Inschuifmodule (busmotorpomp) Aandrijfeenheid met waaier, maar zonder pomphuis en eventueel zonder fundatieplaat; incomplete machine Motorgedeelte Persleiding Aandrijvingsonderdeel bestaande uit motorhuis, stator, spleetbus, klemmenkast. Leiding die op de persaansluiting is aangesloten Pompaggregaat Compleet pompaggregaat bestaande uit pomp, aandrijving, componenten en toebehoren Procesbouwwijze De complete inschuifmodule kan worden gedemonteerd terwijl het pomphuis in de leiding gemonteerd blijft Spanningskabel Stuurkabel Is een elektrische aansluitkabel waardoor de motor van het pompaggregaat vanuit het elektrische net van spanning wordt voorzien. Is een elektrische aansluitkabel waardoor het sensorsysteem van het pompaggregaat van stroom wordt voorzien en die wordt gebruikt voor de signaalverzending. Zuigleiding/toevoerleiding Leiding die op de zuigaansluiting is aangesloten Pomp Machine zonder aandrijving, componenten of toebehoren Ecochem Non-Seal HP 5 van 106

1 Algemeen 1 Algemeen 1.1 Basisprincipes Dit bedrijfsvoorschrift maakt onderdeel uit van de series en uitvoeringen die op de titelpagina worden genoemd. Het bedrijfsvoorschrift beschrijft het correcte en veilige gebruik in alle bedrijfsfasen. Op het typeplaatje staan de serie en de grootte, de belangrijkste bedrijfsgegevens, het opdrachtnummer en het opdrachtpositienummer. Het opdrachtnummer en opdrachtpositienummer beschrijven de pomp/het pompaggregaat eenduidig en dienen ter identificatie bij alle verdere bedrijfsprocessen. Ten behoeve van de handhaving van de garantieclaims in geval van schade moet onmiddellijk de dichtstbijzijnde KSB-serviceafdeling worden geïnformeerd. Te verwachten geluidswaarden ( Hoofdstuk 4.6 Pagina 20) 1.2 Inbouw van incomplete machines Voor de inbouw van incomplete machines die door KSB worden geleverd, moeten de paragrafen van het hoofdstuk Onderhoud/Service in acht worden genomen. ( Hoofdstuk 7.5.12 Pagina 83) 1.3 Doelgroep Doelgroep van dit bedrijfsvoorschrift is technisch geschoold vakpersoneel. ( Hoofdstuk 2.4 Pagina 9) 1.4 Bijbehorende documentatie Tabel 1: Overzicht van bijbehorende documentatie Document Inhoudsopgave Gegevensblad Beschrijving van de technische gegevens van de pomp/het pompaggregaat Opstellingsschema/maattekening Beschrijving van aansluit- en opstellingsmaten voor de pomp/het pompaggregaat, gewichten Aansluitschema Beschrijving van extra aansluitingen Hydraulische grafiek Grafieken van opvoerhoogte, NPSH benodigd, rendement en benodigd vermogen Complete tekening 1) Beschrijving van de pomp in de doorsnedetekening Leveringsdocumentatie 1) Bedrijfsvoorschriften en overige documentatie voor toebehoren en geïntegreerde machineonderdelen Onderdelenlijsten 1) Beschrijving van de onderdelen Leidingschema 1) Beschrijving van de hulpleidingen Stuklijst 1) Beschrijving van alle pomponderdelen Aanvullend bedrijfsvoorschrift Beschrijving van geschikte bewakingssystemen en bewakingssystemen voorstellen voor mogelijke schakelschema's Voor toebehoren en/of geïntegreerde machineonderdelen de bijbehorende documenten van de desbetreffende fabrikant in acht nemen. 1.5 Symbolen Tabel 2: Gebruikte symbolen Symbool Betekenis Voorwaarde voor de gebruiksaanwijzing Noodzakelijke handeling bij veiligheidsvoorschriften 1) voor zover in de leveringsomvang inbegrepen 6 van 106 Ecochem Non-Seal HP

1 Algemeen Symbool 1. 2. Betekenis Resultaat van de handeling Kruisverwijzingen Gebruiksaanwijzing met meerdere stappen Aanwijzing doet aanbevelingen en geeft belangrijke aanwijzingen voor de omgang met het product Ecochem Non-Seal HP 7 van 106

2 Veiligheid! GEVAAR 2 Veiligheid Alle in dit hoofdstuk vermelde aanwijzingen duiden op een gevaar met een hoog risiconiveau. 2.1 Aanduiding van waarschuwingsinstructies Tabel 3: Kenmerken van waarschuwingsinstructies Symbool Verklaring! GEVAAR GEVAAR Dit signaalwoord duidt een gevaar aan met een hoog risiconiveau, dat - indien dit niet wordt vermeden - dodelijk of zwaar letsel tot gevolg zal hebben.! WAARSCHUWING WAARSCHUWING Dit signaalwoord duidt een gevaar aan met een gemiddeld risiconiveau, dat - indien dit niet wordt vermeden - dodelijk of zwaar letsel tot gevolg kan hebben. LET OP LET OP Dit signaalwoord duidt een gevaar aan, waarvan het niet-opvolgen tot gevaar voor de machine en het functioneren daarvan kan leiden. Explosiebeveiliging Dit symbool geeft informatie ter bescherming tegen het ontstaan van explosies in explosiegevaarlijke omgevingen volgens de EGrichtlijn 94/9/EG (ATEX). Algemeen gevaarpunt Dit symbool duidt in combinatie met een signaalwoord gevaren aan in verband met de dood of letsel. Gevaarlijke elektrische spanning Dit symbool duidt in combinatie met een signaalwoord gevaren aan in verband met elektrische spanning en geeft informatie ter bescherming tegen elektrische spanning. Machineschade Dit symbool duidt in combinatie met het signaalwoord LET OP gevaren aan voor de machine en de werking ervan. Waarschuwing voor het magnetisch veld Dit symbool duidt in combinatie met een signaalwoord gevaren aan in verband met magnetische velden en geeft informatie ter bescherming tegen magnetische velden. Waarschuwing voor dragers van pacemakers Dit symbool duidt in combinatie met een signaalwoord gevaren aan die verband houden met magnetische velden en geeft bijzondere informatie voor de dragers van pacemakers. 2.2 Algemeen De gebruikshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor opstelling, bedrijf en onderhoud. Inachtneming hiervan moet een veilige omgang met de pomp garanderen en persoonlijk letsel en materiële schade voorkomen. De veiligheidsinstructies van alle hoofdstukken moeten in acht worden genomen. De gebruikshandleiding moet vóór montage en inbedrijfname door het verantwoordelijke vakpersoneel/de gebruiker worden gelezen en volledig zijn begrepen. De inhoud van de gebruikshandleiding moet ter plaatse continu beschikbaar zijn voor het vakpersoneel. Instructies die direct op de pomp zijn aangebracht, moeten in acht worden genomen en in volledig leesbare toestand worden gehouden. Dat geldt bijvoorbeeld voor: Een draairichtingspijl Aanduidingen voor aansluitingen Typeplaatje 8 van 106 Ecochem Non-Seal HP

2 Veiligheid De gebruiker is verantwoordelijk voor het in acht nemen van de plaatselijke voorschriften waarmee in deze gebruikshandleiding geen rekening is gehouden. 2.3 Gebruik conform de voorschriften De pomp/het pompaggregaat mag alleen worden gebruikt in de toepassingsgebieden die in de bijbehorende documenten worden beschreven. De pomp/het pompaggregaat alleen in technisch onberispelijke toestand gebruiken. De pomp/het pompaggregaat niet in gedeeltelijk gemonteerde toestand gebruiken. De pomp mag uitsluitend de media verpompen die op het gegevensblad of in de documentatie van de desbetreffende uitvoering zijn beschreven. De pomp nooit zonder te verpompen medium laten draaien. De gegevens over minimumcapaciteiten in het gegevensblad of in de documentatie in acht nemen (voorkoming van schade door oververhitting, lagerschade,...). De gegevens over maximumcapaciteiten in het gegevensblad of in de documentatie in acht nemen (voorkoming van schade door oververhitting, cavitatieschade, lagerschade,...). De pomp niet aan zuigzijde smoren (voorkoming van cavitatieschade). Andere gebruikswijzen, voor zover niet in het gegevensblad of in de documentatie genoemd, met de fabrikant overleggen. De omgevingstemperatuur voor de motor moet binnen het bereik van de op het typeplaatje of in het gegevensblad aangegeven temperaturen liggen. Voorkoming van voorzienbaar verkeerd gebruik Nooit afsluiters aan perszijde tot boven het toegestane bereik openen Overschrijding van de in het gegevensblad of in de documentatie vermelde maximumcapaciteiten mogelijke cavitatieschade mogelijke lagerschade/motorschade Nooit de in het gegevensblad of in de documentatie vermelde toegestane toepassingsgrenzen met betrekking tot druk, temperatuur, etc. overschrijden. Alle veiligheidsvoorschriften en gebruiksaanwijzingen in dit bedrijfsvoorschrift opvolgen. 2.4 Vakbekwaamheid en scholing van het personeel Het personeel moet voor transport, montage, bediening, onderhoud en inspectie over de betreffende vakbekwaamheid beschikken. De gebruiker moet verantwoordelijkheid, bevoegdheid en toezicht van het personeel strikt geregeld hebben bij transport, montage, bediening, onderhoud en inspectie. Gebrek aan kennis bij het personeel moet door scholing en instructie door voldoende opgeleid vakpersoneel worden verholpen. Indien noodzakelijk kan de scholing in opdracht van de gebruiker door de fabrikant/leverancier worden verzorgd. Scholing bij de pomp/het pompaggregaat alleen onder toezicht van technisch vakpersoneel uitvoeren. 2.5 Gevolgen en gevaren bij het niet-opvolgen van de voorschriften Het niet-opvolgen van deze gebruikshandleiding leidt tot verlies van garantieclaims en schadevergoedingsclaims. Het niet-opvolgen kan bijvoorbeeld de volgende gevaren tot gevolg hebben: Gevaren voor personen door elektrische, thermische, mechanische en chemische invloeden, alsmede explosies Ecochem Non-Seal HP 9 van 106

2 Veiligheid Het niet-functioneren van belangrijke functies van het product Het niet-opvolgen van de voorgeschreven methodes voor service en onderhoud Gevaren voor het milieu door lekkage van gevaarlijke stoffen 2.6 Veiligheidsbewust werken Naast de veiligheidsvoorschriften die in dit bedrijfsvoorschrift vermeld staan, alsmede het gebruik conform de voorschriften, gelden nog de volgende veiligheidsvoorschriften: Arbeids-, veiligheids- en bedrijfsvoorschriften Explosieveiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met gevaarlijke stoffen Geldende normen, richtlijnen en wetten 2.7 Veiligheidsvoorschriften voor het bedieningspersoneel/de gebruiker Op de locatie aanwezige bescherming tegen aanraken van hete, koude en bewegende onderdelen zelf aanbrengen en de werking ervan controleren. De bescherming tegen aanraken niet verwijderen tijdens bedrijf. Beschermende uitrusting voor personeel ter beschikking stellen en gebruiken. Lekkages van gevaarlijke te verpompen media (bijv. explosief, giftig, heet) zo afvoeren dat er geen gevaar bestaat voor personen of het milieu. De hiervoor geldende wettelijke bepalingen aanhouden. Gevaar door elektrische spanning uitsluiten (voor bijzonderheden kunnen de specifieke voorschriften voor het land en/of van de plaatselijke energiebedrijven worden geraadpleegd). Wanneer door uitschakeling van de pomp geen groter potentieel gevaar dreigt, moet bij de installatie van het pompaggregaat een NOODSTOP-schakelaar in de directe nabijheid van de pomp/het pompaggregaat worden geplaatst. 2.8 Veiligheidsvoorschriften voor onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden Ombouwwerkzaamheden of wijzigingen aan de pomp zijn alleen na toestemming van de fabrikant toegestaan. Uitsluitend originele onderdelen of door de fabrikant goedgekeurde onderdelen gebruiken. Door het gebruik van andere onderdelen kan de aansprakelijkheid voor de daaruit voortvloeiende gevolgen vervallen. De gebruiker dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden worden uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd vakpersoneel, dat zich door uitvoerige bestudering van het bedrijfsvoorschrift voldoende heeft geïnformeerd. Werkzaamheden aan de pomp/het pompaggregaat alleen tijdens stilstand uitvoeren. Het pomphuis moet de omgevingstemperatuur hebben aangenomen. Het pomphuis moet drukloos en afgetapt zijn. De handelwijze voor de buitenbedrijfstelling van het pompaggregaat die beschreven staat in het bedrijfsvoorschrift absoluut in acht nemen. ( Hoofdstuk 6.3 Pagina 62) ( Hoofdstuk 6.3.1 Pagina 62) Pompen die vloeistoffen verpompen die schadelijk zijn voor de gezondheid, moeten worden ontsmet. ( Hoofdstuk 7.3 Pagina 69) 10 van 106 Ecochem Non-Seal HP

2 Veiligheid Direct na beëindiging van de werkzaamheden moeten alle beveiligings- en beschermingsvoorzieningen weer aangebracht resp. functioneel worden gemaakt. Vóór het opnieuw in bedrijf nemen moeten de punten die vermeld staan voor de inbedrijfname in acht worden genomen. ( Hoofdstuk 6.1 Pagina 58) 2.9 Ontoelaatbare bedrijfssituaties De pomp/het pompaggregaat nooit laten werken buiten de grenswaarden die op het gegevensblad en in het bedrijfsvoorschrift zijn aangegeven. De bedrijfsveiligheid van de geleverde pomp/het pompaggregaat is alleen gegarandeerd bij gebruik conform de voorschriften. ( Hoofdstuk 2.3 Pagina 9)! GEVAAR 2.10 Aanwijzingen voor explosiebeveiliging De in dit hoofdstuk vermelde aanwijzingen voor explosiebeveiliging moeten bij bedrijf in explosiegevaarlijke omgevingen absoluut in acht worden genomen. Alleen de pompen en pompaggregaten die van een dienovereenkomstige aanduiding zijn voorzien en volgens het gegevensblad daarvoor geschikt zijn bevonden, mogen in explosiegevaarlijke omgevingen worden ingezet. Voor het gebruik van explosieveilige pompaggregaten volgens de EG-richtlijn 94/9/EG (ATEX) gelden bijzondere voorwaarden. Hierbij vooral letten op de paragrafen in dit bedrijfsvoorschrift die met het hiernaast afgebeelde symbool zijn aangeduid en de volgende hoofdstukken t/m. De explosiebeveiliging is alleen gegarandeerd bij gebruik conform de voorschriften. Nooit de op het gegevensblad en op het typeplaatje vermelde grenswaarden overschrijden of onderschrijden. Ontoelaatbare bedrijfssituaties absoluut vermijden. Zie daarvoor ook Reparatie [ 12] Motor (elektrisch) Hydrauliek (mechanisch) 2.10.1 Aanduiding Aanduiding door fabriek De temperatuurklasse staat in het gegevensblad en op het typeplaatje aangegeven. Temperatuurklasse: T5, T4, T3 II 2G Ex de IIC T.. Gb Bij bijzondere verflagen met een totale dikte van meer dan 0,2 mm. II 2G Ex de IIB T..Gb Op het typeplaatje staat standaard II 2G c TX aangegeven. De betreffende temperatuurklasse wordt in het gegevensblad vermeld. Temperatuurklasse: T5, T4, T3, T2, T1 II 2G c T... Aanduiding door klant Met het oog op het behoud van de explosiebeveiligingsklasse mag het pompaggregaat niet worden beschadigd door de bevestiging (via bijv. boringen, klinknagels) van aanduidingen door de klant. Voor de bevestiging van aanduidingen worden zelfklevende platen of plaathouders met klemband aanbevolen. Hydraulisch gedeelte Motor 2.10.2 Temperatuurgrenzen De aan het pomphuis optredende oppervlaktetemperatuur komt overeen met de temperatuur van het te verpompen medium en valt derhalve onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Om de juiste oppervlaktetemperatuur in het gedeelte met de motor te handhaven moeten de voor de controle voorziene sensoren en bijbehorende controleapparaten deskundig worden aangesloten en ingesteld. De in het gegevensblad en op het Ecochem Non-Seal HP 11 van 106

2 Veiligheid typeplaatje aangegeven temperatuurklasse van het complete pompaggregaat komt overeen met de temperatuurklasse van de motor. De instelwaarden die nodig zijn om de juiste oppervlaktetemparatuur te handhaven, worden vermeld in het gegevensblad en op het typeplaatje. Tabel 4: Temperatuurgrenzen Gebruik van de verwarming met stilstandverwarming Temperatuurklasse volgens EN 13463-1 maximaal toelaatbare temperatuur van het oppervlak van het motorhuis T3 200 C T4 135 C T5 100 C Ook bij gebruik van de verwarming worden de toelaatbare temperatuurgrenzen gehandhaafd, als de voor de bewaking voorziene sensoren en bijbehorende bewakingsapparaten deskundig zijn aangesloten en ingesteld. 2.10.3 Bewakingsvoorzieningen Tabel 5: Bewakingsvoorzieningen voor het pompaggregaat Bewakingsvoorzieningen Het pompaggregaat mag slechts tot het in het gegevensblad en op het typeplaatje aangegeven bedrijfspunt/ontwerppunt worden gebruikt Om de vereiste temperatuurgrenzen te kunnen handhaven moet het op het typeplaatje vermelde bewakingsconcept ( Hoofdstuk 5.6.4.1 Pagina 46) verplicht worden toegepast. voor bedrijf in het explosiegevaarlijke gebied noodzakelijk optioneel 2) Temperatuurbewaking - Lagerbewaking - Vulniveaubewaking 3) - Lekkagebewaking - Pompvermogenscontrole - Draairichtingbewaking - 2.10.4 Reparatie Voor de reparatie van explosieveilige pompen gelden speciale voorschriften. Ombouw van of wijzigingen van het pompaggregaat kunnen de explosiebeveiliging schaden en zijn daarom alleen in overleg met de fabrikant toegestaan. De toegepaste afmetingen voor de explosiedoorslagvaste spleten voldoen zonder dat dit is voorgeschreven aan de norm EN 60079-1, tabel 1 en 2. 2) Zie aanvullend bedrijfsvoorschift voor uitgebreide informatie 3) Het vullen van het pompaggregaat (en daarmee ook van de rotorkamer) moet door de klant worden gegarandeerd. Alleen als de rotorkamer volledig is gevuld, is deze geen explosiegevaarlijk gebied. 12 van 106 Ecochem Non-Seal HP

3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer 3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer 3.1 Leveringstoestand controleren 1. Bij de goederenoverdracht elke verpakkingseenheid op beschadiging controleren. 2. In geval van transportschade de omvang van de schade nauwkeurig bepalen, documenteren en onmiddellijk schriftelijk aan KSB of de leverende dealer en de verzekeringsmaatschappij rapporteren. 3.2 Transporteren GEVAAR Uit de ophanging naar buiten glijden van de pomp/het pompaggregaat Levensgevaar door vallende onderdelen! Pomp/pompaggregaat alleen in voorgeschreven positie transporteren. Nooit een pomp/pompaggregaat aan het vrije aseinde of aan het hijsoog van de motor laten hangen. Gewichtsgegevens en zwaartepunt in acht nemen. Plaatselijke voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht nemen. Geschikte goedgekeurde hijsinrichtingen gebruiken, bijv. zelfspannende heftangen. Pomp/pompaggregaat zoals afgebeeld aanslaan en transporteren. Afb. 1: Pompaggregaat transporteren 90 Afb. 2: Pompaggregaat op fundatieplaat transporteren Ecochem Non-Seal HP 13 van 106

3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer 3.3 Opslag/conservering Als de inbedrijfname langere tijd na de levering moet plaatsvinden, adviseren wij voor de opslag van de pomp / het pompaggregaat de volgende maatregelen: LET OP Beschadiging door vocht, vuil of schadelijke invloeden tijdens de opslag Corrosie/vervuiling van pomp/pompaggregaat! Bij buitenopslag pomp/pompaggregaat of verpakt(e) pomp/pompaggregaat met toebehoren waterdicht afdekken. LET OP Vochtige, vervuilde of beschadigde openingen en verbindingspunten Lekkage of beschadiging van het pompaggregaat! Afgesloten openingen van het pompaggregaat pas tijdens de opstelling vrijmaken. De pomp / het pompaggregaat moet in een droge, beschutte ruimte bij een zo constant mogelijke luchtvochtigheid worden opgeslagen. Bij vakkundige interne opslag is een bescherming tot maximaal 12 maanden gegarandeerd. Nieuwe pompen/pompaggregaten zijn in de fabriek afdoende voorbehandeld. Bij het opslaan van een al gebruikte pomp/pompaggregaat ( Hoofdstuk 6.3 Pagina 62) in acht nemen. 3.4 Retourzending 1. De pomp op de juiste wijze aftappen. 2. De pomp altijd doorspoelen en reinigen, met name bij schadelijke, explosieve, hete of andere risicovolle te verpompen media. 3. Wanneer er te verpompen media zijn verpompt waarvan de restanten in combinatie met de luchtvochtigheid tot corrosieschade leiden of bij contact met zuurstof ontvlammen, moet het pompaggregaat bovendien worden geneutraliseerd en voor het drogen met een watervrij, inert gas worden doorgeblazen. 4. Bij de pomp/het pompaggregaat moet altijd een volledig ingevulde decontaminatieverklaring worden bijgevoegd. Toegepaste veiligheids- en ontsmettingsmaatregelen altijd vermelden. ( Hoofdstuk 11 Pagina 103) AANWIJZING Desgewenst kan via internet een decontaminatieverklaring op het volgende adres worden gedownload: www.ksb.com/certificate_of_decontamination 3.5 Afvoeren WAARSCHUWING Te verpompen media en hulp- of bedrijfsstoffen die heet zijn en/of een gevaar voor de gezondheid opleveren Gevaarlijk voor personen en milieu! Spoelmedium en eventueel restmedium opvangen en afvoeren. Indien nodig beschermende kleding en beschermmasker dragen. Wettelijke bepalingen met betrekking tot het afvoeren van media die een gevaar voor de gezondheid opleveren, in acht nemen. 1. Pomp/pompaggregaat demonteren. 14 van 106 Ecochem Non-Seal HP

3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer 2. Pompmaterialen scheiden, bijv. op: - metaal - kunststof - elektronisch afval 3. Volgens de plaatselijke voorschriften afvoeren of inleveren bij een erkend afvalverwerkingsbedrijf. Ecochem Non-Seal HP 15 van 106

4 Beschrijving 4 Beschrijving 4.1 Algemene beschrijving Pomp voor het verpompen van agressieve, brandgevaarlijke, giftige, vluchtige, explosieve of kostbare vloeistoffen in de chemische en petrochemische industrie en in de milieu- en industrietechniek. Procespomp met busmotor 4.2 Aanduiding Voorbeeld: Ecochem Non-Seal HP 050-032-2001 A3 CC Tabel 6: Toelichting bij aanduiding Afkorting Betekenis Ecochem Non-Seal Serie HP Extra aanduiding, bijv. HP = stof met lager kookpunt 050 Nom. diameter zuigaansluiting [mm] 032 Nom. diameter persaansluiting [mm] 200 Nom. diameter waaier [mm] 1 Extra aanduiding, bijv. 1 = deellasthydrauliek A3 Motorgrootte C Materiaal huis, bijv. C = roestvast staal C Materiaal waaier bijv. C = roestvast staal 16 van 106 Ecochem Non-Seal HP

4 Beschrijving 4.3 Typeplaatje 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 KSB Aktiengesellschaft 67227 Frankenthal Ecochem Non-Seal licenced by Nikkiso-KSB GmbH HP 050-032-2001 A3 CC Made in Germany 997285947001001 P00100 A/P00100B Q 3,1 m 3 /h H 27,8 m n 2900 1/min Ø 160 mm Tetrachlorsilane T M 75 C 2014 p MAWP 16 bar / 80 C p test 24 bar S/400V/50 Hz P 1 1,3 kw S 1 IP 66 C220 3 ~ I N 2,4 A I A 13,1 A P 2 0,8 kw VFD 30-50 Hz cos φ 0,89 T Ex PTC + PT100 (125 ºC) Ib T amb -20/ +40ºC m 80 kg II 2 G c Ex de II C T3 Gb Ineris 14ATEX 0019X 0044 Mat. No. 01573637 ZN 3828-87 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 KSB Aktiengesellschaft 67227 Frankenthal Ecochem Non-Seal licenced by Nikkiso-KSB GmbH HP 050-032-2001 A3 CC Made in Germany 997285947001001 P00100 A/P00100B Q 3,1 m 3 /h H 27,8 m n 2900 1/min Ø 160 mm Tetrachlorsilane T M 75 C 2014 p MAWP 16 bar / 80 C p test 24 bar S/400V/50 Hz P 1 1,3 kw S 1 IP 66 C220 3 ~ I N 2,4 A I A 13,1 A P 2 0,8 kw VFD 30-50 Hz cos φ 0,89 T Ex PTC + PT100 (125 ºC) Ib T amb -20/ +40ºC m 80 kg II 2 c G Ex de II C T3 Gb Ineris 14ATEX 0019X 0044 Mat. No. 01573637 ZN 3828-87 23 24 25 26 27 28 29 30 Afb. 3: Typeplaatje (voorbeeld) 1 Serie 2 Aanduiding 3 KSB-opdrachtnummer 4 Capaciteit in het bedrijfspunt 5 Te verpompen medium 6 Maximaal toegestane toepassingsdruk/- temperatuur 7 Schakelwijze/nominale spanning/nominale 8 Nominale stroom van de motor frequentie van de motor 9 Soort sensor (instelgrenswaarde) 4) 10 Aanduiding explosiebeveiliging pompaggregaat 11 Opvoerhoogte in het bedrijfspunt 12 Opgenomen vermogen van de motor bij nominaal vermogen 13 Aanloopstroom (statisch) 14 Toe te passen bewakingsconcept 15 Klantspecifieke gegevens (optioneel) 16 Toerental in het bedrijfspunt 17 Temperatuur van het te verpompen medium bij pompinlaat 18 Testdruk voor huizen 4) Wordt alleen vermeld bij bewakingsconcept Ia en Ib. Ecochem Non-Seal HP 17 van 106

4 Beschrijving 19 Bedrijfsmodus van de motor 20 Afgegeven vermogen van de motor bij nominaal vermogen 21 Cos phi bij nominaal vermogen 22 Toegestane omgevingstemperatuur 23 Waaierdiameter 24 Bouwjaar 25 Beschermingsklasse van de klemmenkast 26 Isolatieklasse van de wikkeling van de motor 27 3-fasemotor 28 Toegestaan regelbereik frequentieregelaar 29 Gewicht (optioneel) 30 Nummer van de typekeuringscertificering 4.4 Constructie Bouwwijze Busmotorpomp Procesbouwwijze Horizontale opstelling Eentraps Afmetingen en vermogen volgens ISO 2858 aangevuld met pompen met nominale diameter DN 25 Pomphuis Radiaal gedeeld spiraalvormig huis Enkele spiraal/dubbele spiraal afhankelijk van pompgrootte Spiraalvormig huis met aangegoten pompvoeten Waaiervorm Gesloten radiale waaier met ruimtelijk gebogen schoepen Ontlasting van axiale krachten door afdichtingsspleet en ontlastingskanaal Lagering Hydrodynamische glijlagers Gesmeerd door het verpompte medium Asafdichting Zonder asafdichting, met busmotor Algemene motorgegevens Aandrijving Door het verpompte medium gekoelde speciale motoren Tabel 7: Algemene motorgegevens Eigenschap Schakelwijze Nominale spanningen 5) Waarde Directe inschakeling 50 Hz: 400 V, 500 V, 690 V 60 Hz: 480 V, 600 V Tolerantie Elektrische spanning: ± 10% Frequentie: ± 2% Frequentieregelaarbedrijf 6) Grenzen voor de voedingsspanning van de motor: du/dt < 1000 V/µs Û < 1000 V Aanduiding conform 94/9/EG II 2 G Ex de IIC 7) T5, T4 resp. T3 Beschermingsklasse EN 60034 IP66 8) 5) Speciale spanningen op verzoek mogelijk. 6) Alleen in combinatie met thermistoren (PTC) en klemmenkast in Ex (d) mogelijk 7) Afwijkend bij speciale lak 8) Afleveringstoestand IP54 18 van 106 Ecochem Non-Seal HP

4 Beschrijving Eigenschap Waarde Isolatieklasse C 220 Bedrijfsmodus EN 60034 S1 Bewaking S2-S9 9) PTC 4.5 Constructie en werking 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Afb. 4: Doorsnede 1 Waaier 2 Boring 3 Glijlager (aan pompzijde) 4 Steunpijp 5 Ringvormige spleet 6 Klemmenkast 7 Glijlager (aan motorzijde) 8 Boring 9 As 10 Omloopleiding 11 Rotorpakket 12 Stator 13 Spleetbus 14 Hulpwaaier Uitvoering Het hydraulisch gedeelte en de motor zijn vast aan elkaar gekoppeld en vormen een blokaggregaat. Waaier (1), rotorpakket (11) en hulpwaaier (14) zijn op een gemeenschappelijke as (9) aangebracht. 9) Afhankelijk van het bewakingsconcept Ecochem Non-Seal HP 19 van 106

4 Beschrijving Werking Afdichting De as loopt in vloeistofgesmeerde glijlagers (3 en 7). De rotorkamer wordt ten opzichte van de statorruimte begrensd door de spleetbus (13). De spleetbus, die van corrosiebestendig materiaal is vervaardigd, steunt, om de uit de binnendruk van de rotorkamer resulterende krachten op te vangen, op de stator (12) en de steunen (4). De smering van de glijlagers (3 en 7) geschiedt door het te verpompen medium in de rotorkamer. Bij de inbedrijfname van de pomp stroomt het te verpompen medium via de boring (2) in de rotorkamer. De uit de vloeistofstroom via de boring (2) afgetakte deelstroom stroomt tijdens het bedrijf om het rotorpakket (11), stroomt aan het einde van de rotoras in de hulpwaaier (14) en wordt via de omloopleiding (10) terug naar de adapter geleid en stroomt via de boring (8) weer in de hydraulische ruimte. Op grond van het door de hulpwaaier (14) gecreëerde drukverschil ontstaat een continu werkende vloeistofdeelstroom van de hydraulische ruimte via de rotorkamer terug naar de hydraulische ruimte. Tijdens de doorstroming van deze deelstroom door de ringvormige spleet (5) tussen rotorpakket (11) en spleetbus (13), wordt de in de motor ontstane verlieswarmte afgevoerd. Als gevolg van de intensieve vloeistofuitwisseling uit de hydraulische ruimte naar de rotorkamer en van daar uit terug naar de hydraulische ruimte, worden tegelijkertijd de glijlagers (3 en 7) voldoende gesmeerd. De pomp is een asafdichtingsloze busmotorpomp. De rotorkamer wordt ten opzichte van de statorruimte begrensd door de spleetbus (13). De afdichting geschiedt statisch door PTFE-groefringen of dichtringen van grafiet. Er zijn geen bewegende afdichtingsdelen (dynamische afdichting) aanwezig. 4.6 Te verwachten geluidswaarden Tabel 8: Geluidsdrukniveau gemeten aan oppervlak L pa 10)11) Motorgrootte Geluidsdrukniveau gemeten aan oppervlak L van het pompaggregaat [db] A1, A2, A3 68 B1, B2, B3 71 C1, C2, C3, C4 74 D1, D2, D3 77 Fundatieplaat Speciaal toebehoren 4.7 Leveringsomvang Afhankelijk van de uitvoering behoren de volgende posities tot de leveringsomvang: Pompaggregaat compleet met klemmenkast en omloopleiding Fundatieplaat, gegoten of gelast voor pomp en motor, in torsievrije uitvoering Stalen U-profiel of plaatstaal met omgezette rand In bepaalde gevallen 4.8 Afmetingen en gewichten Gegevens over afmetingen en gewichten zijn vermeld op het opstellingsschema/ maatblad van de pomp/het pompaggregaat. 10) Ruimtelijke gemiddelde waarde conform ISO 3744 en EN 12639; geldig binnen het bedrijfsgebied van de pomp van Q/ Qopt=0,8-1,1 en bij cavitatievrij bedrijf. Bij garantie geldt voor meettolerantie en productiebandbreedte een toeslag van +3 db. 11) Toeslag bij 60 Hz-bedrijf: 3500 1/min +3 db 20 van 106 Ecochem Non-Seal HP

5 Opstelling/Inbouw 5 Opstelling/Inbouw 5.1 Veiligheidsvoorschriften GEVAAR Onjuiste opstelling in explosiegevaarlijke omgevingen Explosiegevaar! Beschadiging van het pompaggregaat! Plaatselijke explosiebeveiligingsvoorschriften in acht nemen. Gegevens op gegevensblad en typeplaatje van pomp en motor in acht nemen. 5.2 Controle vóór het begin van de opstelling WAARSCHUWING Opstelling op een onverharde en niet-dragende ondergrond Persoonlijk letsel en materiële schade! Voldoende druksterkte conform klasse C12/15 van het beton in blootstellingsklasse XC1 conform EN 206-1 in acht nemen. De ondergrond moet uitgehard, vlak en horizontaal zijn. Gewichtsgegevens in acht nemen. LET OP Extra verwarming van de motor door directe zoninstraling Verdamping van het koel-/smeermedium! Glijlagerschade door gebrek aan smering! Bij opstelling buiten het pompaggregaat beschermen tegen directe zoninstraling. Resonanties Opstelling in de open lucht Resonanties met de gebruikelijke excitatiefrequenties (1 of 2 maal de draaifrequentie, geluidsfrequentie veroorzaakt door het passeren van schoepen) voorkomen, aangezien dergelijke frequenties extreem sterke trillingen kunnen veroorzaken. 1. Bouwplaatsopstelling controleren. De bouwplaatsopstelling moet voorbereid zijn volgens de afmetingen op de maattekening/het opstellingsschema. Bij opstelling buiten erop letten dat directe intensieve zoninstraling kan leiden tot extra verwarming van de motor, waarmee geen rekening kon worden gehouden bij het ontwerp van het pompaggregaat. Daardoor zou het koel-/smeermedium in het binnenste van de motor kunnen verdampen. Eventueel het pompaggregaat met geschikt beschermingsmateriaal afschermen. 5.3 Pompaggregaat opstellen Het pompaggregaat horizontaal opstellen. Afhankelijk van de motorgrootte en constructie kan het aggregaat op stevig, vlak beton, op fundatierails of op een fundatieplaat worden geïnstalleerd. De bevestigingsbouten of extra sterke pluggen zijn niet bij de leveringsomvang inbegrepen. 5.3.1 Pompaggregaat zonder fundatieplaat opstellen Opstelling zonder ondersteuning aan motorzijde (motorgrootten A en B) Pompaggregaten die met deze motoren worden gecombineerd, kunnen zonder ondersteuning aan motorzijde worden opgesteld. Ecochem Non-Seal HP 21 van 106

5 Opstelling/Inbouw Bevestiging Afb. 5: Pompaggregaat zonder fundatieplaat opstellen Het pompaggregaat wordt via de voetbouten aan het pomphuis bevestigd. Een fundatieplaat is dus niet vereist voor de opstelling zodat bijvoorbeeld zeer eenvoudige bevestigingsmogelijkheden zoals profielbalken, hoeksteunen en dergelijke kunnen worden gebruikt. Het fundament bezit de noodzakelijke stevigheid en kwaliteit. Het fundament is voorbereid volgens de afmetingen op de maattekening/ opstellingstekening. 1. Het pompaggregaat op de bevestigingsbouten/extra sterke pluggen plaatsen. 2. Aan motorzijde geschikt ondersteuningsmateriaal (bijv. hout) plaatsen, zodat de flens aan perszijde horizontaal ligt. 3. Bevestigingsmoeren licht met de hand vastdraaien. 4. Ondersteuningsmateriaal aan motorzijde verwijderen. 5. Bevestigingsmoeren stevig vastdraaien. Bevestiging 5.3.2 Pompaggregaat met fundatieplaat opstellen Opstelling met ondersteuning aan motorzijde (motorgrootten C en D) Pompaggregaten die met deze motoren worden gecombineerd, hebben een ondersteuning onder de motor. Het pompaggregaat moet altijd worden bevestigd met een fundatieplaat, die gewoonlijk aan het pompaggregaat gemonteerd wordt geleverd. Afhankelijk van de bevestiging van de fundatieplaat op de fundering en afhankelijk van de installatie kan er tussen de volgende opstellingswijzen worden gekozen. Opstelling op fundament met ingegoten fundatieplaat L 1 2 3 Afb. 6: Vulplaten aanbrengen L Fundatieboutafstand 1 Vulplaat 2 Vulplaat bij (L) > 800 mm 3 Fundatiebout Het fundament bezit de noodzakelijke stevigheid en kwaliteit. Het fundament is voorbereid volgens de afmetingen op de maattekening/ opstellingstekening. 1. Pompaggregaat op het fundament plaatsen en met behulp van een waterpas op de persaansluiting waterpas afstellen. Toelaatbare positieafwijking: 0,2 mm/m. 22 van 106 Ecochem Non-Seal HP

5 Opstelling/Inbouw 2. Indien nodig, vulplaat (1) voor hoogtecorrectie aanbrengen. Vulplaten altijd links en rechts in directe omgeving van de fundatiebouten (3) tussen fundatieplaat/fundatieframe en fundament aanbrengen. Bij fundatieboutafstand (L) > 800 mm extra vulplaten (2) in het midden van de fundatieplaat aanbrengen. Alle vulplaten moeten vlak aanliggen. 3. Fundatiebouten (3) in de daarvoor bestemde boringen plaatsen. 4. Fundatiebouten (3) met beton omgieten. 5. Nadat het beton is uitgehard, de fundatieplaat uitlijnen. 6. Fundatiebouten (3) gelijkmatig en stevig vastdraaien. 7. Fundatieplaat volstorten met krimpvrij beton met normale korrelgrootte met een water-cementverhouding (w/c-verhouding) 0,5. De vloeibaarheid met een vloeimiddel tot stand brengen. Beton nabehandelen conform DIN 1045. AANWIJZING Na overleg vooraf kan het pompaggregaat voor een geluidarm bedrijf op trillingsdempers worden geplaatst. AANWIJZING Tussen pomp en zuig- resp. persleiding kunnen compensatoren worden aangebracht. Fundamentloze opstelling Een fundamentloze opstelling (zonder verankering met de betonnen vloer) is mogelijk voor kleinere horizontale pompaggregaten met zwenkmachine-onderstel. 1 2 3 Afb. 7: Stelelementen instellen 1, 3 Contramoer 2 Stelmoer 4 Machine-onderstel De ondergrond bezit de vereiste stevigheid en hoedanigheid. 1. Het pompaggregaat op de machine-onderstellen (4) plaatsen en met behulp van een waterpas (op persaansluitingen/motorhuis) waterpas afstellen. 2. Indien nodig voor de hoogtecorrectie de bouten en contramoeren (1, 3) op de machine-onderstellen (4) losdraaien. 3. Stelmoer (2) nastellen tot eventuele hoogteverschillen zijn gecompenseerd. 4. De contramoeren (1, 3) op de machine-onderstellen (4) weer vastdraaien. 4 Ecochem Non-Seal HP 23 van 106

5 Opstelling/Inbouw 5.4 Leidingen Tabel 9: Advies inbouwplaats 5.4.1 Niveausensor inbouwen in de leiding Afhankelijk van de inbouwplaats kan de niveausensor verscheidene bewakingstaken overnemen. Of de niveausensor aan de zuig- of drukzijde wordt ingebouwd, hangt af van de installatie resp. het proces. Voor de keuze van de inbouwplaats de volgende tabel in acht nemen. Bewakingsomvang Explosiegevaarlijk gebied Niet-explosiegevaarlijk gebied Zuigleiding Persleiding Zuigleiding Persleiding h 1 < Inbouwhoogte < (h 2 + h 1 ) Vulniveau in Zuigleiding - Hydraulisch gedeelte pomp - - Rotorkamer Bij interne circulatie - - Bij externe voeding 12) - - - - - - Bescherming tegen drooglopen van de glijlagers - - - Inbouwhoogte (h 2 + h 1 ) Inbouwhoogte (h 2 + h 1 ) h 1 < Inbouwhoogte < (h 2 + h 1 ) Inbouwhoogte (h 2 + h 1 ) h 1 Inbouwhoogte (h 2 + h 1 ) h 2 Afb. 8: Afmetingen h1 en h2 GEVAAR Ongevulde, droge pomp Drooglopen Vorming van een explosiegevaarlijke atmosfeer! Er mogen zich geen afsluiters bevinden tussen de niveausensor en de pomp. 12) Het vullen van het pompaggregaat moet door de klant worden gegarandeerd. 24 van 106 Ecochem Non-Seal HP

G3/4A 24.5 5 Opstelling/Inbouw GEVAAR De trilvork van de niveausensor steekt in de stroom van de te verpompen media Functionele storingen! Nooit de trilvork in de leiding laten steken. Inbouwaanwijzingen van de producent in acht nemen. De niveausensor kan als volgt in de leiding worden ingebouwd: Gebruik van een lasmof/t-stuk Gebruik van een tussenstuk (toebehoren optioneel) 202 182.5 47.5 67 60 G3/4A Niveausensor met lasmof in de leiding inbouwen Niveausensor met tussenstuk in de leiding inbouwen Inbouw aan de zuigzijde Niveausensor in de zuigleiding monteren: h 1 h 1 + h 2 h 2 Afb. 9: Niveausensor in de zuigleiding inbouwen AANWIJZING De inbouwhoogte moet minimaal h 1 (midden zuigaansluiting) bedragen. Om ervoor te zorgen dat de niveausensor omvangrijke bewakingstaken op zich kan nemen, raadt KSB aan, de niveausensor op gelijke hoogte met de persaansluiting of hoger (>= h 1 + h 2 ) aan te brengen. 1. Inbouwhoogte op de juiste manier uitkiezen (tabel "Advies inbouwplaats" in acht nemen). 2. Bijv. niveausensor in tussenstuk erin draaien. Ecochem Non-Seal HP 25 van 106

5 Opstelling/Inbouw AANWIJZING Om ervoor te zorgen dat een verandering van het vulniveau zo vroeg en duidelijk mogelijk kan worden erkend, dient de trilvork van de niveausensor juist te zijn uitgelijnd: de markering O op inbus SW32 moet boven liggen. 3. De niveausensor zo uitlijnen dat de markering O op inbus SW32 zich aan de bovenzijde bevindt (zie afbeelding "Niveausensor in leiding inbouwen"). Inbouw aan de perszijde Niveausensor in de persleiding inbouwen: > h 1 + h 2 h 2 h 1 Afb. 10: Niveausensor in de persleiding inbouwen De inbouwhoogte dient minstens h1 + h2 (hoogte persaansluiting) te bedragen. 1. Inbouwhoogte op de juiste manier uitkiezen (inbouwadvies in acht nemen). 2. Bijv. niveausensor in tussenstuk erin draaien. AANWIJZING Om ervoor te zorgen dat een verandering van het vulniveau zo vroeg en duidelijk mogelijk kan worden erkend, dient de trilvork van de niveausensor juist te zijn uitgelijnd: de markering O op inbus SW32 moet boven liggen. Afb. 11: Niveausensor in de leiding inbouwen 3. De niveausensor zo uitlijnen dat de markering O op inbus SW32 zich aan de bovenzijde bevindt (zie afbeelding "Niveausensor in leiding inbouwen"). 26 van 106 Ecochem Non-Seal HP

5 Opstelling/Inbouw 5.4.2 Leiding aansluiten GEVAAR Overschrijding van de toelaatbare belastingen op de pompaansluitingen Levensgevaar door uitstromend heet, toxisch, etsend of brandbaar te verpompen medium ter plaatse van lekken! De pomp niet als steunpunt voor de leidingen gebruiken. Leidingen direct voor de pomp ondersteunen en spanningsvrij aansluiten. Toegestane krachten en momenten op de pompaansluitingen in acht nemen. ( Hoofdstuk 5.4.3 Pagina 28) Expansie van de leiding bij temperatuurstijging door geschikte maatregelen compenseren. LET OP Onjuiste aarding bij laswerkzaamheden aan de leiding Onherstelbare beschadiging van de elektronica-onderdelen in de klemmenkast! Gebruik bij het elektrisch lassen nooit de pomp of fundatieplaat voor de aarding. De zuigleiding/toevoerleiding naar de pomp is bij zuigbedrijf oplopend, bij toeloopbedrijf aflopend aangelegd. Vóór de zuigflens bevindt zich een stabilisatietraject met een lengte van minimaal twee keer de diameter van de zuigflens. De nominale diameters van de leidingen moeten minimaal overeenkomen met die van de pompaansluitingen. Om verhoogde drukverliezen te voorkomen, zijn verloopstukken naar grotere nominale diameters met een vergrotingshoek van ca. 8 uitgevoerd. De leidingen zijn direct voor de pomp ondersteund en spanningsvrij aangesloten. LET OP Lasparels, oxidatieresten en andere verontreinigingen in de leidingen Beschadiging van de pomp! Verontreinigingen uit de leidingen verwijderen. Breng, indien nodig, een filter aan. Gegevens onder ( Hoofdstuk 7.2.2.2 Pagina 66) in acht nemen. 1. Reservoirs, leidingen en aansluitingen grondig reinigen, doorspoelen en doorblazen (vooral bij nieuwe installaties). 2. Flensafdekkingen op de zuig- en persaansluiting van de pomp vóór de montage in de leiding verwijderen. 3. Inwendige van de pomp controleren en indien nodig vreemde voorwerpen verwijderen. 4. Breng, indien nodig, filters in de leiding aan (zie afbeelding: filter in leiding). Ecochem Non-Seal HP 27 van 106

5 Opstelling/Inbouw 1 2 Afb. 12: Filter in leiding 1 Verschildrukmeter 2 Filter AANWIJZING Filter met ingezet zeefgaas met 0,5 mm x 0,25 mm (maaswijdte x draaddiameter) van corrosiebestendig materiaal gebruiken. Filter met drievoudige diameter in de leiding aanbrengen. Filters in hoedvorm hebben zich bewezen. 5. Leiding op pompaansluitingen aansluiten. LET OP Agressieve spoel- en beitsmiddelen Beschadiging van de pomp! Methode en duur van het reinigen bij spoel- en beitswerkzaamheden afstemmen op de gebruikte materialen van het huis en de afdichtingen 5.4.3 Toegestane krachten en momenten op de pompaansluitingen F y F y F x F z [+] F z F y M y F x M x F z M z De gegevens voor krachten en momenten gelden alleen voor statische belastingen op de leidingen. Bij overschrijding is verificatie vereist. Indien rekenkundig bewijs van stevigheid nodig is, zijn de waarden alleen op verzoek verkrijgbaar. De gegevens zijn alleen geldig voor opstelling op een volgestorte fundatieplaat, gemonteerd op een star, vlak fundament. F x Afb. 13: Krachten en momenten op de pompaansluitingen Tabel 10: Krachten en momenten op de pompaansluitingen bij uitvoering "C" (1.4408/A743 GR CF8M) bij 20 C Grootte Zuigaansluiting Persaansluiting DN F x [N] F y [N] F z [N] F [N] M x [Nm] M y [Nm] 040-025-160 40 970 780 650 1404 845 585 683 25 490 455 600 898 370 390 455 040-025-200 40 970 780 650 1404 845 585 683 25 460 455 600 898 370 390 455 050-032-250.1 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-125.1 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-160.1 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-200.1 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-125 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-160 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-200 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 050-032-250 50 1240 1010 878 1824 910 650 748 32 650 555 780 1157 715 490 555 065-040-125 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 065-040-160 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 M z [Nm] DN F x [N] F y [N] F z [N] F [N] M x [Nm] M y [Nm] M z [Nm] 28 van 106 Ecochem Non-Seal HP

5 Opstelling/Inbouw Grootte Zuigaansluiting Persaansluiting DN F x [N] F y [N] F z [N] F [N] M x [Nm] M y [Nm] 065-040-160.1 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 065-040-250.1 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 065-040-200 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 065-040-250 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 065-040-315 65 1600 1300 1105 2339 1050 715 780 40 780 650 1000 1425 845 585 685 080-050-315.1 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 080-050-125 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 080-050-160 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 080-050-200 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 080-050-250 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 080-050-315 80 2000 1550 1333 2860 1330 748 1010 50 1000 880 1250 1827 910 650 750 100-065-125 100 2500 1950 1755 3624 1850 900 1400 65 1300 1105 1600 2339 1050 715 790 100-065-160 100 2500 1950 1755 3624 1850 900 1400 65 1300 1105 1600 2339 1050 715 790 100-065-200 100 2500 1950 1755 3624 1850 900 1400 65 1300 1105 1600 2339 1050 715 790 100-065-250 100 2500 1950 1755 3624 1850 900 1400 65 1300 1105 1600 2339 1050 715 790 100-065-315 100 2500 1950 1755 3624 1850 900 1400 65 1300 1105 1600 2339 1050 715 790 125-080-160 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 80 1550 1335 1950 2826 1350 750 1000 125-080-200 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 80 1550 1335 1950 2826 1350 750 1000 125-080-250 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 80 1550 1335 1950 2826 1350 750 1000 125-080-315 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 80 1550 1335 1950 2826 1350 750 1000 125-080-400 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 80 1550 1335 1950 2826 1350 750 1000 125-100-160 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 100 2000 1755 2500 3651 1850 900 1400 125-100-200 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 100 2000 1755 2500 3651 1850 900 1400 125-100-250 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 100 2000 1755 2500 3651 1850 900 1400 125-100-315 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 100 2000 1755 2500 3651 1850 900 1400 125-100-400 125 3400 2700 2200 4867 2550 1250 1950 100 2000 1755 2500 3651 1850 900 1400 150-125-200 150 4300 3450 2850 6206 3200 1600 2450 125 2700 2200 3400 4867 2550 1300 1900 150-125-250 150 4300 3450 2850 6206 3200 1600 2450 125 2700 2200 3400 4867 2550 1300 1900 150-125-315 150 4300 3450 2850 6206 3200 1600 2450 125 2700 2200 3400 4867 2550 1300 1900 150-125-400 150 4300 3450 2850 6206 3200 1600 2450 125 2700 2200 3400 4867 2550 1300 1900 200-150-200 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 150 3450 2850 4300 6206 3150 1600 2450 200-150-250 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 150 3450 2850 4300 6206 3150 1600 2450 200-150-315 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 150 3450 2850 4300 6206 3150 1600 2450 200-150-400 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 150 3450 2850 4300 6206 3150 1600 2450 200-150-500 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 150 3450 2850 4300 6206 3150 1600 2450 200-200-250 200 6750 5250 4300 9572 4850 2450 3550 200 5250 4300 6750 9572 4850 2450 3550 250-200-315 250 9200 7350 6150 13285 6900 3350 5250 200 5250 4300 6750 9572 4850 2450 3550 250-200-400 250 9200 7350 6150 13285 6900 3350 5250 200 5250 4300 6750 9572 4850 2450 3550 250-200-500 250 9200 7350 6150 13285 6900 3350 5250 200 5250 4300 6750 9572 4850 2450 3550 300-250-315 300 11000 9200 7350 16114 8400 4150 6350 250 7350 6150 9150 13250 6900 3350 5250 M z [Nm] DN F x [N] F y [N] F z [N] F [N] M x [Nm] M y [Nm] M z [Nm] Materiaal- en temperatuurafhankelijke correctiewaarden (zie het volgende diagram). Correctiefactor 1,2 D 1,1 1 0,9 0,8 D E Y C, V 0,7 0,6 0 50 100 150 200 250 300 400 C 350 Afb. 14: Temperatuurcorrectiediagram voor "uitvoering E, D, C, V en Y" Ecochem Non-Seal HP 29 van 106

5 Opstelling/Inbouw 5.5 Omhuizing/isolatie GEVAAR Ondeskundige isolatie Explosiegevaar! Het oppervlak van de omhuizing geldt als nieuw oppervlak conform ATEX. Contact van de omgeving met het oppervlak van het motorhuis moet worden vermeden. WAARSCHUWING Het spiraalvormige huis en het huisdeksel/persdeksel nemen de temperatuur van het verpompte medium aan Verbrandingsgevaar! Spiraalvormig huis isoleren. Beveiligingsvoorzieningen aanbrengen. 102 161 82-5 Afb. 15: Toegestaan bereik isolatie 102 Spiraalvormig huis 161 Huisdeksel (indien aanwezig) 82-5 Adapter Toegestaan bereik isolatie 13) AANWIJZING Op motorhuisdeksel 812 kunnen bewakingssystemen worden aangesloten. Bij isolatie erop letten dat de aansluiting en weergave van de sensoren toegankelijk blijven. Ook de specificaties van de fabrikant van de sensoren met betrekking tot de toegestane omgevingstemperatuur in acht nemen. 5.6 Elektrisch systeem 5.6.1 Instructies voor de uitvoering van de schakelinstallatie Voor de elektrische aansluiting van het pompaggregaat moeten de "schakelschema's" worden aangehouden. ( Hoofdstuk 5.6.1.3.4 Pagina 34) Het pompaggregaat wordt met klemmenkast geleverd en is bedoeld voor direct starten. AANWIJZING Bij het leggen van een kabel tussen de schakelinstallatie en het aansluitpunt van het pompaggregaat moet worden gelet op een voldoende aantal aders voor de sensoren. De doorsnede moet minimaal 1,5 mm² bedragen. 13) Kenmerkt de onderdelen die geïsoleerd mogen worden, maar zegt niets over het type resp. de uitvoering van de isolatie. 30 van 106 Ecochem Non-Seal HP