3 juli 2016 Franz-Joseph, zojuist heb je officieel afscheid genomen als gemeentepredikant met de plechtige woorden uit het dienstboek van onze landelijke kerk. In de diverse gelederen van onze gemeente heb je ook al veel afscheid genomen. Zoals in de wijken en dorpskernen, al of niet met een etentje. Op je afscheidsfeest vorige week ben je toegesproken, toegezongen en toegejuicht. Ook hebben we droefheid en dankbaarheid gedeeld. Droefheid omdat afscheid nu eenmaal pijn doet en omdat jouw Arjan er niet meer is. Blijdschap omdat je onder ons blijft wonen. Wat valt er nog meer te zeggen? Maar bij het scheiden van de markt lijkt het me goed om ook nog even zakelijk te zijn. Een eindafrekening. Heb je aan onze verwachtingen voldaan? Daarvoor grijp ik even terug naar de profielschets van de predikant die wij zochten per advertentie in het landelijke kerkblad 16 jaar geleden. Daarin staat: In het bezit zijn van een geldig rijbewijs. Die punten heb je in ieder geval al binnen. Gelukkig had je ook een eigen auto. Dat is natuurlijk essentieel in onze uitgestrekte gemeente. Misschien is de toekomst wel een rijdende pastorie met een soort SRV dominee in een gevechtswagen tegen ontkerkelijking en ketterij. 1
Een tweede opvallende eis was: Kan de eigen geloofsbeleving relativeren. Je kwam uit een Katholiek nest en ging na de Pedagogische Academie theologie studeren aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen met dogmatiek en ethiek als afstudeerrichting. Tijdens die studie koos je er voor om over te gaan naar de Nederlands Hervormde Kerk. Je kerkelijke opleiding volgde je aan de Universiteit van Amsterdam waar je later (in 1995) promoveerde op het werk van de Afro-Amerikaanse schrijver James Baldwin. In je sollicitatiebrief schreef je dat je overgang naar de Hervormde Kerk was ingegeven door o.a. de leertucht, maar ook de ambtstheologie-het uitsluiten van vrouwen, verplicht celibaat- en de sacramentstheologie. Als doorleefd en degelijk systematisch theoloog (met ook nog een diploma van de pedagogische academie op zak) heb je je, moet ik zeggen, moedig staande gehouden in onze mengelmoes van vrome gelovigen, vrijzinnigen, halve heidenen en overige dwaallichten. Je liet altijd een kritisch en vernieuwend geluid van de kansel horen. Je zette ons meestal ook op een ander been, buiten de waan van de dag. Je wist in dat opzicht je schaapjes theologisch en ethisch kundig te weiden. In je brief schreef je: ik ben ook erg een leraar Dat was je. Dat hebben we geweten. En daarom paste de zwarte toga je ook zo goed. We kunnen je moeilijk voorstellen in een fantasie liturgisch gewaad. Zelf geef je toe dat je in de 16 jaar bij ons toch ook vrijzinniger 2
bent geworden. Je had gelukkig een scherp oog en oor voor wat er in de wereld om je heen gebeurde en veranderde. Daar leed je ook onder. Een derde eis was: Oecumenische gezindheid, toegespitst op de situatie in Venlo, bij voorbeeld met betrekking tot gemengde huwelijken en de relatie met de Rooms Katholieke Kerk. Hierop scoor je ook heel wat punten. Je hebt veel bijgedragen aan de plaatselijke Raad van Kerken, oecumenische diensten en vespers. En niet te vergeten de succesvolle oecumenische kerkelijke aanwezigheid op de Floriade. Hulde! De vierde en laatste eis die ik nog wil belichten is: Durft nieuwe wegen in te gaan. Openlijk ben je niet veel nieuwe wegen ingeslagen, tot vreugde van velen die voorkeur geven aan de traditionele liturgie. Jouw enthousiaste omarming van het nieuwe Liedboek en de liturgische mogelijkheden daarvan heeft beslist wèl tot vernieuwing geleid. Daar was geen besluit van de kerkenraad voor nodig. Dat was jouw sluipweg naar vernieuwing! De gezongen liturgie bij het avondmaal was ook een zeer gewaardeerd initiatief van jou en prachtig gezongen door onze huissopraan Marjan Hofstra. Ook de beeldende schriftuitleg aan de hand van schilderkunst was een echte special van jou. De door jou en Arjan geïnitieerde maandelijkse bezoeken aan het filmhuis en nabespreking bij een drankje in ons gemeentecentrum vonden toenemende belangstelling, ook bij onkerkelijken. 3
Zowel in kerkdiensten als op gespreksavonden in de wijken en dorpskernen wist je oude verhalen als nieuw te brengen. Veel lof en punten voor jou! In voornoemde sollicitatiebrief (of hoe die in kerkelijke termen mag heten) schrijf je nog: Van de stad Venlo zelf weet ik al helemaal niet veel. Vanuit Venlo is de autorit naar de Alpen, waar ik graag in de vakanties wandel, zeker twee uur korter dan vanuit Heerhugowaard en ik veronderstel dat in de aspergetijd een mens beter in Venlo kan wonen dan hier maar dat zijn uiteraard geen redenen om naar Venlo te komen. Wat eerlijk van je! Op 20 maart 2000 was het zover. Een gemeenteavond was georganiseerd om met jou en Arjan kennis te maken. Vooraf was de gemeente over jouw persoon bijgepraat door de beroepingscommissie die jou op het spoor was gekomen. Onze amateurpsychologen vonden hierbij de volgende trefwoorden: voldoende diepgang, nieuwe gezichtspunten, zelfverzekerd, sterk in communicatie, ervaren, pastoraal, sympathiek, talentzoeker, voldoende anders dan de andere twee parttime predikanten, 4
nadrukkelijk aanwezig, recht door zee, positief, heeft veel meegemaakt, kan confronterend zijn, regelneef, open naar randkerkelijken en andere gezindten en kerkgenootschappen Op al deze punten heb je gescoord. Variërend van ruim voldoende tot uitmuntend. Al met al een prachtig eindrapport! Hierbij werden incidentele vleugjes chagrijn en cynisme natuurlijk door de vingers gezien. Evenals zo nu en dan milde kritiek op de voorzitter. In de plechtige tekst vanochtend uit het dienstboek van onze landelijke kerk werd de hoop uitgesproken dat je zo mogelijk en waar nodig de kerk zult blijven dienen met de jou geschonken gaven van hoofd en hart. In je poëziealbum heb ik geschreven: Laat de kansels niet verbleken, Franz-Joseph, blijf preken. Dat is een opdracht! Wij laten je nu gaan. Ga met God en hij zal met je zijn 5