PROVINCIE FLEVOLAND n Provinciaal Blad 2011/30 Nummer 1113916 Schrappen subsidieplafonds per gemeente in de beleidsregel Stimulering Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Woningbouw Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht bekend dat Gedeputeerde Staten in hun vergadering van 25 oktober 2011 onder nr. 1221520 het volgende besluit hebben genomen: Gedeputeerde Staten van Flevoland, Overwegende dat: door het ministerie van VROM aan de provincie een bedrag beschikbaar is gesteld voor het stimuleren van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap in de woningbouw; Gedeputeerde Staten van Flevoland verantwoordelijk zyn voor toedeling van deze middelen; toedeling van deze middelen door Gedeputeerde Staten plaats kan vinden door middel van subsidiëring op grond van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2006; sinds 2009 een beleidsregel is vastgesteld voor de toedeling van deze middelen waarin onder meer inhoudelijke criteria worden vermeld waaraan aanvragen om subsidie moeten voldoen en waarin een subsidieplafond per gemeente is vastgesteld; het wenselijk is de genoemde beleidsregel te wjjzigen om te stimuleren dat zoveel mogelyk collectieven voor particulier opdrachtgeverschap in de woningbouw kunnen worden ondersteund; gebleken is dat niet in alle gemeenten collectieven van particuliere opdrachtgevers ontstaan en dat middelen gereserveerd voor sommige gemeenten daardoor onbenut blijven, terwijl elders wel collectieven actief zijn, die niet in aanmerking komen voor subsidie, omdat het subsidieplafond voor de betreffende gemeente al is bereikt, gelet op artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2006;
Provinciaal Blad 2 BESLUITEN: Vast te stellen de volgende, gewijzigde: BELEIDSREGEL STIMULERING COLLECTIEF PARTICULIER OPDRACHTGEVERSCHAP WONINGBOUW Artikel 1. Begripsbepalingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. CPO: collectief particulier opdrachtgeverschap; b. Collectief particulier opdrachtgeverschap: de situatie dat een groep van particulieren zich verenigt in een rechtspersoon zonder winstoogmerk, en volledige privaatrechtelijke zeggenschap heeft over en verantwoordelijkheid draagt voor het gebruik van een kavel en daarop (koop)woningen laat ontwerpen en bouwen voor eigen gebruik door de aangesloten teden of deelnemers; c. CPO-groep: een groep van natuurlijke personen die georganiseerd is in een rechtspersoon en door middel van CPO een woningbouwprqject wil realiseren; d. CPO-prqject: een woningbouwprqject dat door middel van CPO wordt gerealiseerd; e. Planfase: de fase van een CPO-prqject die duurt vanaf het initiatief om te komen tot de oprichting van een CPO-groep tot aan het verlenen van een bouwvergunning aan de CPO-groep voor het door die groep geïnitieerde CPO-prqject; f. Startdatum CPO-prqject: de datum waarop de by sub c genoemde rechtspersoon formeel is opgericht en een aanvang kan worden gemaakt met de planvorming. g. Einddatum CPO-prqject: de datum waarop door het College van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente de definitieve bouwvergunning voor het CPO-prqject is verleend. Artikel 2. Doel van deze beleidsregel Deze beleidsregel heeft tot doel te stimuleren dat een woningbouwprqject door middel van collectief particulier opdrachtgeverschap wordt gerealiseerd door CPO-groepen. Artikel 3. Criteria waaraan aanvragen om subsidie moeten voldoen O Een aanvraag om subsidie dient aan de volgende criteria te voldoen: a. De voorwaarden zoals die gesteld zjjn in de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2006; b. De aanvraag dient te worden ingediend door de gemeente waarin het CPO-prqject wordt gerealiseerd; c. By' de aanvraag dient een inschatting te worden gegeven over de einddatum van het CPOprqject. Deze einddatum moet liggen binnen twee jaar na de datum van de subsidie-aanvraag voor het desbetreffende CPO-prqject; d. Bij de aanvraag dient de bouwlocatie te worden aangegeven waarop het CPO-prqject zal worden gerealiseerd; e. Bij de aanvraag dient het aantal woningen te worden vermeld dat op de bouwlocatie wordt gerealiseerd door de CPO-groep. Aanvragen die betrekking hebben op minder dan 5 woningen worden niet in behandeling genomen; tenzjj het een aanvraag betreft van minimaal 3 woningen gecombineerd met andere functies waarbij het om wonen boven winkels en/of voorzieningen gaat; f. Bij de aanvraag dient te worden aangeven op welke deskundigheid door de CPO-groep een beroep wordt gedaan voor de begeleiding bij de oprichting van de rechtspersoon en de planvorming. g. Bij de aanvraag dienen de statuten en/of de oprichtingsakte te worden overlegd, waaruit blijkt dat het collectief zich heeft verenigd in een rechtspersoon.
PROVINCIE FLEVOLAND ProvinciaalBiad 3 Artikel 4. Subsidiabele activiteiten Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor: a. De kosten gemoeid met het opstellen van plannen en werven van deelnemers leidend tot het oprichten van een rechtspersoon en de kosten samenhangend met de oprichting zelf, zoals notariskosten; b. Het inhuren door de CPO-groep van een of meer onafhankelijke externe deskundigen voor coördinatie en procesbegeleiding bij het voorbereiden en opstellen van een collectief bouwplan. Het subsidiëren van ontwerpwerkzaamheden en reguliere advieskosten samenhangend met bouwplanontwikkeling wordt hier expliciet uitgesloten. Artikel 5. Hoogte subsidie en bevoorschotting 1. Per woning die in het kader van een CPO-prqject wordt gerealiseerd wordt een subsidie toegekend van 3.000,- met dien verstande dat de maximale subsidie voor een CPO-prqject als geheel niet meer bedraagt dan maximaal 30.000,-; 2. Bjj het bepalen van de hoogte van de subsidie worden de kosten die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in redelijkheid niet als noodzakelyk kunnen worden beschouwd voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteit(en) buiten beschouwing gelaten. 3. Gedeputeerde Staten bepalen in de beschikking tot subsidieverlening dat bevoorschotting plaatsvindt tot een bedrag van 90% van het maximaal toegekende subsidiebedrag. Artikel 6. Subsidieplafond Het subsidieplafond voor deze beleidsregel bedraagt met ingang van 1 augustus 2011 143.200, zijnde het oorspronkelijk door het Ministerie van VROM toegekende bedrag minus alle tot en met 31 juli 2011 verleende subsidies. Artikel 7. Inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst. Artikel 8. Citeertitel Deze beleidsregel wordt aangehaald als : Beleidsregel stimulering CPO woningbouw. Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 25 oktober 2011 Gedeputeerde Staten van Flevoland, T. van der Wal, secretaris L. Verbeek, voorzitter Uitgegeven op: 27 oktober 2011 De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland
Provinciaal Blad 4 TOELICHTING BELEIDSREGEL STIMULERING PARTICULIER OPDRACHTGEVERSCHAP WONINGBOUW De provincie Flevoland heeft van het Ministerie van VROM eenmalig een bedrag van 315.394,- ontvangen om collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) binnen de provincie te stimuleren. Dit bedrag is dus bedoeld voor alle gemeenten in de provincie. De provincie verdeelt het budget. Het ontvangen bedrag is van dusdanige omvang dat gestreefd is naar een eenvoudige verdeelwyze die zo min mogelijk administratieve lasten met zich meebrengt en binnen afzienbare termjjn kan worden afgerond. Subsidiabele kosten van CPO De bijzondere kosten voor CPO ten opzichte van reguliere bouwprqjecten liggen vooral bij het bijeen brengen en houden van een groep personen en het gezamenlijk komen tot een bouwplan. Om de kans van slagen van een CPO-prqject te vergroten is hierin professionele ondersteuning gewenst. De subsidie wordt daarom voor deze meerkosten verleend. Bij de professionele ondersteuning gaat het om een zakelijke relatie tussen de CPO groep en de ondersteuner. Mocht er onverhoopt een breuk tussen de CPO groep en de ondersteuner komen, dan kan in dat geval het CPO prqject van de desbetreffende CPO groep verdere doorgang vinden met een andere ondersteuner. Maximum 30.000,-- per CPO prqject Landelijk liggen deze meerkosten rond de 3.000,- é 5.000,- per woning. Landelijk gezien wordt een prqject pas als CPO prqject beschouwd als deze 5 of meer woningen omvat. De meerkosten per woning zijn geringer als de groep groter wordt. Boven de 20 woningen nemen de meerkosten niet meer zo veel toe. Op verzoek van Almere wordt ook de mogelijkheid geboden voor prqjecten van 3 of meer woningen mits deze worden gecombineerd met de realisatie van andere functies. Het gaat dan om wonen boven winkels/voorzieningen. Mede gelet op het totaal beschikbare budget en het doel om meerdere CPO-prqjecten te ondersteunen, wordt subsidie verstrekt van 3.000,- per deelnemende woning, met een maximum subsidie van 30.000,-. ^ j. Subsidie aanvraag door gemeenten, gemeenten sluizen subsidie door aan CPO groep P? De gemeenten hebben het beste zicht op de kans van slagen van een CPO-prqject. De gemeenten ^ onderhouden het contact met de CPO-groep. De gemeenten weten of er een bouwlocatie voor het =^ prqject beschikbaar is en of het verlenen van een bouwvergunning binnen afzienbare termyn in de rede ligt. Iedere gemeente stelt bepaalde eisen aan CPO-prqjecten. Daarom moeten de aanvragen voor een CPO-prqject door de gemeenten worden ingediend. Als een gemeente subsidie ontvangt, mag de subsidie alleen voor dat CPO-prqject worden ingezet. Dat wii zeggen dat de gemeente de subsidie aan de desbetreffende CPO-groep doorsluist. Voor de subsidieaanvraag is een formulier opgesteld, (fi^ Overeenkomstig de Algemene Subsidieverordening beslissen Gedeputeerde Staten binnen 13 weken, - ^ na ontvangst van de complete subsidieaanvraag. u Eén subsidieplafond voor de gehele regeling In deze beleidsregel was oorspronkelijk geregeld dat het totaal beschikbare budget werd verdeeld ' Cf^" over de zes Flevolandse gemeenten, opdat in alle gemeenten CPO kon worden gestimuleerd. Twee ^> jaar na het van kracht worden van deze beleidsregel zyn er geen CPO-groepen actief in Dronten of Urk, terwyl in Zeewolde groepen actief zijn die niet meer voor subsidie in aanmerking komen, omdat het subsidieplafond voor die gemeente met de eerste aanvraag al bijna was bereikt. Daarom ft is de belangrijkste wijziging in deze beleidsregel dat de subsidieplafonds per gemeente worden geschrapt. (Q
PROVINCIE FLEVOLAND ProvinciaalBiad 5 Artikel 6, lid 2, bood het college van gedeputeerde staten de mogelijkheid na verloop van minimaal eenjaar de middelen te herverdelen over de gemeenten, als zou blyken dat er in sommige gemeenten geen beroep op werd gedaan. Dit artikel regelde dat de nieuwe verdeling zou worden gemaakt op basis van de meest kansrijke prqjecten. Na tweejaar ervaring met deze regeling is echter duidelijk dat het risico bestaat dat een nieuwe verdeling van middelen over de gemeenten opnieuw leidt tot nieuwe onevenwichtigheden. Daarom regelt de gewijzigde beleidsregel dat een subsidieplafond wordt vastgesteld voor de totale beleidsregel en dat aanvragen vanaf 1 augustus 2011 zullen worden afgehandeld in volgorde van binnenkomst. Voor de totale beleidsregel geldt dat de verdeling van de subsidie plaats vindt op basis van 'wie het eerst komt, het eerst maalt'. Als meerdere aanvragen gelijktijdig worden ingediend en het subsidieplafond wordt overschreden, dan wordt de verdeling als volgt bepaald: - per aanvraag wordt het maximale subsidiebedrag bepaald; - vervolgens wordt het 'subsidieplafond minus eventuele reeds eerder toegekende bedragen' naar rato van die maximale subsidiebedragen verdeeld. De uitkomst daarvan geeft het toe te kennen subsidiebedrag per CPO-aanvraag. Voorschot maximaal 90% Gelet op de Algemene subsidieverordening kan een voorschot worden toegekend van 75% en in bijzondere gevallen van 90%. De deelnemers aan een CPO-groep moeten voor het verkrijgen van een hypotheek vaak over een bouwaanvraag beschikken. Voor het einde van het CPO prqject (dat is als de bouwvergunning is verleend) zyn de kosten voor het doen van de bouwaanvraag dus al gemaakt. Daarom worden er voor CPO voorschotten van 90% verstrekt. Vaststelling subsidie kan met bouwvergunning en financieel verslag Het CPO prqject eindigt bjj het verlenen van de bouwvergunning. Overeenkomstig de Algemene Subsidieverordening moet de gemeente uiterlijk binnen 18 weken na verlening van de bouwvergunning een verzoek om vaststelling van de subsidie indienen. Voor het doen van een verzoek tot vaststelling is het volgende nodig: 1. Verzoek van de gemeente om tot vaststelling over te gaan. 2. Inhoudelijk verslag: a. Een kopie van de bouwaanvraag. b. Als de CPO groep uiteindelijk niet tot een bouwaanvraag is gekomen, moet aangegeven worden welke werkzaamheden zjjn verricht en welk deel hiervan subsidiabel is. 3. Financieel verslag: a. De indeling van dit verslag komt overeen met de begroting die bij de subsidieaanvraag was =^ gevoegd. In ieder geval bevat dit een opgave van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten. b. Als het subsidiebedrag meer dan 25.000,- bedraagt, is daarnaast een accountantsverklaring vereist. u Aan het vereiste van een accountantsverklaring kan als volgt invulling worden gegeven: - Aparte accountantsverklaring specifiek voor het CPO prqject. - Een accountantsverklaring die bij de financiëlejaarrekening wordt afgegeven. In dejaarrekening moet dan wel het betreffende CPO prqject herkenbaar terug te vinden zyn. Verder zal in de accountantsverklaring bij diejaarrekening vermeld moeten worden dat aan de subsidievoorwaarden van deze beleidsregel Stimulering CPO Woningbouw is voldaan. Als dejaarrekening niet binnen 18 maanden na het verlenen van de bouwvergunning beschikbaar is, kan bij het verzoek om vaststelling van de subsidie worden verzocht om uitstel voor dit onderdeel van het financiële verslag. De subsidievaststelling vindt dan plaats na ontvangst van het de accountantsverklaring en het relevante onderdeel van dejaarrekening. Overeenkomstig de Algemene Subsidieverordening beslissen Gedeputeerde Staten binnen 13 weken na ontvangst van het complete verzoek tot vaststelling.