HST 8. 1. Wat is het verschil tussen bindingstijd en verhardingstijd van beton? Bindingstijd: de tijd die nodig is om de boel te binden (dat alles aan elkaar hecht en dat het nog verwerkbaar is). Verhardingstijd: de tijd op de verbonden cement laten uitharden tot cementsteen (28 dagen). 2. Welke invloed heeft de temperatuur op de verhardingstijd? Hoe hoger de temperatuur hoe sneller de verharding. Wel een mindere eind sterkte. 3. Wat is cementpasta en wat is cementsteen? Cementpaste: is nog vloeibaar cement + water. (onverhard) Cementsteen: is niet meer vloeibaar cement + water, is een geheel geworden. (verhard) 4. Wat zijn de verschillen tussen de cementklasse A, B en C? De fijnheid van de maling, A is het grofst, B is fijn en C is het fijnst 5. Wat is gel en wat is gelwater? Gel: de hele structuur van de vezeltjes. Gelwater: zit vast aan hydrrtlaagjes en doet niet meer mee aan de verdere hydatatie. 6. Welke soorten poriën komen in cementsteen voor? Gelporiën: tussen de hydratatieproducte; Capillaire poriën: 100 x zo groot. 7. Wat is permeabiliteit van beton? De mate waarin water of andere stoffen zich door het poriënsysteem van een materiaal kunnen bewegen. 8. Wat is bij beton de hydratatiegraad, door welke factoren wordt die beïnvloed? De mate waarin beton is uitgehard dit wordt beïnvloed door w.c.f en de klassecement. 9. Van welke factoren is de aard en de grootte van het capillaire poriënsysteem afhankelijk? De w.c.f. + cementsoort 10. Wat is het verschil tussen permeabiliteit en poreusheid? Poreusheid: poreus Permeabiliteit: doorlatendheid 11. Welke milieuklassen kennen we tegenwoordig? Geeft in het kort de verschillen aan? Zie bijlage millieuklassen 12. Welke invloed hebben de cementklassen op de sterkte-ontwikkeling? Geef dit weer in een grafiek. Blad 1 van 15
13. Geef eveneens in een grafiek aan welke invloed de temperatuur heeft op de sterkteontwikkeling. 14. Doe hetzelfde voor de invloed van de w.c.f. 15. Welke invloed hebben het niet bij de hydratatie gebruikte water en de ingesloten lucht op de cementsteen? Porositeit, verlies van sterkte. 16. Waarom is er bij iedere milieuklasse een maximale w.c.f. voorgeschreven? Voor een duurzamer beton, sterker beton. 17. Waarom is er minimaal cementgehalte voorgeschreven? Voor een duurzamer beton, sterker beton en Voor de verwerkbaarheid. 18. Wat bedoelen we met de rijpheid van beton? Van welke factoren is deze afhankelijk, hoe bepaald men de rijpheid met de methode De Vree? Rijpheid = Verhardingstijd x temperatuur. ( R = V x T) Cementsoort en klasse, de w.c.f., specietemperatuur. 19. Hoe ontstaat plastische krimp? Hoe kan men dit voorkomen? - Water uit pas gestort beton verdampt; - Oppervlak heeft neiging om te krimpen; - Hierdoor onzichtbare spanning; - Als die grote worden als de trekspanning; - Zichtbare scheurtjes (niet diep). 20. Welke maatregelen kan men nemen bij het betonstorten in de winter? Hoe kan men zien dat beton bevroren is? - cementgehalte verhogen; - cement met hogere warmte ontwikkeling toepassen; - hogere cementklasse; - lagere w.c.f.; - verwarmen van de grondstoffen; - in spuiten van stoom in het mengsel; - isoleren van het beton; - maatregelen nemen bij het transport en de verwerking waarbij veel koeling optreedt. Schilfers + grotere volume Blad 2 van 15
21. Wat is inwendige krimp? Hoe wordt dit ook wel genoemd? Reactie cement en water (hydratatie) volumeverandering. 22. Hoe meten we de invloed van inwendige krimp en welke conclusie kan men daaruit trekken? Gewichttoename na onder water. Onderwater volledige gehydrateerd, 7 ml water. 23. Welke factoren beïnvloeden de hydratatiegraad? - De temperatuur - Cementklasse - w.c.f. 24. Wat is hydratatiewarmte? Hoe geven we deze aan? Exotherme reacties, komt warmte vrij bij reactie van cement + water. (J/g) 25. Wat bedoelt men met adiabatische omstandigheden? Omstandigheden waarbij geen warmte verloren kan gaan. 26. Hoeveel gram water kan 100 gram cement binden als gelwater en hoeveel als kristalwater? Hoe groot is de inwendige krimp bij volledige hydratatie van deze hoeveelheid cement? Cement: bij volledige hydratatie 25% reageert met water hydraten. 15% gelwater. Dus 25 gram cementsteen 15 gram gelwater 7 ml 27. Wat is uitdrogingskrimp en hoe kan men deze voorkomen? Krimp is verhard cementsteen Cementsteen poreus materiaal. - poriën bestaan uit capillaire en gelporiën; - Grootste deel capillaire poriën (100 x gelporiën); - Zit nog overtollig water en als dit verdamt proberen capillaire poriën dit dicht te trekken waardoor er krimp optreed. 28. Wat is temperatuurkrimp en wat kunnen daar de gevolgen van zijn? Krimpen en uitzetten ten gevolgen van temperatuurveranderingen 29. Wat is kruip en hoe ontstaat dat? Kruip is een vervorming in beton die optreedt als het beton langdurig aan een bepaalde belasting wordt blootgesteld. 30. Hoe ontstaat kalkuitslag op beton? Chemische reactie van water met cement cementhydraat. Tevens ook CA (OH)2 (kalk) treedt met water uit. 31. Wat is relaxatie en welke relatie heeft dat met kruip? Relaxatie afname van inwendige spanningen in het beton naarmate de kruip toeneemt neemt de relaxtie 32. Wat houdt het begrip verwerkbaarheid allemaal in? Hoe noemt men dat ook wel? Verwerkbaarheid consistentie Transporteerbaarheid, samenhang verdichtbaarheid 33. Omschrijf hoe men de zetmaat uitvoert. Voor welk gebied is deze meting maatgevend? zetmaat klasse zetmaat in mm S1 10 tot 40 S2 50 tot 90 S3 100 tot 150 S4 160 tot 210 S5 > 220 Blad 3 van 15
apparatuur/ voorschrift nieuw oud NEN-EN 12350-2 NEN 5956-1988 vorm kegel van Abrams kegel van Abrams lang 600mm 16 mm afgerond uiteinde lang 600mm 16 mm afgerond uiteinde porstaaf vullen 3 lagen 3 lagen verdichten 25 keer porren 10 keer porren wachten na afstrijken geen eis 30 sec liften van de kegel in 5 tot 10 sec geen eis totale uitvoeringstijd van de proef 150 sec geen eis 34. Doe hetzelfde voor de verdichtingsmaat en de schutmaat. verdichtingsmaat klasse verdichtingsmaat C0 > 1,46 C1 1,45 tot 1,26 C2 1,25 tot 1,11 C3 1,10 tot 1,04 schutmaat klasse schutmaat in mm F1 <340 F2 350 tot 410 F3 420 tot 480 F4 490 tot 550 F5 560 tot 620 F6 > 630 apparatuur/ voorschriften nieuw oud NEN-EN 12350-5 NEN 5957-1988 vorm Duitse kegel abrams kegel 130/200, 200 mm hoog 1o0/200, 300 mm hoog stamper/ porstaaf lang 350 mm grondvlak 40 x 40 mm lang 600 mm 16 mm afgerond uiteinde vullen 2 lagen 3 lagen verdichten 10 keer stampen 10 keer porren wachten na afstrijken 30 sec 30 sec liften van de kegel in 3 tot 6 sec geen eis/ meten van de zetmaat laten vallen van schudtafel 15 keer 10 keer tijdsinterval 2-5 sec totaal 30 sec oud new consistentie 1 droog 1 2 aardvochtig 2 3 half plastische 3 4 plastische 5 zeer plastische 4 6 vloeibaar 7 zeer vloeibaar Blad 4 van 15
35. --- 36. Wat is massa beton? Beton wat in grote hoeveelheden is gestort. (in blok van 5x5x5 m dus geen groot vlak met een kleine dikte zoals bijv. een weg) 37. Welke temperatuur kan normaal beton verdragen en wat gebeurt er boven deze temperatuur? Verschil in temperatuur tussen kern en oppervlek groter dan 15 á 20 C. Snelle verharding minder grote cementsterkte. Kans op vormverandering scheurvorming (krimp). Bijlage: Blad 5 van 15
Blad 6 van 15
Blad 7 van 15
Blad 8 van 15
Blad 9 van 15
Blad 10 van 15
Blad 11 van 15
Blad 12 van 15
Blad 13 van 15
Blad 14 van 15
Blad 15 van 15