Programma van Eisen brandmeldinstallatie Museum Boerhaave Leiden Opsteller Verificatie Opsteller Document nummer Datum Revisie Status Wilfried van Meer Erwin de Graaf Smits van Burgst Beveiliging BV 7259.30 PvE WvM01 30 april 2015 Definitief Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 1 van 12
A1. Inleiding Om tot een verantwoorde brandmeldinstallatie te komen, moeten de uitgangspunten eenduidig zijn vastgelegd. Het PvE van de brandmeldinstallatie kan onderdeel zijn van een document waarin o.a. de uitgangspunten en de risicoanalyse voor de bouwkundige, organisatorische en installatietechnische brandbeveiligingsvoorzieningen zijn opgenomen, alsmede uitgangspunten of PvE s van andere brandbeveiligingsinstallaties. De eisen zoals deze moeten worden vastgelegd volgens A.3.2 moeten als onderdeel daarin duidelijk herkenbaar zijn. Het model PvE is vastgelegd in A.3. Dit model PvE bevat voornamelijk de keuzes die vanuit de norm moeten worden gemaakt. In uitzonderlijke gevallen mag dit worden uitgebreid met aanvullende of specifieke uitgangspunten (functionele eisen, geen oplossingen) voor zover deze niet strijdig zijn met nationale en internationale wetgeving en normering. De opbouw en de volgorde van de eisen mag niet worden gewijzigd. De uitgangspunten in het PvE moeten volledig worden ingevuld en daarna worden geaccordeerd door (een) daartoe bevoegde perso(o)n(en) van de eisende partij(en) en belanghebbende(n). A2. Uitgangspunten en opbouw van het PvE A.2.1 Uitgangspunten De volgende uitgangspunten moeten in het PvE worden vastgelegd: a) het doel van de brandmeldinstallatie; b) de omvang van de brandmeldinstallatie; c) de prestatie eis voor de brandgrootte per ruimte; d) de prestatie eis voor ongewenste meldingen; e) de prestatie eis voor onechte meldingen; f) de prestatie eis voor de systeembeschikbaarheid (afwijkingen t.o.v. hoofdstuk 4); g) de indeling van de detectiezones; h) de sturingen van automatische brandbeveilingsinstallaties en overige installaties i) de plaats van de brandweeringang; j) de noodzaak, uitvoering en locatie van het brandweerpaneel (wanneer een tekstpaneel niet toereikend is); k) de noodzaak van een aparte voorziening voor het herstellen van de brandmeldinstallatie bij of op het brandweerpaneel; l) de categorie van doormelding van het brandalarm; m) de wijze van doormelding van het storingssignaal; n) de signalering van de interne organisatie; o) opties van de brandmeldcentrale; p) eventuele bijzondere omgevingsomstandigheden per ruimte voor het voorkomen van ongewenste en onechte meldingen; q) eventuele opmerkingen. Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 2 van 12
A.2.2 Opbouw Het PvE is onderverdeeld in een drietal blokken, te weten: Gegevens (A.3.1) Het blok Gegevens bevat algemene informatie die nodig is om een beeld te verkrijgen van het project. Voor het geval dat in dit stadium al de uitvoerende bedrijven bekend zijn, kunnen deze eveneens in dit blok worden vermeld. Eisen (A.3.2) De paragraafnummers in dit model PvE, verwijzen naar de desbetreffende paragrafen van de onderhavige norm. Goedkeuring (A.3.3) In het blok Goedkeuring moet door de eisende partij(en), de belanghebbende(n) en de opsteller van het PvE een handtekening worden geplaatst, om hetgeen in het PvE is verwoord te bekrachtigen. OPMERKING 1 Het PvE is de formele start om te komen tot een brandmeldinstallatie. In dat kader is het van belang dat het PvE vooraf wordt opgesteld en niet tussentijds of achteraf. OPMERKING 2 Het kan voorkomen dat tijdens de totstandkoming van de brandmeldinstallatie, of na de oplevering van de brandmeldinstallatie de situatie wijzigt. Wanneer een dergelijke wijziging invloed heeft op de gestelde eisen, dan behoort er een gewijzigd of nieuw PvE te worden opgesteld en goedgekeurd door eisende partij(en) en belanghebbende(n). Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 3 van 12
1. Gegevens Documentnummer: 7259.30 PvE WvM01 Datum opmaak: 30 april 2015 PvE opsteller: Naam: Smits van Burgst Beveiliging B.V. Adres: Hoevestein 36c, 4903 SC Oosterhout Erkenningsnummer: 7535 0101 7 Inspectiecertificaat Ja geldigheidsduur zonder verplichte doormelding 3 jaar vereist: geldigheidsduur zonder verplichte doormelding 1 jaar geldigheidsduur met verplichte doormelding 1 jaar Nee Bouwwerk: Museum Boerhaave Soort: bijeenkomstfunctie Adres: Lange St. Agnietenstraat 10; 2312 WC Leiden Doel installatie: Persoonlijke bescherming Schadebeperking Sturen brandveiligheidsinstallatie Bescherming milieu Continuïteit bedrijfsvoering Bouwvergunning: Gebruiksmelding: Eigenaar: Naam: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Transactie&Ontwikkeling Rijksvastgoedbedrijf Adres: Korte Voorhout 7; 2511 CW DEN HAAG Telefoon: 06 52092418 Contactpersoon: dhr. R. de Vlieg Beheerder: Museum Boerhaave Adres: Lange St. Agnietenstraat 10; 2312 WC Leiden Telefoon: 071 5662625 Naam Beheerder Brandmeldinstallatie: dhr. M. Koopmans Eisende partij(en): Bevoegde autoriteit (Gemeente Leiden) Verzekeraar Eigenaar/Gebruiker Branddetectiebedrijf: Naam: onbekend Adres: onbekend Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 4 van 12
1. Gegevens Installatiebedrijf: Naam: onbekend Adres: onbekend Onderhoudsbedrijf: Naam: onbekend Adres: onbekend Bijlagen: (documentnaam, nummer en datum vermelden) 7259.30 PvE WvM100 Detectiezones begane grond d.d. 30 04 2015 7259.30 PvE WvM101 Detectiezones 1e verdieping d.d. 30 04 2015 7259.30 PvE WvM102 Detectiezones 2e verdieping d.d. 30 04 2015 7259.30 PvE WvM103 Detectiezones 3e verdieping d.d. 30 04 2015 Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 5 van 12
2. Eisen NEN 2535: 2009 Omschrijving Eis 10.2 Omvang van de brandmeldinstallatie B = bevoegde autoriteit (brandweer) V = verzekeraar E = eigenaar G = gebruiker Geëist door: Volledige bewaking Gedeeltelijke bewaking Ruimte bewaking (in relatie tot ontvluchten) Object bewaking (toelichten) Niet automatische bewaking Ruimte bewaking (het bewaken van een ruimte) B *1 V E G *1 Volledige bewaking De gebruiksoppervlakte van de bijeenkomstfunctie is groter dan 5000m². Op basis van het Bouwbesluit 2012, artikel 6.20 dienen deze ruimten te worden voorzien van een gecertificeerde brandmeldinstallatie op basis van volledige bewaking zonder doormelding. Onder volledige bewaking wordt verstaan een bewakingsomvang waarbij, behalve de noodzakelijke handbrandmelders, alle ruimten in het gehele gebouw voorzien zijn van één of meer automatische brandmelders. Een uitzondering hierop vormen de ruimten waarin, door het niet voorhanden zijn van brandbaar materiaal en/of ontstekingsbronnen, niet of nauwelijks brand kan ontstaan. De volgende ruimten hoeven niet bewaakt te worden; - sanitaire ruimten, zoals toiletten en doucheruimten, inclusief met deze ruimten in open verbinding staande voorruimte. Dit geldt niet voor gemeenschappelijke voorruimten ingericht als kleedruimte;. - Kleedruimte kleiner dan 2 m². voorzien van kledingkasten. - Opslagruimten met een vloeroppervlakte kleiner dan 2 m². - ruimten met een schakel en verdeelinrichting, voor zover aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: de schakel en verdeelinrichting voedt zowel direct als indirect geen brandmeldapparatuur, brandbeveiligingsapparatuur of brandweerlift; de schakel en verdeelinrichting bevindt zich in een ruimte met een vloeroppervlakte kleiner dan 2 m 2 ; de schakel en verdeelinrichting bevindt zich in een ruimte die zich over maximaal één bouwlaag uitstrekt; de schakel en verdeelinrichting bevindt zich in een ruimte waarin zich geen brandbare opslag bevindt en geen andere ontstekingsbronnen voorkomen dan de schakel en verdeelinrichting zelf. - vries of koelruimten met een volume van minder dan 20 m 3 ; - liftschachten, voor zover zich in de schacht geen apparatuur zoals liftmotor of schakelkast bevindt; - installatietunnels en schachten, waarin zich uitsluitend leidingen voor elektrische, werktuigbouwkundige en sanitaire installaties bevinden, en waarbij de ruimte niet betreedbaar is; - ruimten onder verhoogde vloeren en boven verlaagde plafonds voor zover aan alle onderstaande - voorwaarden is voldaan: de ruimte is niet betreedbaar; Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 6 van 12
2. Eisen NEN 2535: 2009 Omschrijving Eis de oppervlakte van de ruimte is niet groter dan de oppervlakte van het desbetreffende brandcompartiment; er vindt geen opslag van brandbare materialen plaats; 4.2 Proefbrand voor (niet) standaardruimten 1. Polyurethaan matten 2. Beukenhouten blokjes 5. PVC draad BS 6266 7. Brandspiritus 8. Andere brandgrootte (toelichten) (Niet) standaardruimten Nummer proefbrand Alle ruimten 2 Indien de brand grootte vanuit het PvE wordt aangehouden en de projectering conform NEN2535 /PvE is uitgevoerd zijn proefbranden niet noodzakelijk. 4.3 Prestatie eis voor ongewenste en onechte brandmeldingen Extern A B C Intern B D E Het maximale aantal ongewenste en onechte meldingen moet bij inbedrijfstelling of oplevering in het logboek worden vastgelegd. De prestatie eis voor ongewenste en onechte brandmeldingen is gebaseerd op de gebruiksfunctie kantoorfunctie. 10.11.3 Bijzondere omgevingsinvloeden: voor het voorkomen van ongewenste en onterechte meldingen. Ruimten: (Timmer)werkplaatsen Kantine Omstandigheden: Stof Koken/bakken 4.4 Prestatie eis voor de systeembeschikbaarheid: De prestatie eis voor systeembeschikbaarheid is 99,7% Toelichting bijzondere situaties: Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 7 van 12
2. Eisen NEN 2535: 2009 Omschrijving Eis 10.3 Indeling detectiezones, overeenkomstig de bijgevoegde bijlagen 7259.30 PvE WvM100/101/102/ 103 d.d. 30 4 2015. De indeling van de detectiezone(s) is: A. Begane grond bouwdeel A B. Begane grond bouwdeel B C. Begane grond bouwdeel C D. Begane grond bouwdeel D E. Begane grond bouwdeel E F. 1 e verdieping bouwdeel A G. 1 e verdieping (incl. tussenverdieping) bouwdeel B H. 1 e verdieping bouwdeel C J. 1 e verdieping bouwdeel D K. 1 e verdieping bouwdeel E L. 2 e verdieping bouwdeel A M. 2 e verdieping bouwdeel B N. 2 e verdieping (zolder) bouwdeel C O. 2 e verdieping (zolder) bouwdeel D P. 2 e verdieping (zolder) bouwdeel E Q. 3 e verdieping (zolder) bouwdeel B Een detectiezone is een geografisch deel van een gebouw waarvoor de brandmeldcentrale / brandweerpaneel een afzonderlijke plaatsbepaling geeft. 8.6 Sturingen automatische brandbeveiligingsinstallaties (C en/of G in figuur 1) Installatie Ontruimingsalarminstallatie luid type B Deurvastzetinrichtingen *2 Ontgrendelen vluchtdeuren *3 Luchtbehandelingsinstallatie *4 Liften *5 Sleutelbuis Tourniquet (toegang binnenplaats) *6 Algemeen Detectie zone AM *1 HM Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 8 van 12
2. Eisen NEN 2535: 2009 Omschrijving Eis Alle sturingen dienen conform NEN 2535:2009 te zijn uitgevoerd. Wanneer bij het uitvoeren van de periodieke controles van de brandmeldinstallatie de sturingen worden overbrugd, dient hiervan een melding plaats te vinden overeenkomstig de NEN2535. *1 *2 *3 *4 *5 *6 Daar waar ruimtebewaking van toepassing is op basis van artikel 6.20 lid 5 van het bouwbesluit dient de ontruimingsalarminstallatie automatisch zonder tijdsvertraging te worden aangestuurd. Voor de sturing van de deur vastzet inrichtingen zijnde kleefmagneten en vrijloopdeurdrangers dient de brandmeldinstallatie te worden uitgevoerd met een sturing per rook en/of brandscheiding. Hiermee worden bij onderhoud of overbrugging alleen de desbetreffende deur vastzet inrichtingen automatisch gesloten. De elektrisch vergrendelde buitendeuren in de vluchtroutes dienen te worden open gestuurd door de brandmeldinstallatie. Tevens moet er altijd een mogelijkheid zijn om de deuren handmatig met een groene handbrandmelder te ontgrendelen. Gezien de gevoeligheid alsmede het daarbij behorende beveiligingsniveau van het object wordt na het bedienen van de groene handmelder de deur pas na 40 seconden geopend, zodat de beveiliging, bij een eventuele diefstal de kans heeft om in te grijpen. De elektrisch vergrendelde deuren moet functioneren volgens het zogenaamde ruststroomprincipe. Bij brandmelding dient de afzuig en toevoerventilatie te worden uitgeschakeld. Bij een brandalarm worden de liften gestuurd naar de hoofdopstelplaats en geblokkeerd met openstaande deuren. Bij een brandalarm wordt de tourniquet gestuurd zodat er een vrije doorgang ontstaat. 10.7 Plaats brandweeringang Hoofdentree Flitslicht brandweeringang Ja Kleur: Nee Gezien de monumentale status van het pand wordt er geen flitslicht bij de brandweeringang aangebracht. Er is ook maar één ingang van het pand. Brandweerpaneel vereist Locatie brandweerpaneel 6.5 Uitvoering brandweerpaneel (indien tekstpaneel niet toereikend is) Ja Nee (alleen als geen doormelding vereist) Binnenzijde van de raampartij links langs de brandweeringang N.v.t Geen specifieke eisen (tekstpaneel of alfanumeriek paneel) Tekstpaneel of alfanumeriek paneel met tekening Geografisch paneel Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 9 van 12
2. Eisen NEN 2535: 2009 Omschrijving Eis Herstelmogelijkheid voor de brandweer op brandweerpaneel N.v.t. Niet noodzakelijk Noodzakelijk Brandweerpaneel ter goedkeuring aan brandweer N.v.t. Niet noodzakelijk Noodzakelijk 6.2.2 Opties brandmeldcentrale Verificatie van meldingen Vertraging van de uitgangssignalen naar C en/of G uitgangssignalen Vertraging van de uitgangssignalen naar E (aparte toestemming van de brandweer vereist) 8.2 Doormelding van storingen naar 24 uur bezet ontvangststation voor storingen Intern Extern PAC Ontvangst station namens brandweer 8.4 Doormelding van het brandalarm Categorie Geen doormelding vereist OMS (geëist door gebruiker) Gezien de monumentale waarde van het pand en de complexe indeling eist de eigenaar een doormelding naar de brandweer. 10.6.2 Signalering interne organisatie Brandmeldcentrale locatie: ruimte achter meldkamer begane grond. Nevenpaneel locatie: meldkamer begane grond. Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 10 van 12
2. Eisen Aanvullende eisen: Algemeen: Dit Programma van Eisen moet in samenhang worden gezien met het Programma van Eisen voor de ontruimingsalarminstallatie met kenmerk 7259.30 PvE WvM02 d.d. 30 april 2015. Noodstroomvoorziening: De noodstroomvoorziening moet in staat zijn de brandmeldinstallatie na een gemelde storing in de energievoorziening gedurende ten minste 24 uur, waarvan ten minste 30 minuten in alarmtoestand, te voeden. Deurvastzetinrichtingen: Deuren in brand en rookwerende scheidingen moeten zelfsluitend zijn. Indien deze deuren worden voorzien van deurvastzetinrichtingen zoals kleefmagneten, moet automatische bewaking worden toegepast overeenkomstig bijlage C van de NEN2535:2009. Onderhoud: Het onderhoud dient minimaal te voldoen aan de NEN 2654 1. Het onderhoud dient te worden uitgevoerd door een erkend brandmeldonderhoudsbedrijf, welke een overeenkomst heeft met de fabrikant van de te leveren apparatuur. Certificaat: Conform het Bouwbesluit artikel 6.20 lid 6 dient er een inspectiecertificaat te worden afgegeven. Sleutelbuis: De bestaande sleutelbuis, gestuurd door de brandmeldinstallatie nabij de hoofdentree blijft gehandhaafd. Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 11 van 12
3. Goedkeuring Invullen door eisende partij(en) en PvE opsteller Partij Gegevens Handtekening Brandweer Eigenaar Gebruiker PvE opsteller Naam: Brandweer Hollands Midden Adres: Postbus 1123; 2302 BC Leiden Telefoon: 088 2465000 Contactpersoon: Naam: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Transactie&Ontwikkeling Rijksvastgoedbedrijf Adres: Korte Voorhout 7; 2511 CW DEN HAAG Telefoon: 06 52092418 Contactpersoon: dhr. R. de Vlieg Museum Boerhaave Adres: Lange St. Agnietenstraat 10; 2312 WC Leiden Telefoon: 071 5662625 Contactpersoon: dhr. M. Koopmans Smits van Burgst Beveiliging BV Adres: Hoevestein 36c, 4903 SC Oosterhout Telefoon: 0162 491600 Contactpersoon: W.van Meer Verificatie Doc: 7259.30 PvE WvM01 Pagina 12 van 12