Aan de Fractievoorzitters en leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Datum Onderwerp 29 november 2013 Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid Behandeld door Dossier Secretariaat AFNL/NOA/OnderhoudNL Geachte dames en heren, Nu de eerste heel voorzichtige lichtpuntjes aan het eind van de crisistunnel verschijnen in onze sectoren, brengen wij graag met het oog op de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aantal punten onder uw aandacht waarmee onze sectoren te maken hebben en krijgen. Wij vertegenwoordigen als Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra (AFNL), Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA) en OnderhoudNL ruim zevenduizend bedrijven in onderhoud, (af)bouw en infra. Algemeen Ondanks het feit dat AFNL, NOA en OnderhoudNL een aantal maatregelen, o.a. de werkgelegenheidsplannen en de aanpak van malafide uitzendbureaus en schijnconstructies, onderschrijven, betreuren wij het dat de financiering daarvan opgebracht moet worden door verhoging van de WW-premie. Een doorberekening van de verhoogde WW-premies 2014 laat voor onze sectoren een loonkostenstijging zien van bijna 2% t.o.v. gemiddeld 1% voor het totale bedrijvenleven in Nederland. Veel bedrijven met werknemers in onze sectoren hebben door de nog steeds toenemende concurrentie moeite om het hoofd boven water te houden. Door een stijging van de loonkosten zullen bedrijven met eigen personeel nog meer op achterstand worden gezet. Deze bedrijven kunnen niet anders dan het merendeel van het eigen personeel ontslaan om gebruik te maken van het aanbod van goedkopere flexibele medewerkers.
2 Uit een recent onderzoek blijkt dat bedrijven in onze sectoren steeds meer gebruik maken van flexibele medewerkers, zoals payrollers en zzp-ers, ondanks de wens voor een omgekeerde situatie. Als grootste problemen worden de oneerlijke concurrentie door werkkrachten uit Oost Europa en schijnzelfstandigen genoemd. Wij zijn geen voorstander van de vervroegde invoering van de verkorting van de WW en de transitievergoeding bij ontslag. Er wordt gesteld dat bouwactiviteiten na 2014 aantrekken. Dat wil niet zeggen dat de prijzen net zo snel weer zullen stijgen als dat deze gedaald zijn. De ervaring leert dat het enige jaren duurt voordat de prijzen weer enigszins op het niveau van de loonkosten zullen zijn. Bij toenemende werkzaamheden zullen bedrijven daarom meer gebruik gaan maken van flexibele medewerkers. Ervaring met ontslagprocedures, de hoge sectorpremie voor korte dienstverbanden en het verplicht gaan verstrekken van een transitievergoeding zullen bouwbedrijven weerhouden om personeel in dienst te nemen. Er bestaat al een aanzienlijk verschil in loonkosten tussen medewerkers die betaald worden krachtens de CAO en uitzendkrachten. Dit verschil ontstaat hoofdzakelijk door het niet hoeven afdragen van premies sociale fondsen en de 2,5 maal lagere sectorpremie voor uitzendbedrijven. Extra maatregelen arbeidsmarktbeleid Het kabinet heeft met de sociale partners een Sociaal Akkoord gesloten met aanvullende afspraken over de volle breedte van de arbeidsmarkt. Op korte termijn wordt het arbeidsmarktbeleid gericht op het behoud van werkgelegenheid met gerichte stimuleringsmaatregelen en een sectorale aanpak. Er is in 2014 en 2015 jaarlijks 300 miljoen beschikbaar voor onder andere van-werk-naar-werk trajecten en intersectorale scholing. Voor de ondersteuning van jongeren en ouderen is er eenmalig 117 miljoen extra beschikbaar. De hervormingen van het stelsel voor mensen met een arbeidsbeperking, de WW en ontslagrecht worden later ingevoerd om in tijden van crisis meer rust en vertrouwen te geven op de arbeidsmarkt. Het kabinet laat een deel van de investeringen in het arbeidsmarktbeleid lopen via sociale partners, UWV en onderwijs. AFNL, NOA en OnderhoudNL onderschrijven deze ontwikkeling.
3 Als deze partijen gericht investeren in het voorkomen van werkloosheid levert dat uiteraard winst op. Het biedt ook kansen om de samenwerking tussen partners in de arbeidsmarktregio s te versterken. Concurrentie tussen doelgroepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt is niet wenselijk. Het kan niet zo zijn dat, door toepassing van social return verplichtingen bij aanbestedingen, de bedrijven medewerkers moeten ontslaan om langdurig werklozen in dienst nemen. Een adequate en niet bureaucratische monitoring van de gemaakte afspraken in het Sociaal Akkoord is van wezenlijk belang. Voor de van werk-naar-werk trajecten vinden wij het van belang dat zieke werknemers (met een arbeidsongeschiktheid verleden) vanwege het ontbreken van passende arbeid niet eerst twee jaar thuis moeten zitten voordat zij de SFB (Structureel functionerende beperkingen) status krijgen. Op het moment dat deze werknemer de SFB status krijgen is het makkelijker om passend werk bij werkgevers in andere sectoren te vinden omdat zij gebruik kunnen maken van de voorzieningen zoals de no-riskpolis. Wij pleiten voor de mogelijkheid om de SFB status al in het eerste ziektejaar door UWV te laten vaststellen. Het gaat hier met name om de werknemers die voor het eigen werk arbeidsongeschikt zijn, maar door de arboarts arbeidsgeschikt worden verklaard voor passend werk, de zgn. 35 min situaties. Arbeidsmigranten In het kader van het project EU-arbeidsmigratie worden tal van maatregelen voorzien en doorgevoerd om de ongewenste effecten van vrij werknemersverkeer tegen te gaan. Ook op bilateraal en Europees niveau zet het kabinet zich in om die effecten te bestrijden, mede ter voorbereiding op de openstelling van de arbeidsmarkt voor werknemers uit Bulgarije en Roemenië per 1 januari 2014. AFNL, NOA en OnderhoudNL zijn positief over de ingezette maatregelen zoals het actieplan voor de aanpak van schijnconstructies en de aanpak van malafide uitzendbureaus. Wij vinden het daarom logisch dat enerzijds maatregelen genomen worden om uitbuiting tegen te gaan en anderzijds maatregelen genomen worden om misbruik van sociale voorzieningen te voorkomen.
4 Wij verwachten dat het niet alleen blijft bij het inzetten van maatregelen, maar dat het accent ligt op de controles en handhaving en pleiten daarom voor invoering van een registratiesysteem. Wij zijn geen voorstander van verdergaande maatregelen richting inleners en pleiten daarom voor invoering van een aansprakelijkheid voor uitleners indien zij schijnconstructies toepassen. Door de aansprakelijkheid alleen bij inleners neer te leggen, lopen malafide uitzenders nagenoeg geen risico en blijven zij daarom steeds nieuwe schijnconstructies ontwikkelen. Met name voor mkb-bedrijven zijn deze schijnconstructies niet altijd eenvoudig vast te stellen. Arbeidsplaatsen arbeidsgehandicapten Het kabinet heeft in het Sociaal Akkoord met sociale partners in de markt (inclusief zorg) afgesproken dat zij vanaf nu tot 2020 honderdduizend arbeidsplaatsen creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. In aanvulling daarop stelt de overheid zich garant voor 2500 extra banen per jaar vanaf 2014, tot een maximum is bereikt van 25.000 banen. Om het aantal gerealiseerde extra banen te kunnen meten werkt het kabinet aan het opzetten van een monitor. Als de afspraken niet worden gehaald dan heeft het kabinet het instrument van wettelijke quota achter de hand. AFNL, NOA en OnderhoudNL zijn geen voorstander van het instellen van wettelijke quota. Medewerkers in onze sectoren moeten gezien de werkzaamheden beschikken over een goede fysieke conditie. Het zal daarom niet meevallen om mensen met een arbeidsbeperking te plaatsen op bouwprojecten. Dit betekent dat wij slechts mensen met een geringe arbeidsbeperking zouden kunnen plaatsen, ondanks de sterk verbeterde arbeidsomstandigheden m.b.t. fysieke belasting door inzet van o.a. hulpmiddelen. Het is met name voor mkb-bedrijven in onze sectoren al bijna niet mogelijk om voor eigen werknemers passende werkzaamheden binnen het bedrijf te vinden.
5 Wij zijn graag bereid tot nadere toelichting. Met vriendelijke groet, Ing. H. Klein Poelhuis Voorzitter Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra J.J.F. van de Kant Voorzitter Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven NOA R.J.P.M. Maas Voorzitter OnderhoudNL Cc: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid