Filippenzen 2:9 Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat.
Baas
Baas Papa-Kofi
Baas Papa-Kofi Essence
Baas Papa-Kofi Essence She-finall
Baas Papa-Kofi Essence She-finall Wiet
Baas Papa-Kofi Essence She-finall Wiet Worship
Baas Papa-Kofi Essence She-finall Wiet Worship Miao
Baas Papa-Kofi Essence She-finall Wiet Worship Miao Praisegod
Baas Papa-Kofi Essence She-finall Wiet Worship Miao Praisegod Romein
Baas Papa-Kofi Essence She-finall Wiet Worship Miao Praisegod Romein Wisdom
Baas Papa-Kofi Essence She-finall Wiet Worship Miao Praisegod Romein Wisdom Hilarius
Baas Papa-Kofi Essence She-finall Wiet Worship Miao Praisegod Romein Wisdom Hilarius God will
Baas Papa-Kofi Essence She-finall Wiet Worship Miao Praisegod Romein Wisdom Hilarius God will Luca s
Genesis 35:9-20 9 Nu Jakob was teruggekeerd uit Paddan-Aram, verscheen God hem opnieuw, en hij zegende hem. 10 Hij zei: Tot nu toe heette je Jakob. Die naam zul je niet langer dragen: Israël is je nieuwe naam. Zo gaf God hem de naam Israël. 11 En hij vervolgde: Ik ben God, de Ontzagwekkende. Wees vruchtbaar en word talrijk; je zult uitgroeien tot een volk, tot een hele menigte volken, en er zullen koningen uit je voortkomen. 12 Ik geef jou het land dat ik aan Abraham en aan Isaak heb gegeven; ook aan je nakomelingen geef ik dit land.
Genesis 35:9-20 13 Hierna ging God weg van de plaats waar hij met Jakob had gesproken. 14 Daar, op die plaats, zette Jakob een steen rechtop, en hij wijdde hem door er een wijnoffer op te brengen en er olie over uit te gieten. 15 Hij noemde die plaats, waar God met hem had gesproken, Betel. 16-17 Toen ze weer uit Betel waren vertrokken en nog maar een uur of twee van Efrat verwijderd waren, moest Rachel bevallen.
Genesis 35:9-20 Het was een moeizame bevalling en ze had het erg zwaar, maar de vroedvrouw zei tegen haar: Troost je: je hebt er een zoon bij! 18 En terwijl het leven al van haar week want ze stierf gaf zij hem de naam Ben-Oni. Maar zijn vader noemde hem Benjamin. 19 Toen Rachel overleden was, werd ze begraven langs de weg naar Efrat, het tegenwoordige Betlehem. 20 Op haar graf plaatste Jakob een gedenksteen, die tot op de dag van vandaag de plaats van Rachels graf aangeeft.
Jesaja 53:3 Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, [ ].
Genesis 28:19 Hij gaf die plaats de naam Betel; vroeger heette het daar Luz.
Genesis 32:2-3 2 Jakob trok verder. Plotseling verschenen er engelen van God op zijn weg. 3 Een leger van God! riep Jakob uit toen hij hen zag, en hij noemde die plaats Machanaïm.
Genesis 32:20 Jakob noemde die plaats Peniël, want, zei hij, ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven gebleven.
Genesis 35:10 Hij zei: Tot nu toe heette je Jakob. Die naam zul je niet langer dragen: Israël is je nieuwe naam. Zo gaf God hem de naam Israël.
Deuteronomium 33:2 Talloze engelen vergezelden hem, bliksem flitste uit zijn rechterhand. Psalmen 63:9 Ik ben aan u gehecht, met heel mijn ziel, uw rechterhand houdt mij vast. Psalmen 118:16 De rechterhand van de HEER verheft mij, de rechterhand van de HEER doet machtige daden. Jesaja 48:13 Eigenhandig heb ik de aarde gegrondvest, met mijn rechterhand de hemel ontvouwd; wanneer ik de sterren roep, treden ze aan. Openbaring 1:17 Toen ik hem zag viel ik als dood voor zijn voeten neer. Maar hij legde zijn rechterhand op me en zei: Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste.
Genesis 35:20-21 20 Op haar graf plaatste Jakob een gedenksteen, die tot op de dag van vandaag de plaats van Rachels graf aangeeft.
Genesis 35:20-21 20 Op haar graf plaatste Jakob een gedenksteen, die tot op de dag van vandaag de plaats van Rachels graf aangeeft. 21 Israël reisde verder [ ].
Filippenzen 2:9-11 9 Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat,
Filippenzen 2:9-11 9 Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, 10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, 11 en elke tong zal belijden: Jezus Christus is Heer, tot eer van God, de Vader.