DR-ET1-X Deelreglement Elektrische schema- en schakeltechniek ET-1 Uitgave: januari 2012
DR-ET1-X 2 1 Algemeen Naam : Elsevier Opleidingen Adres : Zwijndrecht Aard : Deeltijd, mondeling onderwijs met praktijkbijeenkomsten Naast dit reglement is het Examenreglement Koninklijke PBNA (A2000) van toepassing. 2 Doelstellingen De opleiding is gericht op iedereen die een mechanisch/technische achtergrond heeft en direct of indirect wordt geconfronteerd met elektrische installaties en machines. U heeft theoretische en/of praktische kennis van elektrotechniek. De doelstellingen zijn: het kunnen lezen van elektrische schema s; het beheersen van basisbegrippen en principes van elektrotechniek; storingen kunnen lokaliseren in elektrische schema s. 3 Opleiding 3.1 Inhoud De opleiding omvat 8 theoriebijeenkomsten en 1 praktijkdag. 3.2 Vooropleiding Studenten worden tot de opleiding toegelaten, indien zij in het bezit zijn van een diploma op vmbo- (lbo)/mbo-niveau. 3.3 Vrijstelling voor delen van de opleiding De examencommissie verleent geen vrijstelling voor de toets. 4 Toetsprotocollen Toetsvorm De toets bestaat uit twee onderdelen: A. Afleggen van een schriftelijk examen ET-1 B. Deelnemen aan de e-learning tijdens de opleiding ET-1. Hieronder worden de inhoud en werkwijze van beide toetsonderdelen, alsmede de diplomavoorwaarden beschreven. A. Schriftelijk examen ET-1 Toetsorganisatie Kandidaten nemen deel aan het centraal examen. Het centraal examen wordt in de maanden januari, maart, juni en november georganiseerd. Aanmelding Kandidaten worden automatisch voor het eerstvolgende centraal examen na afloop van de opleiding ingeschreven.
3 Examengeld Voor kandidaten die aansluitend op de cursus het examen afleggen, is het examengeld inbegrepen in de opleidingsprijs. Aan kandidaten die niet aansluitend op de opleiding het examen of aan kandidaten die een herexamen willen afleggen, wordt examengeld in rekening gebracht. Toetsduur De toets heeft een duur van 90 minuten. Vraagvorm en aantal vragen De toets bestaat uit 40 meerkeuzevragen met drie antwoordmogelijkheden waarbij slechts één antwoord goed is. Toetsinhoud De toets omvat van ET-1 de hoofdstukken 1 t/m 13. Spreiding Onderwerp Taxonomie Totaal aantal vragen kennis toepassing inzicht Hoofdstuk 1 2 2 Hoofdstuk 2 2 1 3 Hoofdstuk 3 2 2 Hoofdstuk 4 2 1 1 4 Hoofdstuk 5 4 1 1 6 Hoofdstuk 6 4 1 1 6 Hoofdstuk 7 2 2 Hoofdstuk 8 2 1 3 Hoofdstuk 9 2 2 Hoofdstuk 10 2 1 1 4 Hoofdstuk 11, 12 en 13 3 2 1 6 Totaal aantal vragen 27 8 5 40 Materialen tijdens de toets Bij de toets reikt PBNA een formuleblad uit. Eindtermen De kandidaat dient met betrekking tot hoofdstuk ET-1-1: 001 het verschil tussen geleiders, isolatoren en halfgeleiders te kunnen aangeven. De kandidaat dient met betrekking tot hoofdstuk ET-1-2: 002 de relatie tussen de elektrische stroom en de tijd te kunnen aangeven. 003 de begrippen potentiaalverschil of -spanning, elektrische stroom en weerstand, alsmede hun relatie tot elkaar (wet van Ohm) te kunnen aangeven, de wet van Ohm te kunnen toepassen in berekeningen en het begrip soortelijke weerstand te kunnen verklaren. 004 Bovendien dient de kandidaat de formule voor het berekenen van de weerstand van een geleider te kunnen toepassen.
4 De kandidaat dient met betrekking tot hoofdstuk ET-1-3: 005 het principe van de opwekking van wisselspanning te kunnen verklaren. De kandidaat dient met betrekking tot hoofdstuk ET-1-4: 006 de vervangingsweerstand bij serie- of parallelschakeling van weerstanden te kunnen berekenen. 007 de vervangingsweerstand bij gemengde schakelingen van weerstanden te kunnen bepalen. 008 een voorschakelweerstand te kunnen berekenen. 009 het spanningsverlies in leidingen te kunnen berekenen en het maximaal toelaatbare spanningsverlies in licht- en krachtinstallaties te kunnen aangeven. De kandidaat dient met betrekking tot hoofdstuk ET-1-5: 010 het begrip arbeid te kunnen verklaren. 011 het begrip vermogen te kunnen verklaren. 012 het begrip rendement te kunnen verklaren. 013 de formule voor arbeid bij gelijkstroom te kunnen toepassen. 014 de formule voor vermogen bij gelijkstroom te kunnen toepassen. 015 de formule voor rendement bij gelijkstroom te kunnen toepassen. De kandidaat dient met betrekking tot hoofdstuk ET-1-6: 016 de begrippen wisselspanning, driefasespanning, wisselstroom en draaistroom te kunnen verklaren. 017 Bovendien dient de kandidaat de periodetijd en de frequentie van sinusvormige spanningen en stromen te kunnen aangeven. 018 de frequentie of het toerental van een generator voor wissel- of draaistroom te kunnen berekenen. 019 het verband tussen de maximale en effectieve waarde bij wisselspanning en -stroom te kunnen aangeven. 020 de ster- en driehoekschakeling te kunnen beschrijven. Bovendien dient de kandidaat de daarbij behorende spanningen en stromen te kunnen bepalen of berekenen. 021 de begrippen faseverschuiving, schijnbaar, werkelijk en nuttig vermogen te kunnen omschrijven en hiermee te kunnen rekenen. De kandidaat dient met betrekking tot hoofdstuk ET-1-7: 022 de wijze, waarop het inbranden van schakelcontacten, vonkvorming over schakelcontacten bij gelijkstroom en overslag tussen schakelcontacten onderling wordt voorkomen, te kunnen beschrijven. 023 de principiële werking van magneetschakelaars en relais te kunnen verklaren. De kandidaat dient met betrekking tot hoofdstuk ET-1-8: 024 de aansluiting van de spoelen van een draaistroommotor op het klemmenbordje, alsmede de doorverbindingen op het klemmenbordje van een draaistroommotor bij ster- of driehoekschakeling te kunnen aangeven. 025 Bovendien dient de kandidaat de schakeling van een draaistroommotor te kunnen bepalen aan de hand van de netspanning en de op het typeplaatje vermelde spanningen. 026 de mogelijkheid voor ster/driehoekaanloop van draaistroommotoren en de gevolgen hiervan en de verschillende typen van ankers voor draaistroommotoren te kunnen aangeven. De kandidaat dient met betrekking tot hoofdstuk ET-1-9: 027 de principiële werking van de transformator te kunnen omschrijven. 028 de primaire en secundaire spanningen, respectievelijk stromen in transformatoren te kunnen beschrijven en berekenen.
5 De kandidaat dient met betrekking tot hoofdstuk ET-1-10: 029 de reden, waarom overstroombeveiligingen worden toegepast, te kunnen beschrijven en de verschillende soorten van smeltveiligheden te kunnen onderscheiden en beschrijven. 030 het verschil tussen een elektromagnetische overstroombeveiliging en een thermische overstroombeveiliging te kunnen aangeven. 031 Bovendien dient de kandidaat de instelling van thermische overstroombeveiligingen te kunnen toepassen. 032 de onderlinge selectiviteit van beveiligingen en het begrip escortebeveiliging te kunnen verklaren. 033 de begrippen veilige keten met zeer lage spanning, functioneel, zeer lage spanning en dubbel geïsoleerd te kunnen omschrijven. 034 de principiële werking en toepassing van de aardlekschakelaar te kunnen aangeven en het begrip lokale vereffeningsleiding te kunnen verklaren. 035 toepassingen van gescheiden ketens en veiligheidstransformatoren te kunnen beschrijven. De kandidaat dient met betrekking tot de hoofdstukken ET-1-11, ET-1-12 en ET-1-13: 036 onderscheid tussen tekeningen en schema s te kunnen maken en de in de elektrotechniek gebruikte tekeningen en schema s te kunnen lezen en interpreteren. 037 Bovendien dient de kandidaat de symbolen in tekeningen en schema s te kunnen benoemen en toepassen en de opbouw van hoofdstroom-, stuurstroom- en blokschema s, alsmede de wijze, waarop schema s worden getekend, te kunnen aangeven. 038 Verder dient de kandidaat de wijze, waarop contacten worden gecodeerd, contacten in tabellen worden opgenomen en draden en klemmen worden genummerd, te kunnen lezen en toepassen. Eerste toetsafname De toets voor deze module wordt voor het eerst afgenomen tijdens het centraal examen in juni 2012. Laatste toetsafname De toets voor deze module wordt voor het laatst afgenomen [nog niet vastgesteld]. B.Deelname aan de e-learning tijdens de opleiding Toetsorganisatie Tijdens de opleiding doorlopen de kandidaten een e-learningmodule die de stof van hoofdstuk 1 t/m 6 behandelt. Deelname hieraan wordt beoordeeld door de docent, die daarbij de activiteit van de kandidaat beoordeelt: een maximale score (cijfer 10) wordt behaald door aan alle onderdelen van de module deel te nemen. Diplomavoorwaarden - Het cijfer dat wordt behaald voor de toets zoals beschreven onder (A) weegt voor 90% mee. - Het cijfer dat wordt behaald voor de e-learning zoals beschreven onder (B) weegt voor 10% mee. Om in aanmerking te komen voor het diploma dient de deelnemer gemiddeld een voldoende resultaat te behalen voor het bovenstaande en daarnaast deel te nemen aan tenminste 80% van de bijeenkomsten. 1112/5