Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2012 vastgesteld op 1.456,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) per genoemde datum eveneens wijzigen. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de aan het netto minimumloon gerelateerde bijstandsnormen en grondslagen IOAW en IOAZ. De wijziging van de WWB-normen vindt van rechtswege plaats. Van de definitieve nieuwe bedragen wordt, namens de staatssecretaris, door de directeur Inkomensverzekeringen en Voorzieningen mededeling gedaan in de Staatscourant. Ook de definitieve besluiten tot wijziging van de overige bedragen zullen binnenkort in de Staatscourant worden gepubliceerd. In bijlage I zijn de bijstandsnormen opgenomen zoals deze per 1 juli 2012 zullen gelden. Bij de berekening van de bedragen is rekening gehouden met de afbouw van de algemene heffingskorting in het referentieminimumloon per 1 juli 2012. In de bijstandsnormen is 5% vakantietoeslag begrepen. De berekening van de bijstandsnormen per maand voor een gezin, een alleenstaande ouder en een alleenstaande van 21 tot 65 jaar is weergegeven in bijlage II. De netto in de IOAW en de IOAZ genoemde bedragen, die uitgangspunt vormen voor de grondslagen staan in bijlage III en de grondslagen ingevolge de IOAW en de IOAZ in bijlage IV. In bijlage V staan de formules en percentages behorende bij paragraaf 6 (vakantietoeslag) van de Regeling WWB voor 2012. In bijlage VI worden de bedragen vermeld genoemd in de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004. 1. Huishoudinkomenstoets Er is wetgeving aanhangig bij de Tweede Kamer om de huishoudinkomenstoets terug te draaien (Kamerstuknummer 33 277). In deze normenbrief wordt uitgegaan van de huidige situatie, omdat het wetsvoorstel nog niet is aanvaard door het parlement. 2. De Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK) Het overgangsrecht met betrekking tot de WWIK loopt af per 1 juli 2012. Dit betekent dat deze normenbrief geen bedragen van de WWIK meer bevat. 3. Toetsingsinkomens IOAW Door de verhoging van het bruto minimumloon per 1 juli 2012 dienen de toetsingsinkomens van IOAW-gerechtigden eveneens te worden aangepast. Deze aanpassing is gelijk aan de procentuele stijging van het bruto minimumloon, te weten 0,66 %.
Bijlage I Overzicht van de bedragen genoemd in de Wet werk en bijstand en het Bbz 2004 per 1 juli 2012. (art. 20, eerste lid) - alleenstaande, indien hij 18, 19 of 20 jaar is - alleenstaande, indien hij 21 jaar of ouder is (art. 20, tweede lid) - alleenstaande ouder, indien hij 18, 19 of 20 jaar is - alleenstaande ouder, indien hij 21 jaar of ouder is 1-7-2012 1-1-2012 230,98 668,44 498,35 935,81 230,91 668,21 498,19 935,49 (art. 21) - gezin, allen jonger dan 65 jaar - gezin, met twee meerderjarige personen van 18, 19 of 20 jaar - Zonder ten laste komende kinderen - Met ten laste komende kinderen - een gezin dat uit twee meerderjarige personen bestaat, waarvan een persoon 18, 19 of 20 jaar is en waarvan de andere persoon 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar is - Zonder ten laste komende kinderen - Met ten laste komende kinderen - een gezin dat uit drie meerderjarige personen bestaat, waarvan twee personen 18, 19 of 20 jaar zijn en waarvan een persoon 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar is zonder ten laste komende kinderen. 1.336,87 461,96 729,33 899,42 1.166,79 1.130,40 1.336,42 461,82 729,10 899,12 1.166,40 1.130,03 Belanghebbenden van 65 jaar of ouder (art. 22) - alleenstaande 1.026,66 1.026,35 - alleenstaande ouder 1.291,99 1.291,60 - gezin, waarvan een of meer 65 jaar of ouder 1.413,13 1.412,71 Maximale toeslag (art. 25, tweede lid) 267,37 267,28 Verblijf in een inrichting (art. 23, eerste lid) - alleenstaande of alleenstaande ouder 296,35 296,26 - alle meerderjarige gezinsleden 460,93 460,79 NB. De hierboven genoemde bedragen zijn inclusief vakantietoeslag. Deze bedraagt van de betreffende bijstandsnorm c.q. toeslag (art. 19, derde lid): 5% 5% Verhoging genoemd in artikel 23, tweede lid, (premie Zorgverzekeringswet) - alleenstaande 49,= 49,= - gehuwden 93,= 93,= Niet tot de middelen te rekenen bedragen (art. 31, tweede lid) Bedrag in onderdeel h (nieuw) premie in kader van voorziening gericht op arbeidsinschakeling (onderdeel j) maximaal vrijlatingsbedrag (onderdeel r) (nieuw) 827,= 2.292,= 120,23 827,= 2.288,= 120,00 Onkostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk bedoeld in onderdeel k - bedrag per maand ten hoogste 95,= 95,= - maximum bedrag per jaar 764,= 764,= - bedrag per maand ten hoogste 150,= 150,= - maximum bedrag per jaar 1.500,= 1.500,= maximaal vrij te laten inkomsten uit arbeid (onderdeel n) 192,= 192,= Netto uitkomst van 80% van het bruto minimumloon (art 4 en 32) nieuw 1.065,79 1.059,49
1-7-2012 1-1-2012 Buiten beschouwing te laten particuliere oudedagsvoorziening (art. 33, vijfde lid) - alleenstaande, alleenstaande ouder en elk gezinslid ouder dan 65 jaar 18,80 18,80 Buiten beschouwing te laten vermogen (art. 34, tweede en derde lid) in de woning gebonden vermogen voor zover dit minder bedraagt dan 48.000,= 48.000,= vermogensgrenzen - alleenstaande 5.685,= 5.685,= - alleenstaande ouder 11.370,= 11.370,= - gehuwden 11.370,= 11.370,= Drempelbedrag bijzondere bijstand (art. 35, tweede lid) 125,= 125,= II. Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b 178.431,= 178.431,= bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel b 42.459,= 42.459,= bedrag genoemd in artikel 3, tweede lid 124.902,= 124.902,= percentage genoemd in artikel 6, tweede lid 19,0% 19,0% Percentage genoemd in artikel 15, onderdeel a maximale geldlening (art. 20, eerste lid) 8,0% 185.402,= 8,0% 185.402,= Bedrijfskapitaal om niet aan gevestigde zelfstandige (art. 22) 9.270,= 9.270,= Bedrijfskapitaal aan beginnende zelfstandige (art. 24) 34.134,= 34.134,= Inkomenseis oudere zelfstandige (art. 25) 7.363,= 7.363,= Bijstand voor bedrijfskapitaal oudere zelfstandigen (art. 26) 9.270,= 9.270,= Over de bijstand verschuldigde loonbelasting, premies volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw gedurende het jaar 2012 heffings- proc. bijdrage percentage 1) Zvw 2) a. personen van 65 jaar en ouder 0,0% 5,26% b. personen als bedoeld in de artikel 20, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, 0,0% 7,10% onderdeel a, artikel 21, tweede lid, onderdeel a en artikel 23, eerste en tweede lid van de Wet werk en bijstand c. overige personen 24,7% 9,01% bij onbelaste uitkeringen (o.a. krediethypotheek) - personen jonger dan 65 jaar 0,0% 0,00% - personen van 65 jaar en ouder 0,0% 0,00% 1) het heffingspercentage dient te worden toegepast op de netto bijstand vermeerderd met de procentuele bijdrage Zvw 2) de procentuele bijdrage Zvw dient te worden berekend over de netto bijstandsuitkering
Bijlage 1a Rekenvoorschrift voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen aan het eind van het jaar 2012. Overzicht met toe te passen percentages en bedragen voor bijstandsgerechtigden: jonger dan 65 jaar van 65 jaar en ouder A Loonheffingskorting *) 2.033 gehuwden 1.696 alleenstaanden 2.125 B C Tariefpercentage 1e schijf van het schijventarief Tariefpercentage 1e schijf van het schijventarief na correctie arbeidskorting 33,10% 15,20% 31,228% 14,340% D Bruteringspercentage bijstand 54,92% 19,05% E Bruteringspercentage bijstand waarover geen Zvw is verschuldigd (bijvoorbeeld kinderalimentatie) 49,48% 17,92% F G Bruteringsfactor bijdrage-inkomen Zvw Inkomensafhankelijke Zvwbijdrage 1,0000 1,053 7,10% 5,00% H Vergoeding Zvw-bijdrage 7,10% n.v.t J K Bijdrage en vergoeding Zvw over andere looninkomsten Maximum bijdrage-inkomen Zvw per jaar 7,10% 7,10% 50.064 50.064 *) De loonheffingskorting wordt in aanmerking genomen voorzover die nog niet bij een andere inhoudingsplichtige te gelde is gemaakt.
Bijlage II I. Berekening van het nettominimumloon als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand per 1 juli 2012 A. Bruto en netto minimumloon inclusief vakantieuitkering 1.572,70 af: inkomensafhankelijke bijdrage Zvw 7,10% 111,66 premie Awf 0,00% 0,00 loonheffing 235,83 bij: verg. ink.afh. bijdrage Zvw 111,66 235,83 netto minimumloon ex art. 37, eerste lid, WWB 1.336,87 Voor de berekening van de in de bijstandsnorm begrepen vakantie-uitkering wordt het bruto-netto traject tweemaal doorlopen. Eenmaal inclusief vakantie-uitkering en eenmaal exclusief vakantieuitkering. Het verschil is de in het nettominimumloon begrepen vakantieuitkering B. Bruto en netto minimumloon exclusief vakantieuitkering Bruto minimumloon 1.456,20 af: inkomensafhankelijke bijdrage Zvw 7,10% 103,39 premie Awf 0,0% 0,00 loonheffing 185,00 bij: verg. ink.afh. bijdrage Zvw 103,39 185,00 netto minimumloon 1.271,20 *In netto minimumloon begrepen netto vakantie-uitkering is 1.336,87-1.271,20= 65,67 II. Berekening van de bijstandsnorm per maand voor gehuwden, een alleenstaande ouder en een alleenstaande van 21 tot 65 jaar per 1 juli 2012 Gezin, allen jonger dan 65 jaar = 1.336,87 hierin begrepen vakantietoeslag: 5% *) van 1.336,87 = 66,84 alleenstaande ouder 21 jaar of ouder 70%van 1.336,87 = 935,81 hierin begrepen vakantietoeslag: 5% *) van 935,81 = 46,79 alleenstaande 21 jaar of ouder 50%van 1.336,87 = 668,44 hierin begrepen vakantietoeslag: 5% *) van 668,44 = 33,42 *) Het percentage, genoemd in artikel 19, derde lid, geeft de verhouding weer tussen de netto aanspraak op vakantietoeslag en het maandloon inclusief vakantietoeslag die bij het netto minimumloon bestaat. 65,67 / 1.336,87= 5% (afgerond)
Bijlage III Wijziging van de netto bedragen genoemd in de IOAW en de IOAZ per 1 juli 2012 (voor grondslagen zie bijlage IV) 1-7-2012 1-1-2012 IOAW netto bedragen genoemd in artikel 5 van de IOAW voor: werkloze werknemer en de echtgenoot, beiden 21 jaar of ouder 668,44 668,21 alleenstaande werkl. werkn. van 21 jaar of ouder met een of meer kinderen 1.203,18 1.202,78 alleenstaande werkl. werkn. van 21 jaar of ouder zonder kinderen - van 23 jaar of ouder 935,81 935,49 - van 22 jaar 774,46 770,04 - van 21 jaar 679,54 676,10 alleenstaande werkl. werkn. jonger dan 21 jaar met een of meer kinderen - alleenstaand 1.167,64 1.165,05 - thuisinwonend 875,06 873,02 alleenstaande jonger dan 21 jaar zonder kinderen, alleenwonend 648,69 647,25 alleenstaande jonger dan 21 jaar, thuisinwonend 356,11 355,22 IOAZ netto bedragen genoemd in artikel 5, vijfde lid, van de IOAZ voor: gewezen zelfstandige en de echtgenoot 668,44 668,21 alleenstaande gewezen zelfstandige met een of meer kinderen 1.203,18 1.202,78 alleenstaande gewezen zelfstandige zonder kinderen 935,81 935,49
Bijlage IV Grondslagen als bedoeld in artikel 5 van de IOAW en de IOAZ per 1 juli 2012 IOAW 1-7-2012 1-1-2012 werkloze werknemer en de echtgenoot met of zonder kinderen 1.544,94 1.544,46 alleenst. werkl. werkn. van 21 jaar of ouder met een of meer kind. 1.494,58 1.494,16 alleenstaande werkl. werkn. van 21 jaar of ouder zonder kinderen - van 23 jaar of ouder 1.186,28 1.185,96 - van 22 jaar 936,45 928,83 - van 21 jaar 788,49 783,42 alleenstaande werkl. werkn. jonger dan 21 jaar met een of meer kinderen - alleenstaand 1.422,82 1.418,63 - thuisinwonend 969,42 967,32 alleenstaande jonger dan 21 jaar zonder kinderen, alleenwonend 741,49 738,46 alleenstaande jonger dan 21 jaar, thuisinwonend 356,11 355,22 Vrij te laten bedrag conform art.8, vijfde lid IOAW (nieuw) 203,15 201,03 vrij te laten bedragen genoemd in het Inkomensbesluit - maximale vrijlating 295,06 295,06 - premie in het kader van voorziening gericht op arbeidsinschakeling 2.292,= 2.288,= - kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk per maand 95,= 95,= per jaar 764,= 764,= idem, in kader van voorziening gericht op arbeidsinschakeling - bedrag per maand ten hoogste 150,= 150,= - maximum bedrag per jaar 1.500,= 1.500,= IOAZ gewezen zelfstandige en de echtgenoot 1.544,94 1.544,46 alleenstaande gewezen zelfstandige met een of meer kinderen 1.494,58 1.494,16 alleenstaande gewezen zelfstandige zonder kinderen 1.186,28 1.185,96 bedrag genoemd in artikel 5, tweede lid, 2º 21.144,= 20.866,= bedrag genoemd in art. 5, tweede lid, 3º en derde lid, 2º 21.365,= 21.248,= buiten beschouwing te laten vermogen (art. 8, tweede lid) 124.902,= 124.902,= bedrag genoemd in artikel 5, eerste lid van de Regeling vermogenswaardering IOAZ (art. 5, eerste lid) 116.503,= 116.283,= Maximale vrijlating (art. 8, derde lid) 295,06 295,06 Vrij te laten bedrag conform art. 8, negende lid (nieuw) 203,15 201,03 Correctiepercentage IOAW en IOAZ Vereveningsbijdrage 0,00% 0,00% hierbij geldt een franchise per maand van 1.435,75 1.435,75
Bijlage V Formules en percentages genoemd in paragraaf 6 (Vakantietoeslag) van de Regeling WWB voor het jaar 2012 Artikel 11. Vakantieaanspraak voor personen jonger dan 65 jaar met inkomen uit tegenwoordige arbeid bij een netto inkomen per maand gelijk aan of meer dan en minder dan bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag 0,00 467,00 8,00% x ink 467,00 506,57 5,17% x ink 506,57 615,62 7,76% x ink - 13,15 615,62 1163,74 6,56% x ink - 5,73 1163,74 5,59% x ink - 4,88 Artikel 12. Vakantieaanspraak voor personen jonger dan 65 jaar met inkomen uit vroegere arbeid bij een netto inkomen per maand gelijk aan of meer dan en minder dan bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag 0,00 442,52 8,00% x ink 442,52 477,90 5,17% x ink 477,90 1051,82 8,00% x ink - 13,56 1051,82 6,82% x ink - 11,57 Artikel 13. Vakantieaanspraak voor personen jonger dan 65 jaar voor wie bij het in aanmerking te nemen netto inkomen geen rekening is gehouden met de algemene heffingskorting bij een netto inkomen per maand gelijk aan of meer dan en minder dan bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag 0,00 882,40 8,00% x ink 882,40 6,83% x ink Artikel 14. Vakantieaanspraak voor personen van 65 jaar of ouder 1. Indien het inkomen bestaat uit een gekort AOW-pensioen bedraagt de daarbij behorende de aanspraak op vakantie-uitkering voor: a. een alleenstaande 5,81% x ink b. een alleenstaande ouder, indien - het inkomen 1022,10 of meer bedraagt 5,91% x ink - 10,45 - het inkomen lager is dan 1.022,10 4,94% x ink c. gehuwden, beide partners 65 jaar of ouder 6,05% x ink d. gehuwden, één partner jonger dan 65 jaar, indien - het inkomen 814,54 of meer bedraagt 6,06% x ink - 8,10 - het inkomen lager is dan 814,54 6,05% x ink 2. Indien naast de gekorte AOW sprake is van een ander inkomen dat recht geeft op vakantietoeslag bedraagt de aanspraak op die vakantietoeslag 8,00%
Bedragen genoemd in de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 in 2012. Bijlage VI 1-7-2012 1-1-2012 Artikel 5, eerste lid Vergoeding per besluit op een aanvraag van ondernemers in de binnenvaart om verlening van bijstand (art. 56, eerste lid, onderdeel a, Bbz 2004) 298,- 298,= Artikel 5, tweede lid - onderdeel a voor een uitgebreid rapport betrekking hebbend op bijstandverlening aan een startende of reeds gevestigde zelfstandige 2.926,- 2.926,= voor een verkort rapport betrekking hebbend op bijstandsverlening aan een startende of reeds gevestigde zelfstandige 1.730,- 1.730,= - onderdeel b voor een rapport betrekking hebbend op bijstandsverlening aan een oudere of een beëindigende zelfstandige of een nader of vervolgrapport betrekking hebbend op bijstandsverlening aan een zelfstandige 1.063,- 1.063,=