Quickscan Flora- en faunawet. Damlaan te Leidschendam. Rapportnummer: /rap01 Status rapport: definitief Datum rapport: 24 augustus 2015

Vergelijkbare documenten
Quickscan Flora- en faunawet. Rapportnummer: /rap01 Status rapport: definitief Datum rapport: 9 maart W.H. (Wijnanda) Hulsegge

Quickscan Flora- en faunawet. Verlenging afrit fietsbrug A15 te Papendrecht

Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim

Notitie flora en fauna

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Notitie quickscan Flora en fauna

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Verkennend natuuronderzoek locatie Hobbemakade

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

Notitie Quickscan flora en fauna

Memo: Datum: 13 april Quickscan ecologische waarden (Flora en faunawet en EHS) sloop BMV Hoensbroek

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Briefrapport Flora en fauna

memo datum: 22 juli 2011

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik

Beknopte quickscan Flora- en faunawet. Herontwikkeling locatie Schoolstraat 42 te Nijkerkerveen

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Notitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht

Toetsing Flora- en faunawet voor de sloop van een kerk te Noardburgum.

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Quickscan FF-wet voor sloop van zorgcentrum De Molenhof te Havelte.

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Samenvatting quickscan natuurtoets

DBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg in De Bilt

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Ecologica BV Rondven PX Maarheeze. Quickscan beschermde flora en fauna Landgoed de Klokkenberg te Breda

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Ecologisch onderzoek huismussen Kerkweg-oost 157, Waddinxveen. Gemeente Waddinxveen

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Quickscan Flora- en faunawet sloop gymzaal Emmermeer

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen

Quickscan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Quickscan Flora- en faunawet. Deelplan 20 Ypenburg te Den Haag

Bijlage 3. Ecologische beoordeling van herinrichting twee percelen te Bontebok

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Briefrapport. Globale ligging plangebied AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Oldenzaal t.a.v. de heer F. van Es. datum: 23 november 2011

6 Flora- en fauna quickscan

memo datum: 28 maart 2012

Verkennend natuuronderzoek locatie Burgemeester de Beaufortplein 5 te Markelo

Klaas Fuitestraat Genemuiden

Klaas Fuitestraat Genemuiden

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Toets flora en fauna Pandelaar 4 te Gemert

Vleermuisonderzoek Zwanenburg

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Verkennend natuuronderzoek Handelstraat Apeldoorn

Quickscan natuurtoets Rietzangerstraat 1, Amersfoort. Beoordeling van effecten op wettelijk beschermde natuurwaarden. Lidl Nederland GmbH.

Quickscan winkelcentrum Meijhorst te Nijmegen

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Actualisatie ecologisch onderzoek Paardenveld, Utrecht

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

: Quickscan flora en fauna De Eekelaar

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Dhr. J. Wilbrink HRL/ZON/ datum: 17 april quick scan flora en fauna Pongeweg 4-6 te Hall

Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Vleermuisonderzoek Kildijk

ACTIVITEITENPLAN KAAGSTRAAT/NORREMEERSTRAAT

Ordito Gilze B.V. t.a.v. dhr. C. van Kuijk Postbus ZH GILZE

H.J.V. van den Bijtel Fotografie: H.J.V. van den Bijtel (HB) en Adviesbureau Haver Droeze (HD) Beopublicatie: December 2012

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden

/ Stadhuisplein, Veghel

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Figuur 1: Links: Luchtfoto plangebied (bron: Google Maps, maart 2016). Rechts: foto plangebied (juni 2014).

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Project Status Datum. Rood voor Rood Duivendansweg 10 definitief 24 maart Auteur Veldonderzoek Projectcode

Flora- en faunawet quick scan plangebied Voorzieningenhart Waterkwartier

Transcriptie:

Quickscan Flora- en faunawet Damlaan 66-68 te Leidschendam Rapportnummer: 20150744/rap01 Status rapport: definitief Datum rapport: 24 augustus 2015 Auteur: Projectleider: Kwaliteitscontrole: M. (Marlien) de Voogd P. (Pim) Godschalk P. (Pim) Godschalk Opdrachtgever: Niersman Projectontwikkeling t.a.v. de heer R. Gras Postbus 119 2250 AC Voorschoten Dit rapport is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud van de rapportage is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven.

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 1 1.1 Aanleiding... 1 1.2 Doel... 1 1.3 Gebiedenbescherming... 1 1.4 Leeswijzer... 2 2 HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE... 3 2.1 Beschrijving huidige situatie... 3 2.2 Werkzaamheden en toekomstige situatie... 4 3 AANWEZIGHEID BESCHERMDE SOORTEN... 5 3.1 Methode... 5 3.2 Resultaten literatuuronderzoek... 5 3.2.1 Inleiding... 5 3.2.2 Resultaten... 5 3.3 Resultaten veldbezoek... 5 3.3.1 Inleiding... 5 3.3.2 Waarnemingen... 6 3.3.3 Geschiktheid... 6 4 BEKNOPTE EFFECTENANALYSE EN MAATREGELEN... 7 4.1 Inleiding... 7 4.2 Jaarrond beschermde vogels... 7 4.3 Broedvogels... 7 4.3.1 Tijdens broedseizoen beschermd... 7 4.3.2 Niet jaarrond beschermd categorie 5... 7 4.4 Vleermuizen... 8 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 9 6 LITERATUUR... 10 Bijlage 1: Tabel bevindingen quickscan!! SECTIE EINDE NIET VERWIJDEREN!!

1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Er zijn plannen om het perceel Damlaan 66-68 in Leidschendam te herontwikkelen. Voor de geplande nieuwbouw op dit perceel stelt Niersman Projectontwikkeling een ruimtelijk onderbouwing op ten bate van een bestemmingsplanwijziging. Bij de geplande herontwikkeling en nieuwbouw zal de huidige bebouwing worden gesloopt. De voorgenomen plannen leiden mogelijk tot het overtreden van verbodsbepalingen op beschermde soorten, die zijn genoemd in tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet. Via de Flora- en faunawet is de bescherming van een aantal soorten planten en dieren in Nederland vastgelegd. In de wet zijn soorten opgenomen die landelijk of op Europees niveau zeldzaam zijn of worden. Het voorgenomen plan heeft mogelijk negatieve gevolgen op (de leefgebieden van) beschermde soorten. Het is volgens deze wetgeving niet toegestaan om het leefgebied aan te tasten. Een overtreding van verbodsbepalingen op soorten uit de zwaardere beschermingscategorieën (tabel 2 en 3) is te voorkomen door, voorafgaand aan de werkzaamheden, voorzorgsmaatregelen te treffen. Het gaat dan om het behoud van de functionaliteit van de voortplanting- en/of vaste rust- en verblijfplaats van de soort. Voorzorgsmaatregelen zijn gericht op het voorkomen van de negatieve gevolgen van een activiteit op beschermde soorten. Een ontheffingsplicht voor de soorten uit de zwaardere beschermingscategorieën (tabel 2 & 3) is van toepassing als de functionaliteit van vaste rust- en verblijfplaatsen niet kan worden behouden door het nemen van voorzorgsmaatregelen. Vleermuizen behoren onder andere tot deze categorie. De geplande werkzaamheden worden getoetst door middel van een quickscan. De quickscan is een verkennende toets om na te gaan of beschermde soorten in het plangebied voorkomen. Daarnaast is het doel om in te schatten of er een kans is op overtreding van de Flora- en faunawet. Een quickscan geeft echter mogelijk geen definitief uitsluitsel over het al dan niet voorkomen van beschermde soorten en het al dan niet overtreden van de wet. 1.2 Doel De doelstelling voor de quickscan is geformuleerd in vijf onderzoeksvragen: - Welke beschermde soorten flora en fauna, genoemd in tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet, maken (mogelijk) gebruik van de planlocatie? - Wat zijn de globale effecten van de voorgenomen werkzaamheden op beschermde soorten, die (mogelijk) gebruik maken van de planlocatie als onderdeel van het leefgebied? - Is aanvullend onderzoek naar één of meerdere soorten noodzakelijk? - Welke algemene maatregelen dienen te worden uitgevoerd om negatieve effecten op beschermde soorten te voorkomen of te beperken? - Is het noodzakelijk om voor de voorgenomen werkzaamheden een ontheffing van de Flora- en faunawet aan te vragen? 1.3 Gebiedenbescherming Via de Natuurbeschermingswet 1998 zijn verschillende gebieden in Nederland beschermd (Natura 2000-gebieden). Ook gebieden die onder Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen was dit de EHS) vallen zijn beschermd. Voor het project is toetsing aan deze wetgeving niet van toepassing. Beschermde Natura 2000-gebieden liggen op meer dan 3 km afstand, terwijl het NNN gelegen is op 1 km afstand. Vanwege de ligging van het projectgebied in de bebouwde kom en de kleinschalige aard van het project zijn externe effecten niet te verwachten. Het plan hoeft alleen aan de soortbescherming vanuit de Flora- en fauna te worden getoetst. Blz. 1 van 10

1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 is een beschrijving van het plangebied weergegeven en de uit te voeren werkzaamheden zijn hier benoemd. Hoofdstuk 3 gaat in op de aanwezigheid van beschermde soorten. In hoofdstuk 4 worden de globale effecten bepaald van het plan op de soorten die (mogelijk) gebruik maken van het plangebied. Hier worden ook globaal maatregelen voorgesteld om zorgvuldig te handelen ten aanzien van beschermde soorten. In de conclusie wordt beargumenteerd of een vervolgonderzoek, nader maatregelenpakket en/of een ontheffing noodzakelijk is voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Blz. 2 van 10

2 HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE 2.1 Beschrijving huidige situatie Het plangebied betreft een winkelpand met bovengelegen woning op de hoek van de Damlaan en de Oude Tramlaan in Leidschendam. Het pand heeft spouwmuren, die zijn voorzien van ventilatieroosters en vertoont enig achterstallig onderhoud; er zitten diverse scheuren in de muren. Achter het pand staat een aangebouwde loods, die ook in gebruik is als winkelpand. Deze aanbouw heeft een puntdak met gladde beplating. Achter het pand ligt een tuin met enkele losstaande schuurtjes met een plat dak. De tuin is verhard met puin, waardoor er vrijwel geen vegetatie staat, op enkele bomen na. Figuur 2-1. Globale ligging plangebied en overzichtsfoto. Figuur 2-2. Huidige situatie plangebied; het pand aan de Damlaan 66-68 betreft het winkelpand op de hoek van de straat met op de eerste verdieping een woonhuis. Blz. 3 van 10

Figuur 2-3. Huidige situatie plangebied. Linksboven: de aangebouwde loods met puntdak, rechtsboven: zicht op de tuin vanaf een van de schuurtjes. Onder: de situatie in de tuin. 2.2 Werkzaamheden en toekomstige situatie Met de voorgenomen herontwikkeling van het plangebied zal alle bebouwing worden gesloopt en worden 3 bomen gekapt. Op de vrijgekomen plek wordt nieuwbouw gerealiseerd; in figuur 2-4 is een tekening en plattegrond opgenomen van de nieuwbouwplannen. De exacte tijdsplanning van de voorgenomen werkzaamheden is nog niet bekend. Voor de voorgenomen nieuwbouw wordt een Ruimtelijk Onderbouwing ten bate van een bestemmingsplanwijziging opgesteld. Figuur 2-4. Inrichtingsplan voorgenomen ontwikkeling. Blz. 4 van 10

3 AANWEZIGHEID BESCHERMDE SOORTEN 3.1 Methode De quickscan is uitgevoerd door een literatuurstudie en een veldbezoek uit te voeren. De literatuurstudie heeft als doel om een beeld te krijgen van aanwezige beschermde soorten (tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet) in de omgeving, zodat de kans op voorkomen in de betreffende plangebied kan worden geschat. Soorten uit de eerste beschermingscategorie zijn mogelijk ook aanwezig in het plangebied, deze zijn verder buiten beschouwing gelaten. Er geldt namelijk een vrijstelling voor deze soorten bij ruimtelijke ingrepen. Voor het verkrijgen van informatie is gebruik gemaakt van openbaar toegankelijke broninformatie via internet en literatuur (zie literatuurlijst). Dit geeft echter geen compleet beeld. Daarom is middels een veldbezoek gekeken naar de geschiktheid van het plangebied als leefgebied voor diverse beschermde soorten. Op 30 juli 2015 is daarom het veldbezoek gebracht aan het plangebied. Hierbij is gekeken naar de aanwezigheid van beschermde soorten en sporen, zoals uitwerpselen, pootafdrukken en aanwezige (oude) nesten. De quickscan is uitgevoerd door een ervaren ecoloog van ATKB. De ecoloog voldoet aan de definitie die Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl, voorheen Dienst Regelingen) hanteert van een ter zake kundige voor het opstellen van toetsingen aan de Flora- en faunawet. Daarnaast is ATKB aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus (NGB). 3.2 Resultaten literatuuronderzoek 3.2.1 Inleiding Voor het literatuuronderzoek is het centrum van Leidschendam, waarbinnen het plangebied valt, als zoekgebied gebruikt. De resultaten van het literatuuronderzoek zijn vermeld in bijlage 1. De tabel is aangevuld met mogelijke aanwezige soorten op basis van gebiedskennis (expert judgement). Tabel 1 soorten van de Flora- en faunawet komen mogelijk ook voor in het plangebied, maar voor deze soorten geldt een algehele vrijstelling bij werkzaamheden ten behoeve van ruimtelijke inrichting. Deze worden daarom buiten beschouwing gelaten. 3.2.2 Resultaten Uit de verschillende bronnen en de expert judgement blijkt dat in de omgeving van het plangebied met name aan stedelijke omgeving gebonden soorten voorkomen (vleermuizen, (jaarrond) beschermde broedvogels en flora). Het plangebied is gezien de grote mate van verharding, het ontbreken van geschikte vegetatie en de afwezigheid van water, ongeschikt voor de soortgroepen grondgebonden zoogdieren, vissen, amfibieën, reptielen en ongewervelden. 3.3 Resultaten veldbezoek 3.3.1 Inleiding Tijdens het veldbezoek zijn het pand, de aanbouw en de schuurtjes, inclusief de daken, vanaf de buitenzijde geïnspecteerd en beoordeeld op (mogelijke) aanwezigheid van beschermde soorten. Tevens is de tuin en de bomen geïnspecteerd op het (mogelijk) voorkomen van broedvogels en vleermuizen. De resultaten van de quickscan zijn samengevat in bijlage 1. Voor de resultaten is een splitsing gemaakt in waarnemingen en de beoordeling van de geschiktheid als leefomgeving. Blz. 5 van 10

3.3.2 Waarnemingen Er zijn tijdens het veldbezoek geen beschermde soorten waargenomen. Ook zijn geen sporen van vogels of vleermuizen gevonden in de vorm van veertjes, oude nesten aan de buitenzijde van het pand, of poepsporen op de muur (dit sluit de aanwezigheid van soorten overigens niet uit). 3.3.3 Geschiktheid Het woon-/winkelpand is geschikt als verblijfplaats voor de jaarrond beschermde vogelsoorten gierzwaluw en huismus. De soorten (of sporen van) zijn niet aangetroffen, maar dit sluit de aanwezigheid van de soorten niet uit (veldbezoek heeft buiten het broedseizoen plaatsgevonden). Tevens is het pand geschikt als verblijfplaats van gebouwbewonende vleermuizen als gewone dwergvleermuis. Ook kunnen algemene soorten broedvogels (tijdens het broedseizoen beschermd) tot broeden komen (zoals spreeuw onder een dakpan). Figuur 3-1. Het woon-winkelpand is geschikt voor spreeuwen, huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen door het pannendak, dat door scheefliggende pannen, loodslabben en andere kieren toegang biedt tot de ruimte onder de pannen. Figuur 3-2. Via kieren, scheuren, enkele open stootvoegen en boeiboorden zijn de spouwmuren mogelijk toegankelijk voor vleermuizen. Het plangebied is ongeschikt als groeiplaats/verblijfplaats voor: Flora: de tuin van het pand is grotendeels verhard met puin. Hierdoor worden geen beschermde planten verwacht. Beschermde muurplanten zijn niet aangetroffen. Jaarrond beschermde vogels vleermuizen, gebonden aan bomen: de bomen in de tuin vertonen geen holten en scheuren, waardoor boombewonende vleermuizen en jaarrond beschermde vogels, die gebruik maken van oudere bomen niet worden verwacht. Blz. 6 van 10

4 BEKNOPTE EFFECTENANALYSE EN MAATREGELEN 4.1 Inleiding In bijlage 1 is een overzicht weergegeven van beschermde soorten uit tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet, die mogelijk hun leefgebied hebben in het plangebied. Deze soorten worden meegenomen in de beknopte effectenanalyse in paragraaf 4.2. Het gaat om de soortgroepen (jaarrond beschermde) vogels en vleermuizen. Het is uit te sluiten dat andere beschermde soorten aanwezig kunnen zijn in en in de omgeving van het plangebied. 4.2 Jaarrond beschermde vogels De nesten van vogelsoorten binnen categorie 1 t/m 4 zijn jaarrond beschermd. Dit geldt ook voor de directe omgeving die nodig is om de jongen succesvol groot te brengen (rust- en foerageergebied). Uit het literatuur- en veldonderzoek blijkt dat het plangebied geschikt is voor huismus en gierzwaluw. De voorgenomen sloop heeft mogelijk tot gevolg dat nesten van de jaarrond beschermde broedvogels huismus en gierzwaluw worden aangetast en verdwijnen. Er is een directe overlap met het werkgebied. Dit betekent dat de Flora- en faunawet wordt overtreden als de sloop plaatsvindt. Het is van belang om eerst onderzoek uit te voeren naar huismus en gierzwaluw om te beoordelen of er nestgelegenheid voor de soorten aanwezig is. Als blijkt dat jaarrond beschermde nesten aanwezig zijn, dan is compensatie van de nestplaatsen nodig en dient een ontheffingsaanvraag op de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Tevens is het van belang de werkzaamheden dan ecologisch te begeleiden. Nader onderzoek kan plaatsvinden in de broedperiode van beide soorten, of door middels een ladder/hoogwerker dakpannen te lichten en te zoeken naar oude nesten onder de pannen. De nesten van de huismus en gierzwaluw (en andere soorten die mogelijk onder het dak kunnen broeden) zijn door een ter zake kundige te onderscheiden op basis van de bouwwijze. 4.3 Broedvogels 4.3.1 Tijdens broedseizoen beschermd In de bomen in de tuin (maar ook in de bomen langs de Oude Trambaan) en onder de dakpannen kunnen broedvogels tot broeden komen. Er is een directe overlap met het werkgebied. Zonder voldoende voorzorg kunnen nesten worden verstoord en vernietigd (overtreding artikel 11 Flora- en faunawet). Voor broedvogels zijn de volgende maatregelen nodig om een overtreding te voorkomen: - rekening houden met het broedseizoen (in de periode half maart t/m half juli worden de meeste broedgevallen verwacht). Afhankelijk van het weer kan het broedseizoen eerder of later starten en langer doorgaan. Buiten deze periode is de kans op aanwezigheid van broedvogels erg klein; - Indien niet buiten het broedseizoen gewerkt kan worden, zijn (afhankelijk van het weer) controles op broedvogels noodzakelijk in de periode februari-september. Bij de aanwezigheid van een nest dient een verstoringsvrije zone te worden aangehouden, waarbinnen gedurende de periode van broeden niet wordt gewerkt. Dit dient door een ter zake kundige te worden bepaald. - Kap van bomen kan buiten het broedseizoen plaatsvinden. 4.3.2 Niet jaarrond beschermd categorie 5 Het ministerie van EZ heeft broedvogels onderscheiden die in principe niet jaarrond beschermd zijn, maar het ministerie verlangt wel een inventarisatie en de soorten zijn wel jaarrond beschermd als de ecologische omstandigheden dit rechtvaardigen (categorie 5). Blz. 7 van 10

De spreeuw is een soort van categorie 5 en deze soort kan onder de pannen van het woon- /winkelpand, in schoorstenen en andere nauwe ruimten tot broeden komen. Het plangebied is voor deze soort niet van ecologisch of economisch hoog belang, omdat het om hooguit enkele broedparen gaat. Bovendien zijn er in de omgeving voldoende alternatieve nestlocaties te vinden in andere panden en parken. De te verwachten soort is ook algemeen. Daarom wordt de spreeuw in deze niet als jaarrond beschermd gezien. Wel zijn nesten van alle broedvogels beschermd tijdens het broedseizoen (zie par. 4.2.2). 4.4 Vleermuizen Vleermuizen maken gebruik van kraam-, zomer-, paar- en winterverblijven en wisselen van verblijfplaats. Afhankelijk van de soort en de tijd van het jaar, verblijven ze in bomen, gebouwen, bruggen, bunkers etc. Vleermuizen maken gebruik van lijnvormige elementen als vlieg- en/of foerageerroute. Lijnvormige elementen zijn onder andere aaneengesloten bomenrijen en watergangen. Uit de literatuur blijkt dat soorten als de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis en watervleermuis in de omgeving voorkomen. Uit het veldbezoek blijkt dat gebouwbewonende vleermuizen kunnen worden verwacht in het plangebied. Voor het overzicht is voor vleermuizen een onderscheid gemaakt in verblijfplaats, vliegroute en foerageergebied. Verblijfplaatsen Door de voorgenomen sloop van het gebouw zijn negatieve effecten op verblijfplaatsen van vleermuizen niet uitgesloten. Onder de dakpannen, achter de loodslabben, in de spouwmuur en achter de houten boeiboorden kunnen de vleermuizen hun verblijfplaats hebben. Als gevolg van de sloopwerkzaamheden treedt er mogelijk verstoring van vleermuizen en vernietiging van verblijfplaatsen op waardoor een overtreding van artikel 11 plaatsvindt. Om vast te stellen of verblijfplaatsen aanwezig zijn in de bebouwing, is een aanvullend onderzoek naar vleermuizen nodig. Het onderzoek kan plaatsvinden door middel van twee veldbezoeken in de periode 15 augustus tot 1 oktober. Daarbij kunnen voldoende gegevens verzameld worden om paar- en zomerverblijven aan te tonen dan wel uit te sluiten. Onderzoek dient plaats te vinden conform het landelijk geldende vleermuisprotocol (versie 2013). Vliegroutes Binnen het plangebied zijn geen lijnvormige elementen aanwezig, die dienst kunnen doen als vliegroute. Negatieve effecten op vliegroutes van vleermuizen worden niet verwacht. Foerageergebied Binnen het plangebied zijn nagenoeg geen groenelementen en geen water, waardoor het matig geschikt is als foerageergebied voor vleermuizen. Negatieve effecten op essentieel foerageergebied van vleermuizen worden niet verwacht. Het woon-/winkelpand binnen het plangebied is geschikt als verblijfplaats voor gebouwbewonende vleermuizen. Nader onderzoek kan in het najaar plaatsvinden conform het vleermuisprotocol. De aanwezigheid van vliegroutes en essentieel foerageergebied van vleermuizen binnen het plangebied is uitgesloten. Blz. 8 van 10

5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Door het voornemen om het plangebied te herontwikkelen, waarbij de panden worden gesloopt, wordt mogelijk het leefgebied van beschermde soorten huismus, gierzwaluw, en gebouwbewonende vleermuizen verstoord of aangetast, waardoor de Flora- en faunawet wordt overtreden. Er is een directe overlap met het werkgebied, omdat de locaties waar de beschermde soorten voorkomen (de bebouwing en de bomen) worden gesloopt en gekapt. Er is mogelijk sprake van overtreding van artikel 11, namelijk het wegnemen en verstoren van leefgebied. Om hier achter te komen is aanvullend onderzoek nodig om te doorgronden of en waar zich verblijfplaatsen van huismus, gierzwaluw en gebouwbewonende vleermuizen bevinden. Nader onderzoek naar de broedvogels kan plaatsvinden in de broedperiode (voorjaar 2016) of door een controle met hoogwerker/ladder op nesten. Onderzoek naar paar- en zomerverblijven van vleermuizen kan plaatsvinden van 15 augustus tot 1 oktober. Voor algemene broedvogels is het mogelijk om verstoring te voorkomen door aanpassing van de werkwijze. Het aanvragen van een ontheffing om te werken in de broedtijd is volgens de interpretatie van het ministerie van EZ niet mogelijk. Indien de aanwezigheid van één of meer beschermde soorten is vastgesteld, is het vrijwel zeker nodig een ontheffingsaanvraag te doen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Deze aanvraag neemt gemiddeld vier maanden in beslag en dient te worden voorzien van een aanvraagformulier en een projectplan. Wanneer de vervolgonderzoeken worden uitgevoerd en indien nodig een ontheffing op de Flora- en faunawet wordt aangevraagd, worden er vanuit de Flora en faunawet geen belemmeringen voor de voorgenomen bestemmingswijziging voorzien. Blz. 9 van 10

6 LITERATUUR Algemeen Brief Dienst Regelingen 31 augustus 2009. Uitleg aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. Websites Algemeen Informatie over soorten met verspreiding; www.soortenbank.nl Waarnemingensite; Gebiedendatabase Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO, voorheen Dienst Regelingen); http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/ Soortendatabase Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO, voorheen Dienst Regelingen); http://www.minlnv.nederlandsesoorten.nl/ Blz. 10 van 10

Bijlage 1: Resultaten literatuuronderzoek en veldbezoek Projectnummer: 20150744 soortgroep mogelijk aanwezige soorten op grond van verspreiding en expert-judgement Project: toelichting (Bron) aangetroffen tijdens veldbezoek geschiktheid terrein overlap met ingreep? effecten maatregelen? ontheffing Ff-wet nodig? Flora Broedvogels jaarrond beschermd (cat. 1 t/m 4) Broedvogels niet jaarrond inventarisatie gewenst beschermd (cat. 5) Broedvogels (tijdens broedseizoen beschermd) Zoogdieren (vleermuizen) Zoogdieren (grondgebonden) Amfibieën en reptielen Steenbreek-, tongvaren, zwartsteel, klein glaskruid, gele helmbloem, klokjes, Gierzwaluw, huismus Pimpelmees, koolmees, ekster, zwarte kraai, spreeuw Merel, tortelduif, houtduif, winterkoning etc. Gewone-, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, watervleermuis, rosse vleermuis beschermde soorten verwacht i.v.m. stedelijke ligging beschermde soorten verwacht vleermuisonderzoek uitgevoerd Ongeschikt, geen vochtige muurtjes met juiste mortel samenstelling. Tuin is geheel verhard met puin en het trottoir aan de straatzijde is vrij nieuw. Bebouwing geschikt als nestgelegenheid voor zowel huismus als gierzwaluw Wegens ontbreken struweel en nestkastjes ongeschikt voor kool- en pimpelmees. Bomen in het plangebied te klein en slecht ontwikkeld voor nesten van ekster en zwarte kraai. Bebouwing mogelijk geschikt voor spreeuw Mogelijk geschikte nestgelegenheid in de bomen of in een rustig hoekje in de tuin voor bijvoorbeeld roodborst. Mogelijk toegankelijke spouw en geschikte ruimte onder de pannen en loodslabben, ook wat scheuren in de muren. Ongeschikt door ligging in bebouwde kom Ongeschikt door ligging in bebouwde kom Nee Nee Ja Mogelijk voor spreeuw Ja bij sloop Ja bij sloop Verstoring, vernietiging van nesten of verdwijnen nestlocatie (art 11) Verstoring, vernietiging van nesten of verdwijnen nestlocatie (art 11) Verstoring, vernietiging van nesten of verdwijnen nestlocatie (art 11) Verstoring/vernietiging vast rust- of verblijfplaatsen (art 11) Nader onderzoek naar aanwezigheid huismus en gierzwaluw Alle werkzaamheden buiten broedseizoen uitvoeren Alle werkzaamheden buiten broedseizoen uitvoeren Nader onderzoek naar aanwezigheid van vleermuizen Mogelijk Nee, mits buiten broedseizoen gewerkt wordt Nee, mits buiten broedseizoen gewerkt wordt Mogelijk - Nee - Nee Vissen watergang Ongeschikt door ontbreken oppervlaktewater - Nee Vlinders, libellen en overige ongewervelden geschikt biotoop Ongeschikt door ligging in bebouwde kom - Nee