Wij vertrouwen erop u hiermee een passende aanbieding te hebben gedaan en zien uw reactie met belangstelling tegemoet.

Vergelijkbare documenten
Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv

Projectnummer: 1211GPR2855.1

1 INLEIDING REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN AANVULLEND VOORONDERZOEK CONCLUSIE EN ADVIES... 19

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Waternet Amsteldijk

Historisch Vooronderzoek

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Haarlem NGE-Risicokaart

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE.

Historisch Vooronderzoek

Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk

Historisch Vooronderzoek

Historisch Vooronderzoek. Ouderkerk Amstelboezem. Niet Gesprongen Explosieven. RO versie november 2015

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen

Notitie. Een update van het vooronderzoek was daarom niet nodig. Referentienummer Datum Kenmerk GM juni Betreft NGE-onderzoek

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Papendrecht aansluiting A15-N3

Rapportage. Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede

Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Briefrapportage. Saricon bv

Historisch Vooronderzoek

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus LV DEN HAAG

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Hilversum Monnikenberg

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding

Onderzoekslocatie: Project Zutphen

Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM

1. Door het gehele document zijn tekstuele en redactionele wijzigingen aangebracht.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk.

Advies Uitvoering Opleidingen Certificering

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Winklerlaan 365 te Utrecht.

2016-BB-12-QS-01 (DEFINITIEF) KENMERK: QUICK SCAN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN BETREFT: N226 SCHUTTERHOEFLAAN PROJECT: PROVINCIE UTRECHT OPDRACHTGEVER:

Inventarisatie Conventionele Explosieven Linkeroever De Pol Gemeente Oude IJssel

Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen

Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Projectnummer: 1112GPR3388 Onderzoekslocatie: Blauwe As te Assen

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0013 Wipbrug te Opmeer.

Projectnummer: 0714GPR Onderzoekslocatie: Traject Itteren-Meerssen te Maastricht Leiding nr. Z KR 001 t/m 004

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied Dijkversterking Vianen.

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven

CORIO GLANA HIGH LIGHT 20 VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN UIT DE TWEEDE WERELDOORLOG RN DEFINITIEVE VERSIE 1.

Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider)

Notitie RWZI Gemaalweg Gemeente s-hertogenbosch. W. van den Brandhof, MA 4 juni 2012

Lijst van bijlagen Betrouwbaarheid... 11

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Plangebied Rhenen.

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013

Quickscan Conventionele Explosieven. Arnhemseweg (Zevenaar) Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard

Onderzoekslocatie: Project Magnitude FII in de provincie Groningen

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Soesterberg-Noord.

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Molenstraat Kerkwijk

Offertenummer: 0414GPR4374 Onderzoekslocatie: Tunnel Broek in Waterland

Datum: 9 april 2015 Projectnr.: Kenmerk: 15p015 Status: definitief

Datum: 25 september 2014 Projectnr.: Status: concept

Kadeversterking Giessen-Noordeloos

Onderzoekslocatie: Stationsgebied Vlaardingen, gemeente Vlaardingen

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied " Rijnlandroute t.b.v. Gasunie.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Perceel Bommersheufsestraat te Zevenaar.

Onderzoekslocatie: Project Hooghkamer, gemeente Teylingen

Onderzoekslocatie: project Waterberging sportpark Fijnaart

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0014 Engewormerbrug te Wormer.

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse CE

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt

Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren

Onderzoekslocatie: Houtribdijk

KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus AA Nijmegen

Inventarisatie Conventionele Explosieven Stroomlijn fase 3 Rijkswaterstaat

Datum Contactpersoon Doorkiesnummer

CEES VAN DEN AKKER ADVIES

Datum: Projectnummer: Status: V.1.0 Definitief

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK

RAPPORT. Onderzoek niet-gesprongen explosieven. Behorend bij: Trajectbenadering N244a-N246. Voor: Provincie Noord-Holland

INHOUDSOPGAVE VO-02 De Purmer Pagina 2 van 38

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Ontwikkelingsgebied Banningstraat Soesterberg.

Proces-verbaal van Oplevering

Voor vragen kunt u contact opnemen met de gemeente Zuidplas, bereikbaar via of

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lansingerland A12

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied "MPO-terrein Oosterhout.

QuickScan NGE. Realisatie slibvang Klutenplas in de Dollardkwelders. Versie D 1.0. Provincie Groningen

Vooronderzoek Conventionele Explosieven

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse Conventionele Explosieven

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Projectgebonden Risicoanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied "N320 te Culemborg".

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017

BIJLAGE VII EXPLOSIEVENONDERZOEK

Onderzoekslocatie: Kadeverbetering Schiedam

Projectnummer: 0413GPR3666 Onderzoekslocatie: Project Albano 4. Gemeente Halderberge

Transcriptie:

Gemeente Loppersum T.a.v. de heer M. Postema Postbus 25 9919 ZG Loppersum Uw referte : Afspraak 27 maart 2015 Onze referte : 72138/UO-151089 Onderwerp : Offerte Historisch Vooronderzoek-Niet Gesprongen Explosieven Risicokaart Datum : 2 april 2015 Geachte heer Postema, Op 27 maart 2015 hebben wij een uitnodiging van u ontvangen voor het uitbrengen van een offerte voor het uitvoeren van een Historisch Vooronderzoek-Niet Gesprongen Explosieven (HVO-NGE) voor de gehele gemeente Loppersum. Graag bieden wij u hierbij onze offerte aan voor het uitvoeren van dit HVO-NGE. In de offerte staat o.a. het volgende beschreven: - de aanpak van het HVO-NGE; - de inbreng van de opdrachtgever; - de projectorganisatie; - de kostenraming; - de voorwaarden van REASeuro die van toepassing zijn op deze aanbieding. Wij zijn het enige bedrijf in Nederland dat zich helemaal heeft gespecialiseerd in de explosievenbranche. Zelfstandig en onafhankelijk, internationaal actief, én als civiel bedrijf altijd de juiste specialisten in huis. Het opsporen en ruimen van explosieven is onze kernactiviteit. Wij noemen ons zelf dan ook met gepaste trots: Explosieven Experts! Graag wijzen wij u op onze website: www.reaseuro.com waar u informatie aantreft over REASeuro in het algemeen en het HVO-NGE in het bijzonder. Wij nemen contact met u op om onze aanbieding zo nodig nader toe te lichten. Mocht u zelf vragen hebben, neemt u dan contact met mij op via telefoonnummer 013-518 60 76. Wij vertrouwen erop u hiermee een passende aanbieding te hebben gedaan en zien uw reactie met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet, REASeuro Nouchka van Domburg Projectmanager Advies Bijlagen: 1. Offerte 2. Onderzoeks- en werkgebied 3. Te raadplegen bronnen 4. 5 fasen NGE-bodemonderzoek REASeuro Riel Explosive Advice & Services Europe B.V. Alphenseweg 4a, 5133 NE Riel, Nederland Postbus 21, 5133 ZG Riel, Nederland T+31 (0)13 5186076 F+31 (0)13 5186077 www.reaseuro.com info@reaseuro.com Nederlands Handelsregister onder nummer 180.501.31 ABN AMRO Bank N.V. IBAN NL09ABNA0475239288 BIC ABNANL2A BTW NL81.50.08.387.B01 Pagina 1 van 14

Bijlage 1 bij aanbiedingsbrief met kenmerk: 72138/UO-151089 Offerte HVO-NGE 1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel De gemeente Loppersum is in de Tweede Wereldoorlog getroffen door divers oorlogsgeweld. In het verleden is de gemeente Loppersum geconfronteerd met de problematiek van achtergebleven Niet Gesprongen Explosieven (NGE). Er zijn daarom op diverse locaties in de gemeente al verscheidene opsporingsacties verricht naar NGE. Er is echter nog geen inzicht in de gebieden waar NGE kunnen zijn achtergebleven. Dit inzicht is ook vanwege de aardbevingenproblematiek wenselijk, aangezien tot op heden onbekend is wat de effecten van aardbevingen op mogelijk achterbleven NGE zijn. Bij de gemeente Loppersum bestaat daardoor een toenemende behoefte om alle risico s inzake achtergebleven NGE op één kaart te projecteren: een NGE-bodembelastingkaart. Aan de hand van de NGE-Risicokaart is het mogelijk om beleid te maken voor toekomstige projecten. Gemeente Loppersum heeft REASeuro verzocht een offerte uit te brengen voor het uitvoeren van een Historisch Vooronderzoek-Niet Gesprongen Explosieven (HVO-NGE). Vanwege de voorgenomen werkzaamheden dient een HVO-NGE te worden uitgevoerd. Het HVO- NGE is een bureaustudie waarin het beschikbare feitelijke bronnenmateriaal van de periode 1940-1945 (incl. naoorlogse munitieruimingen en opsporingsactiviteiten) wordt geïnventariseerd, beoordeeld en geëvalueerd. Het doel van het HVO-NGE is antwoord te geven op de volgende vragen: Is er sprake van een NGE-Risicogebied in (delen van) het werkgebied naar de situatie van 1945 (het einde van de oorlog)? Wat is de soort, hoeveelheid en verschijningsvorm van de NGE die mogelijk zijn achter gebleven? Wat is het advies met betrekking tot de (voorbereiding op de) uit te voeren werkzaamheden? 1.2 Werk- en onderzoeksgebied Het werkgebied is het door de opdrachtgever aangegeven gebied waarbinnen in het kader van het project werkzaamheden worden uitgevoerd, of waar een functieverandering wordt doorgevoerd. Dit gebied betreft de huidige gemeente Loppersum. Het onderzoeksgebied is het gebied waar het HVO-NGE zich op richt. Het te onderzoeken gebied betreft een groter gebied dan het werkgebied om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de situatie in oorlogstijd. In bijlage 2 zijn het werk- en onderzoeksgebied weergegeven. 1.3 Totaalaanpak REASeuro heeft een totaalaanpak ontwikkeld bestaande uit 5 afzonderlijke fasen waaruit het volledige NGE-bodemonderzoek bestaat indien sprake is van een NGE-probleem. Door deze aanpak krijgt u als opdrachtgever overzicht in het volledige NGE-bodemonderzoek. Deze 5 fasen worden kort weergegeven in bijlage 4. Het HVO-NGE betreft fase 1. Een belangrijk onderdeel van de totaalaanpak is het voorlichten en opleiden van uw personeel dat betrokken is of nog gaat worden bij de uitvoering van het project. REASeuro heeft een eigen opleidingscentrum waar toezichthoudend personeel van opdrachtgevers de mogelijkheid heeft optimaal voorbereid te kunnen worden op hun taak. 1.4 Kwaliteitseisen De minimale kwaliteitseisen waaraan een HVO-NGE moet voldoen, zijn vastgelegd in het WSCS-OCE (werkveldspecifiek certificatieschema voor het systeemcertificaat Opsporen Conventionele 31 maart 2015 Pagina 2 van 14

Explosieven). 1 REASeuro voert haar HVO-NGE s uit op basis van haar eigen kwaliteitseisen. Deze eisen liggen boven het minimale kwaliteitsniveau dat in het WSCS-OCE is vastgelegd. Zo raadpleegt REASeuro meer bronnen dan de verplichte bronnen die volgens het WSCS-OCE dienen te worden geraadpleegd, zie de tabel in bijlage 3. Daarnaast bestaat het projectteam niet alleen uit historici, maar maken ook een Senior OCE-deskundige en een GIS-specialist deel uit van het projectteam. 1 Het WSCS-OCE is terug te vinden op onze website,www.reaseuro.com. 31 maart 2015 Pagina 3 van 14

2. Werkwijze 2.1 Inventarisatie bronnenmateriaal Door het raadplegen van een groot aantal bronnen vindt een inventarisatie plaats van: gebeurtenissen (oorlogshandelingen) die hebben geleid tot het in de bodem komen van NGE; gebeurtenissen die hebben geleid tot het verwijderen van NGE uit de bodem. De gebeurtenissen worden overzichtelijk gerapporteerd door middel van tabellen, overzichtskaarten en foto s met bronvermelding. In bijlage 3 zijn de te raadplegen bronnen voor dit project uitgewerkt. 2.2 Beoordelen en evalueren bronnenmateriaal Na de inventarisatie van het bronnenmateriaal worden de gebeurtenissen beoordeeld en geëvalueerd. Dat wil zeggen dat wordt onderzocht of en zo ja waar mogelijk NGE kunnen zijn achtergebleven in het werkgebied naar de situatie van 1940-1945. Er wordt getracht van iedere gebeurtenis twee of meer verifieerbare bronnen te gebruiken. Indien slechts één bron wordt aangetroffen, wordt dit duidelijk vermeld en meegewogen in de beoordeling en evaluatie. De conclusie van het HVO-NGE betreft een positief of negatief advies. Een positief advies wil zeggen dat in (delen van) het werkgebied NGE kunnen zijn achtergebleven, waarna het NGE-Risicogebied wordt afgebakend. Bij een positief advies worden vervolgstappen geadviseerd ten behoeve van de mogelijk aan te treffen NGE. Een negatief advies wordt gegeven als er geen aanwijzingen zijn dat NGE kunnen zijn achtergebleven. Indien sprake is van een negatief advies vindt geen afbakening plaats en kunnen de voorgenomen werkzaamheden zonder aanvullende maatregelen worden uitgevoerd. 2.3 Het vaststellen en afbakenen van het NGE-Risicogebied Het NGE-Risicogebied is een gebied waar, naar de situatie van 1940-1945, op basis van het feitelijke bronnenmateriaal een verhoogd risico op de aanwezigheid van NGE bestaat (inclusief naoorlogse munitieruimingen en opsporingsactiviteiten). Het NGE-risicogebied wordt horizontaal afgebakend. Bij de afbakening wordt rekening gehouden met: Eventuele onzekerheden en onnauwkeurigheden uit het bronnenmateriaal (o.a. cartografische onnauwkeurigheden); De maximale horizontale verplaatsing van de verwachte NGE na inslag in de bodem. De horizontale afbakening van het NGE-Risicogebied wordt weergegeven op de NGE-Risicokaart. In het bijbehorende rapport worden de soort, hoeveelheid en verschijningsvorm van de vermoede NGE vastgesteld. Aangeraden wordt om de verticale afbakening van het verdacht gebied (tot hoe diep kunnen de NGE zijn ingedrongen) niet in het HVO-NGE mee te nemen. Voor de verticale afbakening is locatiespecifieke informatie nodig die veelal in deze fase van het project nog niet beschikbaar en/of bekend is. Zo is specifieke informatie nodig over de bodemopbouw en conusweerstand. Desgewenst kan een indicatieve verticale afbakening worden opgenomen in de rapportage. 2.4 Resultaat Het inventariseren, beoordelen en evalueren van het bronnenmateriaal en de hieruit voortvloeiende conclusies worden in een duidelijke rapportage vastgelegd. De rapportage is opgebouwd uit: De aanleiding van het HVO-NGE; De omschrijving en doelstelling van het HVO-NGE; De begrenzing van het onderzoeksgebied; De beschrijving van de uitvoering van het onderzoek; 31 maart 2015 Pagina 4 van 14

De verantwoording van het bronnenmateriaal (inclusief bronverwijzing); De resultaten van de beoordeling van het bronnenmateriaal; De leemten in kennis; De conclusie en het advies: positief (risico op aantreffen op NGE), dan wel negatief (geen risico op aantreffen NGE). Indien sprake is van een positief advies volgt een: Afbakening van het NGE-Risicogebied op basis van de gebeurtenissen in de periode 1940-1945; NGE-Risicokaart in het Rijksdriehoekstelsel; Overzicht van de soort, hoeveelheid en verschijningsvorm van de vermoede NGE; Advies met betrekking tot het vervolgtraject. 2.5 GIS GIS is een geografisch informatiesysteem wat het verzamelen, opslaan, opvragen, analyseren en tonen van informatie mogelijk maakt. Het door REASeuro verzamelde bronnenmateriaal wordt verwerkt in GIS waardoor het mogelijk is de informatie te projecteren op kaarten. Zo worden de diverse informatielagen over elkaar gelegd, zie onderstaand figuur. 31 maart 2015 Pagina 5 van 14

3. Projectorganisatie en kosten 3.1 Projectteam Het is noodzakelijk dat de inventarisatie met voldoende diepgang en deskundigheid wordt uitgevoerd. Om deze reden zetten wij een team in bestaande uit historici, een Senior OCE-deskundige en een GIS-specialist. 3.2 Planning De doorlooptijd van het HVO-NGE bedraagt circa 22 weken. Hieronder treft u de voorlopige planning in weken na opdrachtverlening aan: Opdracht week 0 Startoverleg week 1 Inventariseren, beoordelen en evalueren bronnen week 1-13 Opstellen conceptrapport HVO-NGE week 13-22 Bespreking conceptrapport HVO-NGE week 22 Opleveren definitief rapport HVO-NGE in overleg 3.3 Overleg Wij stellen twee overlegronden voor, één als startpunt voor het project en één om het conceptrapport te bespreken. Bij aanvang van het project dient alle relevante informatie zoals een digitale kaart van de huidige situatie aan ons te worden overhandigd, zie de voorwaarden. In het startoverleg wordt tevens de definitieve planning vastgesteld. Wij leveren circa 5 werkdagen voor de bespreking van het conceptrapport het rapport met bijlagen in PDF-vorm aan. Wij gaan ervan uit dat wij binnen 10 werkdagen uw schriftelijke reactie op dit rapport mogen ontvangen. Eventuele opmerkingen worden verwerkt in de definitieve rapportage. U ontvangt een digitaal exemplaar van het HVO-NGE met de relevante bijlagen/tekeningen. Indien u een hardcopy exemplaar wenst, verzoeken wij u dit aan te geven. 3.4 Kosten Wij bieden het uitvoeren van het HVO-NGE aan voor 37.215,- exclusief BTW. Dit is inclusief de kosten voor het verwerven van het bronnenmateriaal en de reiskosten. Wij stellen u voor de kosten als afkoopsom te beschouwen en als volgt met u te verrekenen: 50% van de kosten bij opdracht; 25% van de kosten bij oplevering van het conceptrapport. 25% van de kosten bij oplevering van het definitieve rapport. Indien blijkt dat het noodzakelijk is om aanvullende bronnen te raadplegen, zie bijlage 3, wordt dit in overleg met de opdrachtgever als meerwerk verrekend. 3.5 Voorwaarden Op deze offerte zijn de volgende voorwaarden van toepassing: De offerte is tot 30 dagen na datum geldig; De DNR-2011 is van toepassing; De opdrachtgever zorgt voor een tijdige aanlevering van een digitale ondergrond van het werkgebied als shapefile of dwg-bestand. 31 maart 2015 Pagina 6 van 14

Bijlage 2 bij aanbiedingsbrief met kenmerk: 72138/UO-151089 Werk- en onderzoeksgebied Figuur 1: Werk- en onderzoeksgebied. Met de paarse lijn is de huidige gemeentegrens aangegeven. 31 maart 2015 Pagina 7 van 14

Bijlage 3 bij aanbiedingsbrief met kenmerk: 72138/UO-151089 Te raadplegen bronnen Bron Raadplegen volgens WSCS-OCE Raadplegen door REASeuro Verplicht Standaard Aanvullend Literatuur Binnenlandse archiefinstellingen Gemeentelijk en provinciaal archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) Nationaal Archief (NA) Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) Munitieruimrapporten Mijnenveldkaarten MMOD 2 -archief Luchtfoto-instellingen Luchtfotocollectie Bibliotheek Wageningen Universiteit Topografische Dienst Kadaster (Zwolle) Luchtfotocollectie Geallieerde stafkaartencollectie Luchtfotocollectie The National Collection of Aerial Photography (NCAP, Edinburgh) Luchtfotocollectie Luftbilddatenbank (Estenfeld) Buitenlandse archiefinstellingen The National Archives (Londen) Bundesarchiv-Militararchiv (Freiburg) The National Archives (Washington DC) Library and Archives Canada (LAC, Ottawa) Internetbronnen Verliesregister Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 Vergeltungswaffen: V1 en V2 inslagen in Nederland Overige bronnen Getuigen / locatiedeskundigen In het verleden uitgevoerde NGEbodemonderzoeken 2 MMOD staat voor Mijn- en Munitieopruimingsdienst en was een van de voorlopers van de EOD. 31 maart 2015 Pagina 8 van 14

Literatuur Wij beschikken over een uitgebreide bibliotheek die voorziet in literatuur en documenten over WOII. In de onderstaande tabel is een voorlopige opsomming gegeven van de literatuur die voor dit project wordt gebruikt. Schrijver Beukema, P., Bollen, H., en Vroemen, P., Titel Stedum onder het hakenkruis: Stedum, Garsthuizen, Westeremden: fragmenten uit de Tweede Wereldoorlog (z.p. 1991); Canadezen in actie. Nederland najaar 44 voorjaar 46 (z.p. 1994); Militair Gezag in Groningen (Maastricht 1990); Brand de Boer, J., en Jonkman, W., Brongers, D., Op tegengestelde koersen. De kustvaart in oorlogstijd, 1939-1949 (z.p. 1996); Havinga, J.L., Oorlogstijd in de gemeente Loppersum (Loppersum 1995); Hoek, J.R. van der, e.a. Inundatie. 1944-1945 in woord en beeld: overstroming in de gemeenten Delfzijl, Appingedam, Loppersum, ten boer en Slochteren (Bedum 1985); Huurman, C., Spoorwegbedrijf in oorlogstijd (z.p. 2001); Klep; C., en Schoenmaker, B., De bevrijding van Nederland 1940-1945. Oorlog op de flank (Den Haag 1995); Lenselink. F., Delfzijl 1940-1945. Een terugblik op vijf jaren oorlog en bezetting (z.p. 1995); Lenselink. F., Sporen van de strijd in de provincie Groningen (z.p. 2000); Pater, de, B.C. e.a. Grote Atlas van Nederland 1930-1950 (Zierikzee 2005); Zwanenburg, G.J., En Nooit was het Stil. Kroniek van een Luchtoorlog (2 dln. & supplement; Oldemarkt). Daarnaast wordt onderzocht of aanvullende lokale geschiedkundige literatuur beschikbaar is. Indien dit het geval is, wordt deze literatuur in het HVO-NGE betrokken. Op basis van de literatuur wordt een lijst opgesteld met oorlogshandelingen die relevant zijn voor de mogelijke aanwezigheid van NGE in het onderzoeksgebied. Gemeentelijk en provinciaal archief De huidige gemeente Loppersum is ontstaan in 1990 door samenvoeging van de gemeenten Stedum, Middelstum t Zandt en de oude gemeente Loppersum. Het archief van de huidige en de voormalige gemeenten en het provinciaal archief van Groningen worden geraadpleegd. In ieder geval worden de archieven van de Luchtbeschermingsdienstarchieven, de dag- en nachtrapporten 1940-1945 van de politie en de oorlogsschaderapporten geraadpleegd. Er wordt een lijst opgesteld van de geraadpleegde archiefstukken en relevante oorlogshandelingen en naoorlogse NGE-gerelateerde gebeurtenissen die hieruit zijn afgeleid. Indien het archief geen bruikbare informatie bevat, wordt dit in het rapport vermeld. In het provinciaal archief wordt ten minste het archief van het Militair Gezag geraadpleegd. 31 maart 2015 Pagina 9 van 14

Figuur 2: Gemeenten ten tijde van WOII. Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) De volgende collecties worden geraadpleegd indien sprake is van grondgevechten in mei 1940 en/of sprake is van Duitse verdedigingsstellingen in het onderzoeksgebied: collectienummer 409: Gevechtsverslagen en rapporten mei 1940. collectienummer 575: Duitse verdedigingswerken in Nederland en rapporten van Bureau Inlichtingen te Londen (1940-1945). Daarnaast wordt in de overige collecties gekeken naar mogelijk relevante informatie. Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) De literatuurcollectie en enkele mogelijk relevante archieven van het NIOD, zoals het archief van het Departement van Justitie, worden geraadpleegd. Nationaal Archief (NA) in Den Haag In het NA worden enkele mogelijk relevante archieven geraadpleegd, zoals het archief van de Hulpverleningsdienst en het Archief Inspectie Bescherming Bevolking Luchtaanvallen. EOD: Munitieruimrapporten, mijnenveldkaarten en MMOD De inventarissen van de munitieruimrapporten (van 1975 tot heden) en de mijnenveldkaarten worden bij de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) opgevraagd. Indien blijkt dat er munitieruimingen hebben plaatsgevonden en/of dat er mijnenvelden hebben gelegen in het onderzoeksgebied, worden de MORA s/uo s (ruimrapporten van geruimde NGE) en mijnruimrapporten opgevraagd en beoordeeld. Ook wordt het archief van de Mijn- en Munitie Opruimingsdienst (MMOD) geraadpleegd. De MMOD is een voorloper van de EOD en heeft direct na de oorlog veel munitie geruimd. Het archief van de MMOD is ondergebracht in de Semi-Statische Archiefdiensten (SSA) van het Ministerie van Defensie in Rijswijk. Het raadplegen van de MORA s, mijnruimrapporten en het MMOD-archief geeft een beeld van de geruimde NGE in het onderzoeksgebied. 31 maart 2015 Pagina 10 van 14

Luchtfoto s De Nederlandse luchtfotoarchieven zijn de: afdeling Speciale Collecties van Wageningen UR; afdeling GEO-informatie van het Kadaster in Zwolle. Voor het onderzoeksgebied worden de beschikbare luchtfoto s geïnventariseerd. De luchtfoto s worden geïnterpreteerd op schade als gevolg van oorlogshandelingen en de aanwezigheid van militaire werken. De interpretatie van de luchtfoto s vormt een belangrijke input voor de te maken NGE-Risicokaart. Indien het van meerwaarde is voor het HVO-NGE, kan van de overlappende luchtfoto s een 3D-luchtfoto worden gemaakt waarop mogelijk bijvoorbeeld kraters beter kunnen worden waargenomen. In de meeste gevallen zal dit echter niet het geval zijn. Naar verwachting zijn circa 112 luchtfoto s nodig om het gebied goed dekkend te krijgen met luchtfoto s uit WO2. Luchtfotocollectie The National Collection of Aerial Photography (NCAP) Indien uit de Nederlandse luchtfotoarchieven blijkt dat er geen luchtfoto s beschikbaar zijn van het onderzoeksgebied, wordt de luchtfotocollectie van The National Collection of Aerial Photography in Edinburgh geraadpleegd. Luftbilddatenbank Indien blijkt dat er niet voldoende luchtfoto s beschikbaar zijn in de Nederlandse luchtfotoarchieven worden luchtfoto s aangevraagd bij de Luftbilddatenbank. Zij beschikken naast een database van de beschikbare luchtfoto s in de Nederlandse luchtfotoarchieven ook over databases betreffende Britse, Duitse, Amerikaanse en Canadese luchtfotoarchieven. Geallieerde stafkaarten Voor de bombardementsgegevens is het gebruik van de geallieerde kaarten essentieel. Deze kaarten zijn afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog en geven een beeld van de situatie in oorlogstijd en zijn voorzien van het coördinatenstelsel dat de geallieerden toen gebruikten. De afdeling GEO-informatie van het Kadaster in Zwolle beschikt over de collectie geallieerde stafkaarten uit WOII. De geallieerde stafkaarten worden in het rapport weergegeven en gekoppeld aan de bombardementsgegevens. The National Archives (TNA) Wij hebben in de loop der jaren geïnvesteerd in het aanschaffen van belangrijke bombardementsgegevens uit The National Archives (TNA) in Londen. Hierdoor beschikken wij over een groot aantal (Engelse) bombardementsgegevens van de Engelse luchtlegers de 2nd Tactical Airforce, Coastal Command, Fighter Command en Bomber Command, die betrekking hebben op heel Nederland. Gedurende WOII hielden de piloten van de geallieerden logboeken bij. Ze hielden per dag bij: welk doel ze hadden aangevallen; de locatie waar de aanval plaatsvond; hoeveel vliegtuigen en bommen bij de aanval betrokken waren; in sommige gevallen het resultaat van de aanval. Daarnaast beschikken wij over de rapporten van de zogenaamde Auster Squadrons. De Auster is een klein verkenningsvliegtuig die Duitse posities doorgaf aan de artillerie, waarna deze de Duitse posities onder vuur konden nemen. Deze gegevens uit het TNA worden door ons standaard meegenomen in het HVO-NGE. Er wordt een overzicht en analyse gegeven van de bombardementen in het onderzoeksgebied. Indien de bombardementsgegevens geen relevante informatie bevatten, wordt dit in het rapport vermeld. Bundesarchiv-Militararchiv/The National Archives Washington DC Indien onvoldoende informatie aanwezig is in de Nederlandse archieven kunnen het Bundesarchiv-Militararchiv in Freiburg (Duitsland) en The National Archives in Washington DC (Verenigde Staten) worden geraadpleegd. De ervaring leert dat beide archieven op afstand moeilijk te benaderen zijn. Library and Archives Canada (LAC) Het LAC beheert naast de geallieerde stafkaarten ook een groot aantal zogenaamde Defense Overprints. Dit zijn geallieerde stafkaarten waarop Duitse verdedigingsstellingen staan aangegeven, zoals loopgraven en 31 maart 2015 Pagina 11 van 14

geschutstellingen, n.a.v. luchtfotoanalyse. Indien er een Defense Overprint van het onderzoeksgebied beschikbaar is, zal deze worden aangeschaft. Verliesregister 1939-1945 van de SGLO De Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 (SGLO) heeft een database waarin alle bij hun bekende vliegtuigcrashes, meer dan 6.000, tijdens de oorlog zijn opgenomen. Op de website van de SGLO wordt gekeken of in het of nabij het onderzoeksgebied vliegtuigenzijn neergekomen. Vergeltungswaffen De website van V1 en V2 inslagen in Nederland wordt geraadpleegd. De V1 staat voor vergeldingswapen nummer 1 en was een onbemand straalvliegtuig geladen met een springstof. De V2 staat voor vergeldingswapen nummer 2 en was een onbemande ballistische raket geladen met springstof. Deze vergeldingswapens zijn door de Duitsers op grote schaal op Londen en Antwerpen afgeschoten, maar bereikten regelmatig niet het doel (vooral de V1) en kwamen neer op diverse plaatsen in Nederland. Getuigen/locatiedeskundigen Indien uit het HVO-NGE blijkt dat het horen van getuigen/locatiedeskundigen noodzakelijk is, wordt dit in overleg met de opdrachtgever bepaald. Het is REASeuro bekend dat de gemeente Loppersum al beschikt over een tweetal getuigenverslagen. Deze worden meegenomen in dit huidige onderzoek. In het verleden uitgevoerde NGE-bodemonderzoeken Het is REASeuro bekend dat er al NGE-bodemonderzoeken zijn uitgevoerd in de nabije omgeving. In geval van opdrachtverstrekking zal hier gericht naar worden gezocht en de resultaten zullen worden meegenomen in de rapportage. 31 maart 2015 Pagina 12 van 14

Bijlage 4 bij aanbiedingsbrief met kenmerk: 72138/UO-151089 Vijf fasen volledig NGE-bodemonderzoek In deze bijlage worden kort de vijf fasen van het NGE-Bodemonderzoek beschreven. Deze offerte heeft betrekking op fase 1: het HVO-NGE. De integrale totaalaanpak van het NGE-bodemonderzoek van REASeuro is opgebouwd uit vijf afzonderlijke fasen. Op basis van de rapporten die na iedere fase worden opgesteld en de aangeboden opleidingen aan uw werknemers, kunt u als opdrachtgever telkens een weloverwogen besluit nemen en eventuele vervolgacties plannen. Hiermee houdt u de regie over uw project in handen. Hierbij mag u van REASeuro een proactieve houding verwachten. Wij adviseren u gevraagd en ongevraagd en geven de mogelijkheden, maar ook de onmogelijkheden aan. Van de opdrachtgever verwachten wij dat deze tijdig de noodzakelijke beslissingen neemt. Doordat de verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken partijen per fase duidelijk zijn afgebakend, wordt de veiligheid gediend. Daarnaast wordt voorkomen dat de opdrachtgever achter de feiten aanloopt en met een veiligheidsprobleem, een financieel probleem en/of de gevolgen van schadeclaims wordt geconfronteerd. Opleiding personeel Toezichthouder OCE - Opleiding - Inzicht in explosieven bodemonderzoek - Certificaat Basiskennis OCE REASeuro heeft de opleiding Toezichthouder OCE ontwikkeld. Na het volgen van deze opleiding beschikken de deelnemers over het inzicht om de specifieke aspecten van het explosieven bodemonderzoek tijdig en juist binnen hun eigen organisatie te communiceren. De wensen van u als opdrachtgever kan hij/zij vertalen naar een juiste uitvoering van het explosieven bodemonderzoek. Hierbij weet de toezichthouder op het technische vlak minimaal de milieutechnische, civieltechnische en explosievenopsporingstechnische aspecten in relatie te brengen, waardoor het explosieven bodemonderzoek integraal en conform opdracht kan worden uitgevoerd. De opleiding wordt afgesloten met een examen waardoor men, na het behalen van dit examen, beschikt over een certificaat Basiskennis OCE. Dit certificaat is noodzakelijk om een locatie waar explosieven bodemonderzoek plaatsvindt zonder begeleiding te mogen betreden. Fase 1: Historisch Vooronderzoek-Niet Gesprongen Explosieven (HVO-NGE) 1 HVO-NGE - Inventariseren, beoordelen en evalueren bronnenmateriaal - Afbakenen NGE-Risicogebied (horizontaal) - Positief of negatief advies - Bij positief advies doorkijk fase 2 t/m 5 - Rapportage Doel: Positief of negatief advies en een advies voor de vervolgstap(pen); Een positief advies wordt gegeven indien het werkgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog in een NGE-Risicogebied was gelegen. Hierdoor bestaat een onderbouwd vermoeden op de aanwezigheid van NGE met daarbij de horizontale afbakening van het NGE-Risicogebied. Een negatief advies wordt gegeven indien geen aanwijzingen voor oorlogshandelingen zijn aangetroffen. 31 maart 2015 Pagina 13 van 14

Fase 2: Projectgebonden Risicoanalyse-Niet Gesprongen Explosieven (PRA-NGE) 2 PRA-NGE - Risico s in kaart brengen van de reguliere werkzaamheden in relatie tot de aan te treffen NGE - Nadere afbakening van het NGE- Risicogebied tot vaststelling van het verdachte gebied, zowel horizontaal als verticaal - Proefmeting (eventueel) - Budgetraming in tijd en geld - Doorkijk fase 3 t/m 5 met kostenindicatie - Rapportage Doel: Afbakening van het volledige NGE-probleem (project), zowel technisch, juridisch als financieel (richting bepalend). Fase 3: Projectplan-Niet Gesprongen Explosieven (PP-NGE) 3 PP-NGE - Projectorganisatie - Locatiespecifieke omstandigheden - Werkmethode - Veiligheid - Projectidentificatie - Communicatie - Doorkijk fase 4 t/m 5 met kostenindicatie - Rapportage Doel: Alle betrokken partijen volledig informeren over de te volgen procesgang en de gehanteerde werkwijze om te komen tot de gewenste eindsituatie. Door de integratie van de verschillende expertises wordt een efficiënte en doelmatige aanpak gerealiseerd. Fase 4: Uitvoering-Niet Gesprongen Explosieven (UV-NGE) 4 UV-NGE - Detectie - Benaderen - Identificeren - (Tijdelijk) veiligstellen - Planning - Doorkijk fase 5 met kostenindicatie - Periodieke rapportages Doel: Uitvoeren van de opsporing conform het vastgestelde projectplan en het evalueren en zo nodig bijsturen van de aanpak in overleg met de betrokken partijen met het oog op een veilig en zo efficiënt en doelmatig mogelijk opsporingsproces. Fase 5: Proces-verbaal van Oplevering-Niet Gesprongen Explosieven (PvvO-NGE) 5 PvvO-NGE - Oplevering - Evaluatie - Vrij van Explosieven Doel: De uitvoering evalueren en de resultaten spiegelen aan de resultaten van de vorige fasen en de opdracht (budget en planning). Daarnaast het verstrekken van een VVEverklaring. 31 maart 2015 Pagina 14 van 14