Scholtens, G. (2007) Acht keer kwartiermaken. Een verkennend onderzoek naar de methodische aspecten van kwartiermaken Amsterdam: SWP. Katrien Rombouts In 2001 verscheen het doctoraat van Doortje Kal Kwartiermaken in boekvorm. Ik meen te weten dat zij deze term zelf bedacht heeft. Als preventiewerkster sociale psychiatrie bij RIAGG Haagrand neemt ze in 1997 het initiatief tot het project kwartiermaken Zoetermeer. Kal omschrijft kwartiermaken als het voorbereiden van een verblijfplaats voor een groep nieuwelingen. In Zoetermeer zijn het vooral mensen met psychische beperkingen, die geholpen worden om intenser aan het maatschappelijke leven deel te nemen. Via een soort buddy-project (vriendendienst) gaat men samen naar een sportclub, café of cinema. De kwartiermaker is degene die maatschappelijke ruimte creëert voor de andersoortige medemens. Naast effectief samen iets ondernemen, kan kwartiermaken ook onder de vorm van bewustmaking van overheden, informatieverspreiding via een kwartiermakerskrant of via zogenaamde multiloogbijeenkomsten. Dit zijn samenkomsten waaraan zowel mensen met psychische beperkingen als beleidsmakers en verzorgers deelnemen. Elke deelnemer draagt vanuit zijn eigen positie bij tot het oplossen van een bepaald maatschappelijk probleem. Na het initiatief van Doortje Kal zijn er in Nederland verschillende dergelijke projecten opgestart. Het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de * personalia boeken 219
Hogeschool Utrecht bracht acht initiatieven in kaart, zocht naar gelijkenissen en verschillen en koppelde hieraan een aantal aanbevelingen voor het verder ontwikkelen van kwartiermaken in Nederland. Het resultaat is een flinterdun boekje (zestig bladzijden). Het merendeel van de inhoud gaat over de beschrijving van de acht projecten. Wat en hoe er precies onderzocht is, komen we slechts gedeeltelijk te weten. De auteur vertelt ons enkel dat ze twintig mensen, allen werkzaam in de sector, heeft bevraagd rond een aantal thema s over kwartiermaken. Het theoretisch kader beslaat een vijftal bladzijden en lijkt wel letterlijk overgeschreven uit het boek van Doortje Kal. Het zijn filosofische bespiegelingen bij termen als gastvrijheid, verschil, dialoog. De concrete projecten varen allemaal een vrij gelijkaardige koers. Opvallend is ook dat de meeste zich in een opstartfase bevinden. Er wordt meer over plannen dan over realisaties gesproken. Vaak is men nog niet verder geraakt dan het organiseren van vergaderingen met alle betrokken partijen. De onderzoekster vindt zes domeinen waarop gewerkt wordt. Vooreerst willen de projecten het burgerschap van de doelgroep activeren. Dat kan door het vergroten van de toegankelijkheid van welzijnsvoorzieningen, het bevorderen van de mogelijkheid om actief te zijn als buurtbewoner en het ondersteunen van zelfstandig wonen. Een tweede element is het zoeken naar afstemming tussen de verschillende betrokkenen (het netwerk). En derde optie is het creëren van niches. Dit zijn plaatsen en momenten (bijvoorbeeld in een wijkcentrum) waar mensen met psychische beperkingen zich welkom voelen. De projecten zijn ook op zoek naar een groter draagvlak voor de integratie van psychisch zieke mensen. Op verschillende plaatsen is onderzoek gedaan of zijn conferenties georganiseerd rond het probleem van (vrijwilligers)werk, wonen en wijkbetrokkenheid. Ten slotte erkent iedereen het belang van een goede samenwerking en het beïnvloeden van de beeldvorming. Bij de aanbevelingen aan het eind van het boekje wordt vooral de nadruk gelegd op het verder uitwerken van bepaalde elementen (zoals niche), het bevorderen van de deskundigheid van de medewerkers en een grotere rol voor de gebruikers (patiënt/ervaringsdeskundigen). De auteur besluit dat er nog veel werk aan de winkel is en ook ik ben die mening toegedaan. Bij het lezen van dit boekje overviel me bovendien de gedachte dat al deze projecten wel eens in hun startblokken zouden kunnen blijven vastzitten. 220 JG28 / 2010 / SB2 / boeken
Wanneer men echt begaan is met een maatschappelijk gedragen integratie van psychisch zieken in de samenleving, dan lijkt mij dat moeilijk haalbaar binnen een project van één of twee jaar. Het feit dat al deze projecten ook geëvalueerd en onderzocht moeten worden, geeft de basiswerkers nog minder ruimte om langzaam iets op te bouwen. Kwartiermaken is voor mij eerder een werk van lange adem. In het psychiatrisch ziekenhuis waar ik werk, zie ik soms, tussen alle uitsluiting en afwijzing, bijzondere staaltjes van integratie. Zo zijn er gasten in de Geelse gezinsverpleging die hun ouder wordende pleegouders begeleiden naar de bank of samen op café gaan. Er is een mooie samenwerking ontstaan tussen de cultuurdienst van de stad en het kunsthuis van het psychiatrisch ziekenhuis. Binnenkort zullen mensen van het kunsthuis een tentoonstelling houden in het cultureel centrum als voorsmaakje op de voorstelling te gek. Ze krijgen ook de kans het voorprogramma te verzorgen. De ontspanningsdienst onderhandelt met een aantal sportclubs uit de buurt om patiënten en ex-patiënten langzaam te integreren in hun werking. Voorlopig wordt er nog apart gesport, maar binnenkort kan er misschien iets samen gebeuren. Ik mag er niet aan denken dat al die initiatieven onder de vorm van een tijdelijk project met verplichte evaluatie zouden moeten gerealiseerd worden. Kwartiermaken is een prachtig idee dat zeker navolging verdient. Het is de verdienste van Doortje Kal dat zij het probleem van maatschappelijke uitsluiting heeft benoemd en een oplossing heeft gezocht. Toch vrees ik dat er nu eerst hard en lang gewerkt moet worden. En misschien is er dan wel geld en tijd voor een degelijk onderzoek in plaats van een haastig geschreven werkstukje over projecten die hun deugdelijkheid nog moeten bewijzen. boeken 221
personalia baert dany Klinisch psycholoog-psychotherapeut en opleider; algemeen directeur van de Interactie-Academie. E-mail: dany.baert@iaac.eu decraemer kris Klinisch psycholoog-psychotherapeut en opleider; staflid van de Interactie-Academie. E-mail: kris.decraemer@iaac.eu fondelli thomas Klinisch psycholoog, zelfstandig systeemtheoretisch psychotherapeut en vormingsmedewerker bij Autisme Centraal. E-mail: thomas.fondelli@telenet.be hillewaere bruno Psycholoog-systeemtherapeut, verbonden aan het Jeugdcircuit, de MBTafdeling (mentalization-based treatment, project mentalization-based family therapy) en de opleiding systeemtherapie van het Psychotherapeutisch Centrum de Viersprong te Halsteren, Nederland. E-mail: Bruno.Hillewaere@deviersprong.nl; www.deviersprong.nl maes vicky Bemiddelaar in familiezaken, werkzaam bij CAW Delta in Dilbeek. Therapeut, werkzaam in Praktijk voor psychotherapie te Leuven. E-mail: vix_maes@hotmail.com begin artikel personalia 229
poels veerle Klinisch psycholoog-psychotherapeut, Department of Corrections Psychological Service, Rotorua, Nieuw-Zeeland. E-mail: veewee@paradise.net.nz rombouts katrien Klinisch psycholoog-systeemtherapeut, werkzaam in de dagkliniek van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis te Geel. E-mail: katrien.rombouts@opzgeel.be van daele mieke Orthopedagoog, systeemtheoretisch psychotherapeut en opleider; staflid van de Interactie-Academie. E-mail: mieke.vandaele@iaac.eu van den berge luc Sociaal verpleegkundige, master in de wijsbegeerte en systeemtheoretisch psychotherapeut. Hij is als opleider verbonden aan de Interactie-Academie, werkt in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg en is verbonden aan een groepspraktijk voor psychotherapie, coaching en filosofisch consult. E-mail: luc.van.den.berge@skynet.be vermeire sabine Psychotherapeut, orthopedagoog en opleider; staflid van de Interactie- Academie. E-mail: sabine.vermeire@iaac.eu 230 JG28 / 2010 / SB2 / personalia begin artikel