> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Vastestate Vastgoedmanagement B.V. P. Bouts Oostmaaslaan 29 A 3063 AN ROTTERDAM Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Onze referentie Aanvraagnummer.toek.jb Datum 3 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen Bijlagen 1 Geachte heer Bouts, Naar aanleiding van uw verzoek van 7 oktober 2014 en de aanvulling hierop van 13 november 2014, geregistreerd onder aanvraagnummer, om een ontheffing met kenmerk te wijzigen, deel ik u het volgende mee. Besluit van 24 september 2014 Bij besluit van 24 september 2014 is ontheffing met kenmerk FF/75C/2014/0124 verleend van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen van de huismus, voor de periode van 24 september 2014 tot en met 27 februari 2015. Het betreft de realisatie van het project Ontruimen volkstuinen complex Bosdreef, gelegen in de gemeente Rotterdam. Doel van dit project is het ontruimen van de volkstuinencomplex Bosdreef en centraliseren van de duivenmelkers op 1 locatie. De werkzaamheden bestaan uit het slopen van duivenschuren en het bouwen van nieuwe duivenschuren. Wijzigingsverzoek U dient het Volkstuinencomplex aan de Bosdreef in opdracht van Stadsontwikkeling Rotterdam te ontmantelen. Door de aanwezigheid van vervallen opstallen en illegaal verblijf is er sprake van een sociaal onveilige en onwenselijke situatie waar de gemeente Rotterdam een einde wenst te maken. Behalve volkstuinen zijn er op het terrein zeven duivenmelkers actief. De duivenmelkers mogen op het terrein blijven, maar worden op één locatie gecentraliseerd. Momenteel verblijven vijf duivenmelkers in de omgeving van het sorteercentrum van TNT (tussen km 48,2 en 48,5 van het spoor). De duivenmelker van perceel 21 en 22 verblijft momenteel nabij km 49,0 van het spoor. Onder de dakpannen van het meest westelijk gelegen duivenhok op perceel 22 zijn circa 10 broedpaartjes van de huismus vastgesteld. Het betreffende hok is 6 strekkende meters lang. Pagina 1 van 3
De aanvrager verzoekt om het schrappen van de voorschriften 9 en 10 van de vigerende ontheffing met kenmerk FF/75C/2014/0124 omdat er spoed geboden is bij het verwijderen van de bestaande bebouwing op perceel 21 en 22. In verband met de doorloop van de werkzaamheden en de druk vanuit afdeling toezicht gebouwen, dienen de resterende volkstuinhuizen zo spoedig mogelijk ontmanteld te worden. Door voorschrift 9 kunnen de resterende werkzaamheden niet eerder dan begin januari uitgevoerd worden en komt de voortgang van de werkzaamheden in de knel. Daarnaast neemt de kans op onwerkbaar weer toe waardoor de werkzaamheden mogelijk kort voor de aanvang van het nieuwe broedseizoen gestart kunnen worden. Daarnaast is het praktisch niet uitvoerbaar om de nestkasten voor onbepaalde periode jaarlijks schoon te houden (voorschrift 10). Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Datum 3 december 2014 Onze referentie Aanvraagnummer Specifieke voorwaarde 9 luidt: U dient minimaal 3 maanden voorafgaand aan het ongeschikt maken van de huidige verblijfplaatsen van de huismus de nestkasten te plaatsen Specifieke voorwaarde 10 luidt: U dient de nestkasten, in een periode dat verstoring niet of minimaal optreedt, jaarlijks schoon te laten maken voor zover deze in gebruik zijn Beoordeling In mei 2014 is op perceel 7 een nieuwe duivenschuur gebouwd voor de duivenmelker van perceel 21 en 22. Dit perceel bevindt zich op circa 500 meter van de huidige verblijfplaats van de huismus. Doordat het nieuwe duivenhok groter is (11 strekkende meter) dan het voormalige duivenhok op perceel 21 en 22, voorziet deze in een toename/verdubbeling van het aantal broedplekken voor de huismus. Deze schuur is voorzien van een pannendak dat door de huismus als alternatieve verblijfplaats gebruikt kan worden. Behalve deze duivenmelker zijn er meerdere duivenmelkers met een soortgelijke constructie waarbij de samenstelling van deze percelen nagenoeg hetzelfde is als bij perceel 21 en 22. Inmiddels staan er meerdere nieuwe duivenhokken van dezelfde samenstelling welke als vervangende verblijfplaats voor de huismus kunnen dienen. Aanvullend zijn op 3 oktober 2014 tien nestkasten op perceel 8 opgehangen. Omdat de oorspronkelijke verblijfplaatsen bij voorkeur door soortgelijke verblijfplaatsen vervangen worden als in de uitgangssituatie (in dit geval broeden de huismussen onder dakpannen) kan het ophangen van kasten als een aanvullende maatregel worden beschouwd. De nieuwe duivenschuur is duurzamer en effectiever dan de kasten, omdat deze vergelijkbare broedgelegenheid biedt als in de oorspronkelijke situatie. Omdat deze schuur al in mei 2014 gebouwd is heeft de huismus voldoende tijd gekregen om de nieuwe locatie te ontdekken en te accepteren. Doordat de nieuwe schuur groter is dan het oorspronkelijke duivenhok voorziet deze tevens in een toename/verdubbeling van de broedgelegenheid. Er is dus reeds een nieuwe definitieve volwaardige compensatie aangeboden. Hierdoor acht ik het niet noodzakelijk nog langer te wachten met het verwijderen van de bestaande bebouwing op perceel 21 en 22 en wordt het zelfs wenselijk geacht dat deze op korte termijn gesloopt wordt voordat de weersomstandigheden daarvoor te guur worden. Voorschrift 9 wordt dan ook uit de ontheffing gehaald. Pagina 2 van 3
Omdat de opgehangen kasten als aanvullende maatregel beschouwd worden en in principe geen onderdeel uitmaakt van het vereiste maatregelenpakket hoeven de kasten niet jaarlijks schoon gehouden te worden. Voorschrift 10 kan dan ook uit de ontheffing gehaald worden. Conclusie Gelet op het voorgaande verleen ik u ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Aan deze ontheffing zijn voorschriften verbonden. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Datum 3 december 2014 Onze referentie Aanvraagnummer De gewijzigde ontheffing met het kenmerk en de voorschriften treft u hierbij aan. Ik verzoek u de originele ontheffing met het kenmerk FF/75C/2014/0124 retour te (laten) zenden. Voor mijn overige afwegingen verwijs ik u naar mijn brief van 24 september 2014 is ontheffing met kenmerk FF/75C/2014/0124. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij het indienen van een digitaal bezwaarschrift vragen wij u naar een aantal gegevens uit deze brief. Maakt u schriftelijk bezwaar, vermeld in uw bezwaarschrift dan in ieder geval onze referentie en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt dit nummer in de rechter kantlijn in deze brief. Op mijn.rvo.nl vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift. Meer informatie Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen Teammanager Vergunningen Pagina 3 van 3
ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van heer P. Bouts op 2 april 2014, namens Vastestate Vastgoedmanagement B.V. en de aanvulling hierop van 26 augustus 2014 en het verzoek tot wijziging van 7 oktober 2014 en de aanvulling hierop van 13 november 2014 gelet op artikel 75, lid 3, van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris 1 van Economische Zaken hierbij aan: Naam: Vastestate Vastgoedmanagement B.V. (hierna: ontheffinghouder) Adres: Oostmaaslaan 29 A Postcode en woonplaats: 3063 AN ROTTERDAM Ontheffing voor het tijdvak van: 3 december 2014 tot en met 27 februari 2015 Van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen van de huismus (Passer domesticus). Het gebied waarvoor de ontheffing geldt, betreft het plangebied voor de realisatie van het project Ontruimen volkstuinen complex Bosdreef., gelegen tussen de Bosdreef en het terrein van Prorail op het Spoorwegreplacement Noord in Rotterdam, één en ander zoals is weergegeven in figuur 1 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Inventarisatie Huismus Bosdreef van 12 augustus 2014. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soort en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met Rijksdienst voor Ondernemend Nederland indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder blijft daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 1 Krachtens de wettekst is de Minister bevoegd tot het afgeven van een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Op basis van de portefeuilleverdeling tussen de Minister van EZ en de Staatssecretaris van EZ is deze bevoegdheid belegd bij de Staatssecretaris. 1 van 3
6. De ontheffinghouder dient, zodra de datum waarop de werkzaamheden zullen aanvangen bekend is, het bijgevoegde meldingsformulier volledig in te vullen en naar Rijksdienst voor Ondernemend Nederland te zenden. Specifieke voorschriften 7. U dient de (sloop)werkzaamheden buiten de broedperiode van de huismus uit te voeren. Ik wijs u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Flora- en faunawet. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. De geschiktheid van de periode voor de uitvoering van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige 2 op het gebied van de huismus. Een deskundige zal bepalen wanneer en hoe de maatregelen uitgevoerd gaan worden. 8. U dient 10 duurzame nestkasten in de directe omgeving van de duivenschuur op te hangen. De openingen van de nestkasten dienen minimaal 50 centimeter uit elkaar te liggen, of zo gesitueerd dat een nestopening niet zichtbaar is vanuit een andere nestopening. 9. U dient er zorg voor te dragen dat in de omgeving van de permanente nestvoorzieningen voldoende foerageer- en schuilmogelijkheden aanwezig zijn. Zorgplicht Ik wijs u er op dat u op grond van artikel 2 van de Flora- en faunawet de volgende maatregelen in acht dient te nemen: 10. U dient voorafgaand aan de (sloop)werkzaamheden de huidige verblijfplaatsen van de huismus ongeschikt te maken door de huidige verblijfplaatsen af te sluiten of bovenliggende dakpannen te verwijderen. Dit dient te gebeuren onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de huismus. Overige voorschriften 11. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de huismus. 12. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden. 13. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften. 14. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, zeker vier maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag indienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. 2 Het Ministerie van Economische Zaken verstaat onder een deskundige een persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: - op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of - op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of - als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals bijvoorbeeld Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of - bescherming. 2 van 3
15. Aanspreekpunt in het kader van deze ontheffing en de daaruit voortvloeiende voorschriften is Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Den Haag, 3 december 2014 De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen Teammanager Vergunningen 3 van 3