Computer Setup (F10) Handleiding - dx2250 Microtowermodel

Vergelijkbare documenten
Computer Setup (F10) Handleiding - dx2300 serie Microtowermodelen

Computerinstellingen HP Compaq dx7400 serie

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ DX2200 MICROTOWER PC

Computer Setup (F10) Handleiding - dx2450 Microtowermodel Zakelijke personal computers

Computer Setup (F10) Handleiding - dx2390 en dx2400 Microtowermodellen HP Compaq Zakelijke personal computers

Computer Setup (F10) Handleiding - dx2200 Microtowermodel

Handleiding Computerinstellingen Zakelijke desktopcomputers HP Business Desktop dx5150 serie

Handleiding Computerinstellingen HP Elite 7000 MT serie pc's

Handleiding Computerinstellingen Zakelijke desktopcomputers HP Business Desktop PC model dx5150

Setupprogramma. Gebruikershandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP DX5150 MICROTOWER PC

Setupprogramma Gebruikershandleiding

Setupprogramma. Gebruikershandleiding

Handleiding Computerinstellingen - dx2390, dx2400 en dx2420 Microtowermodellen HP Compaq Zakelijke personal computers

Computer Setup. Artikelnummer van document: Mei 2005

Handleiding Computerinstellingen HP Compaq zakelijke desktopcomputers d220 en d230 modellen

Handleiding Computerinstellingen HP Compaq zakelijke desktopcomputer dx2000 minitower

Setupprogramma Gebruikershandleiding

Computer Setup (Computerinstellingen) Handleiding

Handleiding Computerinstellingen Zakelijke desktop pc HP Compaq dx2200 microtower

MultiBoot Handleiding

MultiBoot Handleiding

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

MultiBoot Handleiding

Computer Setup Handleiding

MultiBoot. Handleiding

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Externe apparatuur. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt het gebruik van optionele externe apparaten beschreven.

Handleiding Computerinstellingen HP Compaq zakelijke personal computers

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

Externe apparatuur. Handleiding

SETUP VAN DE BIOS EN BEVEILIGINGSFUNCTIES

MultiBoot. Handleiding

Computer Setup (Computerinstellingen) Handleiding

Computer Setup Gebruikershandleiding

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Computer Setup Handleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ DC5800 SMALL FORM FACTOR PC

BIOS INSTELLINGEN EN BEVEILIGINGSMOGELIJKHEDEN

Externe apparatuur. Handleiding

netwerkcommunicatie hp workstation xw4000 hp workstation xw6000

MultiBoot. Artikelnummer van document:

Software-updates Handleiding

Handleiding Computerinstellingen (F10) HP rp3000

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ DC5750 MICROTOWER PC

BIOS INSTELLINGEN EN BEVEILIGINGSMOGELIJKHEDEN

Handleiding netwerkcommunicatie Evo Desktop serie, Evo Workstation serie

Software-updates Gebruikershandleiding

Software-updates Handleiding

Beveiliging Handleiding

Backup en herstel. Handleiding

AwardBIOS Setup-programma

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ DX6100 MICROTOWER PC

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ DC7800 SMALL FORM FACTOR PC

Software-updates Gebruikershandleiding

Back-up en herstel Gebruikershandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Overzicht van opties voor service en ondersteuning

Handleiding Computerinstellingen Zakelijke desktopcomputers

HP Mobile Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

HP Mobile Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

Backup en herstel Handleiding

Handleiding Reborn Laptop -1-

Acer erecovery Management

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ DX7300 SLIM TOWER PC

Backup en herstel Handleiding

Back-up en herstel Gebruikershandleiding

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

HP ScrollSmart Mobile Remote Control (afstandsbediening, alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

Handleiding Computerinstellingen Zakelijke desktopcomputers

Beheerdershandleiding. HP USB Port Manager

Gebruikershandleiding

Backup en herstel Handleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ PRESARIO F545EU

De QuickRestore-cd gebruiken

Computerinstellingen dc5700 modellen

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ DC7600 CONVERTIBLE MINITOWER PC

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION DV9870EA

HP ThinUpdate. Beheerdershandleiding voor HP Thin Clients

Software-updates, backup en herstel van software

HP Mobile Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

Afstandsbediening (alleen bepaalde modellen)

Software-updates Handleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Computerinstellingen dc5800 modellen Zakelijke personal computers

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Handleiding Computerinstellingen Evo Desktop serie Evo Workstation serie

Computerinstellingen Handleiding

QuickRestore cd gebruiken

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Touchpad en toetsenbord

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

HP OfficeJet 200 Mobile Printer series. Bluetooth-installatiehandleiding

Software-updates, backup en herstel van software

Handleiding Computerinstellingen HP Compaq 6005 Pro zakelijke pc's

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

Externe-mediakaarten Gebruikershandleiding

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Transcriptie:

Computer Setup (F10) Handleiding - dx2250 Microtowermodel Zakelijke personal computers

Copyright 2006, 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in Verenigde Staten en/of andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten of redactionele fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. De informatie in dit document valt onder het auteursrecht. Geen enkel deel van dit document mag worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. Computer Setup (F10) Handleiding Zakelijke personal computers dx2250 Microtowermodel Eerste editie, november 2006 Tweede editie, januari 2007. Artikelnummer van document: 437300-332

Over deze handleiding Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van Computer Setup (Computerinstellingen). U gebruikt dit hulpprogramma om standaardinstellingen voor de computer opnieuw te configureren en te wijzigen nadat u nieuwe hardware heeft geïnstalleerd of om onderhoud uit te voeren. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie. NLWW iii

iv Over deze handleiding NLWW

Inhoudsopgave Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup... 2 Werken met Computer Setup... 2 Computer Setup System Information... 4 Computer Setup Standard CMOS Features... 4 Computer Setup Advanced BIOS Features... 7 Computer Setup Advanced Chipset Features... 8 Computer Setup Integrated Peripherals... 9 Computer Setup Power Management Setup... 10 Computer Setup PC Health Status... 10 Computer Setup (Action Choices)... 11 Configuratie-instellingen herstellen... 12 Backup maken van CMOS... 12 CMOS herstellen... 12 NLWW v

vi NLWW

Computer Setup NLWW 1

Mogelijkheden van Computer Setup Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) kunt u: De fabrieksinstellingen wijzigen. De systeemdatum en -tijd instellen. De systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren. U kunt onder andere instellingen wijzigen voor processor, beeldscherm, geheugen, audio, opslag, communicatie en invoerapparatuur. De opstartvolgorde wijzigen van schijfeenheden waarvan kan worden opgestart, zoals vaste schijven, diskettedrives, optische-schijfeenheden of USB-flashapparaten. Voorkomen dat een apparaat de eenheid opstart. Zelftests van de vaste schijf uitvoeren. Temperatuur van de processor en het systeem bekijken. Het inventarisnummer of eigendomsidentificatienummer invoeren dat door uw bedrijf aan deze computer is toegekend. Een supervisorwachtwoord instellen dat de toegang regelt tot het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) en de instellingen die in dit gedeelte worden beschreven. Geïntegreerde I/O-functionaliteit beveiligen, waaronder de seriële poorten, USB-poorten en parallelle poorten, audio en ingebouwde netwerkadapter, zodat deze niet kunnen worden gebruikt tenzij de beveiliging wordt opgeheven. De mogelijkheid om op te starten vanaf verwisselbare schijfeenheden in- of uitschakelen. Schrijftoegang tot oudere typen diskettedrives in- en uitschakelen (indien dit door de hardware wordt ondersteund). Werken met Computer Setup Het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) kan alleen worden geactiveerd wanneer u de computer inschakelt of opnieuw opstart. U krijgt als volgt toegang tot Computer Setup (Computerinstellingen): 1. Zet de computer aan of start de computer opnieuw op. 2. Druk nadat de computer is ingeschakeld op F10 op het moment dat het monitorlampje groen gaat branden om Computer Setup (Computerinstellingen) te openen. Druk op Enter om een eventueel beginscherm over te slaan. OPMERKING: Als u niet op het juiste moment op F10 drukt, start u de computer opnieuw op en drukt u opnieuw op F10 (maar nu op het moment dat het monitorlampje groen gaat branden) om het hulpprogramma te openen. 3. Het scherm Computer Setup Utility (Computerinstellingen) is opgedeeld in menu s en opties voor te ondernemen acties. 2 Computer Setup NLWW

Op het scherm Computer Setup Utility (Computerinstellingen) worden acht menu s weergegeven: System Information (Systeeminformatie) Standard CMOS Features (Standaard CMOS-voorzieningen) Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-voorzieningen) Advanced Chipset Features (Geavanceerde Chipset-voorzieningen) Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) Power Management Setup (Instellingen Energiebeheer) PC Health Status (Computerstatus) Op het scherm Computer Setup Utility (Computerinstellingen) worden vijf opties weergegeven: Load Optimized Defaults (Geoptimaliseerde standaardinstellingen laden) Set Supervisor Password (Supervisorwachtwoord instellen) Set User Password (Gebruikerswachtwoord instellen) Save & Exit Setup (Opslaan en Setup afsluiten) Exit Without Saving (Afsluiten zonder opslaan) Gebruik de pijltoetsen om naar het gewenste menu te gaan en druk vervolgens op Enter. Gebruik vervolgens de pijltoetsen omhoog en omlaag om de gewenste optie te selecteren en druk op Enter. Druk op Esc om terug te keren naar het vorige scherm. 4. Druk op F10 of selecteer Save & Exit Setup (Opslaan en Setup afsluiten) in het scherm Computer Setup Utility (Computerinstellingen) om de wijzigingen toe te passen en op te slaan en druk vervolgens op Enter. Als u wijzigingen heeft aangebracht die u niet wilt toepassen, selecteert u Exit Without Saving (Afsluiten zonder opslaan) en drukt u op Enter. VOORZICHTIG: Schakel de computer NOOIT uit terwijl de wijzigingen in de configuratie van Computer Setup (Computerinstellingen) worden opgeslagen, omdat anders het CMOS beschadigd kan raken. U kunt de computer pas veilig uitschakelen nadat u het scherm van Computer Setup (Computerinstellingen) heeft afgesloten. Tabel 1 Hoofdmenu Computer Setup (F10) Utility (Computerinstellingen) Onderwerp Tabel System Information (Systeeminformatie) Tabel 2 Computer Setup System Information op pagina 4 Standard CMOS Features (Standaard CMOSvoorzieningen) Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOSvoorzieningen) Advanced Chipset Features (Geavanceerde Chipsetvoorzieningen) Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) Tabel 3 Computer Setup: Standard CMOS Features (Standaard CMOS-voorzieningen) op pagina 5 Tabel 4 Computer Setup: Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-voorzieningen) op pagina 7 Tabel 5 Computer Setup: Advanced Chipset Features (Geavanceerde Chipset-voorzieningen) op pagina 8 Tabel 6 Computer Setup: Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) op pagina 9 NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 3

Tabel 1 Hoofdmenu Computer Setup (F10) Utility (Computerinstellingen) (vervolg) Power Management Setup (Instellingen Energiebeheer) PC Health Status (Computerstatus) (Action Choices) (Opties) Tabel 7 Computer Setup: Power Management Setup (Instellingen Energiebeheer) op pagina 10 Tabel 8 Computer Setup: PC Health Status (Computerstatus) op pagina 10 Tabel 9 Computer Setup: (Action Choices) (Opties) op pagina 11 Computer Setup System Information OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 2 Computer Setup System Information Optie Product Name (Productnaam) SKU Number (SKUnummer) Processor Type (Processortype) Processor Speed (Processorsnelheid) Cache Size (Cachegrootte) Memory Size (Geheugengrootte) System ROM (Systeem- ROM) Integrated MAC (Geïntegreerde MAC) UUID (UUID) System Serial # (Serienummer van systeem) Asset Tracking Number (Inventarisnummer) Enter Asset Tag No. (Inventarisnummer invoeren) Beschrijving Voer het inventarisnummer in dat door het bedrijf is toegekend (maximaal 18 tekens). Computer Setup Standard CMOS Features OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. 4 Computer Setup NLWW

Tabel 3 Computer Setup: Standard CMOS Features (Standaard CMOS-voorzieningen) Optie Date (mm:dd:yy) (Datum (mm:dd:jj)) Time (hh:mm:ss) (Tijd (uu:mm:ss)) PATA Controller (PATAcontroller) PATA Ch 0 Master (PATA-kanaal 0 master) PATA Ch 0 Slave (PATAkanaal 0 slave) Beschrijving Hiermee stelt u de systeemdatum in. Hiermee stelt u de systeemtijd in. Hiermee schakelt u de PATA-controller in of uit. Met beide opties kunt u bij gebruik van een vaste-schijf van het type PATA het volgende doen: Zelftest van de vaste schijf uitvoeren voor een bepaald kanaal: SMART Status Check (SMART-statuscontrole) HDD Short Self-Test (Korte zelftest vaste schijf) HDD Extended Self-Test (Uitgebreide zelftest vaste schijf) Gegevens van master/slave-apparaat op PATA-kanaal 0 op het geselecteerde kanaal als volgt instellen: None (Geen) Auto (Automatisch) Manual (Handmatig) Toegangsmodus voor het geselecteerde kanaal als volgt instellen: CHS (Cylinder-Head-Sector) (CHS (cylinder-kop-sector)) LBA (Logical Block Addressing) (LBA (adressering logisch blok)) Large (Groot) Auto (Automatisch) Bekijken: Firmwareversie Capaciteit Cylinder Kop Precomp Landing Zone Sector SATA Controller (SATAcontroller) SATA Mode (SATAstand) Hiermee schakelt u de SATA-controller op de systeemkaart in of uit. Hiermee kunt u de SATA-stand op de systeemkaart instellen op: Native IDE Legacy IDE (Verouderde IDE) NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 5

Tabel 3 Computer Setup: Standard CMOS Features (Standaard CMOS-voorzieningen) (vervolg) SATA Ch 1 Master (SATA-kanaal 1 master) SATA Ch 1 Slave (SATAkanaal 1 slave) SATA Ch 2 Master (SATA-kanaal 2 master) SATA Ch 2 Slave (SATAkanaal 2 slave) Met beide opties kunt u het volgende doen: Zelftest van de vaste schijf uitvoeren voor een bepaald kanaal: SMART Status Check (SMART-statuscontrole) HDD Short Self-Test (Korte zelftest vaste schijf) HDD Extended Self-Test (Uitgebreide zelftest vaste schijf) De uitgebreide IDE-drive voor het geselecteerde kanaal als volgt instellen: None (Geen) Auto (Automatisch) Toegangsmodus voor het geselecteerde kanaal als volgt instellen: Large (Groot) Auto (Automatisch) Bekijken: Firmwareversie Capaciteit Cylinder Kop Precomp Landing Zone Sector Floppy Controller (Diskettecontroller) Drive A (A-schijf) Hiermee schakelt u de diskettecontroller op de systeemkaart in of uit. Hiermee kunt u de A-schijf als volgt instellen: None (Geen) 1,44 M, 3,5 inch Halt On (Onderbreken bij) Hiermee kunt u het gedrag van foutberichten tijdens de zelftest (POST) als volgt instellen: All Errors (Alle fouten) No Errors (Geen fouten) All but Keyboard (Alles behalve toetsenbord) All but Diskette (Alles behalve diskette) All but Diskette/Keyboard (Alles behalve diskette/toetsenbord) POST Delay (POSTvertraging) Hiermee kunt u een POST-vertraging instellen van: 0 seconden 5 seconden 10 seconden 6 Computer Setup NLWW

15 seconden 30 seconden Computer Setup Advanced BIOS Features OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 4 Computer Setup: Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-voorzieningen) Optie Device Boot Disabling (Opstarten apparaat uitschakelen) Beschrijving Hiermee kunt u voorkomen dat een apparaat de eenheid opstart. U kunt de volgende apparaten uitschakelen als oppstartapparaat: None (Geen) USB Internal ODD (Interne ODD) Internal FDD (Interne FDD) USB + ODD + FDD F9 Boot Menu (F9 Opstartmenu) Factory Recovery Boot (Opstarten met de fabrieksinstellingen) F11 Prompt (F11- prompt) Hard Disk Boot Seq. (Opstartvolgorde vaste schijf) Optical Drive Boot Seq. (Opstartvolgorde optischeschijfeenheden) Network Boot Seq. (Opstartvolgorde netwerk) First Boot Device (Eerste opstartapparaat) Second Boot Device (Tweede opstartapparaat) Third Boot Device (Derde opstartapparaat) Fourth Boot Device (Vierde opstartapparaat) Hiermee schakelt u F9 Boot Menu (Opstartmenu) in of uit. Hiermee schakelt u de mogelijkheid om op te starten vanaf de herstelpartitie bij het opstarten in of uit. Als u deze voorziening inschakelt, wordt de prompt <F11>Recovery (<F11>Herstellen) toegevoegd aan het opstartvenster. Hiermee schakelt u de prompt <F11>Recovery (<F11>Herstellen) bij het opstarten in of uit. Als deze voorziening echter is uitgeschakeld en Factory Recovery Boot (Opstarten naar de fabrieksinstellingen) is ingeschakeld, zal de computer nog altijd opstarten naar de herstelpartitie wanneer u op F11 drukt. Hiermee kunt u de opstartvolgorde wijzigen van aangesloten vaste schijven (zoals USB-vasteschijven, USB2 Drive Key, of USB-flashapparaten). De eerste schijf die u opgeeft, krijgt voorrang in de opstartvolgorde en zal worden herkend als de C-schijf (indien er apparatuur is aangesloten). Hiermee kunt u de volgorde opgeven waarin de aangesloten optische-schijfeenheden (zoals USB ODD) worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een besturingssysteem dat kan worden opgestart. Hiermee kunt u de volgorde opgeven waarin netwerkapparatuur (zoals UP-netwerkkaarten) worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een besturingssysteem dat kan worden opgestart. Hiermee kunt u aangeven welk apparaat eerst zal opstarten en welke apparaten als tweede, derde en vierde zullen opstarten, of een van de vier opties uitschakelen: Removable (Verwijderbaar) Hard Disk (Vaste schijf) CDROM (Cd-rom) Network (Netwerk) Disabled (Uitgeschakeld) NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 7

Tabel 4 Computer Setup: Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-voorzieningen) (vervolg) OPMERKING: De toewijzing van stationsletters in MS-DOS is mogelijk niet meer van toepassing nadat een ander besturingssysteem is opgestart. Boot Up NumLock Status (Opstartstatus NumLock) Security Option (Beveiligingsoptie) BIOS Write Protection (Schrijfbeveiliging BIOS) AMD NX Function (AMD NX-functie) Hiermee schakelt u de standaardstatus voor NumLock in of uit. Hiermee kunt u de beveiligingsoptie instellen op Setup (Computerinstellingen) of System (Systeem), zodat een wachtwoord nodig is iedere keer als het systeem wordt opgestart, of alleen voor Computer Setup (Computerinstellingen). Hiermee schakelt u de schijfbeveiligingsfunctie van het BIOS in of uit. Hiermee schakelt u de AMD NX-functie in of uit. Computer Setup Advanced Chipset Features OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 5 Computer Setup: Advanced Chipset Features (Geavanceerde Chipset-voorzieningen) Optie UMA Frame Buffer (Buffer UMA-frame) Beschrijving Selecteer het UMA-framebufferformaat (Unified Memory Architecture): 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB Aanbevolen (systeem wijste geheugen automatisch toe) Init Display First (Eerste weergave) (VGA-instelling) Hiermee kunt u het primaire weergaveapparaat als volgt instellen: PCI Slot (PCI-slot) OnChipVGA PCIEx SURROUNDVIEW (VGA-instelling) Auto Detect PCI Clk (PCI-klok automatisch detecteren) Hiermee schakelt u SURROUNDVIEW (beschikbaar wanneer een ATI PCIEx-videokaart is geplaatst) in of uit. Hiermee schakelt u de automatische detectie van de PCI-klok in of uit. (VGA-instelling) Spread Spectrum Hiermee schakelt u Spread Spectrum in of uit. (VGA-instelling) 8 Computer Setup NLWW

Computer Setup Integrated Peripherals OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 6 Computer Setup: Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) Optie Onboard HD Audio (HD-audio op systeemkaart) OnChip USB Controller (OnChip USB-controller) USB Legacy Support (Ondersteuning voor verouderde USB) Onboard LAN (Lokaal netwerk op de systeemkaart) Onboard LAN Boot ROM (Opstartgeheugen lokaal netwerk op de systeemkaart) Onboard Serial Port (Seriële poort op de systeemkaart) Onderwerp Hiermee schakelt u de geluidsvoorzieningen op de systeemkaart in of uit. Hiermee schakelt u de USB-controller in of uit. Hiermee schakelt u de ondersteuning voor verouderde USB (USB-toetsenbord, USB-muis en USBflashapparaten) in of uit. Hiermee schakelt u de LAN-controller op de systeemkaart in of uit. Hiermee schakelt u het opstartgeheugen van de LAN-controller op de systeemkaart in of uit. Hiermee kunt een instelling voor de seriële poort op de systeemkaart selecteren: Disabled (Uitgeschakeld) 3F8/IRQ4 2F8/IRQ3 3E8/IRQ4 2E8/IRQ3 Onboard Parrallel Port (Parallelle poort op de systeemkaart) Hiermee kunt een instelling voor de parallelle poort op de systeemkaart selecteren: Disabled (Uitgeschakeld) 378/IRQ7 278/IRQ5 3BC/IRQ7 Parallel Port Mode (Parallelle poort-modus) Hiermee kunt de modus voor de parallelle poort selecteren: SPP EPP ECP ECP+EPP Normal (Normaal) NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 9

Computer Setup Power Management Setup OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 7 Computer Setup: Power Management Setup (Instellingen Energiebeheer) Optie After AC Power Loss (Na stroomonderbreking) Onderwerp Hiermee selecteert u het gedrag van het systeem in het geval van een stroomonderbreking. On (Aan) Off (Uit) Last State (Laatste status) External Modem S5 Wake-Up (Externe modem S5 uit slaapstand komen) Wake on PCI Device from S5 (Bij PCIapparaat van S5 uit slaapstand komen) AMD Cool'n'Quiet HPET Support (Ondersteuning voor HPET) RTC Alarm Resume (Opnieuw aanvangen alarm real-timeklok) Date (of Month) (Datum (van maand)) Resume Time (hh:mm:ss) (Nieuwe aanvangsttijd (uu:mm:ss)) Hiermee schakelt u in of uit dat de modem van S5 uit de slaapstand komt. Hiermee schakelt u de PCI S5 bij opstarten in of uit. Hiermee schakelt u de voorziening AMD Cool'n'Quiet in of uit. Hiermee schakelt u HPET (high precision event timer) in of uit. U kunt deze voorziening uitschakelen als deze een resource-conflict veroorzaakt in het besturingssysteem. Hiermee schakelt u het alarm van de real-timeklok in of uit. Als RTC Alarm Resume (Opnieuw aanvangen alarm real-timeklok) is ingeschakeld, kunt u de dag van de maand instellen waarop het alarm van de real-timeklok opnieuw moet worden aangevangen. (Stel 0 in voor iedere dag.) Als RTC Alarm Resume (Opnieuw aanvangen alarm real-timeklok) is ingeschakeld, kunt het tijdstip instellen waarop het alarm van de real-timeklok opnieuw moet worden aangevangen. Computer Setup PC Health Status OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 8 Computer Setup: PC Health Status (Computerstatus) Optie System Fan Fail Check (Foutcontrole systeemventilator) Smart Fan Function (Slimmeventilatorfunctie) Beschrijving Hiermee schakelt u de detectie van de systeemventilator tijdens de zelftest (POST) in of uit. Hiermee schakelt u de slimme-ventilatorfunctionaliteit in of uit. 10 Computer Setup NLWW

Tabel 8 Computer Setup: PC Health Status (Computerstatus) (vervolg) Current CPU Temperature (Huidige processortemperatuur) Current System Temperature (Huidige systeemtemperatuur) Current CPU Fan Speed (Huidige snelheid processorventilator) Current System Fan Speed (Huidige snelheid systeemventilator) Vcore +12V VCC5 +3.3V VBAT (V) 3VSB (V) Computer Setup (Action Choices) OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 9 Computer Setup: (Action Choices) (Opties) Optie Load Optimized Defaults (Geoptimaliseerde standaardinstellingen laden) Set Supervisor Password (Supervisorwachtwoord instellen) Set User Password (Gebruikerswachtwoord instellen) Save & Exit Setup (Opslaan en Setup afsluiten) Exit Without Saving (Afsluiten zonder opslaan) Beschrijving Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen herstellen in Computer Setup (Computerinstellingen). Hiermee kunt u een wachtwoord instellen om de toegang tot Computer Setup (Computerinstellingen) te beheren. Hiermee kunt u een wachtwoord instellen om de toegang tot de computer te beheren. (Het supervisorwachtwoord moet zijn ingesteld voordat u een gebruikerswachtwoord kunt instellen.) Hiermee slaat u de huidige instellingen op en sluit u Computer Setup (Computerinstellingen) af. Hiermee sluit u Computer Setup (Computerinstellingen) af zonder wijzigingen op te slaan. NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 11

Configuratie-instellingen herstellen Als u de configuratie-instellingen die u in Computer Setup (F10) (Computerinstellingen) heeft vastgelegd wilt herstellen, maakt u voordat een herstelactie nodig is een backup van de instellingen. Het hulpprogramma CMOS Save/Load (CMOS opslaan/laden) vindt u op http://www.hp.com onder Software & Driver Downloads (Software- en stuurprogrammadownloads) voor uw specifieke model. Download de firmwarebestanden in een map op een verwijderbaar opslagapparaat. Het is aan te raden dat u de configuratie-instellingen na elke wijziging opslaat op een diskette, een USB-flashapparaat of een opslagapparaat waarmee een diskettedrive wordt geëmuleerd, en dat u het desbetreffende opslagmedium goed bewaart om indien nodig de configuratie te kunnen herstellen. Backup maken van CMOS 1. Zorg ervoor dat de computer waarvan u een backup wilt maken is ingeschakeld. Sluit het verwijderbare opslagapparaat aan op de computer. 2. Start de computer op in DOS. 3. Typ N:\folder\BIOS.exe SAVE:ABC001.DAT (waarbij N staat voor de schijfletter van het verwijderbare opslagapparaat), om de CMOS-instellingen op te slaan op het verwijderbare opslagapparaat. CMOS herstellen 1. Zorg ervoor dat de doelcomputer is ingeschakeld. Sluit het verwijderbare opslagapparaat aan op de doelcomputer. 2. Start de computer op in DOS. 3. Typ N:\folder\BIOS.exe LOAD:ABC001.DAT (waarbij N staat voor de schijfletter van het verwijderbare opslagapparaat), om de CMOS-instellingen te laden in het doelsysteem. 12 Computer Setup NLWW