Handleiding en Programma van Eisen BMI & OAI nieuw en bestaand ROC locaties

Transcriptie

1 Handleiding en Programma van Eisen BMI & OAI nieuw en bestaand ROC locaties project: Handleiding en PVE BMI & OAI opdrachtgever: ROC van Amsterdam adres: Postbus 2584, 1000 CN Amsterdam behandeld door: Ingrid Heffels datum: 18 mei 2015 ref. nr.: RP /IHK_ROC_2015/versie 1.1

2 Definitief-versie 1.1 RP7-1313/IHK_ROC_ Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 2. Doel brandmeldinstallatie 4 3. Wet- en regelgeving 5 4. Aanwezigheid en omvang brandmeldinstallatie Verzwaring eisen door andere aanwezige functies in het bouwwerk Verzwaring eisen door samenvallende vluchtroutes (doodlopend einden) 8 5. Oplevering Onderhoud en beheer Oplevering Onderhoud door het onderhoudsbedrijf (jaarlijks) Beheerder (BBMI) 9 6. Tot slot 10 Bijlagen: A. modelformulier checklijst Programma van Eisen B. modelformulier Programma van Eisen (BMI en OAI) C. modelformulier registratie brandmeldingen beheerder (OP) D. modelformulier taken beheerder (BBMI) E. modelformulier registratie jaarlijks onderhoud (onderhoudsbedrijf)

3 Definitief-versie 1.1 RP7-1313/IHK_ROC_ Inleiding In opdracht van het ROC is er een handleiding samengesteld om te voorkomen dat er boven (of onder) wettelijke eisen aan de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie gesteld worden. Uiteraard kan er in overleg met de eigenaar/gebruiker besloten worden dat er in bepaalde gevallen wel wordt overgegaan tot een boven wettelijk niveau. Met name de vraagstelling welke omvang van de brandmeldinstallatie van toepassing is, is hiermee beantwoord. De ROC wil minimaal voldoen aan het wettelijk kader zoals weergegeven in het Bouwbesluit 2012 en de Regeling Bouwbesluit Indien aan het wettelijke kader wordt voldaan bij de onderwijsgebouwen van het ROC is een (inspectie)certificaat en/of doormelding naar de Regionale Alarm Centrale (RAC) van de brandweer niet vereist * en hierdoor ligt de borging van de kwaliteit van de installatie bij de eigenaar/gebruiker. Het is daarom noodzakelijk dat het onderhoud zowel door de beheerder (OP) als het branddetectiebedrijf voldoende en eenduidig wordt geregistreerd. Volgens de Brandweerstatistiek van het CBS zijn er per jaar ongeveer 300 branden in onderwijsgebouwen, waarvan 100 in gebouwen van het voortgezet onderwijs. Dodelijke slachtoffers waren er niet. De financiële schade werd geraamd op 24 miljoen euro, waarvan 6 miljoen euro voor het voortgezet onderwijs. Veel branden in scholen worden aangestoken en dat gebeurt meestal buiten de schooluren. Dat is de belangrijkste reden dat er door branden in scholen geen dodelijke slachtoffers zijn te betreuren. De verzekeraar heeft aangegeven dat er vanuit de huidige overeenkomst geen extra eisen zijn aan de omvang van de brandmeldinstallatie. De verzekeraar kan aanvullende eisen stellen die hoger zijn dan het wettelijk vereiste minimale niveau. In deze handleiding is aangegeven wat de (wettelijke) omvang van de brandmeldinstallatie moet zijn. Tevens zijn er standaard formulieren ontwikkeld voor de beheertaken van de Beheerder Brandmeldinstallatie (OP) en de gebreken zoals geconstateerd door het branddetectiebedrijf (onderhoud NEN ). *Uitzondering hierop zijn de gebouwen met een sprinklerinstallatie (gelijkwaardigheid) en de gebouwen met een Kinderdagverblijf in hetzelfde brandcompartiment. Brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties ROC Pagina 3

4 Definitief-versie 1.1 RP7-1313/IHK_ROC_ Doel brandmeldinstallatie Een brandmeldinstallatie heeft tot doel om gevaren voor personen en schade aan gebouwen en goederen tot een minimum te beperken. De brandmeldinstallatie is één van de te treffen maatregelen in de beveiligingsketen. De basis hiervoor is het wettelijk kader maar ook een risicoanalyse. Bij de risico analyse wordt niet alleen gekeken naar de wettelijke eisen maar ook naar andere zaken zoals het gebruik en de continuïteit van de bedrijfsprocessen. Vanuit de risicoanalyse die (veelal) door de directie geïnitieerd wordt, worden ook de commerciële afwegingen mee genomen. In het Programma van Eisen kan hier nadere invulling aan gegeven worden. De voor de onderwijsfunctie van belang zijnde ruimten zoals bijvoorbeeld een serverruimte kunnen extra worden voorzien van een brandmelder. Er kan ook voor worden gekozen om deze ruimte bouwkundig te beveiligen door deze uit te voeren als een apart brandcompartiment. Men moet dan wel beseffen dat een brand van binnenuit het brandcompartiment, de serverruimte (gevaar op oververhitting), wel schade kan aanrichtten en de continuïteit in gevaar kan brengen. Maar het alleen ophangen van een brandmelder zal ook, met name buiten de tijden dat er personeel aanwezig is, geen enkele zin hebben aangezien bij de detectie van brand in die ruimte er een snelle responstijd is maar vermoedelijk al te laat om essentiële schade te voorkomen. Door echter ook op een andere plaats deze (digitale) informatie te bewaren, redundantie, kun je dit wel voorkomen en zijn bouwkundige of elektrotechnische maatregelen overbodig. Het alleen aanbrengen van een brandmeldinstallatie met wat voor omvang dan ook is dus onvoldoende om de veiligheid voor personen en goederen geheel te waarborgen. Het ontruimingsplan, redundantie en de interne organisatie zorgen mede voor een (brand)veilig gebouw. Brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties ROC Pagina 4

5 Definitief-versie 1.1 RP7-1313/IHK_ROC_ Wet- en regelgeving De volgende regelgeving ligt ten grondslag aan de eis voor een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie, de uitvoering en de certificering. Bouwbesluit (2012). De projectering voor zowel bestaande als nieuwe installaties dienen hieraan te voldoen. Regeling Bouwbesluit (2012). Hier wordt nader ingegaan op de eisen uit het Bouwbesluit, dus bijvoorbeeld welke versies van de NEN normen van toepassing zijn. CCV Inspectieschema brandmeldinstallaties In de regeling is vastgelegd hoe de verschillende partijen moeten samenwerken om een gecertificeerde brandmeldinstallatie te realiseren. NEN 2535 (NEN 2575 ontruiming). Hierin staan de technische eisen waaraan een brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie moet voldoen. NEN 2654(-1 en -2). Hierin staan de onderhoudseisen (beheer, controle, onderhoud) van de brandmeldinstallaties (en ontruiming). Brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties ROC Pagina 5

6 Definitief-versie 1.1 RP7-1313/IHK_ROC_ Aanwezigheid en omvang brandmeldinstallatie Vanuit het Bouwbesluit wordt per functie aangegeven de eisen voor de omvang van de brandmeldinstallatie zijn. Deze eisen zijn van toepassing op nieuwe EN bestaande installaties. Uiteraard zijn er zwaardere eisen wanneer men te maken heeft met personen die meer bescherming behoeven zoals ouderen, zieken en kinderen (<12 jaar). In de onderwijsgebouwen kunnen meerdere functies en nevenfuncties aanwezig zijn. Allereerst dient bepaald te worden welke functies Volgens het Bouwbesluit 2012 artikel 6.20, 1.3 en bijlage 1 dient er een brandmeldinstallatie te zijn Onderwijsfunctie Hoogte verblijfsvloer Vloeroppervlak Omvang Inspectiecertificaat Gelegen op een vloer op >4,1 m boven meetniveau -- Niet-automatisch Nee Gelegen op een vloer op >50 m boven meetniveau -- gedeeltelijk Ja Gelegen op een vloer op >1,5 m boven meetniveau 250 m2 Niet-automatisch Nee 500 m2 Niet-automatisch Nee Gelijkwaardigheid (sprinkler) -- volledig ja + doormelding Omvang: Niet- automatische bewaking = alleen handmelders Gedeeltelijke bewaking = handmelders en brandmelders in de vluchtwegen Ruimte bewaking = handmelders en brandmelders in de doodlopend einden Volledige bewaking = handmelders en brandmelders elke ruimte Doormelding = doormelding naar RAC (inspectie)certificaat vereist Doormelding PAC = alleen storingen of vrijwillige doormelding Uit de tabel kan geconcludeerd worden dat in slechts 2 gevallen een certificaat vereist is en alleen bij een sprinklerinstallatie (of andere gelijkwaardigheid toegestaan in het verleden) een doormelding naar de Regionale Alarmcentrale Centrale vereist is. Er zijn, zover bekend, geen onderwijsgebouwen (ROC) welke een verblijfsvloer hebben op >50 meter. Blijft dus alleen de eis voor een doormelding en certificaat vereist voor de toepassing van gelijkwaardigheid (sprinkler). Voor de overige gebouwen (zonder sprinkler) is alleen een niet automatische brandmeldinstallatie van toepassing. Dus geen brandmelders, geen inspectiecertificaat en/of doormelding naar de Regionale Alarm Centrale van de brandweer. De brandmeldinstallatie die voor 2012 maar na 2008 zijn aangelegd zijn op basis van het Gebruiksbesluit geprojecteerd. Hierbij was het noodzakelijk een doormelding te hebben wanneer er een verblijfsvloer op 20 meter was gelegen. Deze doormelding is nu niet meer nodig en kan eraf gehaald worden, wat betekend dat ook de eis voor een inspectiecertificaat niet meer nodig is. Brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties ROC Pagina 6

7 Definitief-versie 1.1 RP7-1313/IHK_ROC_ De brandmeldinstallaties van voor 2008 zijn geprojecteerd conform de Bouwverordening (ontruimingsalarminstallaties met blauwe handmelders). De eisen hierin konden per gemeente verschillen. Deze eisen waren ook veelal zwaarder dan de huidige eisen. Het is dus belangrijk om deze brandmeldinstallaties te toetsen aan het huidige Bouwbesluit en eventueel de omvang aan te passen. Het Programma van Eisen dient hiervoor ook aangepast te worden. Onderwijsfunctie Hoogte verblijfsvloer vloeroppervlak Gebruiksbesluit Bouwverordening <2008 Gelegen op een vloer op >20 m boven meetniveau -- Niet-automatisch en doormelding Gelegen op een vloer op >50 m boven meetniveau -- Gedeeltelijk en doormelding 2 bouwlagen Niet-automatisch 1 bouwlaag 250 m2 Niet-automatisch 500 m2 Niet-automatisch Niet- automatische bewaking = alleen handmelders Gedeeltelijke bewaking = handmelders en brandmelders in de vluchtwegen Ruimte bewaking = handmelders en brandmelders in de doodlopend einden Volledige bewaking = handmelders en brandmelders elke ruimte Doormelding = doormelding naar RAC (inspectie)certificaat vereist Doormelding PAC = alleen storingen of vrijwillige doormelding Indien er een eis is voor een brandmeldinstallatie is er ook een eis voor een ontruimingsalarminstallatie. Voor 2008 waren dit 2 verschillende installaties maar nu zijn deze vervat in één brandmeldinstallatie. De NEN 2575 regelt dan ook alleen de uitvoering van de signaalgevers, dus slow-whoops of PZI. Voor de ontruimingsalarminstallatie dient een apart Programma van Eisen opgesteld te worden. Bijgevoegd is de bijlage A waarin een checklijst is opgenomen om te komen tot een Programma van Eisen met daarin opgenomen het wettelijk kader en eventueel aanvullende eisen van de eigenaar/gebruiker. Brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties ROC Pagina 7

8 Definitief-versie 1.1 RP7-1313/IHK_ROC_ Verzwaring eisen door andere aanwezige functies in het bouwwerk Een onderwijsgebouw bestaat vaak uit meerdere functies. Hierbij moet gedacht worden aan een sportzaal (sportfunctie), parkeergarage (overige gebruiksfunctie) en kantoren (kantoorfunctie. Veel van deze functies staan ten dienste van de onderwijsfunctie en worden dus als zodanig gezien als een nevenfunctie van die onderwijsfunctie. Als er meerdere functies aanwezig zijn die ook niet direct kunnen worden gezien als een nevenfunctie (bijvoorbeeld een kinderdagverblijf of een restaurant waar ook buitenstaanders komen, dus bijeenkomstfunctie) geldt de zwaarste eis van de functie in het brandcompartiment. Dit zou kunnen betekenen dat er door de aanwezigheid van andere functies doormelding en certificering vereist is. Een oplossing in deze gevallen zou kunnen zijn om de functie bouwkundig, middels een brandscheiding, te scheiden van de andere functies. Functie Hogere eisen t.o. onderwijs Omvang Inspectiecertificaat Kantoorfunctie nee Niet-automatisch nee Sportfunctie nee Niet-automatisch nee Overige gebruiksfunctie (parkeergarage) Ja >1000 m² volledig >2500 m² volledig nee ja Bijeenkomstfunctie Ja Aanwezigheid op verdieping (>5 meter) gedeeltelijk >1000 m² gedeeltelijk Ja ja 4.2 Verzwaring eisen door samenvallende vluchtroutes (doodlopend einden) Naast de vereiste omvang van de brandmeldinstallatie kan er aanvullend ook ruimtebewaking vereist worden als er vanuit een uitgang van een verblijfsruimte slechts in één richting kan worden gevlucht bij >10 meter, meer dan 2 verblijfsruimten, of meer dan 200 m² aan verblijfsruimten hierop is aangewezen. Bouwkundig kunnen deze samenvallende vluchtroutes ook opgelost worden. Brandmelder Voorbeeld doodlopend eind/samenvallende vluchtroutes Brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties ROC Pagina 8

9 Definitief-versie 1.1 RP7-1313/IHK_ROC_ Oplevering, onderhoud en beheer 5.1 Oplevering Bij oplevering van de brandmeldinstallatie dient er door het installatiebedrijf een productcertificaat overgelegd te worden. Dit moet van te voren worden afgesproken en is geen wettelijke eis. Middels een productcertificaat wordt door het installatiebedrijf de kwaliteit van de brandmeldinstallatie aangegeven. ROC kan dan controleren of er conform eisen is aangelegd. Het inspectiecertificaat is wettelijk vereist bij bouwwerken met een verblijfsvloer op meer dan 50 meter gelegen en een bouwwerk met een (verplichte) doormelding naar de Regionale Alarm Centrale. Voor het ROC zijn de bouwwerken waar sprinkler (en doormelding) toegepast is, het inspectiecertificaat vereist, en de daaraan gekoppelde eisen voor het in stand houden van de kwaliteit van de brandmeldinstallatie. Bij oplevering en jaarlijks dient het inspectiecertificaat afgegeven te worden. 5.2 Onderhoud door het brandmeld onderhoudsbedrijf (jaarlijks) Voor de meeste brandmeldinstallatie kan worden volstaan met een onderhoud volgens NEN 2654(-1 en -2). In een enkel geval zullen er vrijwillige brandmeldinstallaties aanwezig zijn. Voor deze installaties geldt dat de gebruiker hier verantwoordelijk voor is. Er dient dus gewaarborgd te worden dat ook deze installaties de kwaliteit leveren die we ervan mogen verwachtten. Het advies is dan ook om op deze installaties onderhoud conform NEN 2654 uit te laten voeren. Het jaarlijks onderhoud NEN 2654 dient door een daartoe aangewezen (KIWA gecertificeerd) brandmeld onderhoudsbedrijf te worden uitgevoerd. Voor de registratie van het onderhoud kunnen zij het standaardformulier vanuit de norm gebruiken. Tevens dienen zij in het in de bijlage E toegevoegde standaardformulier van het ROC hun bevindingen te registeren. Dit heeft tot doel dat duidelijk is bij de ROC in hoeverre de aanpassingen noodzakelijk zijn voor behoud van certificering (alleen noodzakelijk bij bouwwerken met sprinkler) of dat deze noodzakelijk zijn om de veiligheid van personen en/ of de goede werking van de installatie te kunnen waarborgen. 5.3 Beheerder (BBMI) De gebruiker van het gebouw is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de brandmeldinstallatie. De beheerder van de brandmeldinstallatie (Beheerder BMI) is uitbesteed aan een derde partij. Deze voeren de periodieke controletaken uit zoals omschreven in de NEN De beheerder dient ook de brand, ongewenste en onechte meldingen te registeren. De BBMI taken dienen in het logboek geregistreerd te worden. Hiervoor dient deze het standaard formulier (bijlage D) te gebruiken. Brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties ROC Pagina 9

10 Definitief-versie 1.1 RP7-1313/IHK_ROC_ Tot slot In alle gevallen moeten we er van bewust zijn dat brandveiligheidsmaatregelen vooral belangrijk zijn voor de continuïteit van de organisatie en de veiligheid van de medewerkers, studenten, bezoekers en de omgeving. Voorkomen van brand begint bij brandveilig gedrag. Brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties ROC Pagina 10

11 Definitief-versie 1.1 RP7-1313/IHK_ROC_

12 Formulieren/BMI/IHK-RP07 definitief versie 1.1 Dijkoraad BIJLAGE MODELFORMULIEREN ROC van Amsterdam

13 BIJLAGE A : Checklijst Programma van Eisen Datum: Naam onderwijsgebouw: Adres: Naam branddetectiebedrijf: Naam opsteller: Doel wijzigen BMI: Checklijst PVE BMI/OAI nieuwbouw renovatie vervanging anders Functies in het gebouw: Bijeenkomstfunctie Bijeenkomstfunctie voor de opvang van kinderen jonger dan 4 jaar. Gezondheidszorgfunctie Industriefunctie Kantoorfunctie Onderwijsfunctie Sportfunctie Winkelfunctie Er kunnen in een onderwijsgebouw meerdere functies en/of nevenfuncties aanwezig zijn. Deze dienen eerst vastgesteld te worden. Omvang bewaking brandmeldinstallatie niet automatisch (alleen handbrandmelders) gedeeltelijk (automatische melders in vluchtwegen en handbrandmelders) volledig (automatische melders in elke ruimte en handbrandmelders) ruimtebewaking (doodlopend eind) De omvang van de bewaking aanpassen aan een andere functie dan de onderwijsfunctie. Ja Nee Aanpassing in de omvang bewaking brandmeldinstallatie Ja/ Nee niet automatisch (alleen handbrandmelders) gedeeltelijk (automatische melders in vluchtwegen en handbrandmelders) volledig (automatische melders in elke ruimte en handbrandmelders) ruimtebewaking (doodlopend eind) Aanpassing in de doormelding Soort melders toe te passen Ja/ Nee Doormelding RAC nieuw Doormelding PAC nieuw Doormelding RAC vervallen Doormelding PAC vervallen Optische / thermische / multisensor-melders Handbrandmelders Aanzuigpunten aspiratierookmelders Anders.. Inspectiecertificaat brandmeldinstallatie Nieuw PVE of NvA Ja Certificaat geldig tot datum:... Nee Certificaat geldig tot datum:... Nvt Certificaat niet vereist conform Bouwbesluit Nieuw PVE BMI/OAI Nota van Aanvulling op bestaand PVE BMI/OAI (Extra) eisen eigenaar/gebruiker Ja, welke eisen Nee

14 BIJLAGE A : Checklijst Programma van Eisen Ruimte voor toelichting Akkoord ROC Bijlage A/Checklijst-PVE/BMI/ROC-2015-versie 1.1/Dijkoraad IHK-RP07

15 Foto project Naam/adres opsteller PVE Bijlage B/PVE/BMI/ROC-2015-versie 1.1/Dijkoraad IHK-RP07 Programma van Eisen Brandmeldinstallatie [Naam gebouw] [Adres] [postcode en plaats] Doc. Nr. PVE/BMI-.. Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 1

16 Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 2

17 1. Gegevens Documentnummer: Datum opmaak: Opsteller van het PvE: Certificaat vereist: inspectiefrequentie: Bouwwerk: erkenningsnr: JA (inspectie certificaat) NEE hoog midden laag hoog i.v.m. gelijkwaardigheid Soort (gebruiksfunctie(s)): n.v.t. Doel Installatie: Adres: Persoonlijke bescherming Schadebeperking Sturen brandbeveiligingsinstallaties Bescherming milieu ContinuÏteit Anders, omgevingsvergunning bouwen omgevingsvergunning gebruik Gebruiksmelding: Eigenaar/gebruiker: Eisende partij(en): Branddetectiebedrijf: Certificerende instelling Nummer: Nummer: Nummer: Adres: Telefoon: Naam OP: Bevoegde autoriteit Verzekeraar Eigenaar / Gebruiker Naam: Adres: Tel.: KEMA Kiwa MKB NCP LPCB Registratienummer: Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 3

18 Installatiebedrijf: Naam: Adres: Tel.: Certificerende instelling KEMA Kiwa MKB NCP LPCB Registratienummer: Onderhoudsbedrijf: Naam: Adres: Tel.: Certificerende instelling KEMA Kiwa MKB NCP LPCB Registratienummer: Bijlagen: (documentnaam, -nummer en -datum vermelden) Bouwkundige tekeningen Nummer: Datum: Opgave toe te passen apparatuur Nummer: Datum: Blokschema Nummer: Datum: Aanvullende voorwaarden bijlagen: 1. De bijlagen moeten in enkelvoud ter goedkeuring bij dit PvE worden ingediend of mogen later worden ingediend maar moeten uiterlijk vóór aanvang van de installatiewerkzaamheden door het bevoegde gezag zijn goedgekeurd en gewaarmerkt. 2. Op de bouwkundige tekeningen moeten (indien van toepassing) de volgende zaken zijn weergegeven: - de locatie van de brandmeldcentrale - de locatie van brandweer- en nevenpanelen - de locatie van de brandweeringang en de brandweersleutelkluis* - de locatie van de brandweertelefoon* - de plaatsen van de brandmelders met zone- en/of groepsaanduiding - de plaatsen van de optische signaalgevers - de plaatsen van de eventueel toe te passen laskasten - de bestemming van de relevante ruimten n.b. Bij gebruik van draadloze melders dienen altijd projectietekeningen te worden bijgevoegd waarop de plaats van de melders duidelijk is weergegeven. * In overleg met de brandweer en alleen bij een aansluiting op het OMS Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 4

19 2. EISEN De gegevens moeten worden ingevuld door de opsteller van het PvE Paragraaf van NEN 2535:2009 omschrijving Eis 10.2 Omvang van de Geeist door: brandmeldinstallatie Volledige bewaking Gedeeltelijke bewaking B = bevoegde autoriteit Ruimtebewaking (ontvluchten) V = verzekeraar Niet-automatische bewaking E = eigenaar Ruimtebewaking G = gebruiker Objectbewaking B V E G Toelichting: Paragraaf omschrijving van NEN 2535:2009 Eis 4.2 brandgrootte Ruimte(n): Nummer brandgrootte: 1. Polyurethaan blokjes 2. Beukenhouten blokjes 5. PVC-draad volgens BS Brandspiritus 8. Andere overeengekomen brandgrootte omschrijven/vastleggen bij toelichting overige ruimten 1 of 2 Toelichting proefbranden: 4.3 Prestatie-eis voor ongewenste en onechte brandmeldingen Gebruiksfunctie: Tabel 2 Tabel 3 risicoklasse extern risicoklasse intern Woonfunctie C E Bijeenkomstfunctie B D Bijeenkomstfunctie voor opvang van kinderen jonger dan 4 jaar C E Celfunctie C E Gezondheidszorgfunctie C E Industriefunctie B E Kantoorfunctie A B Logiesfunctie C E Onderwijsfunctie A B Sportfunctie B D Winkelfunctie B D Overige gebruiksfuncties en bouwwerken geen gebouw zijnde Door bevoegde Door bevoegde autoriteit bepalen autoriteit bepalen Totaal aantal geplaatste automatische max. aantal meldingen volgens tabel 4 melders in het object: ongewenst ext. int. onecht ext. int. Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 5

20 Toelichting: Het maximaal aantal ongewenste en onechte meldingen moet bij inbedrijfstelling of oplevering in het logboek worden vastgelegd. Hierbij is de gebruiksfunctie met de zwaartse eis bepalend Bijzondere omgevingsinvloeden voor Ruimte Omstandigheden het voorkomen van ongewenste en onechte meldingen Toelichting: 4.4 Prestatie-eis voor de systeembeschikbaarheid. De prestatie-eis voor systeembeschikbaarheid is 99,7% Toelichting bijzondere situaties: Paragraaf van NEN 2535:2009 Omschrijving Eis 10.3 Indeling detectiezones Zone 1 Zone 2 Zone 3 Zone 4 Zone 5 Zone 6 Zone 7 Zone 8 Zone 9 Zone 10 Toelichting: Paragraaf Omschrijving Eis van NEN 2535: Sturing automatische Installatie: brandbeveiligings installaties Ontruimingsalarminst. (C en/of G in figuur 1) Brandpomp Deurvastzetinrichting Ontgrendelen vluchtdeuren Luchtbehandelingsinst. Rook- en warmteafvoerinst. Liften Overdrukinst. Brandweeringang Brandweerkluis Flitslicht (rood) Detectiezone Alg AM HM Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 6

21 Aanvullende voorwaarden stuurfuncties: 1. De stuurfuncties moeten bij oplevering van de installatie en tijdens de periodieke controles integraal worden gecontroleerd op een goede werking. 2. De transmissiewegen dienen te zijn uitgevoerd met functiebehoud conform NPR Deurvastzetinrichtingen moeten worden aangestuurd vanuit de brandmeldcentrale of door separate rookschakelaars. Deze moeten voldoen aan het gestelde in bijlage C van de NEN 2535 en hoofdstuk 10 van de uitgave Brandbeveiligingsinstallaties van de NVBR. De elektriciteitsvoorziening van de kleefmagneten moet éénmaal per 24 uur automatisch worden onderbroken. Deze onderbreking geldt ook wanneer de brandmeldinstallatie (gedeeltelijk) buiten dienst wordt gesteld i.v.m. onderhoud en in geval van een storing. 4. Vergrendelde vluchtdeuren worden vrijgegeven vanuit de brandmeldcentrale en moeten te allen tijde zijn te openen met behulp van een (groene) ontgrendelingshandmelder. 5. In geval van een brandmelding of een ontruimingsalarm moet de sluisconstructie van de automatische schuifdeuren worden opgeheven. 6. Het (centrale) ventilatie en/of luchtbehandelingsysteem moet bij een brandalarm naar 100% schakelen en de recirculatie moet worden uitgeschakeld. 7. De brandweersleutelkluis moet worden aangestuurd vanuit de brandmeldcentrale en mag alleen worden vrijgegeven bij een brandalarm (brandweersleuteldepot of type waalformaat met elektronische blokkering). Paragraaf van NEN 2535:2009 Omschrijving Eis 10.7 Plaats brandweeringang n.v.t. Hoofdingang 2e ingang anders nl. Flitslicht brandweeringang Ja (kleur rood) Nee Toelichting: Brandweerpaneel vereist Ja Nee Toelichting: Locatie brandweerpaneel Toelichting: Paragraaf van Omschrijving Eis NEN 2535: Uitvoering brandweerpaneel Tekstpaneel (6.5.1) (geplastificeerde plattegrondtekening, meeneembaar (art. 6.6)) Alfanummeriekpaneel (6.5.2) (geplastificeerde plattegrondtekening, meeneembaar (art. 6.6)) Geografischpaneel (6.5.3) (geplastificeerde plattegrondtekening, meeneembaar (art. 6.6)) Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 7

22 Aanvullende voorwaarden uitvoering brandweerpaneel: 1. Een Alfanumeriek paneel is geen tekstpaneel. 2. Bij een Alfanumeriek paneel moeten het scroll symbool en de scroll toets worden uitgevoerd overeenkomstig de voorbeeld tekening in van de NEN 2535, uitgave Hand-, automatische- en sprinklermeldingen moeten per detectiezone gescheiden worden weergegeven en het paneel moet Integraal worden uitgevoerd met het ontruimingbedieningspaneel. 4. Nabij een tekstpaneel of Alfanummeriekpaneel moet een actuele geplastificeerde plattegrondtekening van het gebouw hangen met hierop de indeling van de detectiezones. Deze tekening moet vooraf door het bevoegde gezag zijn goedgekeurd en gewaarmerkt. Herstelmogelijkheid voor de brandweer op het brandweerpaneel Niet van toepassing Noodzakelijk Toelichting: Brandweerpaneel ter goedkeuring aan de bevoegde autoriteit (brandweer) ja nee Toelichting: Opties brandmeldcentrale Verificatie van meldingen vertraging van de uitgaanssignalen naar C en/of G Vertraging van de uitgaanssignalen naar E (aparte toestemming brandweer vereist) Toelichting: 8.2 Doormelding van storing naar 24 uur bezet ontvangsstation voor storingsmeldingen Intern, locatie: Extern PAC Andere locatie: Toelichting: Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 8

23 Paragraaf Omschrijving Eis van NEN 2535: Doormelding van het brandalarm Geen doormelding vereist Catagorie Type 1 Type 2 (niet beschikbaar) criterium 1 criterium 2 criterium 3 criterium 4 criterium 5 criterium 6 criterium 7 criterium 8 sprinkleralarm/gasblussing brand algemeen (hand) brand automatisch storing BMC (standaard) brand algemeen (hand) 2e object brand automatisch 2e object storing BMC 2e object deurcontact SiLine (standaard) Aanvullende voorwaarden bij aansluiting op het Openbaar Meldsysteem (OMS): 1. Alleen de door het bevoegd gezag geëiste bewakingsomvang mag via het Openbaar Meldsysteem (OMS) doormelden naar de Meldkamer Brandweer (RAC). 2. De rechtstreekse doormelding naar de brandweer moet getest worden bij de opleveringscontrole. 3. De brandmeldcentrale moet t.b.v. de alarmoverdrager van het Openbaar Meldsysteem een voeding leveren met een absoluut rimpelloze gelijkspanning van 24 Volt DC bij een continue stroomafname van 500mA. De capaciteit van de noodstroomaccu s van de brandmeldcentrale moet hierop zijn afgestemd. Indien de voeding niet aan bovenstaande specificaties voldoet moet een separate voeding volgens bovenstaande specificaties worden aangebracht. 4. De voeding is uitgevoerd met een noodstroomvoorziening conform artikel 6.4 van de NEN 2535 en de capaciteit hiervan moet in overeenstemming zijn met het onderhoudscontract. 5. Bij samenvallende vluchtroutes hoeven de automatische brandmelders voor de aansturing van de ontruimingsalarminstallatie niet door te melden. 6. Bij een brandmeldinstallatie aangesloten op een Particuliere Alarmcentrale (PAC) moet een automatisch brandalarm eerst geverifieerd worden door de gebouweigenaar of een sleutelhouder alvorens de brandweer te alarmeren Signalering interne organisatie Brandmeldcentrale Locatie: Bedienings- en signaleringspaneel Locatie: Akoestische signaalgevers (brandalarmeringsapparatuur) Stil ontruimingsalarm (NEN 2575) Luid ontruimingsalarm (NEN 2575) Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 9

24 Aanvullende eisen: 1. De brandmeldinstallatie moet voldoen aan het gestelde in artikel 6.20 van het Bouwbesluit 2012 en NEN 2535, uitg inclusief aanvullingsbladen. 2. De volgende schriftelijke verslaglegging moet aan het bevoegde gezag van de gemeente worden toegezonden: Bij gecertificeerde installaties: Installatieattest door branddetectiebedrijf Rapport van Oplevering door branddetectiebedrijf Rapport van Onderhoud door erkend onderhoudsbedrijf Inspectie certificaat melding aan CCV + antwoord CCV inspectieplan indien geinspecteerd inspectierapport indien geinspecteerd Bij niet gecertificeerde installaties: Rapport van Oplevering door branddetectiebedrijf of; Installatieattest door branddetectiebedrijf Rapport van Onderhoud door erkend onderhoudsbedrijf 3. Het beheer, de controle en het onderhoud van de brandmeldalarminstallatie moeten overeenkomstig NEN , uitgave 2002 en NEN , uitgave 2004 worden uitgevoerd. De eigenaar van de brandmeldinstallatie moet een 24-uurs servicecontract afsluiten met een gecertificeerd branddetectiebedrijf (gecertificeerde installatie) of een erkend installatiebedrijf, welke gerechtigd is onderhoud uit te voeren aan de te leveren installatie. 4. Bij brandmeldinstallaties aangesloten op het OMS moeten de Gebruikershandleiding en de aansluitvoorwaarden OMS van de VRR aanwezig zijn in het logboek van de brandmeldinstallatie in de nabijheid van de brandmeldcentrale of het brandweerpaneel. Bij een brandmelding moet binnen 15 minuten na alarmering een Beheerder of sleutelhouder ter plaatse zijn. 5. Bij verandering van de inrichting en/of het gebruik van het bouwwerk moet de eigenaar of gebruiker het bevoegde gezag en het branddetectiebedrijf direct schriftelijk van de wijzigingen op de hoogte stellen. Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 10

25 3. GOEDKEURING Dit deel van het PvE moet worden ingevuld door de eisende partij(en), belanghebbende(n) en de opsteller van het PvE. De bevoegde autoriteit tekent als laatste. Partij Gegevens Handtekening Bevoegde autoriteit Eisende partij Namens deze de VRR Naam: Adres: Contactpersoon: Datum: Verzekeraar Eisende partij Naam: Adres: Contactpersoon: Datum: Eigenaar/Gebruiker Eisende partij Naam: Adres: Contactpersoon: Datum: Opsteller van het PvE Naam: Adres: Contactpersoon: Datum: Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 11

26 Dijkoraad Viavesta [Documentnummer en datum] 12

27 BIJLAGE C : Registratie meldingen Beheerder (BBMI) Regist ratie meldingen brandmeldinstallatie door beheerder Locatie: Tijd melding Datum: tijd : Naam beheerder: alarmgegeven s melding via: RAC PAC anders OMS-nummer: Verdieping: Kamernummer: Meldernummer: BMI gereset voor aankomst brandweer: Ja Nee n.v.t. Gehandeld conform procedure: Ja Nee Rookmelder Thermische melder Handmelder anders: ec hte brandmelding melding door een brand of door een voorval dat tot brand kan leiden begin van brand droog gekookte pan vlam in de pan kortsluiting oververhitting brandstichting* anders: ongewen ste brandmelding melding door de aanwezigheid van op brand lijkende verschijnselen,die niet het gevolg zijn van brand roken bakken,braden flamberen uitlaatgassen laswerkzaamheden soldeerwerkzaamheden aërosolen uit productieproces met kwaadwillige opzet activeren handbrandmelder anders: onec hte brandmelding melding die niet het gevolg is van een brand of op brand lijkende verschijnselen stoom /douche /waterkoker beschadiging atmosferische beïnvloeding vervuilde melder beïnvloeding door ander systeem; EMC (Elektro Magnetische Compatiliteit) opwervelend stof lijmwerkzaamheden fout OMS beheerder anders: * Hiervan dient de politie in kennis te worden gesteld i.v.m. strafrechtelijke afhandeling.

28 BIJLAGE C : Registratie meldingen Beheerder (BBMI) Korte omschrijving melding: Bijlage C/BBMI/registratie-meldingen/BMI/ROC-2015-versie 1.1/Dijkoraad IHK-RP07

29 BIJLAGE D : Taken beheerder (BBMI) Registratie controle Beheerder brandmeldinstallatie (BBMI) Maandelijkse taken Naam beheerder Jaar/Maand Locatie Taak (maandelijks) Visuele controle brandmeld centrale en panelen Doormelding brand Doormelding storingen Akkoord Opmerkingen: Bijlage D/BBMI/maandelijks/BMI/ROC-2015-versie 1.1/Dijkoraad IHK-RP07

30 BIJLAGE D : Taken beheerder (BBMI) Registratie controle Beheerder brandmeldinstallatie (BBMI) 4-Maandelijkse taken Naam beheerder Jaar/Maand Locatie Taak (4-maandelijks) Visuele controle brandmeld centrale en panelen Doormelding brand Doormelding storingen Bereikbaarheid handbrandmelders Vrije ruimte automatische melders Controle werking automatische melders Controle meldfunctie groepen Uit- en inschakelen alle meldergroepen Controle bouwkundige verandering ruimte Controle installatietekeningen Akkoord Opmerkingen/gebreken: Bijlage D/BBMI/4-maandelijks/BMI/ROC-2015-versie 1.1/Dijkoraad IHK-RP07

31 BIJLAGE E : Registratie onderhoudsdeskundige Registratie controle onderhoudsdeskundige (OD) Jaarlijks Naam onderhoudsdeskundige Bedrijfsnaam Jaar/Maand Locatie Onderhoud conform NEN /-2 Ja/Nee Werkzaamheden Akkoord Aangepast/ gerepareerd Inspectiecertificaat vernieuwen 1 jaar Inspectiecertificaat vernieuwen 3 jaar Gebreken aan de BMI na onderhoud* Gebreken aan de OAI na onderhoud* Gebreken van invloed op vernieuwen inspectiecertificaat Rapport van Onderhoud opgesteld Vervolg onderhoud/reparatie noodzakelijk Opmerkingen/gebreken: ja/nee/n.v.t. ja/nee/n.v.t. Datum: Datum: Datum: * gebreken globaal omschrijven in opmerkingen/gebreken veld Bijlage D/OD/jaarlijks/BMI/ROC-2015-versie 1.1/Dijkoraad IHK-RP07