Grondwet Page 1 of 71. Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Vergelijkbare documenten
Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Document produced from (accessed 18 December 2012)

Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden

Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden 2002

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden van 24 augustus 1815

Grondwet Augustus 1999

ARTIKEL 3 - GELIJKE BENOEMBAARHEID Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.

Nederlandse. Grondwet

BIJLAGE: DE GRONDWET Hoofdstuk 1: Grondrechten

Jaargang 44 Nummer 2 Maart Docentendag Politiek. Vakblad voor Maatschappijleer

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad*

REGISTER. verwezen wordt naar de afzonderlijke artikelen

Wettelijk kader integriteit

STAATSREGELING VAN CURAÇAO

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Meine-Henk Klijnsma GRONDWET

STAATSREGELING VAN CURAÇAO

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.

1. Staatsinrichting 4. Staat van oorlog 6. Staten-Generaal 6a. Raad van Ministers 6b. Raad van State 7. Koninklijk Gezag en Koninklijk Huis 8.

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25

HOOFDSTUK XII DE PRESIDENT EERSTE AFDELING ALGEMEEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Provinciewet en de Rekenkamer

DE GRONDWET - ARTIKEL 34 - OUDERLIJK GEZAG MINDERJARIGE KONING

Grondwet. Inleiding. Opzet van deze lesbrief. De Grondwet. Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op niveau tweede fase 1 e editie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

MENTORSCHAP TEN BEHOEVE VAN MEERDERJARIGEN ARTIKELEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Grondwet; Wet Nationale ombudsman; Algemene wet bestuursrecht

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41).

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2004

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 22ste maart 1994 ter uitvoering van artikel 358 van het burgerlijk wetboek. Datum ondertekening

2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

==================================================================== Hoofdstuk I: Grondrechten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet Nationale ombudsman

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

1 van :27

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

: LANDSVERORDENING houdende goedkeuring van het Reglement van Orde voor de ministerraad

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AFKONDIGINGSBLAD CURAÇAO no. 86. EILANDSVERORDENING ter vaststelling van het ontwerp voor de Staatsregeling van Curaçao.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

De raad, het college, de burgemeester en de leerplichtambtenaar van de gemeente Heerenveen;

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)


==================================================================== Artikel 1

Raadsvoorstel. Nr Houten, 17 september Onderwerp: Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging tijdelijk benoemde raadsleden.

==================================================================== Hoofdstuk I. Algemene bepalingen. Artikel 1

Brief aan de leden l «V Hl Wi T.a.v. het college en de raad Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Grondwet Page 1 of 71 (Tekst geldend op: 25-03-2003) Algemene informatie Eerst verantwoordelijke ministerie: Afkorting: Niet officiële titel: Citeertitel: Soort regeling: BZK GW Geen Officieel Wet en Geen Informatie voor versie Grondslagen voor deze regeling Geen Wetsfamilie Grondwet Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Algemeen militair ambtenarenreglement 2. Besluit beschikbaarstelling ambtenaren aan de Nederlandse Antillen en Aruba 3. Besluit betreffende ontbinding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 4. Besluit betreffende ontbinding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 5. Besluit betreffende ontbinding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 6. Besluit coördinatie civiele verdediging en taakverdeling departementen 7. Besluit herindeling departementale taak met betrekking tot openluchtrecreatie 8. Besluit herindeling departementale taken (Biza) 9. Besluit herindeling departementale taken met betrekking tot het wetenschapsbeleid en het technologiebeleid 10. Besluit herindeling ministeriële taak (verstrekken van rijksbijdragen aan gemeenten ten behoeve van de inburgering van nieuwkomers en oudkomers) 1 Besluit herindeling ministeriële taak m.b.t. particuliere residentiële jeugdhulpverlening 12. Besluit herindeling ministeriële taak m.b.t. zorg voor de veiligheid van apparatuur, bij het gebruik waarvan elektriciteit of gas wordt gebezigd 13. Besluit herindeling ministeriële taak mbt de Economische Controledienst 14. Besluit herindeling ministeriële taak mbt tolkencentra 15. Besluit herindeling ministeriële taak met betrekking tot coördinatie integratiebeleid minderheden 16. Besluit herindeling ministeriële taak met betrekking tot de zorg voor voorzieningen van gehandicapten 17. Besluit herindeling ministeriële taak met betrekking tot kinderopvang 18. Besluit herindeling ministeriële taak recuperatie weggevoerde kunstvoorwerpen 19. Besluit herindeling ministeriële taak specifieke internaten van binnenschippers en kermisexploitanten 20. Besluit herindeling van de ministeriële taak met betrekking tot opvang van asielzoekers 2 Besluit herindeling van departementale taken 22. Besluit herindeling van een aantal departementale taken 23. Besluit heroprichting Korps rijdende artillerie 24. Besluit herverdeling taken van een aantal departementen 25. Besluit houdende naamswijziging van het Ministerie van Binnenlandse Zaken 26. Besluit houdende overdracht van de zorg voor de Kernenergiewet 27. Besluit houdende overdracht zorg voor het quotumbeleid voor uitgenodigde vluchtelingen 28. Besluit houdende vaststelling van een regeling tot toekenning van een uitkering wegens ontslag op grond van artikel 99a van het Reglement van de Buitenlandse Dienst 1951 29. Besluit houdende wijziging in de taakverdeling door overgang van de Buitenlandse Inlichtingendienst van het departement van Algemene Zaken naar dat van Defensie 30. Besluit instelling departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk 3 Besluit instelling departement van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en naamsverandering departement van Sociale Zaken en Volksgezondheid 32. Besluit instelling departementen van onderwijs, kunsten en wetenschappen en van arbeid 33. Besluit instelling Koninklijke Luchtmacht 34. Besluit instelling Ministerie van Algemene Zaken 35. Besluit integratie-uitkering WUW-middelen gemeentefonds

Grondwet Page 2 of 71 35. Besluit integratie-uitkering WUW-middelen gemeentefonds 36. Besluit Korps van deskundigen voor de technische hulp aan ontwikkelingslanden 37. Besluit nadere uitwerking herindeling van een aantal departementale taken 38. Besluit ontbinding Eerste Kamer der Staten-Generaal 39. Besluit opheffing Bureau Bijzondere Uitkeringen 40. Besluit opheffing Departement van Zaken Overzee 4 Besluit organisatie geneeskundig deel rampenbestrijding 42. Besluit overbrenging aangelegenheden betreffende de doelmatige organisatie in de rijksdienst van het departement van Financiën naar het departement van Binnenlandse Zaken 43. Besluit overbrenging aangelegenheden betreffende enige instellingen van het Departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk naar het Departement van Onderwijs en Wetenschappen 44. Besluit overbrenging aangelegenheden betreffende Indonesische pensioenen van het departement van Buitenlandse Zaken naar het departement van Binnenlandse Zaken 45. Besluit overbrenging aangelegenheden woonschepen naar het departement van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 46. Besluit overbrenging monsteringswerkzaamheden en Waterschoutsambten te Amsterdam en Rotterdam van het Departement van Justitie naar Verkeer en Waterstaat 47. Besluit overbrenging zorg huisvesting woonwagenbevolking van departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk naar departement van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 48. Besluit overbrenging zorg voordeel Woonwagenwet van Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer naar Ministerie van Binnenlandse Zaken 49. Besluit overdracht bevoegdheden ingevolge de Wet buitengewoon pensioen zeeliedenoorlogsslachtoffers van de Minister van Verkeer en Waterstaat aan de Minister van Maatschappelijk Werk 50. Besluit overdracht centrale organisatie toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek 5 Besluit overdracht coördinatie emancipatiebeleid van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 52. Besluit overdracht departementale taak Spoorwegpensioenwet 53. Besluit overdracht primaire verantwoordelijkheid voor zorg destructiebeleid 54. Besluit overdracht van de departementale taak met betrekking tot het beheer van de staatswateren 55. Besluit overgang beheersverantwoordelijkheid over het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken 56. Besluit overgang dienst van het Kadaster en de Openbare Registers van het Ministerie van Financiën naar het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 57. Besluit overgang Directoraat-Generaal van het Rijksloodswezen van Defensie naar Verkeer en Waterstaat 58. Besluit overgang kernfysische dienst van ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 59. Besluit projectbijdragen waardevolle cultuurlandschappen 60. Besluit regelen toekennen van ontslaguitkeringen aan buitenlandse onderwijzers 6 Besluit regeling archief Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne 62. Besluit regeling overdracht zorg voor reiswezen van het departement van Financiën aan Binnenlandse Zaken 63. Besluit taak Departement van Verkeer en Waterstaat vervoer, in-, uit- en doorvoer, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontvlambare of ontplofbare stoffen 64. Besluit tijdelijke regeling subsidiëring jeugdhulpverlening 65. Besluit toekenning van een eenmalige uitkering van 11,3% in 1992 aan (gewezen) burgerlijk rijkspersoneel en anderen 66. Besluit toevoeging aangelegenheden bezitsvorming en publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie aan het departement van Binnenlandse Zaken 67. Besluit uitgifte Staatsblad en Staatscourant 68. Besluit vaststelling van de regeling betreffende de uitkering die na het overlijden zal worden uitgekeerd 69. Besluit vaststelling vergoeding motorrijtuigenbelasting oorlogsgetroffenen 70. Besluit vergoeding ministers en staatssecretarissen kosten vervulling ambt 7 Besluit verhoging van de taxa wegens verlening van adeldom 72. Besluit wijziging naam Departement voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen 73. Besluit wijziging regeling coördinatie civiele verdediging en taakverdeling departementen 74. Besluit wijziging taak departementen van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 75. Besluit wijziging taak Departementen van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken 76. Besluit wijziging taak departementen van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid en van Verkeer en Waterstaat 77. Besluit wijziging taakverdeling departement van Defensie en Algemene Zaken 78. Besluit wijziging taakverdeling departementen 79. Besluit wijziging taakverdeling van departementen 80. Besluit wijziging taakverdeling, samenvoeging en naamswijziging van departementen 8 Bezoldigingsbesluit Korps van deskundigen voor de technische hulp aan ontwikkelingslanden 82. Goedkeuringswet Verdrag inzake de veiligheid van VN-personeel en geassocieerd personeel 83. Herindelingsbesluit telecommunicatie- en postbeleid 84. Inkomsten-vergoedingsbesluit-militairen 85. Overdrachtsbesluit inzake de verbindingsbeveiliging bevorderende taak (van ministerie van BuZa naar ministerie van BZK) 86. Overdrachtsbesluit inzake de zorg voor het consumentenkrediet 87. Penitentiaire maatregel 88. Proclamatie houdende plechtige afkondiging van de nieuwe rechtsorde voor het Koninkrijk 89. Rechtspositiereglement Korps van deskundigen voor de technische hulp aan ontwikkelingslanden 90. Reglement van orde voor de ministerraad 9 Reglement verpleging ter beschikking gestelden 92. Rijkswet houdende het verlenen van toestemming aan Prins Maurits Willem Pieter Hendrik van Oranje-Nassau, Van Vollenhoven om een huwelijk aan te gaan met Marie-Hélène Angela van den Broek 93. Samenwerkingsbesluit bijzondere opsporingsbevoegdheden 94. Tijdelijk besluit tegemoetkoming verhuiskosten Antillianen en Arubanen 95. Uitkeringsregeling buitenlandse dienst 1966

Grondwet Page 3 of 71 95. Uitkeringsregeling buitenlandse dienst 1966 96. Vacatiegeldenbesluit 1988 97. Wachtgeldbesluit Buitenlandse Dienst 98. West-Indisch Detacheeringsbesluit 1930 99. Wet bescherming persoonsgegevens 100. Wet instelling van de Orde van Oranje-Nassau 10 Wet tot wijziging van bepalingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens 102. Wijzigingsbesluit Besluit ex artikel 16d Auteurswet 1912 103. Wijzigingsbesluit Besluit subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen en inrichtingen voor justitiële kinderbescherming 104. Wijzigingsbesluit betreffende intrekking Algemene Weduwen- en Wezenwet en Algemene nabestaandenwet 105. Wijzigingsbesluit Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (3) 106. Wijzigingsbesluit Metingsbesluit Binnenvaartuigen 1978 107. Wijzigingsbesluit Tijdelijke financieringsregeling verslavingszorg Artikelen die verwijzen naar deze regeling Advocatenwet, artikel: 3. 2. Algemeen Rijksambtenarenreglement, artikel: 2. 3. Ambtenarenwet, artikel: 2. 4. swet, artikel: 10. 5. Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, bijlage: A. 6. Besluit Buitengewoon Strafrecht, artikel: 18. 7. Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, bijlage. 8. Besluit rechtspositie vrijwillige politie, artikel: 5. 9. Besluit vaststelling van de regeling betreffende de uitkering die na het overlijden zal worden uitgekeerd, artikel: 10. Burgerlijk Wetboek Boek 2, artikel: 1 Deltawet grote rivieren, artikel: 2. 12. Gemeentewet, artikel: 65, 175, 176, 14 en 41a. 13. Gerechtsdeurwaarderswet, artikel: 9, 23 en 28. 14. Goedkeuringswet Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof, artikel: 3 en 4. 15. Grondwet, artikel: 103. 16. Onteigeningswet, artikel: 155. 17. Rechtspositieregeling voorzitters pre-gewesten, artikel: 4. 18. Regentschapswet, artikel: 19. Reglement medisch tuchtrecht en oplossing van geschillen, artikel: 10. 20. Reglement van Orde van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, artikel: 110 en 179. 2 Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, artikel: 84 en 154. 22. Reglement van Orde voor de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal, artikel: 18 en 32. 23. Reglement voor de grondkamers en de Centrale Grondkamer, artikel: 24. Reglement voor de Kamer voor de Binnenvisserij 1964, artikel: 2. 25. Reglement voor de kamer voor het kwekersrecht, artikel: 3. 26. Reglement voor de pachtkamers, artikel: 3. 27. Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, artikel: 6, 7, 10 en 15. 28. Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, artikel: 5, 11, 14, 42, 45, 50, 51, 55 en 6 29. Tijdelijke referendumwet, artikel: 7 en 165. 30. Vaststellingsbesluit selectielijst Nationale ombudsman 1982-1997, bijlage. 3 Verplaatsingskostenbesluit 1989, artikel: 32. Waterschapswet, artikel: 34 en 50. 33. Waterstaatswet 1900, artikel: 72. 34. Wet ambtelijk toezicht bij openbare verkopingen, artikel: 35. Wet beëdiging en inhuldiging van de Koning, artikel: 1 en 2. 36. Wet beëdiging van de regent, artikel: 37. Wet beëindiging financiële verhouding tussen Staat en Kerk, bijlage. 38. Wet beëindiging ministers en leden Staten-Generaal, artikel: 1 en 2. 39. Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer, artikel: 40. Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement, artikel: 9. 4 Wet lidmaatschap koninklijk huis, artikel: 1, 3 en 4. 42. Wet ministeriële verantwoordelijkheid, artikel: 43. Wet Nationale ombudsman, artikel: 8. 44. Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002, artikel: 65. 45. Wet op de Raad van State, artikel: 8. 46. Wet op het notarisambt, artikel: 3. 47. Wet tot regeling van het Militair Onderwijs bij de Landmacht, artikel: 12. 48. Wet voorzieningen in verband met ambten van minister zonder portefeuille en van staatssecretaris, artikel: 1 en 2. 49. Wetboek van Strafrecht, artikel: 355.

Grondwet Page 4 of 71 Betreft Aanhangig O: - B: - K: 28331 Aanhangig O: - B: - K: 28509 Aanhangig O: - B: - K: 28515 Aanhangig O: - B: - K: 28726 Aanhangig O: - B: - K: 28727 Wijziging O: 27-03-2002 B: Stb. 2002, 172 K: 28051 Wijziging O: 27-03-2002 B: Stb. 2002, 171 K: 28081 Wijziging O: 24-01-2002 B: Stb. 2002, 121 K: 27551 Wijziging O: 16-07-2001 B: Stb. 2001, 585 K: 27033 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 65 Nieuwe regeling O: 24-08-1815 B: Stb. 1815, 45 21-03-2002 Wijziging O: 07-02-2002 B: Stb. 2002, 144 K: 26158 18-07-2000 Wijziging O: 22-06-2000 B: Stb. 2000, 294 K: 26243 02-11-1999 Wijziging O: 06-10-1999 B: Stb. 1999, 454 K: 26242 25-03-1999 Wijziging O: 25-02-1999 B: Stb. 1999, 135 K: 26160 Wijziging O: 25-02-1999 B: Stb. 1999, 133 K: 26157 Wijziging O: 25-02-1999 B: Stb. 1999, 134 K: 26159 01-11-1995 Wijziging O: 10-07-1995 B: Stb. 1995, 402 K: 23803 Wijziging O: 10-07-1995 B: Stb. 1995, 401 K: 19952 Wijziging O: 10-07-1995 B: Stb. 1995, 403 K: 23800 Wijziging O: 10-07-1995 K: 23799 O: 07-02-2002 B: Stb. 2002, 144 O: 22-06-2000 B: Stb. 2000, 294 O: 06-10-1999 B: Stb. 1999, 454 O: 25-02-1999 B: Stb. 1999, 135 O: 25-02-1999 B: Stb. 1999, 133 O: 25-02-1999 B: Stb. 1999, 134 O: 10-07-1995 B: Stb. 1995, 402 O: 10-07-1995 B: Stb. 1995, 401 O: 10-07-1995 B: Stb. 1995, 403 O: 10-07-1995 05-09-1995 Wijziging O: 10-07-1995 O: 10-07-1995

Grondwet Page 5 of 71 05-09-1995 Wijziging O: 10-07-1995 K: 23799 Wijziging O: 10-07-1995 B: Stb. 1995, 403 K: 23800 Wijziging O: 10-07-1995 B: Stb. 1995, 401 K: 19952 Wijziging O: 10-07-1995 B: Stb. 1995, 402 K: 23803 Tekstplaatsing O: 25-07-1987 B: Stb. 1987, 458 08-07-1987 Wijziging O: 03-06-1987 B: Stb. 1987, 271 K: 19553 Wijziging O: 03-06-1987 B: Stb. 1987, 270 K: 19552 18-06-1987 Wijziging O: 03-06-1987 B: Stb. 1987, 271 K: 19553 Wijziging O: 03-06-1987 B: Stb. 1987, 270 K: 19552 Tekstplaatsing O: 17-02-1983 28-01-1983 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 49 K: 16936 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 30 K: 16917 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 29 K: 16916 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 28 K: 16914 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 27 K: 16913 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 26 K: 16912 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 25 K: 16911 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 24 K: 16910 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 23 K: 16909 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 22 K: 16908 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 48 K: 16935 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 47 K: 16934 O: 10-07-1995 O: 10-07-1995 B: Stb. 1995, 403 O: 08-09-1999 B: Stb. 1999, 401 O: 10-07-1995 B: Stb. 1995, 402 O: 03-06-1987 B: Stb. 1987, 271 O: 03-06-1987 B: Stb. 1987, 270 O: 03-06-1987 B: Stb. 1987, 271 O: 03-06-1987 B: Stb. 1987, 270 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 49 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 30 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 29 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 28 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 27 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 26 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 25 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 24 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 23 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 22 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 48 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 47

Grondwet Page 6 of 71 K: 16934 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 46 K: 16933 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 45 K: 16932 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 44 K: 16931 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 43 K: 16930 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 42 K: 16929 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 41 K: 16928 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 40 K: 16927 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 39 K: 16926 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 38 K: 16925 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 37 K: 16924 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 36 K: 16923 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 35 K: 16922 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 34 K: 16921 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 33 K: 16920 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 32 K: 16919 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 31 K: 16918 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 50 K: 16937 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 51 K: 16938 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 19 K: 16905 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 21 K: 16907 Wijziging O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 20 K: 16906 Tekstplaatsing O: 17-04-1972 B: Stb. 1972, 193 16-03-1972 Wijziging O: 11-03-1972 B: Stb. 1972, 104 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 46 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 45 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 44 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 43 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 42 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 41 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 40 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 39 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 38 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 37 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 36 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 35 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 34 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 33 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 32 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 31 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 50 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 51 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 19 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 21 O: 19-01-1983 B: Stb. 1983, 20 O: 11-03-1972 B: Stb. 1972, 104

Grondwet Page 7 of 71 B: Stb. 1972, 104 K: 11300 Wijziging O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 108 K: 11307 Wijziging O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 107 K: 11305 Wijziging O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 102 K: 11309 Wijziging O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 103 K: 11303 Wijziging O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 105 K: 11304 Wijziging O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 106 K: 11310 Tekstplaatsing O: 17-12-1963 B: Stb. 1963, 536 29-11-1963 Wijziging O: 14-11-1963 B: Stb. 1963, 465 K: 7220 Wijziging O: 14-11-1963 B: Stb. 1963, 462 K: 7219 Wijziging O: 14-11-1963 B: Stb. 1963, 464 K: 7220 Wijziging O: 14-11-1963 B: Stb. 1963, 463 K: 7219 Tekstplaatsing O: 11-09-1956 B: Stb. 1956, 472 27-08-1956 Wijziging O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 441 K: 4403 Wijziging O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 442 K: 4403 Wijziging O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 443 K: 4403 Wijziging O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 440 K: 4403 Wijziging O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 439 K: 4403 Wijziging O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 438 K: 4402 Wijziging O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 437 K: 4402 Wijziging O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 436 K: 4402 Wijziging O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 435 K: 4402 Wijziging O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 445 K: 4403 B: Stb. 1972, 104 O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 108 O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 107 O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 102 O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 103 O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 105 O: 10-02-1972 B: Stb. 1972, 106 O: 14-11-1963 B: Stb. 1963, 465 O: 14-11-1963 B: Stb. 1963, 462 O: 14-11-1963 B: Stb. 1963, 464 O: 14-11-1963 B: Stb. 1963, 463 O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 441 O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 442 O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 443 O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 440 O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 439 O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 438 O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 437 O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 436 O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 435 O: 23-08-1956 B: Stb. 1956, 445 Wijziging O: 23-08-1956 O: 23-08-1956

Grondwet Page 8 of 71 B: Stb. 1956, 444 K: 4403 Tekstplaatsing O: 22-06-1953 B: Stb. 1953, 295 05-06-1953 Wijziging O: 22-05-1953 B: Stb. 1953, 261 K: 2700 08-09-1948 Wijziging O: 03-09-1948 B: Stb. 1948, I 413 K: 907 Wijziging O: 03-09-1948 B: Stb. 1948, I 412 K: 907 Wijziging O: 03-09-1948 B: Stb. 1948, I 411 K: 907 Wijziging O: 03-09-1948 B: Stb. 1948, I 410 K: 907 14-01-1947 Wijziging O: 27-12-1946 B: Stb. 1946, G 398 K: 263 22-02-1938 Wijziging O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 105 K: 495 Wijziging O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 100 K: 495 Wijziging O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 101 K: 495 Wijziging O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 102 K: 495 Wijziging O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 104 K: 495 Wijziging O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 103 K: 496 13-12-1922 Wijziging O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 651 Wijziging O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 642 Wijziging O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 643 Wijziging O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 644 Wijziging O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 645 Wijziging O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 646 Wijziging O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 647 Wijziging O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 648 Wijziging O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 649 B: Stb. 1956, 444 O: 22-05-1953 B: Stb. 1953, 261 O: 03-09-1948 B: Stb. 1948, I 413 O: 03-09-1948 B: Stb. 1948, I 412 O: 03-09-1948 B: Stb. 1948, I 411 O: 03-09-1948 B: Stb. 1948, I 410 O: 27-12-1946 B: Stb. 1946, G 398 O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 105 O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 100 O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 101 O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 102 O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 104 O: 19-01-1938 B: Stb. 1938, 103 O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 651 O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 642 O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 643 O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 644 O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 645 O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 646 O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 647 O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 648 O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 649 Wijziging O: 30-11-1922 O: 30-11-1922

Grondwet Page 9 of 71 Wijziging O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 650 01-12-1917 Wijziging O: 29-11-1917 B: Stb. 1917, 662 Wijziging O: 29-11-1917 B: Stb. 1917, 660 Wijziging O: 29-11-1917 B: Stb. 1917, 661 10-11-1887 Wijziging O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 193 Wijziging O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 189 Wijziging O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 192 Wijziging O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 191 Wijziging O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 190 Wijziging O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 188 Wijziging O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 183 Wijziging O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 185 Wijziging O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 186 Wijziging O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 187 Wijziging O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 184 08-12-1884 Wijziging O: 05-12-1884 B: Stb. 1884, 228 14-10-1848 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 70 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 69 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 68 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 67 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 66 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 64 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 63 O: 30-11-1922 B: Stb. 1922, 650 O: 29-11-1917 B: Stb. 1917, 662 O: 29-11-1917 B: Stb. 1917, 660 O: 29-11-1917 B: Stb. 1917, 661 O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 193 O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 189 O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 192 O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 191 O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 190 O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 188 O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 183 O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 185 O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 186 O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 187 O: 06-11-1887 B: Stb. 1887, 184 O: 05-12-1884 B: Stb. 1884, 228 O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 70 O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 69 O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 68 O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 67 O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 66 O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 64 O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 63

Grondwet Page 10 of 71 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 62 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 59 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 61 Wijziging O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 60 12-09-1840 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 59 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 48 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 49 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 50 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 51 Nieuwe regeling O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 52 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 53 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 55 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 56 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 57 Wijziging O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 58 O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 62 O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 59 O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 61 O: 11-10-1848 B: Stb. 1848, 60 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 59 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 48 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 49 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 50 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 51 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 52 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 53 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 55 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 56 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 57 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 58 Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden van 24 augustus 1815 Informatie bij: Hoofdstuk 1 12-09-1840 Nieuwe regeling O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 Hoofdstuk Grondrechten

Grondwet Page 11 of 71 Informatie bij: Artikel 1 Artikel 1 Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Informatie bij: Artikel 2 Artikel 2 De wet regelt wie Nederlander is. 2. De wet regelt de toelating en de uitzetting van vreemdelingen. 3. Uitlevering kan slechts geschieden ens verdrag. Verdere voorschriften omtrent uitlevering worden bij de wet gegeven. 4. Ieder heeft het recht het land te verlaten, behoudens in de gevallen, bij de wet bepaald. Informatie bij: Artikel 3 Artikel 3 Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.

Grondwet Page 12 of 71 Informatie bij: Artikel 4 Artikel 4 Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen. Informatie bij: Artikel 5 Artikel 5 Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen. Informatie bij: Artikel 6 Artikel 6 Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. 2. De wet kan ter zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Informatie bij: Artikel 7

Grondwet Page 13 of 71 Artikel 7 Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. 2. De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisieuitzending. 3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden. 4. De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame. Informatie bij: Artikel 8 Artikel 8 Het recht tot vereniging wordt erkend. Bij de wet kan dit recht worden beperkt in het belang van de openbare orde. Informatie bij: Artikel 9 Artikel 9 Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. 2. De wet kan regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Informatie bij: Artikel 10 Artikel 10

Grondwet Page 14 of 71 Ieder heeft, behoudens bij of ens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. 2. De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens. 3. De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens. Informatie bij: Artikel 11 Artikel 11 Ieder heeft, behoudens bij of ens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam. Informatie bij: Artikel 12 21-03-2002 Wijziging O: 07-02-2002 B: Stb. 2002, 144 K: 26158 O: 07-02-2002 B: Stb. 2002, 144 Artikel 12 Het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is alleen geoorloofd in de gevallen bij of ens de wet bepaald, door hen die daartoe bij of ens de wet zijn aangewezen. 2. Voor het binnentreden overeenkomstig het eerste lid zijn voorafgaande legitimatie en mededeling van het doel van het binnentreden vereist, behoudens bij de wet gestelde uitzonderingen. 3. Aan de bewoner wordt zo spoedig mogelijk een schriftelijk verslag van het binnentreden verstrekt. Indien het binnentreden in het belang van de nationale veiligheid of dat van de strafvordering heeft plaatsgevonden, kan volgens bij de wet te stellen regels de verstrekking van het verslag worden uitgesteld. In de bij de wet te bepalen gevallen kan de verstrekking achterwege worden gelaten, indien het belang van de nationale veiligheid zich tegen verstrekking blijvend verzet. Informatie bij: Artikel 13 Artikel 13

Grondwet Page 15 of 71 Het briefgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, op last van de rechter. 2. Het telefoon- en telegraafgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen. Informatie bij: Artikel 14 Artikel 14 Onteigening kan alleen geschieden in het algemeen belang en tegen vooraf verzekerde schadeloosstelling, een en ander naar bij of ens de wet te stellen voorschriften. 2. De schadeloosstelling behoeft niet vooraf verzekerd te zijn, wanneer in geval van nood onverwijld onteigening geboden is. 3. In de gevallen bij of ens de wet bepaald bestaat recht op schadeloosstelling of tegemoetkoming in de schade, indien in het algemeen belang eigendom door het bevoegd gezag wordt vernietigd of onbruikbaar gemaakt of de uitoefening van het eigendomsrecht wordt beperkt. Informatie bij: Artikel 15 Artikel 15 Buiten de gevallen bij of ens de wet bepaald mag niemand zijn vrijheid worden ontnomen. 2. Hij aan wie anders dan op rechterlijk bevel zijn vrijheid is ontnomen, kan aan de rechter zijn invrijheidstelling verzoeken. Hij wordt in dat geval door de rechter gehoord binnen een bij de wet te bepalen termijn. De rechter gelast de onmiddellijke invrijheidstelling, indien hij de vrijheidsontneming onrechtmatig oordeelt. 3. De berechting van hem aan wie met het oog daarop zijn vrijheid is ontnomen, vindt binnen een redelijke termijn plaats. 4. Hij aan wie rechtmatig zijn vrijheid is ontnomen, kan worden beperkt in de uitoefening van grondrechten voor zover deze zich niet met de vrijheidsontneming verdraagt.

Grondwet Page 16 of 71 Informatie bij: Artikel 16 Artikel 16 Geen feit is strafbaar dan uit van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Informatie bij: Artikel 17 Artikel 17 Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent. Informatie bij: Artikel 18 Artikel 18 Ieder kan zich in rechte en in administratief beroep doen bijstaan. 2. De wet stelt regels omtrent het verlenen van rechtsbijstand aan minder draagigen. Informatie bij: Artikel 19 Artikel 19

Grondwet Page 17 of 71 Bevordering van voldoende werkgelegenheid is voorwerp van zorg der overheid. 2. De wet stelt regels omtrent de rechtspositie van hen die arbeid verrichten en omtrent hun bescherming daarbij, alsmede omtrent medezeggenschap. 3. Het recht van iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid wordt erkend, behoudens de beperkingen bij of ens de wet gesteld. Informatie bij: Artikel 20 Artikel 20 De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid. 2. De wet stelt regels omtrent de aanspraken op sociale zekerheid. 3. Nederlanders hier te lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, hebben een bij de wet te regelen recht op bijstand van overheidswege. Informatie bij: Artikel 21 Artikel 21 De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu. Informatie bij: Artikel 22 Artikel 22 De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid. 2. Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.

Grondwet Page 18 of 71 3. Zij schept voorwaarden voor maatschappelijke en culturele ontplooiing en voor vrijetijdsbesteding. Informatie bij: Artikel 23 Aanhangig O: - B: - K: 28726 Wijziging O: 27-03-2002 B: Stb. 2002, 171 K: 28081 Artikel 23 Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering. 2. Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht van de overheid en, voor wat bij de wet aangewezen vormen van onderwijs betreft, het onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van hen die onderwijs geven, een en ander bij de wet te regelen. 3. Het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging, bij de wet geregeld. 4. In elke gemeente wordt van overheidswege voldoend openbaar algemeen vormend lager onderwijs gegeven in een genoegzaam aantal scholen. Volgens bij de wet te stellen regels kan afwijking van deze bepaling worden toegelaten, mits tot het ontvangen van zodanig onderwijs gelegenheid wordt gegeven. 5. De eisen van deugdelijkheid, aan het geheel of ten dele uit de openbare kas te bekostigen onderwijs te stellen, worden bij de wet geregeld, met inachtneming, voor zover het bijzonder onderwijs betreft, van de vrijheid van richting. 6. Deze eisen worden voor het algemeen vormend lager onderwijs zodanig geregeld, dat de deugdelijkheid van het geheel uit de openbare kas bekostigd bijzonder onderwijs en van het openbaar onderwijs even afdoende wordt gewaarborgd. Bij die regeling wordt met name de vrijheid van het bijzonder onderwijs betreffende de keuze der leermiddelen en de aanstelling der onderwijzers geëerbiedigd. 7. Het bijzonder algemeen vormend lager onderwijs, dat aan de bij de wet te stellen voorwaarden voldoet, wordt naar dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs uit de openbare kas bekostigd. De wet stelt de voorwaarden vast, waarop voor het bijzonder algemeen vormend middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs bijdragen uit de openbare kas worden verleend. 8. De regering doet jaarlijks van de staat van het onderwijs verslag aan de Staten-Generaal. Informatie bij: Hoofdstuk 2 12-09-1840 Nieuwe regeling O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 Hoofdstuk 2. Regering

Grondwet Page 19 of 71 Informatie bij: 1 12-09-1840 Nieuwe regeling O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 Koning Informatie bij: Artikel 24 Artikel 24 Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau. Informatie bij: Artikel 25 Artikel 25 Het koningschap gaat bij overlijden van de Koning ens erfopvolging over op zijn wettige nakomelingen, waarbij het oudste kind voorrang heeft, met plaatsvervulling volgens dezelfde regel. Bij gebreke van eigen nakomelingen gaat het koningschap op gelijke wijze over op de wettige nakomelingen eerst van zijn ouder, dan van zijn grootouder, in de lijn van erfopvolging, voor zover de overleden Koning niet verder bestaand dan in de derde graad van bloedverwantschap. Informatie bij: Artikel 26 Artikel 26 Het kind, waarvan een vrouw zwanger is op het ogenblik van het overlijden van de Koning, wordt voor de erfopvolging als reeds geboren aangemerkt. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.

Grondwet Page 20 of 71 Informatie bij: Artikel 27 Artikel 27 Afstand van het koningschap leidt tot erfopvolging overeenkomstig de regels in de voorgaande artikelen gesteld. Na de afstand geboren kinderen en hun nakomelingen zijn van de erfopvolging uitgesloten. Informatie bij: Artikel 28 Artikel 28 De Koning, een huwelijk aangaande buiten bij de wet verleende toestemming, doet daardoor afstand van het koningschap. 2. Gaat iemand die het koningschap van de Koning kan beërven een zodanig huwelijk aan, dan is hij met de uit dit huwelijk geboren kinderen en hun nakomelingen van de erfopvolging uitgesloten. 3. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake van een voorstel van wet, strekkende tot het verlenen van toestemming, in verenigde vergadering. Informatie bij: Artikel 29 Artikel 29 Wanneer uitzonderlijke omstandigheden daartoe nopen, kunnen bij een wet een of meer personen van de erfopvolging worden uitgesloten. 2. Het voorstel daartoe wordt door of vanwege de Koning ingediend. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Zij kunnen het voorstel alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.

Grondwet Page 21 of 71 Informatie bij: Artikel 30 Artikel 30 Wanneer vooruitzicht bestaat dat een opvolger zal ontbreken, kan deze worden benoemd bij een wet. Het voorstel wordt door of vanwege de Koning ingediend. Na de indiening van het voorstel worden de kamers ontbonden. De nieuwe kamers beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Zij kunnen het voorstel alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. 2. Indien bij overlijden van de Koning of bij afstand van het koningschap een opvolger ontbreekt, worden de kamers ontbonden. De nieuwe kamers komen binnen vier maanden na het overlijden of de afstand in verenigde vergadering bijeen ten einde te besluiten omtrent de benoeming van een Koning. Zij kunnen een opvolger alleen benoemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Informatie bij: Artikel 31 Artikel 31 Een benoemde Koning kan ens erfopvolging alleen worden opgevolgd door zijn wettige nakomelingen. 2. De bepalingen omtrent de erfopvolging en het eerste lid van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op een benoemde opvolger, zolang deze nog geen Koning is. Informatie bij: Artikel 32 Artikel 32 Nadat de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag heeft aangevangen, wordt hij zodra mogelijk beëdigd en ingehuldigd in de hoofdstad Amsterdam in een openbare verenigde vergadering van de Staten-Generaal. Hij zweert of belooft trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van zijn ambt. De wet stelt nadere regels vast.

Grondwet Page 22 of 71 Informatie bij: Artikel 33 Artikel 33 De Koning oefent het koninklijk gezag eerst uit, nadat hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt. Informatie bij: Artikel 34 25-03-1999 Wijziging O: 25-02-1999 B: Stb. 1999, 134 K: 26159 O: 25-02-1999 B: Stb. 1999, 134 Artikel 34 De wet regelt het ouderlijk gezag en de voogdij over de minderjarige Koning en het toezicht daarop. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Informatie bij: Artikel 35 Artikel 35 Wanneer de ministerraad van oordeel is dat de Koning buiten staat is het koninklijk gezag uit te oefenen, bericht hij dit onder overlegging van het daartoe gevraagde advies van de Raad van State aan de Staten-Generaal, die daarop in verenigde vergadering bijeenkomen. 2. Delen de Staten-Generaal dit oordeel, dan verklaren zij dat de Koning buiten staat is het koninklijk gezag uit te oefenen. Deze verklaring wordt bekend gemaakt op last van de voorzitter der vergadering en treedt terstond in werking. 3. Zodra de Koning weer in staat is het koninklijk gezag uit te oefenen, wordt dit bij de wet verklaard. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Terstond na de bekendmaking van deze wet hervat de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag. 4. De wet regelt zo nodig het toezicht over de persoon van de Koning indien hij buiten staat is verklaard het koninklijk gezag uit te oefenen. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.

Grondwet Page 23 of 71 Informatie bij: Artikel 36 Artikel 36 De Koning kan de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk neerleggen en die uitoefening hervatten ens een wet, waarvan het voorstel door of vanwege hem wordt ingediend. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. Informatie bij: Artikel 37 Artikel 37 Het koninklijk gezag wordt uitgeoefend door een regent: a. zolang de Koning de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt; b. indien een nog niet geboren kind tot het koningschap geroepen kan zijn; c. indien de Koning buiten staat is verklaard het koninklijk gezag uit te oefenen; d. indien de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk heeft neergelegd; e. zolang na het overlijden van de Koning of na diens afstand van het koningschap een opvolger ontbreekt. 2. De regent wordt benoemd bij de wet. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. 3. In de gevallen, genoemd in het eerste lid onder c en d, is de nakomeling van de Koning die zijn vermoedelijke opvolger is, van rechtswege regent indien hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt. 4. De regent zweert of belooft trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van zijn ambt, in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal. De wet geeft nadere regels omtrent het regentschap en kan voorzien in de opvolging en de vervanging daarin. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering. 5. Op de regent zijn deartikelen 35 en 36 van overeenkomstige toepassing. Informatie bij: Artikel 38 Artikel 38

Grondwet Page 24 of 71 Zolang niet in de uitoefening van het koninklijk gezag is voorzien, wordt dit uitgeoefend door de Raad van State. Informatie bij: Artikel 39 Artikel 39 De wet regelt, wie lid is van het koninklijk huis. Informatie bij: Artikel 40 Artikel 40 De Koning ontvangt jaarlijks ten laste van het Rijk uitkeringen naar regels bij de wet te stellen. Deze wet bepaalt aan welke andere leden van het koninklijk huis uitkeringen ten laste van het Rijk worden toegekend en regelt deze uitkeringen. 2. De door hen ontvangen uitkeringen ten laste van het Rijk, alsmede de vermogensbestanddelen welke dienstbaar zijn aan de uitoefening van hun functie, zijn vrij van persoonlijke belastingen. Voorts is hetgeen de Koning of zijn vermoedelijke opvolger ens erfrecht of door schenking verkrijgt van een lid van het koninklijk huis vrij van de rechten van successie, overgang en schenking. Verdere vrijdom van belasting kan bij de wet worden verleend. 3. De kamers der Staten-Generaal kunnen voorstellen van in de vorige leden bedoelde wetten alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Informatie bij: Artikel 41 Artikel 41 De Koning richt, met inachtneming van het openbaar belang, zijn Huis in.

Grondwet Page 25 of 71 Informatie bij: 2 12-09-1840 Nieuwe regeling O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 2. Koning en ministers Informatie bij: Artikel 42 Artikel 42 De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers. 2. De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk. Informatie bij: Artikel 43 Artikel 43 De minister-president en de overige ministers worden bij koninklijk besluit benoemd en ontslagen. Informatie bij: Artikel 44 Artikel 44 Bij koninklijk besluit worden ministeries ingesteld. Zij staan onder leiding van een minister.

Grondwet Page 26 of 71 2. Ook kunnen ministers worden benoemd die niet belast zijn met de leiding van een ministerie. Informatie bij: Artikel 45 Artikel 45 De ministers vormen te zamen de ministerraad. 2. De minister-president is voorzitter van de ministerraad. 3. De ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid. Informatie bij: Artikel 46 Artikel 46 Bij koninklijk besluit kunnen staatssecretarissen worden benoemd en ontslagen. 2. Een staatssecretaris treedt in de gevallen waarin de minister het nodig acht en met inachtneming van diens aanwijzingen, in zijn plaats als minister op. De staatssecretaris is uit dien hoofde verantwoordelijk, onverminderd de verantwoordelijkheid van de minister. Informatie bij: Artikel 47 Artikel 47 Alle wetten en koninklijke besluiten worden door de Koning en door een of meer ministers of staatssecretarissen ondertekend.

Grondwet Page 27 of 71 Informatie bij: Artikel 48 Artikel 48 Het koninklijk besluit waarbij de minister-president wordt benoemd, wordt mede door hem ondertekend. De koninklijke besluiten waarbij de overige ministers en de staatssecretarissen worden benoemd of ontslagen, worden mede door de minister-president ondertekend. Informatie bij: Artikel 49 Artikel 49 Op de wijze bij de wet voorgeschreven leggen de ministers en de staatssecretarissen bij de aanvaarding van hun ambt ten overstaan van de Koning een eed, dan wel verklaring en belofte, van zuivering af en zweren of beloven zij trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt. Informatie bij: Hoofdstuk 3 12-09-1840 Nieuwe regeling O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 Hoofdstuk 3. Staten-Generaal Informatie bij: 1 12-09-1840 Nieuwe regeling O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 Inrichting en samenstelling

Grondwet Page 28 of 71 Informatie bij: Artikel 50 Artikel 50 De Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk. Informatie bij: Artikel 51 Artikel 51 De Staten-Generaal bestaan uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. 2. De Tweede Kamer bestaat uit honderdvijftig leden. 3. De Eerste Kamer bestaat uit vijfenzeventig leden. 4. Bij een verenigde vergadering worden de kamers als één beschouwd. Informatie bij: Artikel 52 Artikel 52 De zittingsduur van beide kamers is vier jaren. 2. Indien voor de provinciale staten bij de wet een andere zittingsduur dan vier jaren wordt vastgesteld, wordt daarbij de zittingsduur van de Eerste Kamer in overeenkomstige zin gewijzigd.

Grondwet Page 29 of 71 Informatie bij: Artikel 53 Artikel 53 De leden van beide kamers worden gekozen op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen. 2. De verkiezingen worden gehouden bij geheime stemming. Informatie bij: Artikel 54 Artikel 54 De leden van de Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen door de Nederlanders die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, behoudens bij de wet te bepalen uitzonderingen ten aanzien van Nederlanders die geen ingezetenen zijn. 2. Van het kiesrecht is uitgesloten: a. hij die wegens het begaan van een daartoe bij de wet aangewezen delict bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van ten minste een jaar en hierbij tevens is ontzet van het kiesrecht; b. hij die ens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens een geestelijke stoornis onbekwaam is rechtshandelingen te verrichten. Informatie bij: Artikel 55 Artikel 55 De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten. De verkiezing wordt, behoudens in geval van ontbinding der kamer, gehouden binnen drie maanden na de verkiezing van de leden van provinciale staten.

Grondwet Page 30 of 71 Informatie bij: Artikel 56 Artikel 56 Om lid van de Staten-Generaal te kunnen zijn is vereist dat men Nederlander is, de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en niet is uitgesloten van het kiesrecht. Informatie bij: Artikel 57 25-03-1999 Wijziging O: 25-02-1999 B: Stb. 1999, 133 K: 26157 O: 25-02-1999 B: Stb. 1999, 133 Artikel 57 Niemand kan lid van beide kamers zijn. 2. Een lid van de Staten-Generaal kan niet tevens zijn minister, staatssecretaris, lid van de Raad van State, lid van de Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman of substituut-ombudsman, of lid van of procureur-generaal of advocaat-generaal bij de Hoge Raad. 3. Niettemin kan een minister of staatssecretaris, die zijn ambt ter beschikking heeft gesteld, dit ambt verenigen met het lidmaatschap van de Staten-Generaal, totdat omtrent die beschikbaarstelling is beslist. 4. De wet kan ten aanzien van andere openbare betrekkingen bepalen dat zij niet gelijktijdig met het lidmaatschap van de Staten-Generaal of van een der kamers kunnen worden uitgeoefend. Informatie bij: Artikel 58 Artikel 58 Elke kamer onderzoekt de geloofsbrieven van haar nieuwbenoemde leden en beslist met inachtneming van bij de wet te stellen regels de geschillen welke met betrekking tot de geloofsbrieven of de verkiezing zelf rijzen.

Grondwet Page 31 of 71 Informatie bij: Artikel 59 Artikel 59 Alles, wat verder het kiesrecht en de verkiezingen betreft, wordt bij de wet geregeld. Informatie bij: Artikel 60 Artikel 60 Op de wijze bij de wet voorgeschreven leggen de leden van de kamers bij de aanvaarding van hun ambt in de vergadering een eed, dan wel verklaring en belofte, van zuivering af en zweren of beloven zij trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt. Informatie bij: Artikel 61 Artikel 61 Elk der kamers benoemt uit de leden een voorzitter. 2. Elk der kamers benoemt een griffier. Deze en de overige ambtenaren van de kamers kunnen niet tevens lid van de Staten- Generaal zijn. Informatie bij: Artikel 62

Grondwet Page 32 of 71 Artikel 62 De voorzitter van de Eerste Kamer heeft de leiding van de verenigde vergadering. Informatie bij: Artikel 63 Artikel 63 Geldelijke voorzieningen ten behoeve van leden en gewezen leden van de Staten-Generaal en van hun nabestaanden worden bij de wet geregeld. De kamers kunnen een voorstel van wet ter zake alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Informatie bij: Artikel 64 Artikel 64 Elk der kamers kan bij koninklijk besluit worden ontbonden. 2. Het besluit tot ontbinding houdt tevens de last in tot een nieuwe verkiezing voor de ontbonden kamer en tot het samenkomen van de nieuw gekozen kamer binnen drie maanden. 3. De ontbinding gaat in op de dag waarop de nieuw gekozen kamer samenkomt. 4. De wet stelt de zittingsduur van een na ontbinding optredende Tweede Kamer vast; de termijn mag niet langer zijn dan vijf jaren. De zittingsduur van een na ontbinding optredende Eerste Kamer eindigt op het tijdstip waarop de zittingsduur van de ontbonden kamer zou zijn geëindigd. Informatie bij: 2 12-09-1840 Nieuwe regeling O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 O: 04-09-1840 B: Stb. 1840, 54 2. Werkwijze