Vergelijking van monitor resultaten tot en met 2009 met streefbeelden en doelsoorten opgesteld door de Grontmij in 1995.

Vergelijkbare documenten
Oevers 2x maaien Oever 2

Bermenplan Assen. Definitief

Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap

Landschapsplan. BuroCollou Tuin-&Landschapsontwerp Looweg10Eibergen

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

Dossiernummer: Projectnummer:

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren!

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Aanvraag verlenging van het ecolabel Committed to Green voor Golfclub Kromme Rijn en Stichting De Brakel en de resultaten na 10 jaar monitoren

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK

Landgoed Nabbegat inrichtingsschets

Januari 2016 SNOEIPLAN Golfclub Kromme Rijn

Notitie. Inrichting bufferzone voor de Das. 1. Inleiding. 2. Das in het plangebied

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

WAT IS EEN HOUTWAL OF HOUTSINGEL?

BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP

AMSTERDAM OPEN AIR FESTIVAL GAASPERPLAS

3-6. Locatie A (dhr. J. Bout) Toetsing aanpassingen Landgoed Pluimpot aan bestemmingsplan

Oeverplanten in Lelystad

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Knelpunten van de Natuurzoom.

Inheems zaaizaad. Gehakkelde aurelia op Knoopkruid

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening

t Soperse Bos Wonen in een natuurrijk landschap Compensatie

Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree

Bijen en Landschapsbeheer

Verplaatsing houtsingel

Inpassingsplan Kavel B (zuidelijke kavel) Leiweg VM aanleg 3000 m 2 natuur

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Groenbeheer met oog voor bijen

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS

Gemeente Den Haag Dienst Stadsbeheer. De Laakzone ECOLOGISCHE VERBINDINGEN

Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen 2013

Natuurtoets Kop Zuidas

Toetsing en begrenzing Ecologische HoofdStructuur binnen het plangebied Zeven Geitjes en omgeving te Tilburg

Bijlage C: Pakketten maatregel fijne dooradering behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant

Pierikstraat 16 Gaanderen

BEHEERPLAN BATENDIJK (ONG.) TE BORCULO

Denkrichtingen en ideeën

Tiny Forest; levert het iets op?

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Ecologisch bermbeheer

Wat hebben bijen nodig?

1' \2-c>~ ~ IO'('U. ~'s CS~~O_ V. fzdq,-v-o. ().e-.~~~.;a

Natte Natuurparel Nemerlaer

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

Beheer van een gangbaar graslandperceel

GOLFBAAN ZWOLLE. Beheerplan voor de natuurlijke groenlementen op de 18-holes golfbaan. Definitief. Golfclub Zwolle

WAT IS HET NUT VAN EEN POEL?

Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg

veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel

Landschaps- en natuurplan

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Jaarverslag 2016 lekker Landgoed

Terreininrichting AOC Oost, Twello

De Groenzoom Struweelvogels

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Kwalificatie plangebied als secundair leefgebied

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012

MEMO maaibeleid. Beheergroep Streefbeeld en maairegime Waar kan dit voorkomen Gazon

Herinrichting van Eilandje langs de Damweg naar Oudewater

VAN ERVE NATUURONDERZOEK

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen

Bijlage D. Clusterbeschrijvingen

De Groene Assen Zuidwest

Ecologische bij-structuur: het beheer

Ontwikkelingsperspectief Madurodam

Streefbeelden Bomen & Bos. Streefbeelden Bomen, Bos & Struweel. Stadsbomen. Van Leefbaarheid & Emotie tot Biodiversiteit & Natuureducatie

Eindrapportage Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder bij Kolhorn

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting

Doel Met de antwoorden kan de gemeente Wageningen een algemeen beeld formuleren van de groenbeleving door de bewoners van Wageningen Hoog.

Gemeente Den Haag Dienst Stadsbeheer. De Schenkstrook ECOLOGISCHE VERBINDINGEN

GEMEENTE ASTEN. Toelichting landschappelijke inpassing Achtermijterbaan 1 Heusden

De Groene Long Bij-vriendelijk-er. sturen op meer micromilieus

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9

Agrarisch natuurbeheer op uw bedrijf

Ecologische tuin campus Wageningen UR. Ontwikkeld door Alterra en Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KAMSALAMANDER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

HOLLE WEGEN. module 6

B i j l a g e 3 : G r o e n p l a n

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

Bijlage E bij de Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader Noord- Brabant

Natuurontwikkeling op de de Volgermeerpolder (2012)

Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport

Memo. 1 Inleiding. memonummer 3 datum 22 april 2016 aan Egbert Scholten Industrieschap Medel van Sjoerd van Eijk Antea Gruop

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017

Evaluatie monitoring "De Brakel". 1. Inleiding.

Natuurontwikkelingsplan 2014

Amsterdamse Golf Club

Quickscan flora en fauna Realisatie poel en tee. mei 2013 februari Golfclub Kromme Rijn

Ecologische verbindingszone Nederrijk - Reichswald PROJECTPLAN

bosplantsoen Dunnen van

Transcriptie:

Vergelijking van monitor resultaten tot en met 2009 met streefbeelden en doelsoorten opgesteld door de Grontmij in 1995. In het Natuurbeheerplan uitgekomen in maart 2004 staat onder punt 1.3 Doelstellingen en beheer het volgende: Algemeen Het streven van de golfvereniging De Brakel is, naast het in stand houden van een goede wedstrijdbaan met A-status die het gehele jaar moet kunnen worden bespeeld, het ontwikkelen van de potentiële natuurlijke kwaliteiten van het terrein door een planmatig beheer. Het vinden van een goede balans tussen beide belangen is een belangrijke opgave. Goede voorlichting en communicatie kweekt wederzijds begrip en betrokkenheid bij het realiseren daarvan. Natuurbeheer De hoofddoelstelling bij het verhogen van de natuurwaarden is dat deze dienen aan te sluiten bij de natuurlijke kwaliteiten van de omgeving en dat de golfbaan een harmonieus geheel vormt met het omliggende landschap. Van belang: Inventarisatie en analyse van het omliggende gebied is nodig om specifiek op De Brakel gerichte natuurdoelstellingen te kunnen formuleren. Duidelijk moet zijn met welk doel biotopen ontwikkeld worden: of het gaat het om uitbreiding van leefgebieden, het geven van passagemogelijkheden en/of het scheppen van meer foerageergebieden. Uit het volgende hoofdstuk blijken de volgende functies van belang te zijn voor De Brakel: verbindingsfunctie tussen de landgoederen (ecologisch en landschappelijk/visueel) foerageerfunctie fauna natuurkern Wulperhorst funktie als leefgebied voor kleinere fauna verbindingsfunctie natte natuur langs Kromme Rijn Daarnaast geldt als doelstelling het creëren van een zo groot mogelijke biodiversiteit van de natuur op de golfbaan. Van belang: vergroten van de natuurlijkheid en differentiatie ontwikkelen van biotoopfuncties ten behoeve van de fauna (rust, dekking, voedsel, nestelgelegenheid). aanleg en in stand houden van oevers met flauwe helling, de oevervegetatie spontaan laten ontwikkelen en waar nodig vrijhouden van opslag. streven naar een geleidelijke overgang van soortenrijke lage kruidenvegetaties direct naast de semirough naar hogere kruiden langs de houtopstanden (rough), zodat een gevarieerde vegetatie ontstaat zowel in soortensamenstelling als structuur Na ruim tien jaar kan worden geconstateerd dat aan de bovengenoemde doelstellingen is voldaan. De Golfbaan De Brakel heeft inderdaad een verbindingsfunctie met de Wulperhorst en is een foerageergebied voor bijvoorbeeld reeën en vossen. Daarnaast is het een leefgebied voor de kleinere fauna, zoals hazen, konijnen, marterachtigen en vele soorten vogels. De verbindingsfunctie met de natte natuur langs de Kromme Rijn komt tot uiting in de vele watervogels, die op en neer vliegen tussen de Kromme Rijn en de vijvers op De Brakel. Het creëren van een zo groot mogelijke diversiteit van de natuur komt tot uiting in het grote aantal planten, dat op het terrein van De Brakel wordt aangetroffen. Enkele bijzondere soorten zoals de distelbremraap en de wespenorchis zijn het vermelden waard. Langs enkele oevers van de vijvers is spontaan een bloeiende oevervegetatie ontstaan met o.a. zwanenbloem, dotterbloem, rietorchis en wespenorchis. Het vrijhouden van wilgenopslag kost moeite en betekent jaarlijks veel werk. Pagina 1

Hoofdstuk 4 in het Natuurbeheerplan geeft weer wat de gewenste vegetatiestructuur zou moeten worden: 4.1 Bossen met mantel en zoomvegetaties De ecologische verbinding met de bossoorten in de omgeving zal gestalte moeten krijgen door langs de noordoostrand van de golfbaan een zo breed mogelijk en zoveel mogelijk aaneengesloten bosstrook te ontwikkelen van het type bos met ondergroei inclusief bosrandvegetaties. Het beheer dient daar gericht te zijn op het ontwikkelen van een strook oud eiken-essenbos met en gesloten struiklaag, met aan de randen een mantel-en zoombegroeiing. Aanvankelijke voorstellen Grontmij: Golfbaan De Brakel biedt goede mogelijkheden voor ontwikkeling van bossen bestaande uit elzen en vogelkers, die indicatief zijn voor kwelomstandigheden. In het noorden van het gebied zijn exemplaren van deze soorten aangetroffen. Deze bostypen bieden vanwege hun gedifferentieerde vegetatiestructuur (boom-, struik- en kruidlaag) goede mogelijkheden voor een gevarieerde fauna. In deze bosjes zullen plaatselijk terreinverlagingen aangelegd worden, bij voorkeur op slecht doorlatende klei, waardoor broekbosontwikkeling mogelijk wordt. Langs delen van de Kromme Rijn is ontwikkeling van vochtig elzen-essenbos gewenst. Als gevolg van het uittreden van kwel is daarvoor voldoende schoon water aanwezig. Het kwelwater is een goede basis voor bijzondere waternatuur. Voorkomen moet dan worden dat water uit de Kromme Rijn en de landbouwsloot in de vijvers terecht komt. De ontwikkeling van mantel en zoomvegetatie met soorten als Meidoorn en Sleedoorn biedt mogelijkheden voor flora en fauna van randmilieus (met name zonminnende vegetaties, vlinders en libellen). In 2008 konden we constateren dat aan het streefbeeld: open bos met gevarieerde struiklaag, is voldaan. De doelsoorten: zomereik, elzen, essen, wilde lijsterbes, tuinfluiter, zanglijster, winterkoning, boomkruiper, vinken, putter, boomkruiper zijn aanwezig. Alleen de vlinder koevinkje is niet aangetroffen. In de bosranden zijn de doelsoorten: gelderse roos, hazelaar, heggenmus, grasmus en gehakkelde aurelia aanwezig, de vlinder het landkaartje niet. Bijzonder is de vondst van de brede wespenorchis, terwijl de rietorchis al in redelijke aantallen voorkomt. 4.2 Lanen, singels en hagen Aansluitend op de omliggende landgoederen kunnen lanen en andere lijnvormige elementen worden aangeplant. Ecologisch gezien is hierbij een ondergroei van struweel gewenst. Nabij het parkeerterrein, het clubhuis en het terras is aanplant van beukenhagen wenselijk. De lanen en hagen zijn een vestigingsplaats voor kenmerkende plantensoorten en dienen als migratiestructuur en dekking voor tal van soorten als vleermuizen, struweelvogels en kleinere zoogdieren (o.a. muizen en marterachtigen). In 2008 kon worden geconstateerd, dat aan bovengenoemde streefbeeld is voldaan. Om de paar jaar moeten de lijnvormige elementen weer worden teruggebracht in het landschap, omdat het zicht dan wordt verstoord door spontaan opgekomen bomen en struiken. Met zorg wordt dan gesnoeid om de lijnen weer zichtbaar te maken. Pagina 2

4.3 Soortenrijk grasland Voor de ontwikkeling van deze vegetaties is het van belang dat zowel natte als droge, schrale graslanden met kenmerkende soorten (van het rivierengebeid) als Grote centaurie, Kleine pimpernel en Chichorei als ook natte, voedselrijkere graslanden ontstaan met soorten als Glanshaver, Vossestaart en Wilde peen. Deze vegetaties kennen door hun structuur veelal een soortenrijke insectenfauna en zijn tevens gewaardeerd door hun fraaie, vrolijke verschijning. Gras en overige kruidachtige begroeiingen in 2008: Het streefbeeld was: bloemrijk grasland. Slechts op een paar plaatsen is het grasland bloemrijk. De vette grond laat gras goed groeien, maar het is te dicht om bloemrijk te worden. Er zijn een paar plaatsen op de baan waar het gras minder dik is en inderdaad bloemen groeien, hier wordt ook het icarusblauwtje (het doelsoort) aangetroffen. Van de door de Grondmij te verwachten natuurtypen zijn de margriet, scherpe boterbloem in grote aantallen aanwezig, het slangenkruid en grasklokje niet. De vlinders oranjetipje en icarusblauwtje zijn er, hoewel niet in grote aantallen. In de rijke graslanden is de vlinder het klein geaderd witje in een redelijk aantal aanwezig. Daar waar kruiden zich ontwikkeld hebben komt de vlinder dagpauwoog voor, dit was een doelsoort. De doelsoorten planten wilgenroosje en speerdistel zijn aanwezig, alleen de vogelwikke ontbreekt, maar de ringelwikke is er wel. 4.4 Water- en moerasmilieus Het water- en oevermilieu biedt zeer goede mogelijkheden voor de ontwikkeling van wateren moerasvegetaties. Flauw hellende oevers bieden een gradiënt van natte naar drogestandplaatsen. In het open water zullen, met name waar kwel optreedt, Kleine fonteinkruiden voorkomen. Op voedselrijkere plaatsen komen soorten voor als Sterrekroos en Waterranonkel. De oevervegetatie omvat plantensoorten als Egelskop, Moerasspirea,, Kattenstaart, Waterviolier en Holpijp. Plaatselijk is struweelontwikkeling in de oever mogelijk. Op hun beurt bieden deze vegetaties tal van biotopen voor vissen, amfibieën, vogels en insecten. Naast lokaal leefgebied kunnen de te ontwikkelen water en oevermilieu s ook een substantiele bijdrage leveren aan de versterking van het natte Kromme Rijnsysteem. De zone langs de Kromme Rijn zal ontwikkeld worden tot een gevarieerd natuurgebied met flauwe oevers, riet, ruigte, poelen en kleine boselementen. De grond behoort echter slechts voor een deel tot de golfbaan. Voor een goed functioneren van de ecologische verbinding zal ook een gedeelte tussen de landbouwsloot en de Sportlaan ingericht moeten worden. Ook deze grond behoort echter niet tot de golfbaan. In 2008 kon worden geconstateerd dat bovengenoemd streefbeeld vrijwel geheel werd gehaald. Achtereenvolgens zullen de verschillende delen worden behandeld. Open water: De vijvers langs hole 5 en 6 hebben zich goed ontwikkeld. Het kost moeite om de oevers niet geheel dicht te laten groeien. De kamsalamander is nog niet aangetroffen. In 2007 en 2008 heeft een groot onderzoek plaatsgevonden in de vijvers. Vrijwilligers uit Wijk bij Duurstede hebben met groot enthousiasme de vijvers gemonsterd en waren zeer tevreden over de kwaliteit van water, flora en fauna. Hoewel beloofd Pagina 3

hebben wij geen schriftelijk verslag van deze werkgroep, bestaande uit louter vrijwilligers ontvangen. De grote vijver tussen hole 4 en 5 is in de winter van 2008 uitgebaggerd en weer op de gewenste diepte gebracht. De paddenpoel is eind 2008 uitgebaggerd, omdat de gele lis inmiddels de helft van de vijver had ingenomen. Het terrein daaromheen moest helaas voor het baggeren worden opgeschoond. Het is de bedoeling weer opnieuw broeihopen te maken in 2009 en het terrein verder de komende jaren met rust te laten. De door de Grondmij te verwachten natuurtypen zijn ten dele uitgekomen: Elzen zijn aangeplant en wilgen spontaan opgekomen en ten dele weer gerooid, dotterbloemen komen in grote aantallen voor. De bosrietzanger heeft zich na 2003 niet meer vertoond, maar de rietzanger wel. Flauwe oever/plasberm: moeras- en verlandingsvegetaties: Het streefbeeld: afwisseling van hoge moerasvegetatie met grote lisdodde en riet en soortrijke lage moerasvegetaties, plaatselijk bomen en struiken, is gehaald. De doelsoorten: dotterbloemen, echte koekoeksbloem, kleine karakiet zijn inmiddels niet meer weg te denken. In 2003 werd voor het eerst de distelbremraap gevonden achter de green van hole 6. Inmiddels komen er enkele honderden per jaar op. Deze plant is in Nederland vrijwel alleen te vinden langs de Gelderse IJssel bij Deventer en Zutphen. De Grondmij verwachtte als natuurtypen ook waterviolier en holpijp, die zijn er niet en bovendien de fuut. Af en toe zie je een fuut, maar broeden doen ze af en toe. Groene kikkers zijn er in grote aantallen. Sloot: Een paar keer per jaar wordt de sloot door het Heemraadschap uitgebaggerd. De Kouwenhovense Wetering behoort niet tot het terrein van De Brakel. De sloot loopt er wel doorheen, maar is van het Hoogheemraadschap en wordt door die instantie beheerd. Aan het talud en de diepte kan door Stichting de Brakel niets worden gedaan. De natuurtypen die werden verwacht, zijn inderdaad aanwezig: drijvend fontijnkruid, sterrekroos, grote valeriaan, kattestaart, lisdodde, koekoeksbloem, kruipende boterbloem, zwanenbloem en groene kikkers en diverse soorten waterjuffers. 4.5 Knelpunten en randvoorwaarden Voor het daadwerkelijk realiseren van deze vegetatiestructuren is bij aanleg en inrichting het volgende advies gegeven: verschralen van de bodem: als gevolg van het landbouwkundig gebruik is de bodem zwaar bemest. Om een goed uitgangspunt voor natuurbouw te bewerkstelligen en ongewenste verruiging te voorkomen dient de bouwvoor verwerkt te worden in het terrein als vulmiddel en ophoging. Bij ophoging met bouwvoor dient deze met een schrale dekking van 50 à 60 cm worden afgewerkt. Hierdoor worden voor het gebied kenmerkende voedselomstandigheden gecreëerd. Verschralingsbeheer van maaien en afvoeren alleen is in deze niet voldoende; bij afvoer van de bouwvoor aanbrengen van microreliëf waar het vanuit golftechnische eisen mogelijk is verhogen van de grondwaterstanden. Dit in verband met het tegengaan van mineralisatie en behoud van aan hogere grondwaterstanden gebonden flora Pagina 4

benutten van kwel door aanleg van plassen met enige diepte (tot 5 m). Bij de inrichting echter ook ondiepere plaatsen maken (tot -1,20 m) in verband met ontwikkelingsmogelijkheden van watervegetatie. De oevers moeten worden voorzien van flauwe taluds. Hier kunnen zich soortenrijke oevervegetaties ontwikkelen. In de vijvers dient geen bouwvoor te worden verwerkt de landbouwsloot niet aansluiten op de vijvers. Dit om vervuiling van de vijvers te voorkomen de landschappelijke randvoorwaarden overeenkomstig uitwerkingsregels uit het Bestemmingsplan De Brakel. Van permanent belang bij het beheer: Het verschralen van de semi-rough en roughs (zie fig. A) door te maaien en het maaisel te verwijderen. Het gebruik van meststoffen tot een minimum beperken. Geen gebruik van bestrijdingsmiddelen, tenzij geen andere middelen voorhanden zijn om aanwezige plagen te bestrijden. Andere belangrijke thema s zijn: Er zijn aanwijzingen dat in het terrein archeologische waarden in het geding zijn; de (indicatie van de) betreffende waarden en de wijze waarop daarmee in de realisatie van de bestemming wordt omgegaan, worden in een uitwerkingsplan aangegeven. Wat betreft het, in het convenant bepaalde, recreatief medegebruik: dit zal bestaan uit de handhaving van de bestaande wandelroute langs de Kromme Rijn en de uitbreiding met een wandelroute langs de zuidzijde van het terrein. In hoofdstuk 7 wordt hier nader op ingegaan. Nu in 2009 kan ten aanzien van bovengenoemde punten in hoofdstuk 4.5 worden opgemerkt, dat het advies voor een deel is gevolgd tijdens de aanleg. Gebrek aan financiële mogelijkheden maakte het onmogelijk om het terrein van een schrale bouwvoor van 50-60 cm te voorzien. Slechts op één plaats aan het einde van hole 4 links is dat gebeurd. Het resultaat is nu zichtbaar: geen vet gras, maar dun gras met veel planten en bloemen ertussen. Verschralen van andere delen van het terrein gaat zeer langzaam en is nu nog nauwelijks merkbaar. In 2009 wordt een begin gemaakt met het verschralen van de carries (tussen afslag en fairway). Op de voedzame kleigrond groeit hier nu alleen dik gras, dat regelmatig wordt gemaaid. Als proef zullen wij de carry van hole 3 afplaggen, zand op- en inbrengen en dan afwachten wat spontaan opkomt. De opmerkingen in hoofdstuk 4.5 van het natuurbeheerplan over het beheer worden volledig opgevolgd: beperken van gebruik van meststoffen, geen bestrijdingsmiddelen, alleen een groeimiddel MCPP om klaver in de fairways en semirough te bestrijden. Sinds de opening van de golfbaan in 1998 to en met 2008 is het aantal soorten vogels met 57% (van 19 tot 32) toegenomen. Het aantal soorten vlinders is afgenomen van 14 naar 10, en ook de aantallen zijn afgenomen. Dit is in lijn met de landelijke trend. Pagina 5

Het aantal soorten planten is spectaculair toegenomen van 53 naar 119, een toename van 124%. Het aantal bomen buiten de plantvakken is in vergelijking met 1998 toegenomen met 175% (van 309 tot 850). Pagina 6