2 QVAL ertaines qualités du catalogue son équivalentes en numéro d aiguilles et/ou grosseur de laine; vous pouvez les utiliser indistinctement en suiv

Vergelijkbare documenten
Les bases du tricot Basis voor het leren van het breien INITIATION AUX POINTS DE TRICOT / INLEIDING VOOR HET BREIEN

Copyright FIL KATIA, S.A. Bases pour confectionner un vêtement Basis voor het leren van het vervaardigen van een werkstuk

Copyright FIL KATIA, S.A.

Copyright FIL KATIA, S.A.

Copyright FIL KATIA, S.A.

Basis om te leren breien. Copyright FIL KATIA, S.A.

Basis om te leren hoe een werkstuk gemaakt moet worden. Copyright FIL KATIA, S.A.

Copyright FIL KATIA, S.A. 26- MERINO TWEED

Copyright FIL KATIA, S.A.

Copyright FIL KATIA, S.A.

43 S.A. KATIA, 42 FIL 44 Copyright 45 MERINO 100% OXFORD23

Copyright FIL KATIA, S.A.

Copyright FIL KATIA, S.A. De nouveaux modèles katia tricotez au crochet et à la fourche. Breiwerk, Haakwerk, Guimpetechniek EN PROBEER HET!!

pas à pas. Osez! Les explications sont très faciles, les modèles attractifs.

Copyright FIL KATIA, S.A.

Breiwerk, Haakwerk en Guimpe-techniek Bij twijfel raadpleeg onze video s op

Copyright FIL KATIA, S.A.

Copyright FIL KATIA, S.A.

Copyright FIL KATIA, S.A.

Point de tricot, crochet, fourche et tunisien En cas de doute, consultez nos vidéos sur

Copyright FIL KATIA, S.A.

Copyright FIL KATIA, S.A. De nouveaux modèles katia tricotez au crochet et à la fourche. Breiwerk, Haakwerk, Guimpetechniek EN PROBEER HET!!

rès important / Heel belangrijk P L FALM XPLA DÉ PL ALL Avant de commencer à tricoter, marquer en rouge les chiffres qui correspondent à la taille cho

rès important / Heel belangrijk P L FALM XPLA DÉ PL ALL Avant de commencer à tricoter, marquer en rouge les chiffres qui correspondent à la taille cho

rès important / Heel belangrijk P L FALM XPLA DÉ PL ALL Avant de commencer à tricoter, marquer en rouge les chiffres qui correspondent à la taille cho

rès important / Heel belangrijk P L FALM XPLA DÉ PL ALL Avant de commencer à tricoter, marquer en rouge les chiffres qui correspondent à la taille cho

rès important / Heel belangrijk P L FALM XPLA DÉ PL ALL Avant de commencer à tricoter, marquer en rouge les chiffres qui correspondent à la taille cho

Copyright FIL KATIA, S.A. INSTRUCTIONS PAS A PAS Point de tricot, crochet et fourche

Copyright FIL KATIA, S.A. INSTRUCTIONS PAS A PAS Point de tricot, crochet et fourche

Breiwerk, Haakwerk en Guimpe-techniek Bij twijfel raadpleeg onze video s op

Breiwerk, Haakwerk en Guimpe-techniek Bij twijfel raadpleeg onze video s op

rès important / Heel belangrijk P L FALM XPLA DÉ PL ALL Avant de commencer à tricoter, marquer en rouge les chiffres qui correspondent à la taille cho

Breiwerk, Haakwerk en Guimpe-techniek Bij twijfel raadpleeg onze video s op

Breiwerk, Haakwerk en Guimpe-techniek Bij twijfel raadpleeg onze video s op

Copyright FIL KATIA, S.A. CLAIRE, FACILE et SYMPATHIQUE. DUIDELIJK, GEMAKKELIJK en PLEZIERIG. van dit tijdschrift

K WASHI W F RANÇAIS SAC. FOURNITURES Qualité WASHI col. marron 108 : 2 pelotes col. orange 113 : 1 pelote. M. chaînette (voir page des pts de base)

Breiwerk, Haakwerk en Guimpe-techniek Bij twijfel raadpleeg onze video s op

Point de tricot, crochet, fourche et tunisien En cas de doute, consultez nos vidéos sur

Crochet et fourche Haakwerk en Guimpewerk

Point de tricot, crochet, fourche et tunisien En cas de doute, consultez nos vidéos sur

Copyright FIL KATIA, S.A.

Copyright FIL KATIA, S.A.

GILET MANCHES COURTES EXPERTE XS/S - M - L/XL MODÈLE INÉDIT N 14

Bulky Cotton. Copyright FIL KATIA, S.A.

Copyright FIL KATIA, S.A.

09 Cotton-Cashmere S.A. KATIA, FIL FIL KATIA, Copyright 6 CHIC-layout_Final2.indd 6 1/10/16 6:50 PM

Copyright FIL KATIA, S.A.

Style 21 ROBE. fashion. Juillet 2017 FOURNITURES

Bulky Cotton. Copyright FIL KATIA, S.A.

LONG GILET MODÈLE INÉDIT N Bergère de France Trading LTD, Tous droits réservés - QUALIFIÉE / Tailles S - M - L - XL

Tahiti Spark. 01 Brisa

GILET TOP DOWN Experte / Tailles S - M - L - XL

Copyright FIL KATIA, S.A.

Lappenpop uil. Extra benodigdheden:

2014 Bergère de France SA, Tous droits réservés -

VESTE COL CHÂLE FACILE

Gebreide lapjesbeer. stadium aan het lijf naait.

the best of Merino 100% CRÉATIONS o Nº R-3 FRANCE 4,95 / SUISSE 9,95 Sfr / BELGIQUE - BELGIË - NEDERLAND 4,95

Eco bedrukte envelop C4 Enveloppes ECO imprimées C4

Bedrukte envelop EA5 Enveloppes personnalisées EA5

Bedrukte envelop EA4 Enveloppes personnalisées EA4

08 Ibis S.A. KATIA, FIL FIL KATIA, Copyright 5 CHIC-layout_Final2.indd 5 1/10/16 6:50 PM

Bedrukte envelop C5 Enveloppes personnalisées C5

Bedrukte envelop C4 Enveloppes personnalisées C4

Installatie van versie 2.2 van Atoum

Spandoek met tunnelzoom-dubbelzijdig Bâches et banderoles avec fourreaux, impression recto-verso

Polo s Polos. Langue. Taal. Nederlands. Français

Copyright FIL KATIA, S.A. ISABELL KRAEMER TEXTURED JUMPER WITH STRIPES MADE WITH LOVE

Technische fiche details Solidstone Fiche technique détaillée Solidstone. 1. Gewicht. De berekening van de gewichten gaat als volgt :

Bedrukte envelop EA4 Enveloppes personnalisées EA4

Foto op hout Photo sur bois

Spandoeken met ringen Bâches et banderoles avec œillets

Spandoek met tunnelzoom-enkelzijdig

Tara by XS/S/M. #Tara 2/5

HANDLEIDING - MODE D EMPLOI - MANUAL. Afschrijfgereedschap voor vloerders Kit de traçage pour carreleurs

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. over een betere tegemoetkoming voor de orthodontische zorg

Zeildoeken Toiles. Langue. Taal. Nederlands. Français

Telebib2 Edifact Validation - Tool introduction page 2 / 15

Beursbalie Comptoir pour stand d exposition

Caps Casquettes. Taal. Langue. Nederlands. Français

Open haarden Feux ouverts

SPOT UV Vernis Sélectif UV

Naambordjes Plaques murales

SPOT UV Vernis Sélectif UV

Scheepvaarttermen Termes nautiques

WIJ ZIJN IN-LITE. In deze stand ziet u de LED buitenverlichting van in-lite. Eenvoudig te installeren, veilig en energiezuinig.

Werkbeschrijving. Gereedschappen en materialen: Gebruikte afkortingen en termen: Algemene instructies. Omslagdoek

Box and Blocks Test Of Manual Dexterity

BETON DE LA LOMME TECHNISCHE INFORMATIE BEKISTINGSBLOKKEN STEPOC

Bedrukte paraplu s en ponchobal Parapluie imprimé

DISPLAY-IT COMPLETO & CLICK RAIL VOOR EEN PERFECTE FOTOWAND PARFAIT POUR UN MUR DE PHOTOS

MONTAGEHANDLEIDING/NOTICE D INSTALLATION

Tara by. #Tara met gekleurde strepen 1/5

Je rijdt recht door, voorbij het sportpaleis, over de brug van het Albertkanaal tot aan de verkeerslichten.

Servetten Serviettes. Langue. Taal. Nederlands. Français

Tara by. #Tara mini 1/5

Vrijstaande baden - Baignoires îlot

Sjaals, mutsen & handschoenen Echarpes, bonnets & gants

Handleiding. SOLUS PA (Traditioneel rolluik) met Inus Keo schakelaar

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

Transcriptie:

D YLF! ne nouvelle façon d expliquer comment tricoter les modèles de cette revue LA, FAL et YMPAHQ en nieuwe manier van de beschrijvingen voor or het vervaardigen van de modellen van dit tijdschrift t DDL, GMAL en PLG l suffit de connaitre les points de base pour réussir chacun des modèles qui sont expliqués de façon simple et ludique. sez! Les explications sont très faciles, les modèles attractifs. e hoeft alleen maar te weten hoe de meeste basissteken gebreid moeten, worden en je kunt met deze kennis alle modellen maken die we op een heel gemakkelijke en eenvoudige manier beschreven hebben. opyri opyrig pyright licat FL AA AA, A, t..a. Probeer het!!!!! De patronen zijn erg gemakkelijk te volgen, de modellen zijn heel mooi.

2 QVAL ertaines qualités du catalogue son équivalentes en numéro d aiguilles et/ou grosseur de laine; vous pouvez les utiliser indistinctement en suivant les mêmes explications de la revue. ommencer par tricoter un échantillon de 10 x 10 cm a son importance; cela vous permet d adapter le numéro d aiguilles à l échantillon du point de l ouvrage correspondant et vous pouvez également vérifier si le tricot a une tenue qui vous convient. es équivalences sont données à titre indicatif puisque, selon que l on tricote plus ou moins lâche, les mailles seront plus ou moins ouvertes. Les groupes on été établis compte tenu de la similitude de la grosseur, de l aspect du fil et des coloris. Aiguilles conseillées Aanbevolen aaldennr. 2-2 ½ 2 2 x 4 BAB 2 ½ - 2 ½ - - 4 Aiguilles 10 x 10 indicatives aalden 10x10 richtlijnen 2 ½ - 2 ½ 2 ½ 4 4 4 10x10 en jersey end. Mailles et rangs 10x10 cm in tric. st. teken en naalden 2 x 40 0 x 42 29 x 4 2 x 0 x 8 29 x 6 29 x 6 28 x 7 28 x 6 26 x 6 26 x 6 26 x 1 24 x 1 27 x 6 26 x 2 25 x 2 25 x 2 2 x 0 22 x 0 22 x 26 24 x 1 24 x 0 op2 2 x 0 2 x 0 24 x 28 2 x 0 2 x 28 22 x 27 2 x 28 22 x 29 22 x 29 22 x 29 22 x 29 22 x 29 22 x 29 22 x 27 21 x 27 18 x 27 18 x 27 21 x 0 19 x 26 18 x 25 QALÉ AL PQ MF D MA BABY BABY FAA DALG PAAMA ADY MPP- - DL M AP AP P BA A A A LX M BABY FAMA PMF LA BL DGADÉ ghf AD BMBAY 100% MAAH F AAL XA PL BAMB VV 50 opyright op ½o ½ BA PMA A XFD BA M FLAH BA M M LA L MA Y H BADAY AA ALABAMA LDA VMD AL r zijn kwaliteiten uit de catalogus die overeenkomen voor wat betreft het naaldennummer en/of het volumen van het garen. Deze kwaliteiten kunnen gebruikt worden voor dezelfde verklaring in het tijdschrift. Het is belangrijk eerst een proeflapje te breien van 10 x 10 cm. om het naaldennummer aan te passen aan de stekenverhouding van het overeenkomende werstuk en om te zien of de spanning bevalt. Deze overeenkomsten zijn richtlijnen, afhangend van de manier van breien die heeft (=m.a.w. de spanning), kan de steek meer of minder geopend zijn. De groepen zijn gebaseerd op: benadering van volumen, hoe het garen er uit ziet en kleurenoverrenkomst Aiguilles conseillées Aanbevolen aaldennr. 4 4 ½ 4 4 ½ 4 ½ - 5 4 ½ - 5 ½ 5 5 ½ 5 ½ - 6 6 6 ½ 4 ½ 4 ½ 4 ½ 5 5 5 5 5 5 5 ½ 5 ½ 5 ½ 5 ½ 6 6 6 17 x 2 16 x 2 17 x 21 16 x 20 16 x 20 16 x 20 18 x 24 17 x 2 17 x 2 14 x 20 14 x 19 14 x 18 1 x 18 14 x 19 1 x 17 12 x 16 M MX M 100% MAAH MAAH D BAG A M M MAL AHM 100% L PLA M AA M D M P AA A ALPA BLVA MAX M GM P ALAA 6 ½ - 7 7 10 x 15 BG M 7-8 8 9 9 10 Aiguilles 10x10 en 10 x 10 jersey end. indicatives ives A,M Mailles et rangs aalden 10x10 cm 10x10 in tric. st. richtlijnen teken en naalden 4 24 x 2 4 2 x 0 4 21 x 26 4 21 x 26 4 18 x 24 4 ½ 19 x 26 4 ½ 18 x 21 FL AA, A, FL 7 8 8 8 8 8 9 9 9 9 10 10x10.A s.a. 10 x 14 10 x 1 8 x 12 10 x 1 10 x 12 9 x 1 9 x 11 7 x 10 9 x 11 7 ½ x 10 8 x 11 QALÉ AL DAL AY AADA D P Y A BG AAL L AL HAA 10-12 10 7 x 10 H

MPA!!! BLAG!!! 1 H L MDL 2 LAL LA ALL ous les modèles sont expliqués en 4 tailles, différenciées par couleur. herchez votre couleur et suivez les instructions. e rappeler que le noir est valable pour toutes les tailles. L HALL Avant de commencer, tricoter un échantillon et changer d aiguilles jusqu à obtenir le 10 cm. x 10 cm. des explications de façon à ce que l ouvrage ait les même dimensions que le patron. 4 MM A ette nouvelle formule pour les explications prétend que tout résulte plus FAL et LA à suivre. oute l information pour les mailles et les centimètres se trouvent sur le patron, à plus grande échelle et accompagnée d une liste des significations des symboles sur une même page, ce qui simplifie la lecture des explications. Les précisions spécifiques relatives aux rangs et à la confection sont dans le texte, expliquées d une façon beaucoup plus claire et simple. 5 D importe quel doute qui puisse surgir au moment de l exécution, qu il s agisse d une augmentation, d une diminution ou de l assemblage e de l ouvrage, trouvera son explication, comme toujours, très bien détaillée et illustrée par des images, sur la page de pts de base au début du catalogue. alogue. rag e fil a été conçu afin d obtenir un effet de coloriage nouveau et spécial. Du fait de la longueur du cycle chromatique obtenu grâce à l estompage des couleurs, l effet obtenu lors du tricotage dépendra toujours de la largeur de l ouvrage, s amplifiant ou se réduisant de façon inverse à la largeur du tricot. haque pelote contient au minimum un cycle complet de couleur. Le commencement d une nouvelle pelote peut provoquer une irrégularité dans la continuité du cycle. ette particularité vous permettra de personaliser votre vêtement et obtenir ainsi un modèle unique et exclusif. 1 H MDL 2 D MAA Alle modellen worden beschreven in 4 maten, aangegeven met kleuren. oek de kleur die overeenkomt met de gekozen maat en volg de beschrijving. Houdt er rekening mee dat de kleur zwart geldig is voor alle maten. MAA PFLAP P Alvorens te beginnen met de vervaardiging, een proeflapje maken en eventueel eel het naaldennummer aanpassen tot de aangegeven even 10 cm.x10 cm. verkregen is, zodat het werkstuk de juiste afmetingen heeft die aangegeven zijn op het patroon. 4 BG M B Dit nieuw systeem steem is ontwikkeld zodat het volgen van de beschrijvingen veel GMAL en DDL is. Alle informatie voor wat betreft de steken en centimeters staat aangegeven op het patroon, dat een iets groter formaat heeft dan voorheen, met een lijst van de beschrijving van de te breien steken voor elke maat. p deze manier staat alles op eenzelfde bladzijde en is het gemakkelijker om de bes- chrijving te volgen. De specifieke informatie voor wat betreft het a aantal te breien naalden en het in elkaar zetten van het werkstuk, wordt aangegeven in de tekst. De beschrijvingen op deze manier zijn veel duidelijker en eenvoudiger. 5 FL AA / A / XFD / AL opyrig pyright FL AA,.A. B anneer je twijfels hebt tijdens het vervaardigen van het werkstuk, zoals bijvoorbeeld met meerderen, minderen of hoe het werkstuk in elkaar gezet moet worden, kun je deze, zoals altijd zeer gedetailleerd en geillustreerd met figuren, terugvinden in de bladzijden van de basissteken bij het begin van het tijdschrift. Deze kwaliteit is ontworpen om een nieuw en speciaal kleureffekt te verkrijgen. Gezien de lengte van de cromatische cyclus, te wijten aan de overgang tussen de kleuren, het effekt dat verkregen wordt bij het breien hangt steeds af aan de breedte van het werk, met een groter of kleiner wordend effekt in spiegelbeeld van de te breien breedte. n elke bol bevindt zich minimaal een complete kleuren-cyclus. Bij het beginnen van een nieuwe bol, kan het voorkomen dat deze cyclus niet precies overeenkomt met de cyclus van de voorafgaande bol. Deze karakteristiek maakt het mogelijk dat het breiwerk maximaal kunt personalizeren om op deze manier een uniek en exclusief model te verkrijgen.

MMA Les bases du tricot A AX P D... 6 P MM... 6 Montage simple... 6 Montage tubulaire... 6 L BA D... 7 Maille à l endroit... 7 Maille à l envers... 7 eté... 7 Maille glissée... 8 2 mailles ensemble à l endroit... 8 Maille torse... 8 urjet simple... 9 urjet double... 9 Bases pour confectionner un vêtement AGMA - DM... 1 Diminutions au début du rang g...... 1 Diminutions au début... et à la fin du rang... 1 Augmentations au début du rang... 14 Augmentations au début et à la fin du rang... 14 opyrig pyrigh yright P M o.... 15 abattre simplement... 15 abattre en tubulaire... 15 FL 2 mailles tricotées dans la même maille... 10 Laisser les mailles en attente... 10 ang... 10 Maille lisière... 10 ÉHALL... 11 L P L PL LÉ... 11 ersey end.... 11 ersey env.... 11 Point mousse... 11 ôtes 1x1... 12 ôtes 2x2... 12 acquard... 12 AA, A,.A. F... 16 Boutonnières rondes... 16 Boutonnières horizontales... 16 elever les mailles... 16... 17 Point arrière... 17 Grafting... 17 Point de côté... 17 MPLÉM... 18 Franges... 18 Pompons... 18 4 rochet A A H... 19 Maille chaînette... 20 Maille coulée... 20 Maille serrée... 20 Bride... 21 Point relief... 22 Point écrevisse... 22 Point de fourrure... 22

DX Basis om te leren breien BG M B... 6 BGVM... 6 impele opzet... 6 pzet in buissteek... 6 BA VA D B... 7 teek rechts... 7 teek averechts... 7 Draadomslag... 7 teek zonder te breien... 8 2 steken samen r. breien... 8 Verdraaide steek... 8 nkele mindering... 9 Dubbele mindering... 9 Basis om een werkstuk te maken MDG - MDG... 1 Minderingen bij het begin v.d. naald ald... 1 Minderingen aan beide kanten v.d. naald... 1 Meerderingen bij het begin v.d. naald... 14 Meerderingen aan beide kanten v.d. naald... 14 Mo opyright AFAVM... 15 impel afkanten... 15 2 st. breien in 1 st... 10 teken laten wachten... 10 aald... 10 antsteek... 10 VHDG... 11 M GB...... 11 echtse tricôtsteek... 11 Averechtse tricôtsteek tsteek... 11 ibbelsteek... 11 Boordsteek ek 1x1... 12 Boordsteek 2x2... 12 acquardsteek... 12 FL AA, A,.A.A. AFG... 16 onde knoopsgaten... 16 Horizontale knoopsgaten... 16 pnemen van steken... 16 AD... 17 tiksteek... 17 Grafting... 17 chuine steek... 17 VL... 18 Flosjes... 18 Afkanten in buissteek... 15 Pompoenen... 18 Haakwerk HAA-H... 19 Losse... 20 Halve vaste... 20 Vaste... 20 tokje... 21 opje... 22 reeftesteek... 22 Pluchesteek... 22 5

6 Montage simple ortir de la pelote la longueur de fil correspondant à fois la largeur du vêtement à tricoter, faire un noeud sur l aiguille comme indiqué sur la figure et avec les deux mains, tirer sur les deux bouts du fil, pour former un anneau autour de l aiguille. La première maille est formée. n a une extrémité du fil de chaque côté de l aiguille. aisir le fil sortant de la pelote de la main droite et l autre de la main gauche. Former un anneau de la main gauche et piquer l aiguille au centre. De la main droite, prendre le fil et le passer par-dessus l aiguille, sans lâcher l anneau de la main gauche. De la main gauche, passer l anneau pardessus la pointe de l aiguille, en maintenant l autre fil de la main droite. Étirer chaque fil d une main, pour ajuster la nouvelle maille sur l aiguille. épéter à partir de la seconde étape. Montage tubulaire Les bases du tricot Basis om te leren breien A AX P D / BG M B P MM / BGVM Avec un fil d une couleur différente, monter la moitié des mailles nécessaires, plus une. opyrigh yright Avec le fil à tricoter à utiliser pour le modèle 1er rg : * 1 m. end., 1 jeté *, répéter de * à * et terminer par 1 m. end. 2e rg : * Placer le fil devant l ouvrage, glisser 1 m. sur l aig. droite comme pour tric. à l envers (de droite à gauche), tric. à l end. *, répéter de * à *, et terminer par 1 m. glissée à l env. e rg : * 1 m. end., placer le fil devant l ouvrage, 1 m. glissée à l env. *, répéter de * à *, et terminer par 1 m. end. 4e rg : * 1 m. glissée à l env., passer le fil derrière l ouvrage, 1 m. end. * terminer par 1 m. glissée à l env. épéter les e et 4e rgs 1 ou 2 fois en fonction de la grosseur du fil. i le fil est fin, tric. 2 rgs de plus. Puis, couper le fil de couleur différente et continuer à tric. le point indiqué. impele opzet Haal een draad uit de bol garen, maal de breedte van het te breien werkstuk, maak een knoop op de naald zoals aangegeven op het figuur, met beide handen elke draad aantrekken zodat er een lusje gevormd wordt rondom de naald, dit lusje is de eerste steek. uit r valt een draad aan elke kant van de naald, de draad die uit de bol komt wordt vastgehouden met de rechterhand en de andere draad met de linkerhand, met de linkerhand een lusje vormen en de naald in het midden insteken. Met de rechterhand de draad nemen en deze over de naald halen, hierbij het gevormde lusje met de linkerhand niet loslaten. Ainsteken FL AA, A, Met de linkerhand, het lusje over de punt van de naald halen, hierbij de andere draad vasthouden met de rechterhand. rek elke draad aan met de overeenkomende hand om de nieuwe steek op de naald te zetten. Herhaal vanaf de tweede stap. pzetten in buissteek.a. Met een draad van een andere kleur, de helft van het aantal gewenste steken opzetten, plus 1 steek. Met de draad waarmee gebreid wordt 1e naald: * 1 st. rechts, 1 draadomslag *, herhaal van * tot * en eindig met 1 st. rechts. 2e naald: * haal de draad naar de voorkant van het werk, zet 1 st. zonder te breien op de rechternld. en hierbij insteken alsof deze st. averechts gebreid wordt (van rechts naar links), brei de draadomslag rechts *, herhaal van * tot * en eindig met 1 st. zonder te breien averechts op de rechternaald zetten. e naald: * 1 st. rechts, haal de draad naar de voorkant van het werk, zet 1 st. zonder te breien averechts op de rechternaald *, herhaal van * tot * en eindig met 1 st. rechts. 4e naald: * zet 1 st. zonder te breien averechts op de rechternaald, haal de draad naar de achterkant v.h. werk, brei 1 st. rechts *, herhaal van * tot * en eindig met 1 st. zonder te breien averechts op de rechternaald zetten. Herhaal de e en 4e naald 1 of 2 keer afhangend van de dikte van het garen, indien het garen dun is 2 naalden meer breien. Bij het beeïndigen, de draad van de andere kleur afknippen en verderbreien met de aangegeven steek.

L BA D Maille à l endroit Avec le fil derrière l ouvrage, piquer l aiguille droite au centre de la première maille de l aiguille gauche, en passant l aig. devant la maille. De la main droite, prendre le fil, le passer par-dessus l aiguille, et le maintenir (une boucle se forme sur l aig.). etirer l aig. vers l arrière, en faisant passer la boucle dans la maille de l aig. gauche. ne fois la boucle passée, lâcher la maille de l aig. gauche, une nouvelle maille se forme sur l aig. droite. Maille à l envers Avec le fil devant l ouvrage, piquer l aiguille droite au centre de la première maille de l aiguille gauche, en passant l aig. derrière la maille. De la main droite, prendre le fil et le passer par-dessus l aiguille, et le maintenir (une boucle se forme sur l aig.). etirer l aig. droite vers l arrière, en faisant ant passer la boucle dans la maille de l aig. gauche. ne fois la boucle passée, lâcher la maille de l aig. gauche, une nouvelle maille se forme sur l aig. droite. opyrig pyright BA VA D B teek rechts Met de draad aan de achterkant van het werk, de rechternaald insteken in het midden van de eerste steek van de linkernaald, haal hierbij de naald vóór de steek. Met de rechterhand de draad over de rechternaald halen en vasthouden zodat deze draad op de naald blijft ( er komt een lus op de rechternaald). rek de rechternaald naar achter en haal hierbij de lus door de binnenkant van de steek op de linkernaald. anneer de lus door de steek gehaald is, de steek van de linkernaald laten vallen. r is een nieuwe steek gevormd op de rech- ternaald. teek averechts FL AA,.A. Met de draad aan de voorkant van het werk, de rechternaald insteken in het midden van de eerste steek van de linkernaald, haal hierbij de naald achter de steek. Met de rechterhand de draad over de rechternaald halen, naar boven houden en vasthouden zodat deze draad op de naald blijft (er komt een lus op de rechternaald). rek de rechternaald naar achter en haal hierbij de lus door de binnenkant van de steek op de linkernaald. anneer de lus door de steek gehaald is, de steek van de linkernaald laten vallen. r is een nieuwe steek gevormd op de rechternaald. eté l s agit d ajouter les mailles pour former des jours. Draadomslag Dit is het toevoegen van steken om zo gaatjes te vormen. Placer le fil devant l ouvrage et le passer pardessus l aig. droite. et de draad aan de voorkant van het werk en haal de draad over de rechternaald. 7

ric. la maille suivante de l aiguille gauche. Le jeté est une maille de plus sur l aiguille, mais avec un jour à la base. Au rg suivant, tric. le jeté comme les autres mailles, ce qui revient à augmenter d une maille. Maille glissée Passer le fil derrière l ouvrage, piquer l aiguille droite dans la maille suivante, de droite à gauche (comme pour la tric. à l env.). Glisser (ne pas tricoter) cette maille sur l aig. droite, et continuer à tric. normalement. La maille glissée, n ayant pas été tricotée, est plus longue que les autres et, sur l envers, on obtient un brin de fil. ur l envers de l ouvrage, tric. cette maille à l env. Piquer l aiguille droite dans les 2 premières mailles de l aiguille gauche pour tric. à l end. (de gauche à droite). Brei de volgende steek van de linkernaald. De draadomslag zal hierna een steek meer vormen op de naald, maar bij de basis van de draadomslag vormt zich een gaatje. n de volgende naald, de draadomslag idem breien zoals de andere steken van de naald, op deze manier is er één steek gemeerderd. teek zonder te breien of verlengde steek et de draad aan de achterkant van het werk, steek de rechternaald in de volgende steek van rechts naar links (alsof deze steek averechts gebreid wordt). Laat deze steek zonder te breien overglijden op de rechter- en brei normaal verder. mdat deze steek niet gebreid is, is deze steek langer dan de andere steken en aan de verkeerde kant van het werk valt een draad. Anaald A n de naald aan de verkeerde kant van het werk, deze steek averechts breien. 2 mailles ensemble à l endroit wee steken rechts samenbreien Passer le fil sur l aig. droite et le passer dans les 2 mailles. opyright FL AA,.A. re.a. de teek de rechternaald in de 2 eerste steken van de linkernaald om rechts te breien (van links naar rechts). et een draad op de rechternaald en haal deze door de 2 steken. 8 enir compte du fait qu en tricotant 2 m. ensemble à l end., il reste 1 maille de moins sur le total des mailles. Maille torse Piquer l aig. derrière la maille et la tric. à l endroit. Verdraaide steek Houdt er rekening mee, dat bij het samenbreien van 2 steken rechts, zal er 1 steek minder zijn in het totaal aantal steken. teek de naald aan de achterkant in van de te breien steek en brei rechts.

urjet simple Glisser 1 m. en piquant l aiguille droite comme pour la tricoter à l envers. ric. la maille suivante à l endroit. De l aig. gauche, prendre la maille glissée sur l aig. droite, et la passer par-dessus la maille à l end. (dernière maille de l aig. droite). enir compte du fait qu il reste 1 maille de moins sur le total des mailles. urjet double Glisser 1 m. en piquant l aiguille droite comme pour la tricoter à l envers. ric. les 2 mailles suivantes ensemble à l endroit. opyright De l aig. gauche, prendre la maille glissée sur l aig. droite, et la passer par-dessus les 2 mailles tric. ensemble à l end. (dernière maille de l aig. droite). nkele mindering Laat 1 steek zonder te breien overglijden op de rechternaald en insteken alsof deze steek averechts gebreid wordt. Brei de volgende steek rechts. Met de linkernaald, ald, de ongebr. steek van de rechternaald opnemen en over de steek rechts halen (laatste steek van de rechternaald). Houdt er rekening mee dat er 1 steek minder zijn in het totaal aantal steken. Azal Dubbele mindering FL AA, A,.A. men. Laat 1 steek zonder te breien overglijden op de rechternaald en insteken alsof deze steek averechts gebreid wordt. Brei de volgende 2 steken samen rechts. Met de linkernaald, de ongebr. steek van de rechternaald opnemen en over de 2 samengebr. steken rechts halen (laatste steek van de rechternaald). enir compte du fait qu il reste 2 mailles de moins sur le total des mailles. Houdt er rekening mee dat er 2 steken minder zijn in het totaal aantal steken. 9

10 2 mailles tricotées dans la même maille wee steken gebreid in eenzelfde steek l existe différentes façons de tric. 2 m. dans la même maille. Piquer l aig. dans la maille se trouvant juste au-dessous de la maille à tricoter, et tric. à l end. ric. à l endroit la maille de l aiguille gauche. enir compte du fait qu on obtient 1 maille de plus sur le total des mailles. n autre système consiste à tric. 1 m. end. et, sans la lâcher de l aig. gauche, piquer de nouveau l aig. droite dans la même maille mais par-derrière, et tricoter à l end. Laisser les mailles en attente rès utilisé pour les torsades. orsade à gauche : Passer les mailles de l aig. gauche sur une aig. aux. située devant l ouvrage, puis tric. les mailles indiquées pour la torsade, reprendre les mailles de l aig. auxiliaire sur l aig. gauche, et les tricoter. orsade à droite : Procéder comme pour la torsade à gauche, mais en plaçant l aig. auxiliaire derrière l ouvrage. ang n rang consiste à tricoter, de droite à gauche, toutes les mailles de l aiguille. Lorsqu il est indiqué d augmenter ou de diminuer tous les 2 rgs, compter les rgs comme suit. ang où l on augmente ou diminue au début et à la fin du rg, sur l endroit de l ouvrage. Le rang suivant, sur l envers de l ouvrage, est compté comme le premier rang. Le rang suivant sur l endroit de l ouvrage, constitue donc le deuxième rang, où l on exécute de nouveau augmentations ou diminutions. Maille lisière opyrig pyright est la maille du bord (elle se trouve sur l envers une fois les coutures fermées). Pour obtenir une lisière parfaite, tric. la première maille de chaque rg à l inverse de comme elle se présente. FL AA AA, A, aald of toer r zijn verschillende manieren om 2 steken in eenzelfde steek te breien. teek de naald in de steek die zich onder de te breien steek bevindt en brei rechts. Brei de steek van de linkernaald rechts. Houdt er rekening ening mee dat er 1 steek meer zal zijn in het totaal aantal steken. De andere manier is om 1 steek rechts te breien en zonder van de linkernaald te halen, de rechternaald opnieuw insteken in dezelfde steek, maar aan de achterkant en opnieuw rechts breien. teken laten wachten ordt veel gebruikt voor het breien van kabels. abel naar links: zet de steken van de linkernaald op een hulpnaald aan de voorkant van het werk, hierna het gewenste aantal steken breien, opnieuw de steken van de hulpnaald op de linkernaald zetten en uiteindelijk deze steken breien. abel naar rechts: zet de steken van de linkernaald op een hulpnaald aan de achterkant van het werk, hierna het gewenste aantal steken breien, opnieuw de steken van de hulpnaald op de linkernaald zetten en uiteindelijk deze steken breien. en naald of toer, is breien van rechts naar links over alle steken van de naald. anneer in de beschrijving aangegeven wordt: meerderen of minderen elke 2 naalden als volgt tellen: aald aan de goede kant van het werk, waarin bij het begin en einde van de naald gemeerderd of geminderd wordt. De volgende naald, aan de verkeerde kant van het werk, tellen als de eerste naald. De volgende naald, aan de goede kant van het werk, tellen als de tweede naald waarin opnieuw gemeerderd of geminderd wordt. antsteek t.a. Dit is de steek op de uiteinden. (deze steek valt aan de binnenkant wanneer het werkstuk in elkaar gezet wordt). Voor een mooie kantsteek, de eerste steek van elke naald andersom breien dan deze voorkomt.

ÉHALL Avant de commencer à tricoter le modèle, il est essentiel de réaliser un échantillon de 10 x 10 cm, en suivant les indications du point. Vérifier ensuite que les dimensions de votre échantillon sont les mêmes que celles de l échantillon de la revue. i le nombre de mailles et de rangs est inférieur, recommencez l échantillon avec des aiguilles plus grosses. i le nombre de mailles et de rangs est supérieur, il faut utiliser des aiguilles plus fines. Le numéro des aiguilles indiqué sur la revue correspond aux aiguilles utilisées par la créatrice du modèle, mais chacun tricote à sa façon. Pour la réussite du modèle choisi, le plus important n est donc pas le numéro des aiguilles mais bien les dimensions de l échantillon, qui doivent correspondre exactement avec celles de la revue, afin que le vêtement une fois tricoté ait les dimensions indiquées sur le patron. VHDG Alvorens te beginnen met een werkstuk, is het heel belangrijk een proeflapje te maken van 10x10 cm. in dezelfde steek als waarmee het werkstuk gebreid wordt en dit te vergelijken met de aangegeven steekverhouding in het tijdschrift, zoniet, dan komen de maten niet overeen met de aangegeven maten in het tijdschrift. ndien je minder steken en naalden hebt, het proeflapje opnieuw maken, maar met dikkere naalden. ndien je echter meer steken en naalden hebt, moet je dunnere naalden gebruiken. Het naaldnummer wat aangegeven staat in het tijdschrift is het naaldnummer mer wat gebruikt is door degene die dit werkstuk uitgevoerd heeft, maar iedereen heeft een andere manier van breien. Het belangrijke is niet het naaldnummer mer dat gebruikt wordt, maar dat het proeflapje van 10x10 cm. precies overeenkomt met wat het tijdschrift aangeeft, op deze manier zijn we er zeker van dat het werkstuk dezelfde afmetingen heeft als aangegeven op het patroon. L P L PL LÉ / M GB BA MAQ MPA ersey end. 1er rg : tout à l endroit. 2e rg : tout à l envers. ersey env. 1er rg : tout à l envers. 2e rg : tout à l endroit. Dans une explication ou sur un graphique, et quel que soit le point expliqué, le 1er rg se tricote toujours sur l endroit de l ouvrage, sauf indication contraire dans le texte. l faut tenir compte également du fait que les graphiques représentent les mailles, rang par rang, c est-à-dire sur o -dire sur l endroit et sur l envers de l ouvrage, et non comme me on les voit sur la photo. opyrig pyright BLAG PMG: n de beschrijving of grafiek van een steek, komt de 1e naald altijd overeen met de goede kant van het werk; indien dit niet zo is, wordt dit vermeld in de tekst. Het is ook erg belangrijk er rekening mee te houden dat de grafieken weergegeven zijn zoals de steken naald voor naald gebreid moeten worden (d.w.z. goede kant van het werk en verkeerde kant van het werk) en niet zoals de steken eruit zien op de foto. FL AA, A, echtse tricôtsteek 1e naald: rechts breien 2e naald: averechts breien Averechtse tricôtsteek 1e naald: averechts breien 2e naald: rechts breien.a. et pa. Point mousse ricoter toujours à l endroit (toutes les mailles et tous les rangs). ibbelsteek Alle steken en alle naalden rechts breien 11

ôtes 1x1 Boordsteek 1x1 12 1er rg : * 1 m. end., 1 m. env. *, répéter de * à *. 2e rg et rgs suivants : ricoter les m. comme elles se présentent (tricoter à l endroit les m. se présentant à l endroit, et à l envers celles qui se présentent à l envers). ôtes 2x2 1er rg : * 2 m. end., 2 m. env. *, répéter de * à *. 2e rg et rgs suivants : ricoter les m. comme elles se présentent (tricoter à l endroit les m. se présentant à l endroit, et à l envers celles qui se présentent à l envers). acquard ricoter en jersey endroit, en changeant de couleur de manière à former le dessin représenté sur le graphique. haque case du graphique représente 1 maille et 1 rg. Avec les deux fils placés derrière l ouvrage, tricoter le nombre de mailles indiquées d une couleur sur le graphique. Les brins ressortent sur l envers comme illustré ci-contre. hanger de couleur (prendre un autre fil) et continuer à tric. Veillez à bien croiser les fils à chaque changement de couleur, afin d éviter de former des trous. opyright Dans les cas où le dessin est très grand, ou les motifs très séparés, afin d éviter d obtenir des brins trop longs sur l envers de l ouvrage, préparer un petit peloton pour chaque zone de couleur, et tricoter en jersey endroit en suivant le graphique. Veillez à bien croiser les fils à chaque changement de couleur, car si les fils ne sont pas entrelacés, ils tendent à se séparer et à former des trous. 1e naald: * 1 steek rechts., 1 steek averechts *, herhaal van * tot *. 2e naald en alle volgende naalden: brei de steken zoals ze voorkomen (brei rechts de steken die rechts voorkomen en averechts de steken die averechts voorkomen). Boordsteek 2x2 1e naald: * 2 steken rechts., 2 steken averechts *, herhaal van * tot *. 2e naald en alle volgende naalden: brei de steken zoals ze voorkomen. acquardsteek ordt gebreid in rechtse tricôtsteek, maar wissel de kleur om zo een motief te vormen als aangegeven op een grafiek. lk vierkantje van de grafiek komt overeen met 1 steek en 1 naald. FL AA AA,.A. Met de twee draden aan de achterkant van het werk, het aangegeven aantal steken in een kleur breien tot alle steken aangegeven op de grafiek gebreid zijn. eem een draad van een andere kleur en brei verder, houdt er rekening mee dat het erg belangrijk is om de draden te kruisen wanneer de kleur wisselt. De draden vallen aan de achterkant van het werk zoals te zien op het figuur. anneer het motief erg groot is of wanneer de motieven ver uit elkaar liggen, om te vermijden dat er lange draden komen aan de achterkant van het werk, een klein bolletje garen nemen voor elk kleurgedeelte en rechtse tricôtsteek breien volgens grafiek. Het allerbelangrijkste is om de draden te kruisen bij elke kleurwisseling, indien dit niet gebeurd vallen er gaatjes in het breiwerk.

Bases pour confectionner un vêtement Basis om een verkstuk te maken Vous trouverez dans cette seconde partie, les notions de base nécessaires à la réalisation d un modèle de tricot. AGMA - DM Diminutions au début du rg Pour former une emmanchure ou une encolure, il faut rabattre les m. au début du rg. Glisser 1 m. en piquant l aiguille droite comme pour la tricoter à l envers, tric. la m. suivante à l end., puis passer la m. glissée par-dessus la m. tricotée. ric. 1 m. end. et passer la maille de l aig. droite par-dessus cette maille, répéter de manière à rabattre le nombre de mailles indiqué. Au rg suivant (envers de l ouvrage), au début du rg, rabattre les mailles de la même façon mais en les tricotant à l envers. Au début du rg suivant, rabattre de nouveau le nombre de mailles indiqué dans les instructions, afin d obtenir une forme arrondie pour l emmanchure ou pour l encolure. opyright Diminutions au début et à la fin du rang Pour les emmanchures visibles et les manches raglan. e type de diminutions sont visibles et forment une ligne de mailles inclinées près de la lisière. n les effectue normalement sur l endroit de l ouvrage. Les diminutions se font toujours à n mailles du bord. Prenons un exemple à mailles du bord. Au début du rg, toujours sur l endroit de l ouvrage, tric. m. end., tric. 1 surjet simple (1 m. glissée, 1 m. end., puis passer la m. glissée par-dessus la m. tricotée). n dit tweede deel, geven we de basiskennis die nodig is om een werkstuk te kunnen breien. MDG - MDG Minderingen bij het begin van de naald anneer er steken afgekant worden om een mouwinzet of hals te vormen, deze steken afkanten bij het begin van de naald. FL AA,.A. egi. Laat 1 steek zonder te breien overglijden op de rechternld. en hierbij insteken alsof deze steek averechts gebreid wordt, brei de volgende steek rechts en haal hier de ongebr. steek overheen. n een naald aan de goede kant van het werk: echter uiteinde (= begin van de naald): brei 1 steek rechts en haal de steek van de rechternaald over deze steek heen. Herhaal dit tot het aangegeven aantal steken afgekant is. De volgende naald (= bij het begin van de naald aan de verkeerde kant van het werk) de steken idem afkanten, maar nu averechts. Bij het begin van de volgende naald, opnieuw de steken afkanten zoals aangegeven in het tijdschrift. p deze manier wordt de ronde vorm verkregen van de mouwinzetten en hals. Minderingen aan beide kanten in eenzelfde naald orden gebruikt voor zichtbare mouwinzetten en raglanmouwen. Dit zijn minderingen waar je de kantsteken schuin ziet vallen, worden meestal aan de goede kant van het werk gemaakt. De minderingen worden altijd op x steken vanaf de uiteinden gemaakt. e geven een voorbeeld van kantsteken. Bij het begin van de naald, altijd aan de goede kant van het werk: steken rechts breien, laat 1 steek van de linkernaald zonder te breien overglijden op de rechternaald, brei 1 steek rechts en haal hier de ongebr. steek overheen. 1

14 A la fin du rg, toujours sur l endroit de l ouvrage (les instructions indiquent «n mailles avant la fin du rg»), 5 m. avant la fin du rg, tric. 2 m. ensemble à l end. et m. end. Augmentations au début du rang Ajouter le nombre de mailles voulu au début du rg, en les montant comme au début de l ouvrage. Faire de même à la fin du rang. ric. ces mailles à l endroit ou à l envers selon les instructions. Bij het einde van de naald, altijd aan de goede kant van het werk (in de beschrijving wordt aangegeven op.. vanaf de kant en het voorbeeld volgend van steken): wanneer er 5 steken over zijn vóór het einde van de naald, 2 steken samen rechts breien en uiteindelijk steken rechts breien. Meerderingen bij het begin van de naald Pour augmenter de plus d une maille. Dit is voor het meerderen van méér dan 1 steek. Augmentations au début et à la fin du rang Au début du rg, toujours sur l endroit de l ouvrage, tric. m. end., puis, passer l aiguille droite sous le fil unissant la maille de l aig. droite et la première de l aig. gauche, et mettre le brin sur l aig. gauche. ricoter à l endroit en piquant l aig. par- derrière la maille. n évite ainsi de former un trou à la base de la maille augmentée. A la fin du rg, toujours sur l endroit de l ouvrage (les instructions indiquent «n mailles avant la fin du rg»), m. avant la fin du rg, passer l aiguille droite sous le fil unissant la maille de l aig. droite et la première de l aig. gauche, et mettre le brin sur l aig. gauche. ricoter à l endroit en piquant l aig. parderrière la maille, puis tric. à l end. les m. restantes. teken toevoegen bij het begin van de naald, alsof deze opgezet worden, net zoveel steken opzetten als het gewenst aantal meerderingen. Ga idem te werk bij het einde van de naald. Brei deze steken rechts of averechts, zoals aangegeven. Meerderingen erderingen aan beide kanten in eenzelfde naald n les effectue normalement sur l endroit de l ouvrage. Dit zijn de meerderingen die meestal aan de goede kant van Les augmentations se font toujours à n mailles du bord. het werk gemaakt worden. Prenons un exemple d augmentations à mailles du bord. Deze e meerderingen worden altijd op x steken vanaf de uiteinden gemaakt. e geven een voorbeeld van kantsteken. opyright ke FL AA,.A. Bij het begin van de naald, altijd aan de goede kant van het werk: steken rechts breien en hierna met de rechternaald de horizontale draad opnemen die tussen de steek van de rechternaald en de 1e steek van de linkernaald valt. et dit op de linkernaald. Brei rechts, maar de naald aan de achterkant insteken. p deze manier wordt voorkomen dat er een gaatje valt bij de basis van de gemeerderde steek. Bij het einde van de naald, altijd aan de goede kant van het werk (in de beschrijving wordt aangegeven, meerderen op.. vanaf de kant en het voorbeeld volgend van steken): wanneer er steken over zijn vóór het einde van de naald, met de rechternaald de horizontale draad opnemen die de laatste steek van de rechternaald verbindt met de eerste steek van de linkernaald en op de linkernaald zetten. Brei rechts, maar de naald aan de achterkant insteken en brei uiteindelijk de laatste steken rechts.

P M abattre simplement Glisser la première m. sans la tricoter, puis tric. la maille suivante à l endroit. Avec l aig. gauche, prendre la maille glissée sur l aig. droite, et la passer par-dessus la m. à l end. ric. une nouvelle maille à l end. et avec l aig. gauche, prendre la 1ère maille de l aig. droite et la passer par-dessus la m. à l end. l ne reste plus qu une maille sur l aiguille droite. ne fois toutes les mailles rabattues, couper le fil, le passer dans la dernière maille et tirer pour l arrêter. abattre en tubulaire n utilise cette méthode pour rabattre tre après les côtes, afin d obtenir une bordure plus élastique. ne fois l ouvrage terminé, couper le fil en laissant un morceau d environ deux fois la longueur à rabattre. Passer ce fil dans une aiguille à laine et piquer celle-ci dans les deux premières mailles. opyright AFAVM impel afkanten Laat de eerste steek zonder te breien overglijden en brei de volgende steek rechts. Met de linkernaald, de ongebr. steek van de rechternaald opnemen en deze over de rechtse steek halen. Brei nog een steek rechts, met de linkernaald de 1e steek van de rechternaald opnemen en over de rechtse steek halen. p deze manier staat er slechts 1 steek op de rechternaald. anneer alle steken afgekant zijn, de draad afknippen en deze door de laatste steek halen. trak aantrekken zodat deze steek vast afgekant is en niet uit kan rafelen. FL AA,.A. Afkanten in buissteek ordt gewoonlijk gewerkt ná het breien van de boord, om zo een meer rekbare afkanting te krijgen. anneer het werkstuk klaar is, de draad afknippen en een draad laten van ongeveer het dubbele als de afmeting die afgekant wordt. Haal deze draad door een wolnaald en insteken in de twee eerste steken. Piquer de nouveau l aiguille dans la première maille puis dans la troisième. Passer de la 2e m. à la 4e m. teek hierna opnieuw in de eerste steek en daarna in de derde steek. Ga van de 2e steek naar de 4e steek 15

16 Puis passer de la e m. à la 5e, et ainsi de suite. À la dernière maille, piquer de nouveau l aiguille de l avant-dernière maille dans la dernière, arrêter et couper le fil. F Boutonnières rondes Lorsque le bouton est petit, ou que l on tricote une grosse laine, il est recommandé de former une petite boutonnière Faire un jeté, puis tric. deux mailles ensemble à l endroit. À partir du rg suivant, tric. les m. suivant les instructions. Boutonnières horizontales abattre le nombre de mailles indiqué (par exemple : «boutonnière onnière de m.» signifie rabattre m.). Au rg suivant, monter le même nombre de mailles que l on a rabattues auparavant. elever les mailles opyrigh pyright Les morceaux d un vêtement une fois tricotés, on relève les mailles en piquant l aiguille sur la lisière, pour faire le col ou les bordures des devants. Lorsqu on relève les mailles dans le sens du tricot, piquer l aiguille au centre de chacune des mailles du dernier rg, et tric. selon les indications. Vervolgens, van de e steek naar de 5e steek en zo verderwerken. anneer aangekomen bij de laatste steek, de naald opnieuw insteken vanaf de voorlaatste steek naar de laatste steek, afwerken en de draad afknippen. AFG ka.a. onde knoopsgaten n een naald aan de goede kant van het werk: FL AA, A,.A. en draadomslag op de rechternaald zetten en de 2 volgende steken samen rechts breien. n de volgende naald aan de verkeerde kant van het werk: de steken en de draadomslag breien zoals overeenkomt. Horizontale knoopsgaten n een naald aan de goede kant van het werk: het aangegeven aantal steken aangegeven in het tijdschrift afkanten. n de volgende naald (=aan de verkeerde kant van het werk): op de naald hetzelfde aantal steken opzetten wat voorheen afgekant is. teken opnemen anneer alle delen van het werkstuk gebreid zijn, om de kraag of de sluitingen van de voorpanden te vormen, worden de steken opgenomen door de naald in de kant te steken. anneer de steken opgenomen worden, in dezelfde richting als het werk, de naald in het midden van elke steek van de laatste naald insteken en breien zoals overeenkomt.

Lorsqu on relève les mailles sur un côté du tricot, du fait qu une maille est plus large que haute, piquer l aiguille dans chaque rang puis, au rg suivant, en tricotant le point indiqué, il faut effectuer des augmentations ou des diminutions (en les répartissant), afin d obtenir le nombre de mailles indiqué par l explication. Point arrière Placer les morceaux endroit contre endroit, et coudre le pourtour. Grafting ne fois le morceau tricoté, laisser les mailles en attente sans les rabattre. nfiler une aiguille à laine, placer les morceaux endroit contre endroit, et coudre en piquant l aiguille au centre des mailles, en alternant une maille d un morceau et une maille de l autre. Piquer toujours dans la maille précédente afin de former une couture solide, et lâcher les mailles de l aiguille à tricoter au fur et à mesure qu elles sont cousues. photo.ght Voir photo. e type de couture, plate et invisible, permet d imiter la continuité té du tricot. Point de côté opyright anneer de steken aan één kant van het werk opgenomen worden, er rekening mee houden dat een steek breder is dan lang. m deze reden de naald insteken in elke naald, maar in de volgende naald, wanneer de gewenste steek gebreid wordt, het benodigd aantal steken (verdeeld) meerderen of minderen tot het totaal aantal steken over is zoals aangegeven in de beschrijving van het werkstuk. AD tiksteek ijg de delen aan elkaar, goede kant tegen de goede kant en de vorm volgend van de delen. Grafting anneer een deel beeïndigd is, de steken niet afkanten, maar laten wachten. Doe een draad door de wolnaald, leg de 2 delen tegenover elkaar en naai de steken vast. Hierbij de wolnaald insteken in het midden van de steken, wissel een steek van één kant af met een steek van de andere kant en steeds de voorafgaande steek nemen zodat het goed samenvalt. Laat de steken van de naald vallen wanneer ze vastgenaaid zijn. ie foto. FL AA,.A. Deze naden zijn plat en onzichtbaar omdat het resultaat een verlenging van het breiwerk is. Platte steek Pour obtenir des coutures plates et des mailles bien alignées, coudre sur l endroit en piquant l aiguille dans chaque maille des deux morceaux. m platte naden en steken in één lijn te krijgen, aan de goede kant van het werk dichtnaaien en hierbij de naald in elke steek van één kant en de andere kant insteken. 17

MPLÉM Franges ouper un rectangle en carton de la même taille que la frange à confectionner. nrouler le fil autour du carton, en veillant à ce que les fils ne se chevauchent pas. Lorsque le carton est plein, couper les fils d un côté avec des ciseaux. Grouper les fils nécessaires pour former une frange, et les plier en deux. Piquant le crochet dans la lisière du tricot, prendre les fils à l endroit de la pliure, et les tirer sur l envers de l ouvrage, puis nouer la frange comme illustré sur la figure ci-contre. Pompons Découper deux disques en carton, de la même taille que celle du pompon, et pratiquer un trou au milieu. ntourer les deux disques joints avec le fil, en le faisant passer du centre vers l extérieur, jusqu à ce que les cartons soient entièrement remplis. opyright Passer les ciseaux entre les deux disques et couper tous les fils. VL Flosjes nip van karton een rechthoek van de gewenste afmeting van het flosje. ikkel de draad rondom het karton (zorg dat de draden naast elkaar vallen en niet over elkaar). anneer het karton vol is, met de schaar de draden aan één kant doorknippen. eem het benodigd aantal draden samen voor een flosje en dubbelvouwen. teek de haaknaald in de kant van het werkstuk, neem de draden bij de dubbelgevouwen kant op en haal dit naar de verkeerde kant van het werk, hierna het flosje vastknopen volgens figuur. Pompoenen FL AA, A,.A. Pompoene.A. nip van karton twee cirkels van de gewenste afmeting van de pompoen en maak een gat in het midden. eem de twee cirkels samen en wikkel het garen rondom de cirkels tot deze helemaal vol zijn. Met de schaar tussen de twee cirkels, alle draden doorknippen. 18 éparer les disques, nouer les fils au centre, puis retirer les disques. Le pompon est formé. Haal de twee cirkels uit elkaar, vastknopen in het midden en de cirkels eruit halen. r is een pompoen gevormd.

A A H atia a mis au point les explications pas à pas, en précisant tous les détails, pour les personnes désirant s initier à l art du crochet. Lisez-les attentivement et, en cas de doute, AA est à votre disposition pour vous répondre. ne multitude de travaux peuvent être réalisés au crochet. Les résultats sont extraordinaires. Le crochet utilise principalement 4 mailles de base: 9 M. chaînette l M. serrée 8 M. coulée 1 Bride AA, La combinaison de ces points débouche sur un grand nombre d effets, des plus simples au plus complexes, avec des résultats surprenants. n utilise des crochets de grosseur différente en fonction de la grosseur du fil employé. ous les ouvrages sont illustrés par des graphiques. Voir ci-après les instructions pour suivre un graphique. ous allons maintenant expliquer en détail, et à l aide de dessins, sins, les points de base, ainsi que certaines combinaisons, des finitions, etc. L explication de chaque point est accompagnée du signe correspondant que vous retrouverez sur les graphiques. BG M HAA A rochet Haakwerk atia heeft gedetailleerd, stap voor stap, de basis en beschrijvingen ontworpen voor degene die wil beginnen met haakwerk. Lees deze beschrijvingen aandachtig en als twijfels heeft, staat AA ter w beschikking voor eventuele vragen. Met de haaknaald kunnen oneindig veel werkstukken gemakkelijk gemaakt worden en met unieke resultaten. De basissteken voor het haakwerk bestaan uit 4 steken: opyrig pyright FL 9 Losse Loss l Vaste 8 Halve vaste 1 tokje n AA,.A. Door deze steken te combineren kunnen alle soorten werkstukken gehaakt worden, vanaf de meest eenvoudige tot de meest ingewikkelde, met verrassende effekten. r bestaan verschillende maten haaknaalden, die gebruikt worden afhangend van de dikte van het garen. Alle werkstukken worden beschreven met grafieken, later geven we instrukties hoe men een beschrijving moet volgen. nderstaand geven we een gedetailleerde beschrijving met tekeningen van de basissteken en enkele combinaties hiervan, afwerkingen enz. Bij de beschrijving van elke steek staat het symbool dat de steek weergeeft op de grafieken.used in the graphs are fully explained. 19

P D BA BA 9 Maille chaînette 9 Losse Appelée également maille en l air, c est le point de départ de tout ouvrage au crochet. La plupart des modèles commencent par des mailles chaînette. il s agit de la première fois que vous abordez le monde du crochet, nous vous conseillons de faire les mailles chaînette de départ avec un crochet plus gros (numéro plus élevé) que celui utilisé pour l ensemble de l ouvrage prévu. Le premier rang de l ouvrage est le plus compliqué à réaliser, du fait qu il n y a aucune base existante. l convient de travailler souplement, pour que les mailles chaînette ne soient pas trop serrées, afin de pouvoir ensuite y piquer le crochet plus aisément. enir le bout du fil entre le pouce et l index de la main gauche, passer le fil sur l index, puis entre l annulaire et le petit doigt. aisir le crochet, comme s il s agissait d un crayon, entre le pouce et l index de la main droite. Former une boucle, passer le fil sur le crochet et ramener ce fil à travers la boucle en tirant sur le crochet. La maille chaînette est formée. épéter la séquence pour obtenir le nombre de mailles chaînette nécessaire. La quasi-totalité des ouvrages au crochet débute par un cordon, ou un anneau, en mailles chaînette. Deze steek is de basis voor het beginnen met haken. Bijna alle werkstukken beginnen met lossen. ndien voor het eerst de haakwereld intreed, raden wij aan de beginlossen te haken met een grotere haaknaald dan aangegeven voor het te haken model. De eerste naald van het werk is het moeilijkst omdat er geen basis is om het werk vast te houden, het is daarom beter om de lossen heel los te haken om zo de haaknaald gemakkelijker in te kunnen steken. Het uiteinde van het garen tussen de duim en wijsvinger van de linkerhand houden, haal de draad over de wijsvinger en tussen de pink en ringvinger. De haaknaald vasthouden alsof dit een potlood is met de duim en wijsvinger van de rechterhand. Vorm een lus met de draad, zet de draad op de haaknaald en met de haak van de haaknaald deze draad naar achter trekken door de lus, er is een losse gevormd. Alo Herhaal steeds deze handeling tot het benodigd aantal lossen verkregen is. Bijna alle haakwerken beginnen met een ketting lossen of een ring lossen. 8 Maille coulée 8 Halve vaste Piquer le crochet dans la 2e m. chaînette à partir du crochet. Passer le fil sur le crochet, et le ramener à travers les deux boucles du crochet. La m. coulée est formée. l Maille serrée l Vaste onfectionner une chaînette (en m. chaînette), puis piquer le crochet dans la 2e m. chaînette à partir du crochet. teek de haaknaald in de 2e losse vanaf de haaknaald. et een draad op de haaknaald en haal deze door de 2 lussen op de haaknaald, er is 1 halve vaste gevormd. opyrigh yright FL AA AA, A, w.a. Haak een ketting lossen, steek de haaknaald in de 2e losse vanaf de haaknaald. 20 Passer le fil sur le crochet, et le ramener à travers la m. chaînette, on obtient 2 boucles sur le crochet. Passer de nouveau le fil sur le crochet, et ramener le brin dans les 2 boucles. et een draad op de haaknaald en haal deze draad door de losse, er staan 2 lussen op de haaknaald, zet opnieuw een draad op de haaknaald en haal deze draad door de 2 lussen.

La maille serrée est formée. Pour former une seconde maille, piquer le crochet dans la m. chaînette suivante, puis répéter la séquence à partir du point 2. roch. 1 m. serrée dans chaque m. chaînette. ne fois toutes les mailles formées, retourner l ouvrage, de manière à le placer sur la gauche du crochet. ommencer le rg suivant par une m. chaînette, et continuer par 1 m. serrée dans chacune des m. serrées du rg précédent. roch. la dernière m. sur la première m. chaînette du rg précédent. 1 1 Bride tokje Passer le fil sur le crochet. Piquer le crochet dans la 4e m. chaînette à partir du crochet. Passer le fil sur le crochet, et le ramener à travers la première boucle du crochet, on obtient boucles. Passer de nouveau le fil sur le crochet, et le ramener à travers 2 boucles. n obtient 2 boucles. Passer le fil sur le crochet, et le ramener à travers les 2 boucles restantes sur le crochet. opyright r is een vaste gevormd, om nog een vaste te haken, de haaknaald in de volgende losse insteken en de handeling van stap 2 herhalen. Haak 1 vaste in elke losse, bij het beeïndigen van alle steken, het werk keren, op deze manier valt het werk opnieuw aan de linkerkant. Begin de volgende naald met 1 losse en haak hierna 1 vaste op elk van de vasten van de voorafgaande naald. Haak de laatste st. op de beginlosse van de voorafgaande naald. ikkel de draad 1 maal om de haaknaald. teek de haaknaald in de 4e losse vanaf de haaknaald. et een draad op de haaknaald en haal deze draad door de eerste lus v.d. haaknaald, er zijn hierna lussen. FL AA, A,.A. et opnieuw een draad op de haaknaald en haal deze draad door 2 lussen, er zijn hierna 2 lussen. et opnieuw een draad op de haaknaald en haal deze draad door de 2 lussen die nog op de haaknaald staan. Passer le fil sur le crochet, et piquer celui-ci dans la m. chaînette suivante. ne fois le rg terminé, retourner l ouvrage et commencer le rg suivant par m. chaînette. et een draad op de haaknaald en steek de haaknaald in de volgende losse. anneer de naald beeïndigd is, het werk keren en de volgende naald beginnen met lossen. 21