Dankwoord. Een thesis maak je nooit alleen, daarom dan ook kort dit dankwoord.



Vergelijkbare documenten
Papierverbruik aan de VUB

Winnen en bleken van papiergrondstoffen

1 Papier? waar? technologische activiteiten. kleef hier enkele etiketten van papier die je in de keuken kan vinden

HET GROENSTE PAPIER TER WERELD spaart bomen spaart energie spaart water

IV. Discussie. 1.1 Impact op het leefmilieu voor chemisch, mechanisch en gerecycleerd papierdeeg

het groenste papier ter wereld spaart bomen spaart energie spaart water

Papier - Algemene inleiding Papyrus en Japans papier door Wilma Papier, geschiedenis en fabricage door Bert. 21 april 2013 B OEKBINDERIJ PAPYRUS

Langer plezier van karton en papier

MILIEUVRIENDELIJK. GEBRUIKEN? Wat u dient te weten om een juiste keuze te maken PAPER CHAIN FORUM

Resultaten studentenbevraging m.b.t. milieuzorg aan de Vrije Universiteit Brussel

Langer plezier van karton en papier

Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd

milieu KRANTJE GEREALISEERD DOOR PAPER CHAIN FORUM

Houten producten in de strijd tegen klimaatswijziging

Milieuzorg en duurzame ontwikkeling aan de Vrije Universiteit Brussel

HOE EN WAAROM MINDER PAPIER VERBRUIKEN OP SCHOOL?

5,4. Werkstuk door een scholier 1801 woorden 13 april keer beoordeeld. Inleiding

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding

emissie broeikasgassen

HOE EN WAAROM MINDER PAPIER VERBRUIKEN OP KANTOOR

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN

Milieuprestatie-indicatoren 2006

Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2015 Datum: 21 augustus 2015 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.1

Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau, Dames en heren,

RECTIFICATIES BBT-conclusies voor kraftcelstofproductie (kraftcelstofproces),

Deze educatieve presentatie heeft tot doel de leerlingen te informeren over waarom jullie school inktpatronen en lasertoners inzamelen.

Milieuverantwoord aankopen binnen je bedrijf. Kathelijne De Ridder

Stora Enso Langerbrugge

2016/ Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2017 Datum: Opgesteld door: Monique Harmsen Versie: 1.3

Gescheiden inzameling van papierafval, PMD-afval en huishoudelijk glasafval op de campus Jette

Ecoilet. De nieuwe definitie van duurzaamheid.

Milieubarometer

Milieubarometer

pedagogische leermiddelen het afvalstripverhaal van jean rivert

Duurzaamheid. De voordelen van blikverpakkingen

Multiplicatoren: handleiding

Provincie Oost-Vlaanderen. Vlaanderen,, 9 december 2011

Producten op basis van hout en het milderen van de klimaatverandering

Campagneteksten glas en papier

Duurzame Industrie. De overgang naar een circulaire en een CO2-vrije industrie

Innovation Concepts B.V. Nieuwsbrief Versie NL

HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK

Het milieu is rechtstreeks verantwoordelijk voor onze gezondheid (zuivere lucht, zuiver water zijn nodig om te overleven.)

Aan de slag met de uitdagingen uit Europa

Ecoilet De duurzame sanitaire ruimte.

>70% 2 TON SEC. Met slechts 1% van de totale CO 2. -uitstoot is de pulp, papieren printindustrie één van de minst vervuilende sectoren.

VAN DE MEESTERS IN DRUKWERK

sectorplan 14 Verpakkingsafval

Milieuprestatie-indicatoren 2011

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Energie Rijk. Lesmap Leerlingen

Bos/Houtproducten : een koolstofput

ECO REVOLUTION! Eco Natural Lucart: de nieuwe generatie 100% gerecycleerd papier vervaardigd uit kartonnen drank en voedsel verpakkingen.

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

Burgerinitiatief inzameling plastic afvalstoffen.

In dit werkboek vindt je vragen en opdrachten die over papier gaan. Daarnaast is het boek en werkboek een naslagwerk voor je functie als vormgever.

Ontwerpversie Pagina 1 van 5

SAMENWERKEN AAN INNOVATIE

sectorplan 18 Papier en karton

Samen kunnen meer met afval

Inzameling en verwerking van vlakglas

AFO Leveranciers

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING

Transfertoets blok 5. Krantenpapier VAPRO B

SECTORIËLE RONDZENDBRIEF CDS3IS1203 INDIENEN VAN HET BEWIJS VAN VERWERKING VAN DE INDUSTRIËLE GRONDSTOFFEN

De hoogwaardige zuivering van afvalwater papierfabrieken Eerbeek

PAPIER EN MILIEU PROCEDÉS REALISATIES UITDAGINGEN COBELPA PAPIER EN MILIEU PROCEDÉS - REALISATIES - UITDAGINGEN

Besluit van 24 maart 2005, houdende regels voor verpakkingen, verpakkingsafval, papier en karton (Besluit beheer verpakkingen en papier en karton)

Enquête essenscia over de elektriciteits- en aardgasprijzen in 2010 Samenvatting van de resultaten

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Zeg ook JA tegen afval scheiden.

Beleid duurzaam toerisme

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

RH en duurzaam ondernemen

SAMENVATTING. Dit BREF-document bestaat uit een inleidend gedeelte (algemene informatie, hoofdstuk 1) en vijf hoofdonderdelen:

Milieuvriendelijke speciale brandstoffen voor de bos- en tuinbouw

Drukwerk in ketenperspectief

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

Sustainability factsheet

STAND VAN ZAKEN INZAMELING EN RECYCLING DRANKENKARTONS

Onderzoek naar de klimaatimpact van het gebruik van Ecocheques in België EXECUTIVE SUMMARY. 29 April 2019 versie 1.1

Samenvatting. Samenvatting

Koken met de groene antikleefpan

Rotie: Cleaning & Services Amsterdam: Tankstorage Amsterdam: Orgaworld: Biodiesel Amsterdam:

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

- ÉNERGIE - UNE CONSOMMATION TOTALE D'ÉNERGIE GLOBALEMENT EN BAISSE DEPUIS

Discussienotitie afvalbeleid en circulaire economie

Wat is Hardmetaal? Wij produceren ons hardmetaal dus milieuvriendelijk!

Transfertoets blok 4. Krantenpapier VAPRO A

Infosessie duurzaam aankopen. papier en drukwerk

Materiaal keuzes. Globaal genomen zijn er 4 basis functies denkbaar waarom men het product wilt verpakken.

Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen. Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar

Be ECO! Sustainability is about making every decision with the future in mind.

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/9

Océ Paper Sustainability Program. Tomorrow s Value. Paper stewardship, recycling and. reduction. Versie IV

Ecoilet. De nieuwe definitie van duurzaamheid.

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie

Beleidsnotitie van afvalbeleid naar Grondstoffenbeleid

Binnen twee jaar EU-label voor duurzame kantoorartikelen

Slibverwerking. 1 Inhoud... 1

Transcriptie:

Dankwoord Dankwoord Een thesis maak je nooit alleen, daarom dan ook kort dit dankwoord. Vooreerst dien ik m n promotor, Dimitri Devuyst, te bedanken, voor het begeleiden van deze thesis, waarvoor het nodige geduld aan de dag gelegd diende te worden. De aanzet van deze thesis was een vorige verhandeling, afkomstig van R. van Overveldt, die eveneens onder het promotorschap van D. Devuyst gemaakt werd. Zijn thesis was een uitstekend startpunt. Ook jaargenoot Sven Princen wordt bedankt voor het plaatsen van de enquêtes op het internet, waardoor deze wereld nu veel minder geheimen kent. Informatie kreeg ik o.a. van L. Van den Berghe van de Aankoopdienst, de mensen van het Centraal Magazijn, A. Buekens die tijdschriften ter beschikking stelde, de mensen van het BIM, van GAN, en ook COBELPA overspoelde me met informatiebrochures. Verder zou deze thesis niet veel om het lijf hebben zonder de mensen die de enquêtes hebben ingevuld, hetgeen ze deden met de nodige aandacht en kritische zin. Ook dank aan diegenen die nog extra opmerkingen per mail doorstuurden. En last but not least, wil ik m n ouders bedanken, die me de mogelijkheden gaven om te studeren. 6

Woord vooraf Woord vooraf Enkele jaren geleden werd een studie uitgevoerd naar een meer milieuvriendelijk papierbeleid aan de VUB (van Overveldt 2002), waar op theoretische wijze werd ingegaan op papier(verbruik). Deze keer is het de bedoeling om een stap verder te gaan: het papierverbruik moet concreet veranderen op de verschillende administraties en faculteiten. Daarvoor werd praktisch tewerk gegaan: enquêtes werden afgenomen, waaruit zou moeten blijken waar juist het schoentje wringt, zodat praktische plannen kunnen ondernomen worden. Maar verandering is niet zo eenvoudig te verwezenlijken. Er zal de nodige moeite moeten gedaan worden door personeel én directie, om tot een meer milieuvriendelijk papiergebruik te komen aan deze universiteit. Deze verhandeling wordt ingediend op kringlooppapier, en werd dubbelzijdig gekopieerd, zodat het voorgestelde milieuvriendelijke papierverbruik meteen in de praktijk gezet kan worden. 7

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het papierverbruik aan de VUB zou op een meer milieuvriendelijke manier benaderd moeten worden: kringlooppapier en papierbesparende maatregelen zouden een algemeen gebruik moeten kunnen vinden, en ook de ophaling van papierafval tot aan de burelen zou wenselijk zijn. Een universiteit vervult immers een voorbeeldfunctie. Uit de enquêtes (voor resultaten zie vanaf p.77) is gebleken dat de meeste mensen (75 %) vinden dat er iets gedaan moet worden aan het papierverbruik aan de VUB. Ook komt er naar voren dat mensen het witte papier gebruiken omdat het nu eenmaal in de printer of kopieerapparaat zit (48 %), en dat ze het wel zien zitten om kringlooppapier te gebruiken, maar dat ze geen zeggenschap hebben over de aankoop van papier (64 %). Bovendien bleek uit de enquêtes dat hoe makkelijker een papierbesparende maatregel in te voeren is, hoe vaker deze toegepast wordt. Het is dus aangewezen om de personeelsleden het zo makkelijk mogelijk te maken om enerzijds gebruik te maken van kringlooppapier, en anderzijds om papierbesparende maatregelen toe te passen. Om zulke doelstellingen te bereiken, zou het aangeraden zijn een papierbeleid op te starten (zie vanaf p. 137). Op die manier zou men het volgende (ideale scenario) kunnen verwezenlijken: 1. alle printers en kopieerapparaten hebben (na verloop van tijd) meerdere lades, zodat het gewenste papier per afdrukopdracht gekozen kan worden, 2. alle personeelsleden kunnen vlot de verschillende papierbesparende functies van computers, printers en kopieerapparaten hanteren, en 3. er staan in alle ruimtes papiermanden opgesteld die door het poetspersoneel opgehaald worden. Bovendien dienen alle default instellingen van computers of apparaten ingesteld te worden op kringlooppapier, dubbelzijdig afdrukken. Deze verhandeling bestaat uit drie grote onderdelen: een literatuurstudie (vanaf p. 20), het papierverbruik aan de VUB (vanaf p. 71), en enquêtes uitgevoerd aan de VUB (resultaten vanaf p. 77). 8

Abstract in English Abstract in English Paper consumption at the VUB could be handled in a more environmental friendly way: recycled paper and paper-saving arrangements should be wider spread in use; also the collection of waste paper up to the office should be put in practice. After all, a university has an example to set. From inquiries (results from p. 77 onwards) it was proven that most people (75 %) agree that something has to be done about the paper consumption at the VUB. Also, people tend to use white paper because that s what the printer or copier holds (48 %), and they would use recycled paper, but they don t have any authority regarding paper purchase (64 %). Furthermore, through the inquiries it was seen that the easier a paper-saving arrangement is in use, the more frequently it will be applied. Therefore, it is suggested to make it as easy as possible for staff members to make use of, on the one hand recycled paper, and on the other to apply paper-saving arrangements. In order to achieve such goals, it is advised to set up a paper policy (see from p. 137 onwards). In that way, one could accomplish the following (ideal scenario): 1. all printers and copiers have (after a period of time) multiple drawers, so that one is able to choose the proper paper for every print or copy assignment, 2. all staff members are fully capable of handling paper-saving functions on computers, printers and copiers, and 3. all rooms have wastepaperbaskets, that are picked up by the cleaning personnel. Additionally, all the default adjustments of computers, printers and copiers should be set on recycled paper, two-sided. This dissertation comprises three major parts: a literature study (from p. 20 onwards), the paper consumption at the VUB (p. 71 onwards), and inquiries carried out at the VUB (results from p. 77 onwards). 9

I. Inleiding I. Inleiding 1. Uitgangspunt van de verhandeling Het uitgangspunt van de verhandeling kan als volgt worden samengevat: Een universitaire instelling verbruikt zeer grote hoeveelheden papier, en de meeste mensen staan daar vaak niet bij stil. Het zou uit milieu- en financieel standpunt beter zijn om ten eerste minder papier te gebruiken, en ten tweede om zoveel mogelijk over te schakelen op kringlooppapier. Deze ideologie zou aan de VUB meer ingang moeten kunnen vinden. 2. Indeling van de verhandeling Deze verhandeling is klassiek opgebouwd: Inleiding, Methodologie, Resultaten, Discussie en Besluit zullen in die volgorde behandeld worden. Er worden drie grote onderwerpen behandeld: een literatuurstudie, het papierverbruik aan de VUB, en enquêtes uitgevoerd aan de VUB. De literatuurstudie zal niet in de Inleiding opgenomen worden, doch als een deel van de Resultaten. 3. Doelstellingen van de verhandeling 3.1 Literatuurstudie Om inzicht te krijgen in enkele praktische aspecten van papier, werd er een literatuurstudie uitgevoerd. Deze is terug te vinden vanaf pagina 21. 10

I. Inleiding Het eerste deel van de literatuurstudie handelt over het papier zelf: de verschillende productieprocessen, de impact op het leefmilieu, de mogelijkheden die kringlooppapier biedt, beschikbare cijfers over papierrecyclage Daarna wordt praktisch ingegaan op milieuvriendelijke papiermaatregelen, dewelke besproken zullen worden per organisatie die deze maatregelen naar voren brengt. Tot slot wordt de wetgeving die betrekking heeft op papier(afval) bekeken voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aangezien de VUB in dit gewest gelegen is. 3.2 Papierverbruik aan de VUB Het papierverbruik aan de VUB wordt besproken vanaf pagina 71, en kijkt o.m. hoeveel papier er verbruikt wordt, hoe de ophaling van papierafval georganiseerd wordt, en welke initiatieven de universiteit neemt om het papiergebruik milieuvriendelijker te maken. Op deze manier kan een algemeen beeld gevormd worden van de houding van de universiteit ten aanzien van papier(afval). 3.3 Enquêtes aan de VUB Niettegenstaande kringlooppapier reeds enkele jaren beschikbaar is in het Centraal Magazijn, en het zonder problemen door enkele diensten gebruikt wordt, staan vele administraties en diensten van de VUB weigerachtig (of ronduit negatief) tegenover het gebruik ervan. Er zal getracht worden via enquêtes na te gaan waar juist het schoentje wringt m.b.t. kringlooppapier. Ook papierbesparend afdrukken of kopiëren (zoals dubbelzijdig werken, lay-outen, ) dient meer ingang te vinden bij het academisch personeel. Vaak weet men niet hoe men dit praktisch op een computer moet verwezenlijken. Er wordt bekeken welke stappen men bereid is te nemen om het papierverbruik te doen dalen. Ook dit zal via enquêtes nagegaan worden. De diensten die reeds werken met kringlooppapier (hetzij al enkele jaren, hetzij recent) zullen ons een inzicht geven in het gebruik van kringlooppapier. Zijn er werkelijk meer problemen met dit papier? Dit zal eveneens via enquêtes nagegaan worden. 11

I. Inleiding De uitkomsten van deze enquêtes zullen een inzicht geven in de obstakels die overwonnen dienen te worden om tot een milieuvriendelijker papiergebruik te komen. Op die manier kan er op de gepaste wijze geremedieerd worden, zodat men tot een beter papierverbruik kan komen aan de VUB. 12

II. Methodologie II. Methodologie 1. Literatuurstudie Om de bestaande informatie zo correct mogelijk weer te geven, werden er bronnen geraadpleegd uit verschillende hoeken. Het is immers belangrijk om te weten welke rol de bron speelt in het papierverhaal. Papierindustrie Zo werd er bijvoorbeeld veel informatie beschikbaar gesteld door de papierindustrie. De papierindustrie heeft te kampen met een milieubelastend imago, en zal bijgevolg een rooskleuriger beeld trachten op te hangen. COBELPA, de Vereniging van de Belgische fabrikanten van papierdeeg, papier en karton, en CEPI, the Confederation of European Paper Industries, hadden veel informatie over productieprocessen, of beschikten over cijfergegevens i.v.m. papierrecyclage. Milieubewegingen Milieubewegingen, langs de andere kant, kunnen een tegengewicht bieden voor eventuele rooskleurige afschilderingen. De Bond Beter Leefmilieu, de koepel van Vlaamse natuur- en milieuverenigingen, beschikt over een handige Milieukoopwijzer voor papier. Overheden Overheden beschikken ook over grote hoeveelheden informatie. Hierbij werden bronnen geraadpleegd bij het BIM (Brussels Instituut voor Milieubeheer), de OVAM (Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest), STIP (Steunpunt en Informatiecentrum voor de Preventie van afval en emissies), en de Vlaamse milieuadministratie (AMINAL), 13

II. Methodologie maar ook bij het Leefmilieuportaal van de federale overheid en bij de Europese Commissie, Milieuzaken, Vaak ondersteunen deze organisaties ook milieu-initiatieven. OVAM en STIP bijvoorbeeld steunen Milieu en Winst, die de papierverwerkende industrie een hele reeks tips geven om hun processen minder milieubelastend te maken. Wetenschappelijke bronnen Wetenschappelijke bronnen voor papier werden bijvoorbeeld gevonden bij de Paper Task Force, een samenwerking tussen een Amerikaanse universiteit, een milieufonds, en enkele geldschieters. Boeken en tijdschriften In de MEKO-bibliotheek zijn enkele uitgaven beschikbaar over papier en papierrecyclage. Hiervan werd dan ook gebruik gemaakt. Tijdschriften werden geraadpleegd op de eenheid CHIS (Chemische ingenieurstechnieken en industriële scheikunde) van de VUB, waarbij o.m. tijdschriften zoals EcoTips en Afvalforum bruikbare artikels opleverden. Thesis Er werd reeds een thesis geschreven rond papier aan de VUB (van Overveldt R., 2002), waarbij o.a. uitgebreid werd ingegaan op productieprocessen, milieukeurmerken en de kwaliteit en toepasbaarheid van gerecycleerd papier. De betreffende thesis diende als informatiebron en startpunt. Internet Het internet werd ingeschakeld om extra informatie op te zoeken. Daarbij werd gekeken of de bron betrouwbaar was. 14

II. Methodologie Internet werd bijvoorbeeld gebruikt om informatie op te zoeken omtrent milieukeurmerken en papierbesparende maatregelen. 2. Papierverbruik aan de VUB Om een beeld te vormen van het papierverbruik aan de VUB, werd er beroep gedaan op informatiebronnen zoals Milieujaarverslagen van de VUB, en brochures die aan de universiteit verspreid worden (beiden afkomstig van Devuyst D.). De Aankoopdienst en het Centraal Magazijn werden geraadpleegd om cijfergegevens te bekomen van papierhoeveelheden en de prijs van het aangeboden papier. 3. Enquêtes uitgevoerd aan de VUB 3.1 Onderzoekende stappen Vooraleer aan de enquêtes te beginnen, werden er eerst enkele onderzoekende stappen uitgevoerd bij diensten aan de VUB, om zo een algemeen beeld te vormen van de papierproblematiek. Hiervoor werd contact opgenomen met de dienst Studentenzaken (in gebouw Y), enkele labo s van het departement Biologie (DBIO), en het Crazy Copy Center (wat geen deel uitmaakt van de VUB, maar dat gekozen werd om z n logischerwijze grote papierverbruik). Ook werd er gesproken met de drukkerij van de VUB, om te peilen naar hun mening i.v.m. kringlooppapier en papierbesparende maatregelen. 3.2 Enquêtes Om een beeld te vormen van de problemen die zich bij de mensen stellen om kringlooppapier of papierbesparende maatregelen te gebruiken, werd er gekozen om met enquêtes te werken. 15

II. Methodologie Er werden twee enquêtes opgesteld, een voor de diensten die wit papier gebruiken, en een voor diensten die reeds kringlooppapier gebruiken. Beide enquêtes werden op internet geplaatst, zodat het invullen ervan vlot kon verlopen, en bovendien gaat er op die manier geen papier verloren. Het webadres van de enquêtes werd per e-mail naar de geënquêteerden verstuurd. Voortaan zal verwezen worden naar deze twee enquêtes met de volgende afkortingen: WIT (enquêtes voor de gebruikers van wit papier) en KRING (enquêtes voor de gebruikers van kringlooppapier). 3.2.1 De enquêtes: Naar wie WIT Aangezien het nagaan van het papierverbruik bij alle diensten van de VUB praktisch niet doenbaar is, werd er een selectie gemaakt van een aantal diensten. Daarom werd er nagegaan welke de tien grootste verbruikers van papier zijn aan de VUB. Hiervoor werd een beroep gedaan op de gegevens aangeleverd door de Aankoopdienst. Er werd gekeken naar het wit papierverbruik van de laatste drie jaren (2001-2003). Dit gaf volgende resultaten: Tabel 1: De 20 meest verbruikende diensten van wit papier op de VUB Dienst Papierverbruik* PRSS 3100,7 RGAC 423,3 RECE 370,0 LWAC 265,0 MEBO 228,3 DINF 212,7 ETRO 208,3 ESAC 204,3 DNTK 190,7 FABI 161,7 VECO 156,3 ZSCJ 152,3 FAFY 152,0 16

II. Methodologie DSCH 150,7 SGER 146,3 CHIS 145,7 DBIO 141,7 IDLO 131,7 WERK 131,3 SOCI 125,7 * Gemiddelde over 3 jaar (2001-2003). Het getal dient vermenigvuldigt te worden met 1000 om het aantal vellen papier te bekomen. Voor een overzicht van de hoeveelheden wit papier die verbruikt werden de laatste drie jaren, van alle diensten, zie Bijlage 4, p. 160. De diensten waar enquêtes werden afgenomen waren dus: Tabel 2: De diensten van de VUB waar de WIT-enquêtes werden afgenomen (in dalende volgorde van wit papierverbruik) Afkorting Volledige naam Aantal verstuurde e-mails PRSS VUBPRESS 3 RGAC Rechtsgeleerdheid Academische Eenheid 5 RECE Rekencentrum 17 LWAC Letteren en Wijsbegeerte Academische Eenheid 7 MEBO Pathologische Biochemie en Fysiologie 58 DINF Departement Informatica Onb. (± 60) * ETRO Electronica en informatieverwerking Onb. (± 45) * ESAC Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen Academische Onb. * Eenheid DNTK Departement Natuurkunde 55 FABI Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie 21 * Onbekend slaat op het feit dat er een e-mail verstuurd werd naar één algemeen adres, dat dan door die persoon werd doorgestuurd naar de rest van de dienst. De e-mailadressen zijn afkomstig van de telefoongids van de VUB (op de website), waar je per eenheid een overzicht krijgt van alle medewerkers en hun contactgegevens. 17

II. Methodologie Een lijst van de e-mailadressen waar de enquêtes naartoe gestuurd werden is bijgevoegd in Bijlage 5, p. 161. Er dient hierbij wel opgemerkt te worden dat er voor de keuze van de diensten niet gekeken werd hoeveel studenten er in de betreffende afdeling zitten of voor welke doeleinden dat papier gebruikt werd. Ook is het mogelijk dat diensten extern papier bestellen, hier zijn dan ook geen gegevens van opgenomen. Het was enkel de bedoeling om op een onderbouwde wijze een aantal diensten te selecteren. KRING De enquêtes voor de gebruikers van kringlooppapier werden uiteraard afgenomen bij diensten die dit papier reeds gebruiken, m.n.: Tabel 3: De diensten van de VUB waar de KRING-enquêtes werden afgenomen (in alfabetische volgorde) Afkorting DBIO: APNA CEGE ETOX Volledige naam Departement Biologie: Algemene Plantkunde en Natuurbeheer Cellulaire Genetica Ecotoxicologie Aantal verstuurde e-mails MEKO Menselijke Ecologie 21 UCOS Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking Onb. ZSCB Zelfstudiecentrum B (Bèta Wetenschappen) 5 8 14 3 Een lijst van de e-mailadressen waar de enquête naartoe gestuurd werden is bijgevoegd in Bijlage 5, p. 161. Ook hier waren die afkomstig van de VUB website. DGGF zou hier oorspronkelijk ook bijzitten, maar de levering van hun nieuwe printer bleef op zich wachten, waardoor er geen evaluatie mogelijk was. Voor een overzicht van de hoeveelheden kringlooppapier die verbruikt werden de laatste drie jaren, van alle diensten, zie Bijlage 6, p. 164. 18

II. Methodologie 3.2.2 De enquêtes: Inhoud De inhoud van de enquêtes kan nog steeds (zeker tot oktober 2004) online bekeken worden op: http://student.vub.ac.be/~evbruyst/enquete/index.html (voor de gebruikers van wit papier), en http://student.vub.ac.be/~evbruyst/enquete/index_gebruiker.html (voor de gebruikers van kringlooppapier). Ook zijn de enquêtes terug te vinden in bijlage (Bijlagen 7, p. 165 en 8, p 170). Korte inhoud WIT Voor de WIT enquête werd onder meer nagegaan hoeveel vellen papier er geprint of afgedrukt werden per week, of ze al eens kringlooppapier gebruikt hebben, waarom er vaker gekozen wordt voor wit papier, welke papierbesparende maatregelen de geënquêteerde gebruikt, en welke gewoontes hij of zij zou kunnen veranderen. Korte inhoud KRING Voor de KRING enquête werd er gevraagd of het kringlooppapier problemen geeft met de printer en het kopieerapparaat, voor welke documenten er teruggegrepen wordt naar het wit papier, en hoe vaak ze bepaalde papierbesparende maatregelen gebruiken, en hoe die door de gebruiker ervaren worden. Een eerste sensibilisatie: WIT Na het invullen van de WIT enquête verschijnt er een pop-up scherm, met als bedoeling een eerste sensibilisatie. Het is namelijk niet altijd geweten dat er via de Aankoopdienst kringlooppapier besteld kan worden, of wat men moet aanvangen met papierafval. De inhoud van het pop-up scherm is bijgevoegd in Bijlage 9, p. 174, en stelt ondermeer dat het kringlooppapier goedkoper is dan het witte papier (wat naderhand niet juist bleek te zijn, zie p. 71, 2.1 Kringlooppapier aan de VUB), dat kringlooppapier sinds enkele jaren probleemloos gebruikt wordt door enkele diensten aan de VUB, legt uit hoe de gescheiden inzameling dient te gebeuren, en geeft tips voor printer/kopieerapparaat. 19

II. Methodologie 3.2.3 De enquêtes: Hoe Er werd telkens op de desbetreffende dienst langsgegaan, om zo een beeld te krijgen van de situatie (aantal printers en kopieermachines). Op deze manier werd er ook een stimulans gegeven om de enquêtes in te vullen, want indien er enkel een mail verstuurd wordt dan is de kans groot dat er weinig respons op zal komen. 20

1. Literatuurstudie III. Resultaten III. Resultaten 1. Literatuurstudie De literatuurstudie zal drie grote delen bekijken: papier, milieuvriendelijke papiermaatregelen en wetgeving omtrent papierafval. 1.1 Papier In dit gedeelte worden aspecten bekeken van gewoon wit papier en kringlooppapier (hun indelingen, impact op het leefmilieu, ). Er wordt een hiërarchie van milieuvriendelijkheid opgesteld van papiersoorten, de verschillende milieukeuren voor papier worden aangehaald, en de voordelen, vooroordelen en mogelijkheden van kringlooppapier worden besproken. 1.1.1 Gewoon wit papier Wit papier kan ingedeeld worden naar grondstof of naar bleekmiddelen. 1.1.1.1 Indeling naar grondstof Het gewoon wit papier kan onderverdeeld worden in twee soorten, namelijk houthoudend papier en houtvrij papier. a) Houthoudend papier Dit is papier geproduceerd op basis van mechanische pulp. Deze pulp bevat praktisch nog alle in het hout aanwezige lignine (houtstof), vandaar de naam houthoudend papier. De lignine zorgt ervoor dat het papier, bij blootstelling aan de zon, vergeelt en broos wordt. Door deze eigenschap is mechanisch papierdeeg enkel geschikt voor de productie van papier met een korte levensduur (dagblad- en magazinepapier), ze wordt zelden voor schrijf- en kopieerpapier gebruikt. 21

1. Literatuurstudie III. Resultaten Mechanisch papierdeeg kan volgens verschillende procédés gemaakt worden, waarbij hout telkens verkleind wordt tot vezels, met behulp van mechanische middelen. In het algemeen onderscheidt men volgende groepen: - steenslijp wordt bekomen door het rondhout tegen de draaiende slijpsteen van de houtslijper te drukken waardoor het gelijkmatig wordt afgeslepen - thermo-mechanisch papierdeeg (TMP), waarbij de ontvezeling of ontsluiting van het hout wordt bevorderd door hoge temperaturen en in vochtige fase - chemico-thermo-mechanisch papierdeeg (CTMP), waarbij door toevoeging van chemische stoffen, een papierdeeg van betere kwaliteit wordt bekomen Het rendement van dat proces bedraagt 95 à 99 %. Mechanische pulp wordt meestal gebleekt met waterstofperoxide en nooit met chloorhoudende producten. b) Houtvrij papier Dat is papier geproduceerd op basis van chemische pulp. Bij de chemische pulpproductie wordt het hout (ontschorste houthaksels) onder toevoeging van chemische producten gekookt. De lignine lost praktisch geheel op, vandaar de naam houtvrij papier. Chemisch papierdeeg zal gebruikt worden voor de productie van hoogwaardige papiersoorten met een lange gebruiksduur. Dit is het geval voor boeken, schriften, bepaalde verpakkingen, enz. Het rendement van de chemische pulpbereiding bedraagt ongeveer de helft. Er worden twee processen onderscheiden voor het maken van chemisch papierdeeg: - bij het sulfaatproces, ook KRAFT (basische procédé) genoemd, wordt gebruik gemaakt van natriumsulfaat. Het voordeel van dat proces is dat de kwaliteit van de bekomen pulp hoog is en dat de chemische producten goed terug te winnen zijn. Het grootste nadeel is de donkere kleur van de cellulose die bijna alleen met behulp van chloorbleking kan gewit worden. Meer dan 90 % van het chemisch papierdeeg dat over de ganse wereld geproduceerd wordt, is gemaakt volgens het KRAFT-procédé. 22

1. Literatuurstudie III. Resultaten - in het sulfietproces (zuurprocédé) wordt gebruik gemaakt van een zure sulfietoplossing. Het nadeel is dat de terugwinning van de chemische stoffen moeilijk is, wat de belasting op het afvalwater van de pulpfabriek verhoogt. Het grootste voordeel is dat om een normale witheidsgraad te bekomen, kan gebleekt worden met zuurstof, waterstofperoxide of ozon. 1.1.1.2 Indeling naar bleekmiddel Naargelang het gebruikte bleekmiddel, kan een onderscheid gemaakt worden tussen chloorgebleekt, chloorarm en chloorvrij papier. a) Chloorgebleekt papier Papier op basis van chloorgeblekte pulp, kortom chloorgebleekt papier, wijst op papier geproduceerd uit papierpulp, die gebleekt is met chloorgas. Tijdens de chloorbleking kunnen organische chloorverbindingen ontstaan, de zogenaamde AOX (zie ook p. 41, 1.1.3.1 De AOX normen), doordat de chlooratomen reageren met lignineresten. Een gering deel van deze chloorverbindingen belandt in het papier, het grootste deel komt in het afvalwater terecht. Deze hoeveelheid die in het water terechtkomt bedraagt vaak 1 kg AOX en zelfs meer- per ton geproduceerd deeg. Sinds enkele jaren wordt geleidelijk afgestapt van bleking met chloorgas. In Europa wordt dit blekingsproces thans niet meer gebruikt. Op die manier worden ook de AOX-lozingen sterk gereduceerd. b) Chloorarm papier (ECF) Papier op basis van chloorarme pulp, kortom chloorarm papier of ECF (Elemental Chlorine Free), is papier waarvan de pulp gebleekt is met chloordioxide of natriumhypochloriet. Het in België geproduceerd chemisch papierdeeg behoort tot deze categorie. Chloordioxide en natriumhypochloriet bevatten minder chloor en de hoeveelheid organische chloorverbindingen (AOX) in het afvalwater ligt lager dan bij bleking met chloorgas. De blekingswijze met chloordioxide heeft echter ook het nadeel dat er op het einde van het productieproces chloraten vrijkomen. Deze potentieel toxische stoffen zijn wel gemakkelijk te ontbinden. In het lozingswater worden chloraten door een eenvoudige bijkomende behandeling- omgezet in chloriden. 23

1. Literatuurstudie III. Resultaten Het wit papier aangeboden door de Aankoopdienst van de VUB is ECF gebleekt. c) Chloorvrij papier (TCF) Bij papier op basis van chloorvrije pulp, kortom chloorvrij papier of TCF (Totally Chlorine Free), wordt zuurstof, waterstofperoxide, ozon of enzymen als bleekmiddel gebruikt in de pulproductie. Bij deze bleekmethode komen bijna geen organische chloorverbindingen vrij. Het is echter niet altijd mogelijk met deze blekingsmethodes dezelfde witheid te bereiken als bij de zogenaamde ECF pulp. Bleking met ozon of waterstofperoxide vereist wel het gebruik van complexvormers, die op hun beurt schadelijk zijn voor het leefmilieu. Het is dus niet onmogelijk dat andere schadelijke neveneffecten op het leefmilieu zullen ontdekt worden. Chloorvrij? De hoeveelheid organische chloorverbindingen in het afvalwater is door het toepassen van zuurstof, waterstofperoxide, ozon of enzymen als bleekmiddel weliswaar praktisch tot nul herleid, helemaal verdwenen zijn ze niet. Chloor is immers een natuurlijke stof die in minieme hoeveelheden zowel in het hout als in het gebruikte water aanwezig is. De optie nul AOX is dus misleidend Soms wordt de term chloorvrij ook gebruikt voor kringlooppapier. In de praktijk is dat bijna onmogelijk aangezien chloorvrij kringlooppapier enkel kan geproduceerd worden uit een papierdeeg op basis van 100 % chloorvrij oud papier. Het aanbod aan chloorvrij oud papier is zeer gering en bijna altijd gemengd met chloorgebleekte soorten. Bleken en ontinkten van kringlooppapier gebeurt met zeep, zuurstof of waterstofperoxide en niet met chloorgas of chloorverbindingen. Het is wel zo dat hoe meer chloorvrij papier geproduceerd wordt, hoe minder chloorverbindingen in de toekomst zullen aanwezig zijn in het kringlooppapier. Niet-chloorgebleekt papier slaat veelal op bleken zonder chloorgas. Dat betekent niet dat er geen chloorverbindingen vrijkomen. De term niet-chloorgbleekt papier kan dus betrekking hebben op chloorarme en chloorvrije papiersoorten. 24

1. Literatuurstudie III. Resultaten 1.1.1.3 Chemisch papierdeeg (houtvrij papier) en het leefmilieu Om de impact op het leefmilieu na te gaan, dienen we eerst het productieproces te bekijken. Daar bijna al het chemisch papierdeeg gemaakt wordt via het KRAFT procédé, wordt dit type besproken. Kort overzicht van het KRAFT productieproces Eerst wordt de schors van het hout verwijderd, waarna dit hout, in kleine stukken gehakt, gekookt wordt met chemicaliën. Deze kookvloeistof wordt witte loog genoemd en is samengesteld uit natriumhydroxide (NaOH) en natriumsulfide (Na 2 S). Na het koken wordt het deeg, dat dan een bruinachtige kleur heeft, gewassen en ontdaan van de ongekookte houthaksels en van de aaneengeklitte vezels, die door deze opeenhoping niet kunnen gebleekt worden. Wat na het koken overblijft, wordt zwarte loog (black liquor) genoemd. Deze zwarte loog wordt door verdamping gecondenseerd tot ongeveer 60 à 65 % vaste stof overblijft, die daarna verbrand wordt in een recuperatieketel. Hier ontstaan natriumsulfiet en natriumcarbonaat. De aldus vrijgemaakte energie wordt in de fabriek gebruikt voor de productie van stoom en elektriciteit. Het papierdeeg moet vervolgens nog gebleekt worden, wat traditioneel gebeurde met chloorgas, maar nu geheel of gedeeltelijk vervangen is door chloordioxide (ClO 2 ). Bij sommige procédés worden chloorverbindingen volledig gebannen door gebruik te maken van zuurstof, zuurstofwater, ozon of enzymen. Impact op het leefmilieu van het KRAFT productieproces Impact op het bos In de meeste Europese en Scandinavische landen wordt zowel loofhout als naaldhout gebruikt voor de productie van chemisch papierdeeg. De enige papierdeegfabriek in België die chemisch papierdeeg produceert, gebruikt uitsluitend loofhout. Er zijn vier belangrijke bevoorradingsbronnen voor de productie van chemisch papierdeeg: hout van uitdunningen, kreupelhout, bosuitbatingsresten en zagerijafval (haksels). Grondstofrendement bij de productie van papierdeeg 25

1. Literatuurstudie III. Resultaten In het algemeen gaat men ervan uit dat tijdens het productieproces het grondstofrendement 50 % bedraagt. Dit betekent dat 50 % van de droge stof uit pulp bestaat. Het resterende gedeelte komt terecht in de zwarte loog, die gebruikt wordt voor interne energieproductie. Energieverbruik en CO 2 -uitstoot De stoomproductie van een chemische papierdeegfabriek is in het algemeen voldoende voor eigen gebruik. Deze stoom wordt voortgebracht door verbanding van de zwarte loog in de recuperatiestoomketel. Schors en niet-bruikbare houtafval worden eveneens verbrand in een aparte stoomketel. In zijn geheel genomen is het productieproces van chemisch papierdeeg quasi zelfonderhoudend wat totale energiebehoefte betreft. Aanvullende energietoevoer is soms noodzakelijk; in dit geval maakt men gebruik van fossiele brandstoffen. Ondanks het geringe verbruik van fossiele brandstoffen, veroorzaakt de productie van chemisch papierdeeg toch CO 2 -uitstoot, hoofdzakelijk als gevolg van de verbranding van koolstofhoudende bijproducten (zwarte loog en koolstofhoudende houtafval). Watergebruik en waterlozingen In de papierindustrie wordt veel water gebruikt, maar door interne waterterugwinning is men erin geslaagd het verbruik onder de 100 m_ per ton geproduceerde papierdeeg te houden. Indien oppervlaktewater gebruikt wordt als proceswater, zal het vóór gebruik eerst moeten worden gezuiverd. Het afvalwater wordt geneutraliseerd en mechanisch en biologisch gezuiverd in waterzuiveringsinstallaties, waarna het in de rivier geloosd wordt. Lozingswater afkomstig van de papierindustrie voldoet ruimschoots aan de heersende normen en reglementeringen. 1.1.1.4 Mechanisch papierdeeg (houthoudend papier) en het leefmilieu Ons land telt twee fabrieken die het zogenaamde mechanisch papierdeeg produceren. Het gaat hier eigenlijk om geïntegreerde fabrieken: het geproduceerde papierdeeg wordt dus niet 26

1. Literatuurstudie III. Resultaten gecommercialiseerd maar wordt gebruikt voor de eigen papierproductie. Let wel, er is geen enkele Belgische fabrikant van A4-papier, 85 % van het papier dat we hier gebruiken moet ingevoerd worden (bron: BIM). Het productieproces Houtvoorbereiding - Voor de productie van steenslijp (slijpprocédé) worden voornamelijk naaldhoutsoorten gebruikt. Het hout wordt gekort tot rondhout van 1 m lang. Daarna worden deze stammen op mechanische wijze van hun schors ontdaan, alvorens tot ontvezeling door het slijpen van hout over te gaan. - Voor het thermo-mechanisch procédé (TMP pulp) wordt ook naaldhout gebruikt, maar onder de vorm van haksels. Dit is zagerijafval of rondhout dat in kleine stukken wordt gehakt. De gebruikte haksels moeten vrij zijn van schorsresten, wat een voorafgaande ontschorsing van het rondhout of van de stammen in de zagerij noodzakelijk maakt. - Voor CTMP papierdeeg (chemico-thermo-mechanisch procédé) kan zowel naaldhout als loofhout gebruikt worden. Het hout wordt eerst ontschorst en tot haksels verwerkt (zagerijafval of in kleine stukken gehakt rondhout). Het ontvezelingsproces - Voor de bereiding van steenslijp, wordt het hout mechanisch ontvezeld. Het hout wordt over de ganse lengte van de stam tegen een permanent draaiende slijpsteen gedrukt en gelijkmatig afgeslepen (vandaar de naam van het deeg). Tijdens het slijpen wordt het hout voortdurend met water besproeid om de vrijgekomen vezels af te voeren en om de temperatuur, die door de voortdurende wrijving zeer hoog is, te doen dalen. - Bij het thermo-mechanisch of chemico-thermo-mechanisch procédé worden de houthaksels gemalen tussen twee schijven, voorzien van messen (schijvenrefiner). De 27

1. Literatuurstudie III. Resultaten haksels worden eerst bevochtigd en met stoom verhit, eventueel met natriumsulfiet geweekt, waardoor de lignine zacht wordt gemaakt. Een grote hoeveelheid water wordt toegevoegd om een aanvaardbare temperatuur te kunnen handhaven. De verschillende mechanische procédés hebben met elkaar gemeen dat de structuur van de vezels zelf aangetast wordt. Dit is niet het geval bij het chemisch procédé. Het alzo bekomen (mechanisch) deeg bestaat uit een mengeling van vezels: intacte vezels, vezelfragmenten en zelfs vezelbundels. Daar de samenstelling van het aldus bekomen deeg heterogeen is, moeten de vezels nog uitgesorteerd worden. Nadien wordt het papierdeeg gebleekt Impact op het leefmilieu Impact op het bos Voor de fabricage van mechanisch papierdeeg wordt ofwel naaldhout, ofwel loofhout gebruikt. De bevoorradingsbron varieert naargelang het toe te passen fabricageprocédé: Steenslijp Voor de fabricage van steenslijp wordt enkel rondhout gebruikt. In België zijn dat voornamelijk dunne stammen van Picea spp., afkomstig van uitdunningen. TMP en CTMP papierdeeg Voor de productie van TMP en CTMP papierdeeg worden enkel haksels als grondstof gebruikt. Haksels van naaldhout (voornamelijk Picea spp.) worden verkregen uit afval van zagerijen of uit rondhout van uitdunningen, in kleine stukken gehakt. Haksels van loofhout (populier) zijn eveneens afkomstig van zagerijafval of van rondhout dat niet geschikt is om gezaagd te worden. Het grondstofrendement Bij de mechanische bewerking ligt het grondstofrendement bijzonder hoog: ongeveer 95 % van het hout wordt in vezelvorm gebracht (bij chemische bewerking is dit 50 %). Het verlies 28

1. Literatuurstudie III. Resultaten aan grondstof gebeurt hoofdzakelijk bij ontvezeling (3 à 4 %) en bij eventuele bleking (0.5 tot 1 %). Bij ontschorsing in de fabriek zelf kan de schors ofwel gecomposteerd, ofwel verbrand worden voor de opwekking van energie. Energieverbruik Voor de productie van mechanisch papierdeeg is veel meer energie vereist dan voor de productie van chemisch papierdeeg (een ton van dit papier produceren kost evenveel energie als een ton staal produceren). Het hoog rendement van de grondstof compenseert echter enigszins dit hoog energieverbruik. Het specifiek energieverbruik schommelt tussen 1500 en 2500 KWh per geproduceerde ton papierdeeg. Bij de productie van TMP en CTMP deeg wordt een groot gedeelte van de energie als gevolg van wrijving, in warmte omgezet. Deze warmte wordt gerecupereerd en in een later stadium aangewend voor het drogen van het papier. Deze energierecuperatie kan oplopen tot 50 %. Water en restafval Bij de productie van mechanisch papierdeeg kan het water hergebruikt worden. Het vers waterverbruik bedraagt 8 tot 10 m_ per ton geproduceerde deeg. Dit is aanzienlijk minder dan voor de productie van chemisch papierdeeg. De fijne vezels en de organische bestanddelen die zich in het hout bevinden komen tijdens het uitwassen vrij en in het water terecht. Deze zwevende stoffen worden door het water verder afgevoerd. De hoeveelheid zwevende stoffen varieert en schommelt tussen 30 en 40 kg per ton papierdeeg. In het CTMP-procédé wordt de ontvezeling aangevuld met een chemische behandeling waardoor met het afvalwater eveneens een geringe hoeveelheid natriumsulfiet afgevoerd wordt. Het afvalwater komt in een waterzuiveringsstation terecht waar een eerste bezinking plaatsvindt. De organische vracht is bio-afbreekbaar en kan volgens verschillende procédés behandeld worden. 29

1. Literatuurstudie III. Resultaten 1.1.2 Kringlooppapier Er bestaat geen erkende definitie voor kringlooppapier, maar als algemene definitie kan aanvaard worden: Kringlooppapier is papier dat gemaakt wordt uit een grondstoffenpakket met een overwegend aandeel oud papier. We bekijken eerst hoe dit papier gemaakt wordt: 1.1.2.1 Het productieproces van kringlooppapier Het productieproces van kringlooppapier bestaat uit verschillende fasen: Reiniging Om oud papier te recycleren, moeten de vezels eerst in suspensie in water worden gebracht; zo bekomt men een grijsachtige brij. Deze wordt dan gereinigd en ontdaan van de ongewenste bestanddelen zoals nietjes, lak, vernis, lijmresten, stukjes plastiek, touw, enz. Deze reiniging gebeurt in verschillende fasen: - de centrifugaalreinigers verwijderen de zwaarste bestanddelen: nietjes, andere metalen voorwerpen, zand, enz. - de drukreinigers verwijderen vervolgens plastiek en andere vreemde lichte bestanddelen Het aantal zuiveringsbewerkingen die het oud papier moet ondergaan is afhankelijk van de gewenste zuiverheid en van de kwaliteit van het oud papier. Ontinkting 30

1. Literatuurstudie III. Resultaten De productie van bepaalde papiersoorten (grafisch en sanitair papier bijvoorbeeld) vereist in het algemeen nog een bijkomende bewerking, namelijk ontinkting. De inktdeeltjes die zich op de vezels hebben vastgehecht, beïnvloeden de kleur en de homogeniteit van het afgewerkte product. Deze ontinkting gebeurt door flotatie. Bleking De ontinkte pulp moet vaak ook gebleekt worden. Waterstofperoxide is een veelvuldig gebruikt blekingsmiddel. Sortering van de vezels Voor bepaalde hoogwaardige papiersoorten is het soms nodig de lange vezels (naaldhout) van de korte (loofhout) te scheiden. Deze bijkomende sortering vereist verschillende opeenvolgende wasbeurten of fractioneringen waardoor de te korte vezels verwijderd worden. Al deze bewerkingen gebeuren in zeer verdunde toestand. Op het einde van deze verschillende operaties wordt een maximum hoeveelheid water gerecupereerd en hergebruikt in gesloten kringloop waardoor de pulpconcentratie verhoogt, wat het vervoer van de vezels en de stockage ervan vergemakkelijkt. 1.1.2.2 Indelingen van oud papier De definitie van kringlooppapier heeft het over een overwegend aandeel oud papier. Voor oud papier wordt door de producenten en distributeurs van papier en karton een onderscheid gemaakt in pre- en postconsumptiepapier. a) Preconsumptiepapier Dit is oud papier of papierafval dat werd verzameld in de verschillende stadia van de industriële verwerking van nieuw papier en karton. Het is afkomstig uit papierverwerkende bedrijven, uitgeverijen en drukkerijen en het is nog niet bij de consument geweest. Het preconsumptiepapier is relatief homogeen en nog niet bedrukt of beschreven. 31

1. Literatuurstudie III. Resultaten Preconsumptiepapier wordt vooral gebruikt voor de productie van luxe kringloop - papiersoorten, zoals bijvoorbeeld gevergeerd briefpapier. Daarnaast kan het eveneens gebruikt worden voor de productie van alle soorten schrijfpapier, drukpapier en fotokopieerpapier b) Postconsumptiepapier Hieronder verstaat men oud papier of papierafval dat werd verzameld na het gebruik ervan. Het is afkomstig van drukkerijen en uitgeverijen, kantoren en administraties en gezinnen en is dus tot bij de consument geweest. Het gaat om een heterogeen en bedrukt of beschreven product. Om een volwaardig papierdeeg op basis van postconsumptiepapier te bekomen, moet ontinkt en eventueel gebleekt worden. Als bleekmiddel worden zelden chloorhoudende verbindingen gebruikt. Papierdeeg op basis van postconsumptiepapier wordt gebruikt voor de productie van grijs schrijfpapier, fotokopieerpapier en drukpapier en ook voor dagbladpapier en karton. In het geval dat postconsumptiepapier gebruikt wordt voor de vervaardiging van papierdeeg, kan gesproken worden van effectieve recyclage. Het bevorderen van het gebruik ervan zal rechtstreeks bijdragen tot het verminderen van de afvalberg. Naast dit onderscheid in pre- en postconsumptiepapier wordt in de praktijk tevens een onderscheid gemaakt in grijs en wit kringlooppapier. a) Grijs kringlooppapier Voor de productie van grijs kringlooppapier wordt een hoge hoeveelheid postconsumptiepapier van lagere kwaliteit, het zogenaamde bont, ingezet bij de vervaardiging van het papierdeeg. b) Wit kringlooppapier. Voor de productie van wit kringlooppapier worden bij de vervaardiging van het papierdeeg overwegend betere oud papiersoorten ingezet. Deze betere soorten bestaan deels uit papierafval van kantoren, bijvoorbeeld listingpapier, en deels uit papierafval van de papierverwerkende nijverheid. Bij deze soorten is het vaak niet duidelijk wat nu precies het 32

1. Literatuurstudie III. Resultaten aandeel papierdeeg op basis van postconsumptiepapier en wat het aandeel van preconsumptiepapier is. Het wit kringlooppapier is geen homogene groep: de samenstelling, bleking en toevoegingen verschillen erg tussen de soorten. De witheidsgraad van het kringlooppapier wordt grotendeels bepaald door het ontinktingsproces Voor papierafval bestaan er Europese standaardkwaliteiten, die het papierafval onderverdelen in vier grote groepen, die telkens nog eens fijner onderverdeeld zijn. Een overzicht van de categorieën is bijgevoegd in Bijlage 1, p. 149. 1.1.2.3 Kringlooppapier en het leefmilieu Hoe hoger het percentage postconsumptiepapier dat gebruikt wordt bij de productie van het papierdeeg, hoe beter voor het milieu, omwille van het effect op de afvalberg. Tussen de Belgische distributeurs van papier en karton leeft een modus vivendi inzake het aandeel postconsumptiepapier dat moet gebruikt worden bij de productie van papierdeeg voor kringlooppapier. Voor het gewone schrijf- en drukpapier wordt een minimumpercentage van 50 % postconsumptiepapier in het papierdeeg vooropgesteld. Deze norm wordt algemeen toegepast in het Verenigd Koninkrijk en is de eis die geldt voor het bekomen van het Duitse milieukeur Blaue Engel. Er moet gewezen worden op het feit dat niet oneindig kan gerecycleerd worden. Na elke cyclus kent de vezel een verzwakking. In functie van de toepassing en de vereiste sterktegraad wordt bij de productie van kringlooppapier meestal een bepaalde hoeveelheid papierdeeg op basis van nieuwe vezels toegevoegd. De oud papier inzet voor 1 kg nieuw papier bedraagt iets meer dan 1 kg afhankelijk van de hoeveelheid verontreinigingen die aanwezig zijn. 1.1.2.4 Recyclage en leefmilieu Bleken en ontinkten 33

1. Literatuurstudie III. Resultaten Bleken en ontinkten van kringlooppapier gebeurt met zeep, zuurstof en waterstofperoxide en niet met chloor of chloorverbindingen. Wel is een beperkte hoeveelheid chloor terug te vinden als gevolg van de aanwezige chloor in de grondstof, het oud papier (zie ook p. 24, Chloorvrij?). Kringlooppapier kan dus enkel chloorvrij zijn als er gestart wordt met een chloorvrije grondstof, wat op de dag van vandaag nog niet mogelijk is. Het ontinkten is in milieuopzicht de meest problematische fase in de productie van kringlooppapier. De hoeveelheid verontreinigingen, die ontstaat bij de productie van papier op basis van oud papier, bedraagt 2 à 10 % van de oud papier inzet en omvat grof vuil, stof en ontinktingsslib. Ontinktingsslib is verreweg de grootste residufractie en bestaat voor 50 % uit water en 50 % uit vaste stof, veelal met een zekere concentratie aan zware metalen. De juiste hoeveelheid slib dat ontstaat wordt beïnvloed door de combinatie van de eisen die aan het eindproduct worden gesteld en de grondstoffen, het oud papier, die in aanmerking komen om te worden ingezet. Energie De productie van papierdeeg op basis van oud papier vergt weinig energie. Het energieverbruik situeert zich tussen 60 en 500 KWh per ton papier, afhankelijk van het gebruikte procédé (met of zonder ontinkting) en van het aantal tussenstappen die nodig zijn bij een bepaald productieprocédé. Dit lage energieverbruik is ontegensprekelijk een groot voordeel, vergeleken met de hoeveelheid energie nodig voor de productie van mechanisch papierdeeg. Dit verschil wordt echter sterk afgezwakt en zelfs omgekeerd indien men het vergelijkt met de productie van chemische pulp, die praktisch zelfonderhoudend is op het gebied van energie in een modern productieapparaat. Water In de papierindustrie tracht zoveel mogelijk met gesloten waterkringloop te werken door het proceswater opnieuw te gebruiken voor het in suspensie brengen van oud papier. Voor de productie van gerecycleerd papierdeeg wordt het specifiek gebruik van vers water op 3 tot 8 m_ per ton papierdeeg geraamd. Bepaalde organische bestanddelen komen tijdens het wekingsproces in het lozingswater terecht. De COD (Chemical Oxygen Demand) varieert tussen 9 en 5 kg per ton papierdeeg. 34

1. Literatuurstudie III. Resultaten Recyclagewater bevat zware metalen, afkomstig van de in het oud papier aanwezige inkt. De vaste restafval van recyclage Recyclage van oud papier draagt in grote mate bij tot een vermindering van de afvalberg. Tijdens de recyclagebewerkingen wordt echter ook restafval geproduceerd. Deze bedraagt meestal 7 tot 10 % (drooggewicht) van de totale gebruikte hoeveelheid oud papier. De hoeveelheid residu s afhankelijk van het al of niet ontinkten van het oud papier- varieert van 10 tot 30 % natte stof ten overstaan van de hoeveelheid ingebracht oud papier. Deze vaste restafval moet kunnen verwijderd worden om verder te kunnen recycleren. Vandaag wordt het grootste gedeelte van deze restafval naar stortplaatsen gebracht of verbrand. In sommige gevallen bevat afval, zoals ontinktingsslib bijvoorbeeld, zware metalen afkomstig van de inkten, aanwezig in het oud papier. 1.1.2.5 Enkele cijfers over papierafval en -recyclage Europa De hieronder afgebeelde grafiek geeft weer hoeveel papierafval er opgehaald wordt en hoeveel papier er gerecycleerd wordt, en dit over ongeveer het laatste decennium. De cijfers zijn een gemiddelde van de CEPI landen (Confederation of European Paper Industries, zie p. 64). Men kan een algehele stijging vaststellen van beide parameters over de laatste jaren, wat niet alleen te wijten is aan een verbeterde omhaling en fabricatieprocédés, maar uiteraard ook aan een groter algemeen papierverbruik, wat meer papierafval levert. 35

1. Literatuurstudie III. Resultaten Figuur 1: Het gebruik van papierafval en het recyclageaandeel in CEPI landen (Confederation of European Paper Industries, zie p. 64), in miljoen ton. Bron: CEPI (2003 a) De volgende figuur bekijkt voor elk van de CEPI landen afzonderlijk, wat het aandeel is van de omhaling van papierafval, het gebruiksaandeel van dat papierafval, en het verbruik van papierafval. Figuur 2: Aandeel van omhaling van papierafval, gebruiksaandeel van dat papierafval, en verbruik (in CEPI landen). Cijfers van 2001. Bron: CEPI (2003 b) 36

1. Literatuurstudie III. Resultaten Voorbeeld: Het V.K. heeft een omhalingsaandeel van 44.2 %, een gebruiksaandeel van 74.3 % en verbruikte 4.6 miljoen ton papierafval in 2001 (de grootte van de cirkels is proportioneel met het gebruik van papierafval). Het gemiddelde omhalingsaandeel in de CEPI landen in 2001 was 55.4 %, wat betekent dat iets meer dan de helft van het papier in Europa opgehaald en gerecycleerd wordt. De hoeveelheden verschillen erg van land tot land. Zo bereikte het omhalingsaandeel in Duitsland een zeer hoog percentage (74.3 %). Hier is dan ook bijna een maximum bereikt. In andere landen is er wel nog ruimte om de omhalingspercentages te verbeteren. Ook de capaciteiten voor papierrecyclage variëren van land tot land, zoals opgemaakt kan worden uit de gebruiksaandelen, die het gebruik van papierafval vergelijken met het gebruik van nieuwe vezels. De Scandinavische landen bijvoorbeeld, exporteren het grootste deel van hun papierproductie. Op die manier kunnen geen hoge gebruiksaandelen bereikt worden, tenzij er een grootschalige invoer van papierafval uit Centraal Europa plaatsheeft. België Tussen 1993 en 2003 is de totale hoeveelheid ingezameld papierafval in België meer dan verdubbeld, zoals blijkt uit onderstaande grafiek. Het gebruik van dat papierafval neemt langzaam toe. 37

1. Literatuurstudie III. Resultaten Figuur 3: Hoeveelheid ingezameld papierafval (lichtgrijs), en het gebruik van dat papierafval in de papierindustrie (donkergrijs), over het laatste decennium, in België. Bron: COBELPA (2004) Figuur 4: De productiehoeveelheden van papier en karton (grijze bollletjes), en die van houtpulp (zwarte bolletjes), over het laatste decennium, in België. Bron: COBELPA (2004) 38

1. Literatuurstudie III. Resultaten De consumptie van papier en karton (zie figuur 4,grijze bolletjes) blijft over het algemeen sterk stijgen. De productie van pulp (zwarte bolletjes) volgt de laatste vier jaar dezelfde trend als de papier- en kartonproductie. Voor 2003 werd wel een daling van 5.8 % vastgesteld voor de pulpconsumptie (2003 is niet te zien op de figuur). 1.1.2.6 Economische aspecten van papierafval en kringlooppapier a) Papierafval De sleutel tot het gebruik van papierafval is het verwijderen van contaminanten. Dit is essentieel voor de papierafvaloperatie en een van de belangrijkste factoren die de economie van de recyclageoperatie beïnvloedt, en dit door z n directe impact op de opbrengst en totale kost (Blanco, Negro en Tijero 1997). Vroeger hielden enkel de zeer milieubewuste mensen het oud papier gescheiden, nu is zowat iedereen verplicht het te doen, waardoor er veel vervuiling optreedt. Een grotere vervuiling betekent per definitie minder papierrecyclage. De Belgische prijs voor papierafval wordt hoofdzakelijk bepaald door twee elementen, namelijk de prijs van oud papier in de belangrijkste exportbestemmingen (Frankrijk, Nederland en Duitsland), en de kosten voor alternatieve verwijderingsmethoden. De prijs voor oud papier Van 1991 tot en met 1993 waren de prijzen voor de ondersoorten negatief, d.w.z. dat de inzamelaars moeten betalen voor het afleveren van oud papier aan de recuperant. In de realiteit wordt het verlies bij verkoop van ondersoorten (bont) gecompenseerd door de winst bij het verhandelen van de betere soorten (Van Brabant 1995). In 1994 is deze situatie in positieve zin gaan wijzigen. De prijs van het opgehaalde papier steeg tijdens de eerste maanden met 15 tot 20 %. Redenen hiervoor waren de sterk toegenomen vraag vanuit het Midden-Oosten en het Verre Oosten, en de stillegging van heel wat kleinere en minder rendabele papierinstallaties en de druk van de crisis (Van Brabant 1995). Desondanks was de recuperatiesector nog steeds niet in staat om te betalen voor het geleverde papier. Het was in België wel een courante praktijk dat de gemeenten zelf of de intercommunales 1 tot 2 BEF/kg bijlegden aan de recuperant, indien die het oud papier naar 39