Co-aanvragers bij internationale en interregionale samenwerking bij octrooiaanvragen

Vergelijkbare documenten
Octrooien in Nederland

1.1 Inleiding Octrooidata: een resultaatvorm van innovatie Doel van het onderzoek Werkwijze 6. 2 Octrooischets Noordwest-Holland 9

Financiering in het MKB

Octrooien in Oost-Nederland

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Diversiteit in de Provinciale Staten

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda

Intellectueel eigendom topsectoren Octrooien, merken en modellen in de topsectoren naar provincie

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Persbericht. Groei vacatures ten einde. Centraal Bureau voor de Statistiek

Octrooien uit het Noorden OCTROOICENTRUM NEDERLAND

Page 2 18 november 2014 CWTS B.V. Centre for Science and Technology Studies, Leiden University

Octrooiaanvragen uit Limburg OCTROOICENTRUM NEDERLAND

Afname banen in 2002 in Groot-Amsterdam

Monitor Nieuwe Woningen tot en met het derde kwartaal 2011

CGM/ Octrooianalyse Nederlandse biotechnologiesector

MARKTFLITSEN SPECIAL: Leeftijd intermediaire bedrijven. Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

High-Tech Automotive. Deelrapport 2: hoge temperatuur membraan brandstofcellen

Foodsector in Nederland

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Groepsgrootte in het basisonderwijs

DATA OVER DE BEDRIJVENDYNAMIEK. 2019, 1e kwartaal

De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand.

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Octrooien. in KvK Limburg. Regionale analyse naar innovatiekracht. eim/nl octrooicentrum

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2008

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari Herindelingsverkiezingen

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016

KvK-Bedrijvendynamiek

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017

Woningtransacties per maand, Nederland

Foodsector in Nederland

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Octrooitoppers Topgebieden vanuit octrooiperspectief

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2014

Regiobericht 1.0 Noord

Vluchtoord Uden tijdens WO I - Bevolkingsstatistieken

Ontwikkeling leerlingaantallen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2013

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel Datum uitgave. Januari onderwerp Startende ondernemers in beeld

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2015

Vastgoedbericht december 2010

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

Woningbouw in VINEX-bouwgemeenten: aantallen en bouwkosten

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten.

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Algemeen reglement d.d. 2 januari 2014

patent Landscaping: waardevolle analyses voor strategische informatie Auteur: Sanne Pfeifer

DE VLAAMSE PROVINCIES IN EUROPEES PERSPECTIEF Hoofdstuk 4

Steeds minder startersleningen beschikbaar

Vastgoedbericht juni 2008

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Regionale trendrapportage banenafspraak: stand 3 e kwartaal 2015

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2017

(* *) (* WAARDEN GEVEN AAN VARIABELEN DIE NODIG ZIJN BIJ BEREKENEN DYNAMIEK LTV (GEBEURT IN MODEL) *) (* *)

Vastgoedbericht november 2010

Werkloosheid in juli verder gedaald

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Noord-Holland heeft hoogste startersquote

Vastgoedbericht oktober 2010

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Opnieuw forse stijging werkloosheid

Totaal

Totaal

Stand van zaken toepassing standaarden en voorzieningen i-sd, per jeugdregio. 1 juli 2017

Analyse NVM openhuizendag

Bekendheid Overijsselse regio s

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wonen

Vastgoedbericht september 2010

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers

Talent Scanner. Voorlopig onderzoek naar de Sfeer van invloed vragenlijst

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2018

Ontsluitingskwaliteit openbaar vervoer voor woningen,

Transcriptie:

Co-aanvragers bij internationale en interregionale samenwerking bij octrooiaanvragen O Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken. 05-10-2010 Definitief

Colofon Auteurs Drs. M. Seip, T.J. Stoop marcel.seip@agentschapnl.nl, tom.stoop@agentschapnl.nl NL Octrooicentrum AgentschapNL Patentlaan 2 2288 EE Rijswijk ZH Pagina 2 van 19

Inhoud Colofon 2 Inleiding 4 1. Octrooien: vastlegging van technologische innovatie 5 2. Octrooien en samenwerkingsverbanden 6 3. Methodologie 7 4. Resultaten: co-aanvragers in perspectief 8 5. Resultaten: samenwerking binnen Nederland 9 6. Resultaten: herkomst samenwerkende bedrijven en instellingen binnen Nederland 11 7. Resultaten: octrooiaanvragen door Nederlandse bedrijven en instellingen met buitenlandse partners 14 8. Resultaten: octrooiaanvragen vanuit ZON 16 9. Conclusies 18 Literatuur 19 Pagina 3 van 19

Inleiding Het ministerie van Economische Zaken is geïnteresseerd welke rol samenwerking speelt bij technologische innovatie. Dit kan samenwerking tussen bedrijven zijn maar ook de samenwerking tussen bedrijven en onderzoeksinstellingen. Deze samenwerking kan plaatsvinden tussen bedrijven en instellingen in Nederland maar ook tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven en instellingen. Soms leidt deze samenwerking tot een gezamenlijke octrooiaanvraag (co-aanvraag). Op aanvraag van het Ministerie van Economische Zaken is onderzoek verricht naar de samenwerking door bedrijven en onderzoeksinstellingen bij het indienen van octrooiaanvragen. Het ministerie van Economische Zaken is vooral geïnteresseerd in de samenwerking tussen bedrijven en instellingen uit verschillende Nederlandse regio s. Speelt afstand een rol bij interregionale samenwerking? Zijn het bijvoorbeeld bedrijven die dicht bij elkaar zitten die samenwerken, en wat is de positie van TNO en STW betreffende co-aanvragen? Wat betreft de regio s is het ministerie van Economische Zaken met name geïnteresseerd in de regio Zuidoost Nederland (ZON), bestaande uit bestaande uit de provincies Noord-Brabant plus Limburg minus West-Noord-Brabant. Hierbij is in het bijzonder de samenwerking tussen bedrijven en instellingen in ZON en bedrijven en instellingen in Vlaanderen en Nordrhein-Westfalen van belang. Tot slot is Economische zaken ook geïnteresseerd in de landen waarmee Nederlandse bedrijven en instellingen samenwerken en de achtergrond van de Nederlandse partners (hoofdactiviteit, regio) bij internationale samenwerking. Pagina 4 van 19

1. Octrooien: vastlegging van technologische innovatie Bedrijven en instellingen kunnen op vele manieren bezig zijn met innovatie. Een bedrijf kan een nieuw product ontwikkelen of op een slimme manier een dienst of productieproces verbeteren. Op een technologische innovatie die industrieel toepasbaar is, kan octrooi worden aangevraagd. Dit kan (een onderdeel van) een nieuw product zijn, maar ook een technologische verbetering van een bestaande werkwijze of een productieproces. Niet alle vormen van innovatie leiden tot octrooiaanvragen. Zo is bijvoorbeeld het ontwikkelen van software, het gebruik van Internet (e-business) of een nieuwe marktstrategie in het algemeen niet octrooieerbaar. Waarom is een onderzoek naar octrooiaanvragen interessant? Het is één van de weinige manieren om innovaties vast te leggen en de uitkomst van innovaties te meten. Daarnaast zijn octrooiaanvragen waardevol, omdat deze de mate aangeven waarin partijen hun innovatie zowel in commercieel als in technisch opzicht het beschermen waard vinden. Een octrooiaanvraag kost geld. Daarom worden alleen innovaties door middel van een octrooiaanvraag vastgelegd als de aanvrager zijn vinding waardevol genoeg vindt om deze te beschermen. Bijna elk land heeft een octrooiwet- en regelgeving en als gevolg hiervan meestal ook een instantie waar een octrooiaanvraag kan worden ingediend. In Nederland is dit het NL Octrooicentrum, een onderdeel van Agentschap NL. Daarnaast bestaan er instanties waarbij voor meerdere landen tegelijk een octrooi kan worden aangevraagd, zoals het Europees Octrooibureau (EOB) en de World Intellectual Property Organisation (WIPO). Omdat regels, procedures en de duur voor toekenning van octrooien per octrooiregelgeving kunnen verschillen en het soms vele jaren duurt voordat een octrooi wordt verleend, wordt bij onderzoeken veelal gekeken naar octrooiaanvragen en niet naar verleende octrooien. Een andere reden is dat ook in het geval dat een octrooi niet wordt verleend er toch innovatieve activiteiten hebben plaatsgevonden. Bovendien worden aanvragen eerder gepubliceerd dan verleende octrooien. Het moment van publicatie van aanvragen ligt dan ook in de tijd dichter bij het moment van de uitvinding dan het moment van verlening. Voor octrooiaanvragen kan de periode van onzichtbaarheid 18 à 30 maanden bedragen. Voor verleende octrooien moeten hierbij enkele jaren worden opgeteld, terwijl ook lang niet alle aanvragen leiden tot een verleend octrooi. Pagina 5 van 19

2. Octrooien en samenwerkingsverbanden Om tot innovatie en nieuwe producten te komen worden soms de krachten van bedrijven en/of onderzoeksinstellingen gebundeld. Soms leidt deze samenwerking tot een technologische vinding die via het octrooirecht beschermd wordt. Dit kan leiden tot een gezamenlijke octrooiaanvraag door de participerende partijen. Dit hoeft echter niet in alle gevallen te gebeuren. Tussen de samenwerkingspartners kunnen ook (van tevoren) afspraken worden gemaakt over eventuele intellectueel eigendomsrechten. Bijvoorbeeld kan afgesproken worden dat eventuele octrooien slechts op naam van maar één van de partners komt te staan. Ook kunnen octrooiaanvragen worden overgenomen zodat de aanvrager niet overeenkomt met het bedrijf of de persoon of instelling die het geoctrooieerde heeft uitgevonden. Daarom geven octrooien slechts een beperkt beeld als het gaat om het in kaart brengen van internationale samenwerking. Wel heeft de uitvinder (altijd een natuurlijk persoon) altijd het recht om als uitvinder genoemd te worden. De rechten die voortkomen uit een octrooi rusten echter bij de aanvrager(s) van het octrooi. Bovenop genoemde zaken, waardoor niet alle samenwerking met betrekking tot innovatie boven water komt, komt nog dat natuurlijk niet voor alle vindingen octrooi wordt aangevraagd. Hiervoor zijn verschillende oorzaken. Soms prefereren bedrijven vindingen geheim te houden of verwachten ze niet dat het octrooi in economische zin iets zal opleveren. Pagina 6 van 19

3. Methodologie Alle octrooiaanvragen van in Nederland gevestigde bedrijven, instellingen en personen die ingediend zijn bij het Europees Octrooibureau (EOB), de World Intellectual Property Organisation (WIPO) en NL Octrooicentrum in de periode 2003-2007 zijn in beschouwing genomen. Van latere jaren zijn de gegevens nog niet volledig in verband met de wettelijke geheimhoudingsperiode van 18 maanden met betrekking tot het openbaar maken van octrooiaanvragen. De meeste Nederlandse bedrijven vragen octrooien aan via een van bovenstaande drie instellingen, al dan niet in samenwerking met andere bedrijven en/of instellingen. Van alle octrooien ingediend door Nederlandse aanvragers in genoemde periode is gekeken of er naast de Nederlandse aanvrager nog één of meerdere co-aanvragers zijn. Van de co-aanvragers is de nationaliteit in kaart gebracht. Bij Nederlandse coaanvragers is bovendien de provincie en branche van herkomst in kaart gebracht. Dit geeft een beeld in hoeverre inter-regionale samenwerkingsverbanden ook op grotere afstand plaatsvinden. Bij samenwerkingsverbanden tussen bedrijven en instellingen uit ZON en Duitse en Belgische bedrijven en instellingen is bovendien gekeken in hoeverre deze Duitse en Belgische bedrijven en instellingen afkomstig zijn uit de aan ZON grenzende regio's Vlaanderen en Nordrhein-Westfalen. Voor iedere combinatie van verschillende landen of regio's is het aantal octrooiaanvragen weergegeven en het aantal unieke samenwerkingsverbanden. Om dit inzichtelijk te maken geven we het volgende voorbeeld: door 3 samenwerkingsverbanden van bedrijven uit Drenthe en Noord-Holland zijn in totaal 5 octrooien aangevraagd. Eén samenwerkingsverband van 2 bedrijven uit Drenthe en Noord-Holland heeft geleid tot 3 octrooiaanvragen. De andere 2 samenwerkingsverbanden hebben elk één octrooiaanvraag opgeleverd. Naast samenwerkingsverbanden tussen 2 partners kunnen er natuurlijk ook octrooien worden aangevraagd door 3 of meer bedrijven en/of instellingen al dan niet uit verschillende regio s en of landen. Deze worden apart genomen. Zo is er bijvoorbeeld één samenwerkingsverband tussen een Nederlands, een Australisch en een Nieuw-Zeelands bedrijf. Deze samenwerking heeft geleid tot 2 octrooiaanvragen. Vier samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse, Belgische en Duitse bedrijven en instellingen waren gezamenlijk goed voor 5 octrooiaanvragen. Pagina 7 van 19

4. Resultaten: co-aanvragers in perspectief In de periode 2003-2007 zijn in Nederland 34.874 octrooien aangevraagd door 4.911 unieke bedrijven en instellingen. Bijna de helft van deze aanvragen is afkomstig van 5 grote multinationals (Philips, NXP, Unilever, Shell en DSM). Het aantal octrooiaanvragen van in Nederland gevestigde bedrijven en instellingen is nagenoeg constant. Per jaar worden er bijna zevenduizend octrooien aangevraagd door bedrijven en instellingen. Ook hebben 3.146 particulieren in 2003-2007 een aanvraag voor een octrooi ingediend. Van deze bijna 35000 octrooiaanvragen zijn er slechts 432 octrooiaanvragen ingediend door twee of meer Nederlandse bedrijven en/of instellingen gezamenlijk. Deze 432 gezamenlijke octrooiaanvragen zijn ingediend door 357 verschillende samenwerkingsverbanden van Nederlandse bedrijven en/of instellingen. Het aandeel waarbij door Nederlandse bedrijven samen met buitenlandse partners octrooien wordt aangevraagd is groter: bijna 700 samenwerkingsverbanden van Nederlandse bedrijven en instellingen met buitenlandse partners waren goed voor 2081 octrooiaanvragen in de periode 2003-2007. Samengevat houdt dit in dat bij ongeveer 7 procent van de octrooiaanvragen door Nederlandse bedrijven en instellingen er sprake is van meer dan één aanvrager. Soort aanvragen Aantal octrooiaanvragen 2003-2007 % Aantal samenwerkingsverbanden % Aanvragen door NL partners 432 1,2% 357 33,9% Aanvragen door Nederlandse 2.081 6,0% 697 66,1% aanvragers met buitenlandse partners Aanvragen met samenwerking 2.513 7,2% Aanvragen zonder samenwerking 32.361 92,8% Totaal aantal aanvragen resp. samenwerkingsverbanden 34.874 100,0% 1.054 100,0% Tabel 1: aantal aanvragen en samenwerkingsverbanden door Nederlandse bedrijven en instellingen Wanneer we het aantal unieke bedrijven en instellingen dat octrooi aanvraagt (4.911) vergelijken met het aantal daarvan in verschillende samenwerkingsverbanden (1.054) dan zien we dat 21 procent van de octrooiaanvragende bedrijven en instellingen in de periode 2003-2007 samenwerkingsverbanden (nationaal of internationaal) zijn aangegaan bij het aanvragen van octrooien. In de volgende hoofdstukken wordt de regionale en internationale verdeling van de samenwerkingsverbanden en bijbehorende octrooiaanvragen in kaart gebracht. Pagina 8 van 19

5. Resultaten: samenwerking binnen Nederland In 2009 en 2010 is door NL Octrooicentrum in samenwerking met EIM in opdracht van de regionale Kamers van Koophandel de octrooiaanvragen in de periode 2003-2007 door Nederlandse bedrijven en instellingen in kaart gebracht. Hierbij is ook gekeken naar de regionale verdeling van de octrooiaanvragen en octrooiaanvragende bedrijven en instellingen. In onderstaande tabel staat de verdeling van octrooiaanvragen over alle 12 provincies weergegeven en de regio Zuidoost Nederland (ZON), bestaande uit de provincies Noord-Brabant plus Limburg minus West-Noord-Brabant. Provincie Aantal octrooiaanvragen 2003-2007 Aantal octrooiaanvragende bedrijven en instellingen 2003-2007 Aantal vestigingen van bedrijven en instellingen, 1-1-2007 (CBS) Octrooidichtheid (kolom3 / kolom 4 x100%) Groningen 325 125 26.075 0,48% Friesland 296 134 35.010 0,38% Drenthe 289 85 24.925 0,34% Overijssel 843 345 55.025 0,63% Flevoland 179 109 17.495 0,62% Gelderland 2.186 658 104.475 0,63% Utrecht 1.362 414 65.085 0,64% Noord-Holland 3.129 814 148.990 0,55% Zuid-Holland 6.813 931 165.120 0,56% Zeeland 149 84 20.620 0,41% Noord-Brabant 17.378 968 133.095 0,73% Limburg 1.925 244 53.310 0,46% ZON 18.334 998 130.190 0,77% Nederland 34.874 4.911 849.225 0,58% Tabel 2: octrooidichtheid bedrijven en instellingen In tabel 2 staat per provincie weergegeven bij hoeveel octrooiaanvragen er sprake is van samenwerking met andere Nederlandse bedrijven en instellingen en het aantal samenwerkingsverbanden. Grote provincies hebben vanzelfsprekend ook meer bedrijvigheid en daarom ook meer octrooiaanvragende bedrijven en instellingen. Door het berekenen van de octrooidichtheid (laatste kolom) wordt hiervoor gecorrigeerd. Bij het berekenen van de octrooidichtheid is gebruik gemaakt van het aantal vestigingen van bedrijven zoals berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek (3 e kolom). Vanwege de hantering van een andere definitie voor bedrijven liggen de vestigingsaantallen van het CBS lager dan die van de Kamers van Koophandel (die gebruikt zijn voor het in de bijlage genoemde rapport Octrooien in Nederland ) en daardoor zijn de hier berekende octrooidichtheden iets hoger. Pagina 9 van 19

Provincie De provincies met veel octrooiaanvragen en veel octrooiaanvragende bedrijven en instellingen hebben, in absolute aantallen, ook veel octrooien met co-aanvragers en veel samenwerkingsverbanden tussen bedrijven en instellingen waarbij gezamenlijk octrooi wordt aangevraagd. Wanneer hiervoor wordt gecorrigeerd dan scoren Noord-Brabant, Zuid-Holland, Limburg en ZON veel minder. Deze provincies worden gedomineerd door een aantal multinationals (Philips, NXP, DSM en Unilever). Deze bedrijven vragen meestal zelfstandig octrooi aan (dus zonder co-aanvrager). Weliswaar werkt een bedrijf als Philips vaak samen, maar het aantal gezamenlijke octrooiaanvragen valt in het niet bij het aantal octrooiaanvragen dat door Philips zelfstandig wordt aangevraagd. Als het gaat om het percentage octrooiaanvragen met co-aanvragers van het totaal aantal octrooiaanvragen, dan scoren Zeeland (6,7% van het aantal octrooiaanvragen), Utrecht (6,5%) en Friesland (6,1%) goed. In deze provincies worden weinig octrooien door grote multinationals aangevraagd. Daarentegen scoren Noord-Brabant en Limburg respectievelijk ZON, met Philips en DSM in de gelederen, veel lager. Wanneer het aantal samenwerkingsverbanden gedeeld wordt door het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven en instellingen dan valt de goede score op van Utrecht en Zuid-Holland. ZON neemt hierbij met 9,6% een plaats net boven het gemiddelde in. Aantal octrooien met coaanvragers 2003-2007 Aantal octrooiaanvragen 2003-2007 Percentage octrooiaanvragen met co-aanvragers 2003-2007 (kolom 2 / kolom 3x100%) Aantal samenwerkingsverbanden 2003-2007 Aantal octrooiaanvragende bedrijven en instellingen 2003-2007 Percentage co-aanvragers t.o.v. totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven 2003-2007 (kolom 4 / kolom 5x100%) Groningen 14 325 4,3% 14 125 11,2% Friesland 18 296 6,1% 16 134 11,9% Drenthe 10 289 3,5% 9 85 10,6% Overijssel 35 843 4,2% 31 345 9,0% Flevoland 6 179 3,4% 5 109 4,6% Gelderland 73 2.186 3,3% 64 658 9,7% Utrecht 89 1.362 6,5% 63 414 15,2% Noord-Holland 86 3.129 2,7% 74 814 9,1% Zuid-Holland 168 6.813 2,5% 136 931 14,6% Zeeland 10 149 6,7% 7 84 8,3% Noord- 162 17.378 0,9% 92 968 9,5% Brabant Limburg 25 1.925 1,3% 21 244 8,6% ZON 168 18.334 0,9% 96 998 9,6% Nederland 432 34.874 1,2% 357 4.911 7,3% Tabel 3: aantal octrooien met co-aanvragers en samenwerkingsverbanden 2003-2007 Pagina 10 van 19

6. Resultaten: herkomst samenwerkende bedrijven en instellingen binnen Nederland In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de binnenlandse samenwerking. Aan de hand van de adressen is gekeken of de bedrijven en instellingen die gezamenlijk octrooi aanvragen binnen of buiten dezelfde provincie liggen. Het percentage octrooiaanvragen met co-aanvragers binnen dezelfde provincie ten opzichte van het totaal aantal octrooiaanvragen met binnenlandse samenwerking en het percentage van de samenwerkingsverbanden binnen dezelfde provincie ten opzichte van alle binnenlandse samenwerkingsverbanden van die provincie staat in onderstaande tabel weergegeven. Provincie Percentage octrooiaanvragen met co-aanvragers binnen dezelfde provincie Percentage samenwerkingsverbanden binnen dezelfde provincie ten opzicht van alle binnenlandse samenwerkingsverbanden Groningen 36% 36% Friesland 22% 25% Drenthe 10% 11% Overijssel 40% 45% Flevoland 0% 0% Gelderland 30% 31% Utrecht 28% 29% Noord-Holland 28% 30% Zuid-Holland 41% 43% Zeeland 30% 43% Noord-Brabant 38% 54% Limburg 12% 14% Nederland 33% 37% Tabel 4: octrooien met co-aanvragers binnen dezelfde provincie 2003-2007 Opvallend is dat bij veruit de meeste octrooiaanvragen en samenwerkingsverbanden met meerdere aanvragers/partners de co-aanvragers niet in dezelfde provincie zitten. Hierbij moet natuurlijk wel worden opgemerkt dat het bij sommige provincies gaat om slechts kleine aantallen (met name Flevoland, Zeeland en Drenthe). Bij pakweg tweederde van de gevallen bevinden de partners zich niet in dezelfde provincie. In Flevoland zijn zelfs helemaal geen samenwerkingsverbanden binnen dezelfde provincie voor het gezamenlijk aanvragen van octrooien. Provinciale grenzen vormen geen belemmering bij het aangaan van samenwerkingsverbanden m.b.t. technologische innovatie. Veel samenwerking binnen dezelfde provincie vindt plaats in de grote provincies met veel (octrooiaanvragende) bedrijven en instellingen, namelijk Zuid-Holland en Noord-Brabant. De kans om een geschikte samenwerkingspartner binnen dezelfde provincie te vinden is hier groter. Ook binnen Overijssel wordt veel samengewerkt. Door de koppeling met het Handelsregister staan voor de Nederlandse bedrijven en instellingen die gezamenlijk octrooi aanvragen ook branchegegevens ter beschikking. Om een goed overzicht te kunnen maken zijn de octrooiaanvragende Pagina 11 van 19

bedrijven en instellingen aan de hand van hun SBI-code 1 ingedeeld in 4 hoofdgebieden: Industrie, Bouw, Dienstverlening, Onderwijs en Zorg. De eerste drie hoofdgebieden betreffen vooral commerciële bedrijven. De octrooiaanvragende instellingen in het deelgebied Onderwijs en Zorg bestaan vooral uit universiteiten en academische ziekenhuizen. Hoofdgebied SBI 2-digit Industrie SBI 15-37 Bouw SBI 45 Dienstverlening SBI 50-74 + SBI 90-93 Onderwijs en SBI 80-85 Zorg Tabel 5: indeling branchegebieden De verdeling van de combinaties van de samenwerkingsverbanden van octrooiaanvragen waarbij door binnenlandse partners samen octrooi wordt aangevraagd is in onderstaande tabel in kaart gebracht. Samenwerkingsverband Percentage van het totaal aantal aanvragen met meerdere binnenlandse partners. Dienstverlening - Dienstverlening 35,0 Industrie - Dienstverlening 20,1 Dienstverlening - Onderwijs & zorg 13,2 Industrie Industrie 8,1 Bouw - Dienstverlening 6,5 Onderwijs & zorg Onderwijs & 4,2 zorg Industrie Onderwijs & zorg 3,2 Bouw Onderwijs & zorg 1,4 Bouw - Bouw 1,2 Industrie Bouw 0,5 Overig 6,6 Totaal 100,0 Tabel 6: brancheherkomst van de samenwerkende partners bij octrooiaanvragen Meer dan een derde van alle octrooiaanvragen met meerdere binnenlandse aanvragers betreft dus de samenwerking tussen twee bedrijven uit de dienstverlening. 20 procent betreft een gezamenlijke aanvraag van een industrieel bedrijf en een bedrijf uit de dienstverlening. Universiteiten en zorginstellingen vragen vooral aan met bedrijven of instellingen uit de dienstverlening. Hierbij gaat het vaak om bedrijven of instellingen met R&D als hoofdactiviteit (SBI 73) of instellingen als STW en TNO (eveneens SBI 73). TNO TNO heeft uitsluitend octrooiaanvragen in samenwerking met binnenlandse partners en van alle aanvragers heeft TNO ook de meeste aanvragen in samenwerking met anderen. 1 SBI 1993 Pagina 12 van 19

TNO heeft in de periode 2003-2007 46 aanvragen 2 samen met anderen gedaan, allen Nederlandse aanvragers, waarvan de belangrijkste zijn: 12 keer met Koninklijke KPN. 9 keer met Techno Invent Ingenieursbureau voor Milieutechniek, waarvan 3 keer met een derde partner, Agrotechnology and Food Innovations. 6 keer met de Technische Universiteit Delft, waarvan 2 keer met een derde partner, Stork Fokker AESP. 4 keer met de Technische Universiteit Eindhoven. 3 keer met UMC Utrecht Holding. 3 keer met Vision Dynamics Van de 46 co-aanvragen van TNO zijn er 31 met commerciële partners ingediend en 12 met niet-commerciële partners (voornamelijk universiteiten). 3 aanvragen betroffen zowel commerciële als niet commerciële partners. De aanvragers die het meest als co-aanvrager in samenwerking met TNO voorkomen staan in onderstaande tabel: Nederlandse Organisatie voor Toegepast- Natuurwetenschappelijk Onderzoek TNO Koninklijke KPN NL 12 Techno Invent NL 6 Ingenieursbureau voor Milieutechniek Agrotechnology and Food NL 3 Innovations Technische Universiteit NL 4 Delft Stork Fokker AESP NL 2 Technische Universiteit NL 4 Eindhoven UMC Utrecht Holding NL 3 Vision Dynamics NL 3 Tabel 7: samenwerking door TNO STW (Stichting voor de Technische Wetenschappen) STW deelt 39 aanvragen 3 met anderen (met louter Nederlandse partners). De belangrijkste zijn: 6 keer met de Technische Universiteit Delft 4 keer met de Universiteit Twente, waarvan 1 keer met een derde partij, Hoogheemraadschap van Rijnland Verder zijn octrooien gezamenlijk aangevraagd met universiteiten en academische medische centra in Nijmegen, Utrecht, Leiden, Amsterdam, Rotterdam en Wageningen. 2 Op een totaal van 704 aanvragen van TNO in deze periode. 3 Op in totaal 101 aanvragen van STW in deze periode. Pagina 13 van 19

7. Resultaten: octrooiaanvragen door Nederlandse bedrijven en instellingen met buitenlandse partners In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de buitenlandse samenwerking. Aan de hand van de landcodes die worden vermeld bij een octrooiaanvraag kan worden gezien met welke landen de meeste samenwerkingsverbanden worden aangegaan door Nederlandse bedrijven en instellingen. Er zijn co-aanvragen met 41 landen (exclusief Nederland). De landen waarmee het meest wordt samengewerkt staan in onderstaande tabel. Van de samenwerking met buitenlandse aanvragers staat de combinatie Nederland met de VS op de eerste plaats (231 aanvragen), gevolgd door Nederland met Duitsland (209 aanvragen), en op de derde plaats Nederland met Groot Brittannië (165 aanvragen). Samenwerking tussen 2 of meer vestigingen van eenzelfde bedrijf wordt buiten beschouwing gelaten. Een voorbeeld hiervan is Philips, dat aanvragen vaak op naam heeft staan van Philips Eindhoven en Philips Intellectual Property & Standards GmbH in Hamburg. Landencombinatie Octrooiaanvragen Aantal unieke combinaties van bedrijven en instellingen NL VS 231 113 NL Duitsland 209 109 NL Groot 165 49 Brittannië NL België 103 39 NL Frankrijk 71 25 NL Japan 104 23 NL Zwitserland 30 18 Tabel 8: de meest voorkomende landen waarmee Nederlandse bedrijven en instellingen aanvragen Er zijn natuurlijk ook samenwerkingsverbanden van bedrijven en instellingen uit meerdere landen. De meest prominente is zijn de 6 samenwerkingsverbanden van Nederlandse, Duitse en Amerikaanse bedrijven en instellingen die samen goed waren voor 21 aanvragen. Samenwerking tussen bedrijven Veel octrooiaanvragen die op meerdere aanvragers staan blijken toch vaak van één en hetzelfde bedrijf te zijn. De aanvragers zijn dan vaak vestigingen uit verschillende landen. Voorbeeld hiervan is Philips, maar ook Schlumberger heeft veel combinaties van verschillende aanvragers, maar het betreft hier allemaal vestigingen van dezelfde multinational in meerdere landen. In tabel staan combinaties van bedrijven met minimaal 10 gezamenlijke aanvragen. Bovenaan staat Akzo met 114 gezamenlijke aanvragen met EKA Chemicals in Zweden. Eigenlijk geldt ook hier dat het een samenwerking binnen het concern is, omdat EKA, een business unit is van Akzo (Pulp and paper). Hetzelfde geldt voor Philips en Lumileds Lighting. In tabel 8 komt Philips een aantal keren voor. Echter veruit de meeste van de 11.200 octrooiaanvragen door Philips in de periode 2003-2007 werden door Philips zonder andere co-aanvrager ingediend. Pagina 14 van 19

NL aanvrager Buitenlandse Land Aantal Opmerkingen aanvrager Akzo Nobel Eka Chemicals AB Zweden 114 Eka is een business unit van Akzo DSM JSR Corporation Japan 51 25 hiervan met een derde aanvrager: Japan fine coatings NXP IMEC België 30 Philips Lumileds Lighting VS 30 ASML Carl Zeiss SMT AG Duitsland 29 Geco Technology B.V. Schlumberger Canada Ltd Canada 22 Waarvan 13 met een derde aanvrager: Westerngeco L.L.C. (VS) Philips Fraunhofer Duitsland 21 gesellschaft zur förderung der angewandten Forschung E.V. Philips STMicroelectronics Frankrijk 19 Philips Coding Tecnologies Zweden 17 Philips IMEC België 16 NXP STMicroelectronics Frankrijk 16 BRACCO Dyax Corp. VS 12 International BV Philips Dolby Sweden AB Zweden 11 Philips Freescale Semiconductor, Inc. VS 10 Tabel 9: de meest voorkomende internationale samenwerkingsverbanden Pagina 15 van 19

8. Resultaten: octrooiaanvragen vanuit ZON In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de binnenlandse en buitenlandse samenwerking vanuit de regio Zuidoost Nederland (ZON), bestaande uit de provincies Noord-Brabant plus Limburg minus West-Noord-Brabant. Met name is hierbij de samenwerking tussen bedrijven en instellingen in ZON en bedrijven en instellingen in Vlaanderen en Nordrhein-Westfalen interessant. Bij de samenwerking tussen Nederlandse en Belgische of Duitse bedrijven en instellingen is verder nog gekeken naar de herkomst (ZON of niet-zon) van de Nederlandse partner. Herkomst Nederlands bedrijf bij samenwerking NL-BE Aantal octrooiaanvragen Aantal unieke combinaties van bedrijven en instellingen ZON 62 10 Niet-ZON 41 29 Totaal 103 39 Tabel 10: herkomst Nederlands-Belgische samenwerking Belangrijkste NL-BE combinaties: Philips (NL; Eindhoven) - IMEC (BE; Leuven) NXP (NL; Veldhoven) - IMEC (BE; Leuven) Bekaert (NL; Assen) - Bekaert (BE) Univ. Utrecht GlaxoSmithKline (BE) Delft Diagnostic Laboratory B.V. (NL; Delft) - GlaxoSmithKline (BE) Van de 62 aanvragen vanuit ZON in samenwerking met een Belgische partner zijn er 46 aanvragen in samenwerking met een Vlaamse aanvrager gezamenlijk ingediend. Philips uit Eindhoven en het Interuniversitair Micro-elektronica Centrum (IMEC) uit Leuven zijn hierbij veruit het meest voorkomend. Philips en IMEC hebben samen 37 aanvragen. Het gaat hierbij om octrooiaanvragen op het gebied van halfgeleiders. Een deel van deze aanvragen staan inmiddels op naam van NXP in plaats van Philips, bij sommige staat zowel Philips als NXP als aanvrager vermeld. NXP is in 2006 ontstaan door afsplitsing van de Semiconductors Divisie van Philips. IMEC heeft verder één aanvraag ingediend samen met ASML en één aanvraag samen met de universiteit Gent en Genexis B.V., een tele- en datacommunicatie bedrijf uit Eindhoven. Verder zijn er twee octrooiaanvragen die gezamenlijk eigendom zijn van de universiteiten van Maastricht en Antwerpen. Verder is gekeken naar de Nederlands-Duitse samenwerking Herkomst Nederlands bedrijf bij samenwerking NL-DE Aantal octrooiaanvragen Aantal unieke combinaties van bedrijven en instellingen ZON 120 47 Niet-ZON 89 52 Totaal 209 109 Tabel 11: herkomst Nederlands-Duitse samenwerking Pagina 16 van 19

Opvallend is ook dat bij bijna de helft van de unieke combinaties betreffende Nederlands-Duitse samenwerking bedrijven en instellingen uit ZON betrokken zijn. Belangrijkste NL-DE combinaties: ASML Holding NV (NL; Eindhoven) Carl Zeiss SMT AG (DE; Oberkochen, Baden- Württemberg) Philips (NL; Eindhoven) Fraunhofer Gesellschaft (DE; München, Bayern) De samenwerking tussen ZON en Nordrhein-Westfalen is nog minder. Alleen Philips en DSM zijn enigszins actief op het gebied van gezamenlijke octrooiaanvragen met een partner uit deze Duitse regio. Philips heeft 2 aanvragen gezamenlijk met BJB GmbH & Co. KG in Arnsberg, één met Schott AG in Mainz, één met Isola GmbH in Düren, één met Ruwel AG in Geldern en één met RWTH Aachen University. DSM in Heerlen heeft enkele aanvragen gezamenlijk met Forschungszentrum Jülich GmbH in Jülich, en met Uhde GmbH in Dortmund. ZON heeft 2 universiteiten waar octrooien worden aangevraagd, de Technische Universiteit Eindhoven en de Universiteit Maastricht. Zij hebben met diverse binnenen buitenlandse partners samen octrooien aangevraagd. Een overzicht staat in tabel 12. Met name wordt samengewerkt met niet-commerciële instellingen. Technische Universiteit Eindhoven Stichting STW NL 4 TNO NL 4 Rijksuniversiteit NL 3 Groningen Universität Zürich CH 3 Koninklijke Philips N.V. NL 2 ETH Zürich CH 2 Cambridge enterprise Ltd. UK 2 Universiteit Maastricht Universiteit Antwerpen BE 2 DiaMed-Eurogen N.V. BE Stiftung Diagnostische DE Forschung Klinik und Poliklinik für DE Psychiatrie und Psychotherapie Stichting STW NL 1 St. Jude s Children s Hospital US 1 Vanderbilt University US 1 University of Vermont and State US 1 Agricultural College Tabel 12: ZON-universiteiten Pagina 17 van 19

9. Conclusies Algemeen 1. Slechts een klein deel van de octrooiaanvragen (7%) wordt gezamenlijk met binnenlandse en/of buitenlandse partners aangevraagd (pag. 8). 2. Het overgrote deel van de co-aanvragen wordt samen met buitenlandse partners aangevraagd (83%). 4 Als het gaat om het aantal unieke samenwerkingsverbanden dan is de verhouding ook sterk op het buitenland betrokken: naar verhouding worden meer octrooien gezamenlijk met buitenlandse partners (66% van de samenwerkingsverbanden) aangevraagd dan met binnenlandse partners (34%) (pag. 8). 3. Buitenlandse samenwerking gebeurt vooral met de VS en met de twee grote Europese buurlanden Duitsland en Groot Brittannië (pag. 14). 4. Afstand en grenzen spelen bijna geen rol voor co-aanvragen. Bij binnenlandse samenwerking bestaat ongeveer tweederde van de samenwerkingsverbanden uit partners uit verschillende provincies (pag. 11). Bij de internationale samenwerking is de spreiding vrij groot, terwijl van alle landen de meeste coaanvragen en unieke combinaties de VS betreffen. Opvallend is wel dat er meer samenwerking is met België dan met Frankrijk (pag. 14). ZON 1. De octrooidichtheid (aantal octrooiaanvragende bedrijven en instellingen per vestiging) is in ZON met 0,77% relatief hoog (gemiddelde is 0,58%) (pag. 9). 2. De verhouding tussen het aantal co-aanvragers en het totaal aantal octrooiaanvragende bedrijven is in ZON (9,6%) wel bovengemiddeld (gemiddelde voor Nederland is 7,3%), maar niet hoog in vergelijking met bijvoorbeeld Utrecht (15,2%) (pag. 10). 3. Noord-Brabant (geen cijfers voor ZON beschikbaar) scoort wat hoger (38%) dan het gemiddelde (33%) van de co-octrooiaanvragen binnen eenzelfde provincie en ook het percentage samenwerkingsverbanden binnen Noord-Brabant ten opzichte van de samenwerkingsverbanden met andere provincies (54%) ligt hoger dan voor de andere provincies (gemiddeld 37%) (pag. 11). 4. Bedrijven en instellingen uit ZON zijn verantwoordelijk voor ca. 60% van alle octrooiaanvragen die samen worden ingediend met bedrijven en instellingen uit België (62 maal) en Duitsland (120 maal). Bij 10 van de 39 samenwerkingscombinaties Nederland België bevindt de Nederlandse partner zich in het ZON-gebied. Bij de unieke combinaties Nederland-Duitsland komt bijna 50% van de Nederlandse partners uit ZON (pag. 16). 5. Bij 46 van de 62 aanvragen (74%) uit ZON met een Belgische partner komt de Belgische samenwerkingspartner uit Vlaanderen (pag. 16). 6. In Nordrhein-Westfalen bevindt zich naar verhouding slechts een klein deel van de partners van octrooiaanvragen vanuit ZON met Duitsland. Bij de belangrijkste Nederlands-Duitse samenwerkingsverbanden bevindt de Duitse partner zich in verder afgelegen deelstaten zoals Baden-Württemberg en Bayern (pag. 17). 4 Dit laatste geldt niet voor co-aanvragen van TNO en STW, die beiden alleen met Nederlandse partners hebben aangevraagd. Pagina 18 van 19

Literatuur Octrooien in Nederland, analyse van innovatiekracht in regio s, sectoren en grootteklassen, R. van der Poel, M. Seip, J. Snoei http://www.octrooicentrum.nl/images/stories/download/kob/rapporten/a201 004_-_octrooien_in_nederland.pdf Pagina 19 van 19