Overzicht wetten en enkele specifieke wetsartikelen

Vergelijkbare documenten
Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen.

Wet van 29 augustus 1991 tot herziening van de Woningwet

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Aangenomen definitieve versie van 23 maart 2010

Splitsingsverordening

Wet van 5 juli 1962, houdende vaststelling van nieuwe voorschriften omtrent de ruimtelijke ordening

INHOUDSOPGAVE BOUWVERORDENING HELMOND 2006

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 26 juli 2010 Corr. nr.:

Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening)

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht.

Factsheet Huisvesting arbeidsmigranten. Wet- en regelgeving en handhaving

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitvoeringsbesluit kamerverhuur Hellevoetsluis 2012:

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar D.S.H. Elzinga, (t.a.v. D.S.H. Elzinga)

Bouwverordening Gemeente Drimmelen 2016

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

Register bij het Ondermandaatbesluit Wabo-bevoegdheden stadsdeelsecretaris Nieuw-West

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

Hfdst. 1 Inleidende bepalingen 1 Art. 1.1 Begripsomschrijvingen 1 Art. 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente 2

BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN

Bouwverordening Lingewaard 2019

REGULIERE BOUWVERGUNNING EN VRIJSTELLING EX ARTIKEL WRO

12 bereikbaarheidseisen Artikel Richtlijnen voor de verlening van ontheffing van de

Wetsvoorstel algemene bepalingen omgevingsrecht

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

5.1 Algemeen. 5.2 Bouwvergunningen

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 485 Zaaknummer:

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x 2 juni

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Tijdelijke ontheffing en tijdelijke bouwvergunning

Amste 9 5. Dienst Milieu en Bouwtoezicht 2 7 JAN, Reguliere bouwvergunning adres Snijdersbergweg 97. gewaarmerkte stukken datum.

Bestemmingsplan. Partiële herziening Dedemsvaart-Zuid Gemeente Hardenberg. Planregels. projectnr revisie september 2009

Gemeente Kollumerland c.a.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (incl. wijzigingen Invoeringswet)

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Financiële consequenties Naar wij verwachten zal uit de voorgestelde wijzigingen geen meer- of minderopbrengst voortvloeien.

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gemeente Kollumerland c.a.


Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening)

: Beleid artikel 19 WRO. : RWB / Ruimtelijke Inrichting Noord

Weigering omgevingsvergunning

Artikel 1 1. Artikel 2

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders, kennis genomen hebbende van de punten uit de voorbereidende vergadering op 20 januari 2015

Dienst Milieu en Bouwtoezicht

rv277 Den Haag, 31 augustus Aan de gemeenteraad.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Portefeuillehouder: J. Hoekzema Behandelend ambtenaar J. van der Weij, (t.a.v. J. van der Weij)

GEMEENTE HOOGEVEEN. Brandbeveilingsverordening. Gelezen het voorstel van het college van.(datum en eventueel nummer)

LICHTE BOUWVERGUNNING

Gelezen de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk FEI/ d.d. 9 oktober 2003;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2013

Aan de raad van de gemeente lingewaard

1 van :33

de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in de bij dit bestemmingsplan behorende voorschriften;

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x 7 april

Huisvestingsverordening Breda 2015

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gelet op artikel 8 van de Woningwet, en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416) en het Veegbesluit (Stb. 2011, 676); B E S L U I T:

beschikking omgevingsvergunning Registratienummer:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verordening houdende regels betreffende de verdeling van woonruimte en het wijzigen van de woonruimtevoorraad gemeente Sliedrecht 2011

CONCEPT-OMGEVINGSVERGUNNING

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

1 van :17

BOUWVERORDENING DOETINCHEM 2007, 14 e wijziging

huisvestingsverordening kamerbewoning Lith Dienst/afdeling SLWE

ONTWERP Omgevingsvergunning Zaaknummer

AAN DE GEMEENTERAAD. Nummer : 2012/19 Datum : 17 februari 2012 Onderwerp : Vaststellen 15 e wijziging van de Bouwverordening gemeente Kapelle 1992

Gelet op artikel 2.33, tweede lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

gelezen het raadsvoorstel nummer RV van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 17 mei 2011;

PARAGRAAF 3 HET VOORKOMEN VAN BRAND EN HET BEPERKEN VAN BRAND EN BRANDGEVAAR

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website:

Brandbeveiligingsverordening Boxtel 2015

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop (Stb. 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676),

(ONTWERP)Omgevingsvergunning Zaaknummer

Raadsvoorstel Vaststellen Bouwverordening 2010 (Ie wijziging)

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x

Model Leegstandverordening

Artikel I Wijzigingen van de bouwverordening

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Wij hebben op 15 oktober 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Omgevingsvergunning Zaaknummer

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x /

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WABO EN DE NIEUWE WET RUIMTELIJKE ORDENING

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Transcriptie:

Overzicht wetten en enkele specifieke wetsartikelen Relevante wetgeving: - Algemene Wet Bestuursrecht - Wet op de Ruimtelijke Ordening - Woningwet - Bouwbesluit 2003 - Huisvestingswet - Wet op de stads- en dorpsvernieuwing - Leegstandwet - Huurwet - Uitvoeringswet Huurprijzen Woonruimte - Wet op het Binnentreden - In de toekomst: het Besluit Brandveilig Gebruik Bouwwerken Gemeentelijk: - Bestemmingsplannen - Bouwverordening - Algemene Politie Verordening - Leefmilieuverordening Enkele specifieke wetsartikelen Leefmilieuverordening recreatie-inrichtingen c.a. (LMV-RECA), gemeente Den Haag Artikel 1 lid 3 sub f: kamerverhuurbedrijf: een samenstel van verblijfsruimten, uitsluitend of mede bestemd of gebruikt om daarin anderen dan aan de rechthebbende en de personen behorende tot diens huishouden woonverblijf, niet in de zin van zelfstandige woongelegenheid, te verschaffen, al dan niet met gehele of gedeeltelijke verzorging; onder de definitie van kamerverhuurbedrijf valt niet de verhuur van één of twee kamers door de eigenaar/bewoner van een woning aan niet meer dan twee personen. Artikel 2: Het is verboden te bouwen, werken en werkzaamheden te verrichten alsmede opstallen en gronden te gebruiken ten behoeve van recreatie-inrichtingen, sexclubs, sexwinkels, kamerverhuurbedrijven, prostitutiebedrijven, garagebedrijven, paddoshops, belwinkel, hennepkwekerijen en drugsdealpanden. Huisvestingswet 1. Onttrekking, samenvoeging en omzetting Artikel 30 1. Het is verboden een woonruimte die behoort tot een door de gemeenteraad in de huisvestingsverordening daartoe met het oog op het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad aangewezen categorie, zonder vergunning van burgemeester en wethouders; a. aan de bestemming tot bewoning te onttrekken, of voor een zodanig gedeelte aan die bestemming te onttrekken, dat die woonruimte daardoor niet langer

geschikt is voor bewoning door een huishouden van dezelfde omvang als waarvoor deze zonder zodanige onttrekking geschikt is; b. met andere woonruimte samen te voegen; c. van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte om te zetten. 2. Onder zelfstandige woonruimte als bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt verstaan een woonruimte welke een eigen toegang heeft en welke door een huishouden kan worden bewoond zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte. 3. Woonruimte, aangewezen overeenkomstig artikel 5, wordt tevens aangewezen overeenkomstig het eerste lid, tenzij een zodanige aanwijzing naar het oordeel van de gemeenteraad met het oog op het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad niet noodzakelijk is. Regionale huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden 2005 2 Onttrekkingen, samenvoeging en omzetting Artikel 45 1. Het verbod als bedoeld in artikel 30 van de Huisvestingswet is uitsluitend van toepassing op woonruimten die behoren tot de in bijlage III van deze verordeningen opgenomen categorieën woonruimten. 2. Op verzoek van burgemeester en wethouders kan het dagelijks bestuur bijlage III bij deze verordening wijzigen. Bouwverordening, gemeente Den Haag HOOFDSTUK 6 Gebruiksvergunning en gebruikseisen 1 Gebruiksvergunning. Artikel 6.1.1 Vergunning gebruik bouwwerk 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een gebruiksvergunning van burgemeester en wethouders een bouwwerk in gebruikt te hebben of te houden, waarin: a. meer dan vijftig personen tegelijk aanwezig zullen zijn, anders dan in een één- of meergezinshuis; b. aan meer dan vier personen bedrijfsmatig woon- en/of nachtverblijf zal worden verschaft (verblijfsinrichting); c. aan meer dan vier personen in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft; d. aan meer dan tien kinderen jonger dan twaalf jaar, of aan meer dan tien lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapten dagverblijf zal worden verschaft. 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan de gebruiksvergunning slechts voorwaarden verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgebaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand. 3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid en artikel 7.1.1 kunnen burgemeester en wethouders ten aanzien van de in het eerste lid onder b genoemde bouwwerken aan de gebruiksvergunningvoorwaarden verbinden met betrekking tot het maximum aantal bewoners

per verblijfsruimte of per bouwwerk, de minimum gebruiksoppervlakte per verblijfsruimte of per bouwwerk dan wel met betrekking tot het beheer over (het gebruik van) het bouwwerk. 4. Indien het belang waarvoor de vergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van de inzichten en/of verandering van de omstandigheden gelegen buiten het bouwwerk, opgetreden na het verlenen van de vergunning, kunnen burgemeester en wethouders aan de vergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken. 5. Het is verboden het in het eerste lid bedoelde bouwwerk in gebruik te geven aan een exploitant die niet beschikt over een gebruiksvergunning. Wet op de Economische Delicten Artikel 1A sub 2 Economische delicten zijn eveneens: (.) de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de artikelen 10, eerste en tweede lid, en 14 voorzover aangeduid als strafbare feiten alsmede de artikelen 17, vierde lid, 21, derde lid, 28, vierde lid, 29, achtste lid, en 45, tweede lid; de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, artikel 31 juncto de artikelen 10, eerste en tweede lid, en 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voorzover aangeduid als strafbare feiten alsmede de artikelen 17, vierde lid, 21, derde lid, 28, vierde lid, 29, achtste lid, en 45, tweede lid, van laatstgenoemde wet; (.) de Woningwet, de artikelen 1a, 1b, 7b, 14a, 16, 40, 45, zevende lid, 60, 103 en 120, tweede lid; Woningwet Artikel 7b 1. Tenzij een bouwvergunning als bedoeld in artikel 40 het uitdrukkelijk toestaat, is het verboden te bouwen, voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdelen c en g, en vijfde lid, met dien verstande dat voorschriften van stedenbouwkundige aard als bedoeld in dat vijfde lid niet van toepassing zijn op het bouwen waarvoor op grond van artikel 43 geen bouwvergunning is vereist. 2. Het is verboden: a. een bouwwerk of standplaats te gebruiken of te laten gebruiken, anders dan in overeenstemming met de op dat gebruik van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel a; b. een open erf of terrein te gebruiken of te laten gebruiken, anders dan in overeenstemming met de op dat gebruik van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel b; c. een open erf of terrein in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet aan de op de staat van dat open erf of terrein van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel b; d. te slopen, tenzij daarbij wordt voldaan aan de op dat slopen van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel d en g. 3. Een verbod als bedoeld in het eerste of tweede lid heeft mede betrekking op het niet voldoen aan de voorschriften met betrekking tot het bouwen, het gebruik, de staat of het slopen van een bouwwerk, bedoeld in:

a. artikel 8, zevende lid, voor zover deze voorschriften in de bouwverordening zijn opgenomen; b. artikel 8, achtste lid, indien en voor zover deze voorschriften op grond van het negende lid van dat artikel rechtstreeks gelden. Artikel 8 1. De gemeenteraad stelt een bouwverordening vast, die uitsluitend de voorschriften, bedoeld in het tweede tot en met zesde lid, bevat. 2. De bouwverordening bevat voorschriften omtrent: a. het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot: 1. de beschikbaarheid van drinkwater en energie; 2. de reinheid; 3. het bestrijden van schadelijk of hinderlijk gedierte; 4. de brandveiligheid en 5. voor zover het woningen, woonketen of woonwagens betreft, het aantal personen dat in een dergelijk gebouw mag wonen; b. het gebruik van open erven en terreinen en de staat, waarin deze zich moeten bevinden; c. het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem; d. het slopen, waaronder begrepen voorschriften omtrent selectief slopen; e. de wijze van inrichting en indiening van een aanvraag om woonvergunning als bedoeld in artikel 60; f. de overdraagbaarheid van een bouwvergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid, en van een woonvergunning als bedoeld in artikel 60; g. het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot: 1. de veiligheid op de bouw- of sloopplaats; 2. de tijdstippen waarop met het bouwen of het slopen mag worden en wordt begonnen; 3. de tijdstippen waarop met het bouwen of het slopen moet zijn begonnen en het bouwen of het slopen moet zijn beëindigd, alsmede de wijze van gereedmelding van het bouwen of het slopen; 4. de termijn gedurende welke het bouwen of het slopen ten hoogste mag stilliggen; 5. bescheiden die op de bouw- of sloopplaats aanwezig moeten zijn; 6. opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoekingen, die met betrekking tot het bouwen of het slopen noodzakelijk zijn en 7. het tijdstip en de wijze van overleggen van kwaliteitsverklaringen en van nadere gegevens met betrekking tot de installaties voor drinkwater en energie. Wet op de Ruimtelijke Ordening Artikel 17 1. Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op een voor een bepaalde termijn voorgenomen afwijking van een bestemmingsplan voor die termijn vrijstelling verlenen van dat plan. De termijn kan, ook na mogelijke verlenging, ten hoogste vijf jaren belopen. Het derde lid van artikel 15 is van overeenkomstige toepassing. 2. Bij een bestemmingsplan kan worden bepaald, dat de toepasselijkheid van dit artikel is uitgesloten indien het belang ter bescherming waarvan een bepaalde bestemming in het plan is opgenomen, zich niet verdraagt met een vrijstelling als bedoeld in het eerste lid. 3. Burgemeester en wethouders zenden van iedere vrijstelling onverwijld afschrift aan de inspecteur. 4. Na het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn is degeen aan wie de vrijstelling is verleend of diens rechtsopvolger verplicht de met het bestemmingsplan

strijdige situatie te zijner keuze hetzij in de vorige toestand te herstellen, hetzij met het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen. 5. De in het vierde lid genoemde verplichting wordt opgeschort, indien vóór het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn een ontwerp voor een op opheffing van bedoelde strijdigheid gerichte herziening van het bestemmingsplan ter inzage is gelegd. Deze opschorting duurt totdat de termijn bedoeld in artikel 25 is overschreden, de termijn voor terinzagelegging, genoemd in artikel 26 is overschreden, dan wel omtrent goedkeuring van de herziening onherroepelijk is beslist. Ingeval van goedkeuring vervalt de verplichting. 6. Indien degeen aan wie de vrijstelling is verleend of diens rechtsopvolger in gebreke blijft aan zijn verplichting als in het vierde lid bedoeld te voldoen, schrijven burgemeester en wethouders hem onverwijld aan tot naleving van die verplichting. 7. Wij kunnen bij algemene maatregel van bestuur voorschriften geven, die bij het verlenen van vrijstelling ingevolge dit artikel in acht genomen moeten worden. Artikel 19 1. De gemeenteraad kan, behoudens het gestelde in het tweede en derde lid, ten behoeve van de verwezenlijking van een project vrijstelling verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits dat project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vooraf van gedeputeerde staten de verklaring is ontvangen, dat zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. Onder een goede ruimtelijke onderbouwing wordt bij voorkeur een gemeentelijk, intergemeentelijk of regionaal structuurplan verstaan. Indien er geen structuurplan is of wordt opgesteld, wordt bij de ruimtelijke onderbouwing in elk geval ingegaan op de relatie met het geldende bestemmingsplan, dan wel wordt er gemotiveerd waarom het te realiseren project past binnen de toekomstige bestemming van het betreffende gebied. De gemeenteraad kan de in de eerste volzin bedoelde vrijstellingsbevoegdheid delegeren aan burgemeester en wethouders. 2. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bestemmingsplan in door gedeputeerde staten, in overeenstemming met de inspecteur, aangegeven categorieën van gevallen. Gedeputeerde staten kunnen daarbij tevens bepalen onder welke omstandigheden vooraf een verklaring van gedeputeerde staten dat zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben, is vereist. Het bepaalde in het eerste lid met betrekking tot een goede ruimtelijke onderbouwing is van overeenkomstige toepassing. 3. Burgemeester en wethouders kunnen eveneens vrijstelling verlenen van het bestemmingsplan in bij algemene maatregel van bestuur aan te geven gevallen. Het derde lid van artikel 15 is van overeenkomstige toepassing. 4. Vrijstelling krachtens het eerste lid wordt niet verleend voor een project dat wordt uitgevoerd in een gebied waarvoor a. het bestemmingsplan niet tijdig overeenkomstig artikel 33, eerste lid, is herzien of b. geen vrijstelling overeenkomstig artikel 33, tweede lid, is verleend, tenzij voor het gebied een voorbereidingsbesluit geldt of een ontwerp voor een herziening ter inzage is gelegd