- Dé internetsite voor de Automotive Professional

Vergelijkbare documenten
Veiligh, toegang, comfort en communicatie (3)

Veiligheid,comfort en communicatie (4)

- Dé internetsite voor de Automotive Professional

De AT90CAN microprocessor van ATMEL in de motorvoertuigentechniek (3)

De AT90CAN microprocessor van ATMEL in de motorvoertuigentechniek (4)

In- en uitgangssignalen van microprocessoren

De Arduino-microcontroller in de motorvoertuigentechniek (3)

De Arduino-microcontroller in de motorvoertuigentechniek (4)

Veiligheid,comfort en communicatie (1)

Tinyserir-RC5. Datasheet. Tinyserir-RC5 Page: 1 of 8

Velbus DIN-rail RS232 & USB interface

Locobuffer Handleiding

De AT90CAN microprocessor van ATMEL in de motorvoertuigentechniek (8)

Elementaire meettechniek (1)

Handleiding HCS VB5118

FA23 Aansluitschema Onderdeel nr:

Nieuw uniek product CAN TEST BOX

De Arduino-microcontroller in de motorvoertuigentechniek (6)

KMS UEGO CAN controller Onderdeel nr:

Handleiding HCS VB5224

Installatie handleiding voor de I-FREE03TV tv on the move

Motormanagement simulatie MegaSquirt Hoofdstuk 3

De AT90CAN microprocessor van ATMEL in de motorvoertuigentechniek (2)

OC32 Event Input Upgrade

Een intelligent DMX netwerk

Handleiding HCS VB5248

MiniPlex-41 NMEA-0184 multiplexer Handleiding

Boutronic BV Installatie handleiding CAN-bus. Beschrijving voor het aanleggen van een CAN-bus

De Arduino-microcontroller in de motorvoertuigentechniek (2)

VMB1USB. USB-interface voor het VELBUS-systeem. Velbus manual VMB1USB edition 1 rev.1.0

IO-Link: de industriële communicatiestandaard. De basis van IO-Link

Hoofdstuk 6: Digitale signalen

Trillingen & Golven. Practicum 1 Resonantie. Door: Sam van Leuven Jiri Oen Februari

Handleiding HCS VB5238

PIC Callgever Door PA1RUM

MODBUS remote I/O-unit type MODBUS4S110

Foundation Fieldbus. Er zijn 2 soorten Foundation Fieldbus: FF HSE FF-H1

Meetverslag. Opdracht meetpracticum verbreding Elektrotechniek WINDESHEIM

- Dé internetsite voor de Automotive Professional

Besturingspaneel v Raam E-systeem functie omschrijving v109

Pagina 1 van 6. ONDERDELENLIJST Hoofdprint Small-Midi 3

2-poort USB naar RS232 RS422 RS485 Seriële Adapter met COM-behoud. StarTech ID: ICUSB

Wat is communicatie het begrip Algemeen Het uitwisselen van informatie (van Dale) Opzettelijk of onopzettelijk zenden van een boodschap met als doel d

(Gelijkspanning in Volt): Als de SXE-Probe ingeschakeld wordt, gaat het spanningslampje automatisch

Espa 443 Converter. Beschrijving van de Espa 444 naar Espa 443 Converter.

B3C 70cm converter besturing. v PE5PVB bar.net bar.net

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V9 DALI interface met LCD display

Back to basics: V4-meting bij dutycycle

- Dé internetsite voor de Automotive Professional

Elementaire meettechniek (3)

Inleiding elektronica Presentatie 1

MegaSquirt motormanagement-simulatie Hoofdstuk: Inleiding

2 Algemene opbouw van een computersysteem

AVR-DOPER MINI ASSEMBLAGE HANDLEIDING + LAYOUT. Geschreven door: Tom Vocke

Alles op de kop. Dobbelsteen D02i werkt precies andersom! Johan Smilde

FORTH op de 80C535 processor met het ATS535 board.

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

- Dé internetsite voor de Automotive Professional

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

Elementare elektronica schakelingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Montagevoorschriften

Activering krachtafnemer automatische transmissie

Camera Link. Samenvatting van de Camera Link standard Voor het aansluiten van Digitale cameras op Frame Grabbers. Opmerkingen

1 Communicatie via de CAN-bus met Arduino-shield

Inventarisatie Controleer, voor je aan de gang gaat, of je alle onderdelen ook daadwerkelijk hebt.

Modbuskoppeling Verdyn - Priva (engineering in Priva)

Spanningsdriver LEDVD5CH10A-V5 0-10V en DALI

GEINTEGREERDE PROEF DE COMPUTER ALS TV AFSTANDSBEDIENING

Motortoerentalregeling tijdens kiepen. Achtergrondinformatie

7,6. Samenvatting door A woorden 12 april keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde Systemen. Systemen

Dit handboek hebben wij samengesteld om u een zo goed mogelijk inzicht te geven over de werking van diagnoseapparatuur.

Module met communicatie optie RS485 voor

SP2PRO School ISYLED Visie Installateur handleiding

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14

Gebruiksaanwijzing CABLE TESTER CT100. Professional 6-in-1 Cable Tester

Handleiding voor demonstratie multimeter

Voor de bouw van de BITX 20 Tranceiver zijn de volgende stappen handig. Het bordje is in secties ingedeeld (zie de afbeelding).

Sensor Test Unit TSK40A

Trainingen in juni. Ad Blue Training Diagnose Deel 2. Beste TopTrucker,

Arduino CURSUS. door Willy - 09-juni-2017

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V5 0-10V en DALI

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V8 0-10V interface met display

Het moederbord van de zendontvanger "PiligrimPro"

GPS repeater. Inleiding

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

Bouwbeschrijving. Servo Decoders

Navio Electronische besturingssystemen

Ontwerpen van PROFIBUS installaties. Geert Leen PROFIBUS International Competence Center ACRO

Practica bij het vak. Inleiding tot de Elektrotechniek: Practicum 2 Analoge versus digitale signalen en hun overdracht

4K HDMI HDBaseT Extenderset, 100m

Bouwbeschrijving. DC-Car Booster

Constructie van het klokcircuit voor de processor en het spanningsdetectie circuit

4K HDMI HDBaseT Extenderset, 70m

Afstandbediening met klapsleutel inbouwen in een Golf 3

MURRELEKTRONIK IO-LINK, EN NU? Roel Janssen

TRUST WIRELESS AUDIO / VIDEO TRANSMITTER 100V

OBD, OBD2 en EOBD. E. Gernaat, ISBN OBD2 wetgeving

K2-Electronics. Project IB2 Mk-II Status Final Revisie 0.6 Datum okt P. C. Krom, F. W. Krom. Auteur(s)

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties

Boutronic BV Installatie handleiding CAN-bus. Beschrijving voor het aanleggen van een CAN-bus

Transcriptie:

WWW.AMT.NL - Dé internetsite voor de Automotive Professional

Datatransport in de moderne auto Bekend met de CAN-bus (1) De CAN-bus is in de moderne auto een bekende verschijning. Het maakt een einde aan de complexe kabelbomen en verbindt computers onderling tot een slim netwerk. Bij het oplossen van elektronische storingen helpt het wanneer je het functioneren van de CANbus begrijpt. Vandaar een basisles CAN-bus techniek. In de vorige aflevering (AMT 7/8) hebben we gekeken naar de k-lijn als een seriële verbinding tussen de verschillende autocomputers en de diagnosetester. De diagnosetester wordt via pin 7 van de 16-polige diagnoseconnector verbonden met de verschillende autocomputers. De gewenste computer kan worden geselecteerd omdat de diagnosetester eerst een systeemcode uitzendt. De computer die de systeemcode herkent reageert hierop. We hadden de VAG-automobielen als voorbeeld genomen. De bi-directionele k-lijn houdt zich echter uitsluitend bezig met diagnose-informatie. Tot zover de vorige aflevering. Kijken we naar de aansluitingen van de diagnoseconnector, dan zien we dat bij de nieuwe auto- s ook de CAN-bus naar buiten komt (zie figuur 1). Vanwaar die CAN-bus? Door de invoering van meerdere computers en het uitbreiden van het aantal accessoires op de auto ontstond er een toename van het aantal draden (kabelbundels) OBD-connector J1850+ J1850 BAT K-Line 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 L-Line BAT+ 1. De aansluitingen van de OBDdiagnoseconnector volgens de ISO-norm. De J1850 is de aansluiting voor de Amerikaanse OBD2. en de wenselijkheid tot het uitwisselen van gegevens (data) tussen de computers onderling. Neem de voorportieren van een moderne auto maar als voorbeeld. We hebben te maken met verwarmde en elektrisch verstelbare buitenspiegels, elektrisch bediende ramen en centrale portiervergrendeling. Behalve deze attributen willen we vaak nog meer vanuit de portierconsole regelen. Denk aan stoelverstelling, stoelverwarming, kindersluiting op de achterportieren en zo meer. We hebben dan te maken met vele draden die de verbinding moeten maken tussen het scharnierende portier en de rest van de Moderne auto s zitten zo volgestopt met elektronica, dat conventionele kabelbomen tot te veel storingen zouden leiden. Bovendien moeten computers onderling kunnen communiceren. CAN-bus techniek is de oplossing. Tekening: Volkswagen auto. Het zal duidelijk zijn, hoe minder draden hoe beter en dat kan met de CAN-bus. Het uitwisselen van gegevens Computers hebben soms gegevens nodig die door andere computers al vastgelegd zijn. De ABS-computer berekent bijvoorbeeld de rijsnelheid vanuit de wielsensorsignalen. Nu zijn er meerdere computers die de rijsnelheid interessant vinden. De computer van de automatische versnellingsbak en het instrumentenpaneel zijn hiervan voorbeelden. Wanneer we de reeds verkregen data ook ter beschikking stellen aan andere autocomputers dan spaart dat niet alleen onderdelen (sensoren) maar kan ook de informatieverwerking efficiënter geschieden. Een systeem dat het uitwisselen van gegevens mogelijk maakt staat bekend als een netwerk. Hoewel de vermindering van het aantal draden en het uitwisselen van gegevens twee verschil- WWW.AMT.NL - Dé internetsite voor de Automotive Professional 1

Modern auto-netwerk Computerverbinding via CAN-bus Instrumentenpaneel Afsluitweerstanden (100-300 Ohm) Rafsluit Motormanagement Centrale vergrendeling LIN Versn.bak automaat High-speed-CAN Low-speed-CAN Airco ABS Verlichting Gateway Diagnose-bus Navigatie MOST Multimedia-bus On-board systemen Radio CD Video Besturingscomputer 1 Controller CAN-controller (SJA1000) CAN-bus driver (interface) CAN-high CAN-low Besturingscomputer 2 Controller CAN-controller (SJA1000) CAN-bus driver (interface) Rafsluit Off-board systemen Twisted pair draad Uitlaatgas tester Diagnosetester Applicatiegereedschappen Besturingscomputer Besturingscomputer 2. Overzicht van een modern auto-netwerk bestaande uit een high- en een lowspeed-can-bus en een multimediabus. Uitwisseling tussen de bussen onderling gebeurt door een zogenaamde gateway. 5. De verbinding van twee computers door middel van de CAN-bus. De afsluitweerstanden bevinden zich meestal in een computer. Meerdere CAN-modulen Comfort system CAN-bus Powertrain-drivetrain CAN-bus 3. De opstelling van de CAN-modulen van de comfort- en de powertrainbus op een Seat Toledo. lende zaken zijn, hebben ze gemeen dat het aan elkaar koppelen van computers tot een netwerk een oplossing biedt voor beide problemen. Echter om tot een betrouwbaar netwerk te komen moeten veel communicatie-afspraken worden gemaakt. Zo n serie afspraken die voor het gehele netwerk geldt is bepalend voor de eigenschappen van het netwerk. In de motorvoertuigentechniek is het CAN-netwerk het bekendste netwerk (zie figuur 2). Maar vergis u niet. Er bestaan er veel meer, en er zullen er nog meer komen. De CAN-bus zelf is niets anders dan een draad die de verschillende computers verbindt en tot een netwerk maakt. De computers zetten data (berichten of gegevens) op de bus en/of halen data er vanaf. Dat de CAN-bus in de praktijk uit twee draden bestaat doet niets aan het principe af. Wanneer we het zo bekijken dan is er eigenlijk betrekkelijk weinig verschil tussen de k-lijn en de CAN-bus, beide bussystemen transporteren data. De afhandeling en opbouw van de data is echter geheel verschillend. Opbouw CAN-dataframe Data-frame 1 11 6 0-8 bytes 15 2 7 CRC (fout detectie) Data (boodschap) Controle Identifier Begin frame De powertrain Laten we maar beginnen met het uitwisselen van gegevens door de computers onderling. Zo n netwerk staat autotechnisch meestal bekend onder de powertrain. De powertrain bestaat dan minimaal uit de motormanagement computer, de ABS-computer en de computer van de automatische transmissie. Aangezien de informatiesnelheid hoog moet zijn spreekt men ook wel van een high-speed-bus of een realtime-bus. De baudrate (communicatiesnelheid) van zo n bus is al gauw 500 kbit/s. Het CAN-netwerk is een a-synchroon systeem waarbij geen enkele computer de baas of de master is. Iedere computer zet op het moment dat het hem schikt gegevens op de bus. Voorwaarde is dat de bus tenminste drie bittijden vrij is. Bij de data wordt een berichtnummer toegevoegd. Dit berichtnummer staat bekend onder de identifier. Voorbeeld: de motormanagementcomputer zet een spanningsmeetwaarde met identifier 1012 op de bus. Ontvangst- en zendadressen worden niet gegeven. Men spreekt van object-georiënteerde berichtuitwisseling. Een CAN-boodschap wordt door alle andere computers op het netwerk ontvangen. Of dit bericht voor hun van belang is wordt door de interne software van de computer bepaald. Afhankelijk van het aantal identifiers dat kan worden verzonden onderscheiden we een CAN 2.0 A- en een CAN 2.0 B-systeem. In CAN 2.0 A kunnen maximaal 2048 (11 bits) identifiers worden onderscheiden. Bij de CAN 2.0 B-systemen zijn dat 536.870.912 (29 bits) identifiers. Bedrijfswagens werken vrijwel altijd met het CAN 2.0 B-systeem. De comfortbus Zoals reeds vermeld wordt om het aantal draden terug te brengen ook gebruik gemaakt van de CAN-bus. Zo n CAN-systeem staat vaak bekend onder de comfort- of lowspeedbus. De communicatiesnelheid van de comfortbus is meestal aanzienlijk lager. Het principe is echter identiek. Wanneer we met behulp van een schakelaar bijvoorbeeld een raam willen openen dan moet deze schakelaar worden aangesloten op een microprocessor, die de schakelstand vertaalt in een CAN-bericht. Het CAN-bericht wordt vervolgens door de computer van de raammotor ontvangen, die het bericht vertaalt en in een actie van bijvoorbeeld raam openen Aantal bits Einde frame Bevestiging (ACK) 4. De opbouw van een dataframe van een CAN-systeem. Voor het begrip zijn alleen de identifier en de boodschap van belang. Veel extra informatie wordt automatisch door de zogenaamde CAN-controller toegevoegd. 2 WWW.AMT.NL - Dé internetsite voor de Automotive Professional

Meten aan het CAN-busdriver IC Zonder weerstand tussen en TXD Rs RXD V ref CAN-bus IC blootgelegd 1 8 4 5 Slope / standby Reference voltage V CC 6. Het inwendige van een CAN-busdriver IC. Vanuit de TxD-lijn komt het CAN-bericht binnen, wordt bewerkt en wordt vervolgens via de en pinnen op de CAN-bus gezet. omzet. De baudrate van een comfortbus ligt gemiddeld op zo n 100 kbit/s. Figuur 3 laat de opstelling van de twee bussen zien. Wanneer we een CAN-dataframe volgens de CAN 2.0 A-specificatie bekijken, dan zien we dat er behalve de identifier en de boodschap (user data) nog meer informatie wordt verzonden (zie figuur 4). Hoewel al deze extra informatie voor een betrouwbare informatie-overdracht van levensbelang is, is de opbouw van een bericht voor de werkplaats minder interessant. 3 Protection Driver Receiver PCA82C250 2 GND De CAN-bus We gaan over naar het direct zichtbare deel van het CAN-netwerk, namelijk de draden die de computers met elkaar verbinden en het geheel tot een netwerk maken. Het gaat bijna altijd om twee niet afgeschermde in elkaar gedraaide draden. De draden worden aan de uiteinden afgesloten door een weerstand van ongeveer 120Ω. Deze afsluitweerstanden bevinden zich meestal in één van de aangesloten computers. De ene draad staat bekend onder CAN-high en de andere onder CAN-low. Meestal wordt zo n draad twisted pair genoemd. Twisted pair draden voorkomen overspraak, dat wil zeggen dat de signalen op beide draden elkaar minimaal beïnvloeden (figuur 5). Ook kan voor de CAN-bus een afgeschermde twisted pair kabel worden gebruikt. Zover bekend wordt deze kabel niet of weinig in de autotechniek toegepast. Het bijzondere van de dubbele draad is dat het CAN-signaal verkregen wordt door het spanningsverschil tussen de twee draden. Dit is gedaan om de storingsgevoeligheid te verminderen. Een externe stoorspanning op de CAN-bus doet de spanning op beide draden omhoog 7 6 Meten met testcircuit +5 V TXD V ref RXD GND V CC PCA82C250 100 pf Rs 30 pf R ext 62Ω 100 pf 7. Het testcircuit van het CAN-busdriver IC. gaan. De verschilspanning blijft dan echter gelijk. Willen we een CAN-signaal (de nullen en enen) meten dan dienen we de oscilloscoop aan te sluiten met de plus-probe op CAN-high en de min-probe op CAN-low. We meten dus niet ten opzichte van de massa. Alleen oscilloscopen zoals de moderne batterijgevoede oscilloscopen, kunnen dergelijke differentiaalspanningen zonder problemen meten. In figuur 5 zijn tevens de elektronicacomponenten van de CAN-bus getekend. Een universele controller is aangesloten op een CAN-controller, terwijl de CAN-controller zelf weer is verbonden met een CAN-busdriver. De programmeur geeft vanuit de auto-controller de identifier en de data op. De CAN-controller zet vervolgens deze gegevens om in een compleet CAN-bericht en geeft dit bericht serieel door aan het CAN-driver IC. Dit laatste IC zet het CAN-dataframe op de bus door de 0-5V spanning aan te passen aan het CAN-bus spanningsniveau. Bekende IC s op dit gebied zijn de SJA1000 CAN-controller en de PCA82C250/251 als CAN-interface. Vooral bestudering van dit laatste IC geeft ons inzicht over de wijze waarop de CAN-spanning tot stand komt (figuur 6). Bij moderne autocomputers zijn overigens al deze componenten in de microcontroller geïntegreerd. We zien in figuur 6 een TxD- en een RxD-aansluiting. De TxD-pin ontvangt van de CAN-controller de complete CAN-boodschap. Deze bestaat uit enen en nullen op TTL-niveau (0-5V) en is NRZ-gecodeerd (0V=logisch 0 en 5V=logisch 1). De RxD-lijn geeft een CAN-bericht vanaf de CANbus terug naar de CAN-controller. Het PCA82C250/ 251 IC is betrekkelijk goed verkrijgbaar. Door een testcircuit te bouwen kunnen we te weten komen hoe het allemaal precies werkt. Het testcircuit Willen we een testcircuit bouwen dan sluiten Sluit 5V aan op de TxD-pin of sluit er niets op aan (floating) en we meten: 1 of floating...2,4v...2,6v...0,2v 4,5 (1) Meet de spanning op de CAN-bus met 0 (min) op de TxD-pin: 0 (min)...3,8v...1,3v...2,5v 0,5 (0) Met 62 Ohm weerstand tussen en 1 of floating...2,5v...2,5v...0v 4,5 (1) 0 (min)...3,6v...1,5v...2,1v 0,5 (0) we het IC aan volgens figuur 7. Zie figuur 6 voor de pin-out. Op pin 3 dienen we een voedingsspanning van 5V aan te sluiten. Over de CANbus aansluiting (pin 6 en 7) plaatsen we een afsluitweerstand van (ongeveer) 62Ω. De condensatoren kunnen voor ons doel worden weggelaten. Met behulp van pin 8 (Rs) kunnen we drie verschillende modes instellen, te weten highspeed, flank control of stand-by. Wanneer we pin 8 door middel van een weerstand met de massa verbinden dan wordt de steilheid van de flank ingesteld waardoor het gehele systeem wat minder gevoelig wordt. We kunnen dan gebruik maken van de onafgeschermde twisted pair draden. We gebruiken voor Rext een 10kΩ weerstand. Op de TxD-pin wordt het signaal aangeboden. Een logische 1, of wanneer TxD niet wordt aangesloten (floating), maakt de CAN-bus laag. We meten dan geen spanningsverschil tussen CAN- H en. Wanneer we TxD aan de min te leggen dan wordt er op TxD een nul aangeboden en wordt er een spanningsverschil tussen CAN- H en gemeten. De CAN-bus wordt dan hoog. In de tabel hierboven treft u de uitkomsten aan van verschillende metingen op het IC. We kunnen het volgende concluderen: wanneer we met het spanningsverschil op de CAN-bus werken en het spanningsverschil van ongeveer 2V op de bus als een logische 1 bestempelen en een spanningsverschil van ongeveer 0 Volt als een logische 0, dan wordt het oorspronkelijke signaal door de CAN-bus geïnverteerd (omgedraaid). In de tabel zijn ook de metingen genoteerd die gemeten zijn tussen en ten opzichte van de min. Hoewel deze metingen minder interessant zijn geven ze wel de verklaring voor het feit dat de CAN-bus kan blijven functioneren zolang er nog één draad in orde is. Immers elke draad draagt de CAN-boodschap. WWW.AMT.NL - Dé internetsite voor de Automotive Professional 3

Scopemeting 1 Scopemeting 2 Scopemeting 3 8. Kanaal A op de functiegenerator (TxD-pin) en B voor signaal ten opzichte van min (GND). 9. Kanaal A op de functiegenerator (TxD-pin) en B voor signaal ten opzichte van min (GND). 10. Kanaal A op de RxD-pin van het IC en kanaal B op ten opzichte van de min (GND). Scopemeting 4 Scopemeting 5 Scopemeting 6 11. Signaal gemeten tussen en (Kanaal A op, min-scoop op ). 12. Op kanaal A het signaal tussen en de min en op kanaal B het signaal tussen en de min. 13. Dezelfde opname als figuur 12. Nu is gebruik gemaakt van oscilloscoopfunctie A min B. Het middelste signaal geeft het resultaat weer. Meten met blokspanning Een tweede inzichtsmeting ontstaat wanneer we op de TxD-ingang een blokspanning aanbieden. Deze blokspanning op processor (TTL) niveau kan bijvoorbeeld worden verkregen vanuit een functiegenerator. Met behulp van een oscilloscoop kunnen we nu bestuderen welke signalen we op de CAN-uitgangen van het IC meten. De figuren 8 t/m 13 geven de opgenomen signalen weer. We geven een korte toelichting. In figuur 8 is de functiegenerator aangesloten op de TxD-ingang van het IC met een frequentie van ongeveer 10 khz, wat overeenkomt met een baudrate van 20 kbit/s. Dit signaal wordt door kanaal A (het bovenste signaal) weergegeven. Op kanaal B staat het signaal dat verkregen is door de oscilloscoop tussen de aansluiting en de min (GND) te plaatsen. We zien dan dat het signaal varieert tussen de 2,5V voor een logische 1 en bijna 4V voor een logische 0. In figuur 9 is gemeten ten opzichte van en de min (GND) en nu lezen we 1,5V af voor een logische 0 en 2,5V voor een logische 1. In figuur 10 hebben we kanaal A op de RxD-pin gezet. We zien dat op de RxD-pin hetzelfde signaal staat als op de TxD-pin. Vergelijk figuur 10 met figuur 8. Met andere woorden: het signaal dat op de CAN-bus wordt gezet via de TxD-pin wordt door de computer via RxD teruggelezen. In figuur 11 zien we het eigenlijke CAN-bus signaal. Er is over de CAN-bus lijnen gemeten. Plus meetpen op en min meetpen op. 0V voor een logische 0 en 2,5V voor een logische 1. Op processorniveau wordt dit geïnverteerd. In figuur 12 zien we beide CAN-bus lijnen afzonderlijk weergegeven. Dus en ten opzichte van de min (GND) of op de auto ten opzichte van de voertuigmassa. In figuur 13 is gebruik gemaakt van een speciale oscilloscoopfunctie, namelijk de functie A min B. De oscilloscoop trekt dan twee signalen van elkaar af en laat het resultaat daarvan op het scherm zien. Het middelste signaal is het resultaat van de aftrekking en dit is natuurlijk het CAN-signaal. Het signaal is gelijk aan de directe meting van figuur 11. We kunnen dat rekenkundig controleren. We gaan uit van figuur 12. Als het bovenste signaal laag is omvat de spanning 2,5 hokjes. Gaan we naar het onderste signaal dan is dat hoog en de spanning omvat ook 2,5 hokjes. Het verschil is dus 0 Volt. Het CAN-signaal is dus laag. Gaan we een hokje verder dan omvat het bovenste signaal bijna 4 hokjes en het onderste signaal bijna 2 hokjes. Het verschil van ongeveer 2 hokjes komt overeen met 2V en dat is gelijk aan het CAN-signaal hoog. Hiermee hebben we in detail de spanningsniveaus op de CAN-bus door metingen verklaard. Ep Gernaat Timloto-werkgroep www.timloto.org 4 WWW.AMT.NL - Dé internetsite voor de Automotive Professional