Verslag. Inventariserend Veldonderzoek (boringen) Voorhout Jacoba van Beierenweg

Vergelijkbare documenten
Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

4 Archeologisch onderzoek

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische Quickscan

Averboodse Baan (N165), Laakdal

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische Quickscan

Plan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

Rotterdamseweg 202 in Delft

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas

Wildemanstraat te Elst. rapport 2766

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Heesch - Beellandstraat

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Pagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

Nieuwe Waalreseweg 199, Valkenswaard (gemeente Valkenswaard)

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

memo Locatiegegevens: Inleiding

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

RAAP-NOTITIE Plangebied De Botter te Hallum Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Pagina 1 van 8 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Pagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Archeologisch onderzoek De Berghorst te Enter Noord

Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek

Bureauonderzoek plangebied IJssalon Venezia op de Heuvel te Oss

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

30 sept OU

Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid

Archeologisch booronderzoek Eefselerweg 13a te Lievelde, gemeente Oost Gelre (GLD)

Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Dordrecht Ondergronds 33

Gramsbergen, Oostermaat 60 (Gemeente Hardenberg, Ov.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport /01Z

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Plangebied HOV Spooronderdoorgang Santpoort- Driehuis in Santpoort-Noord

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

De Kamp, Cothen. rapport 2089

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS)

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

Archeologische MonumentenZorg

Figuur 1. Resultaten onderzoek geprojecteerd op het Actueel Hoggtebestand Nederland (AHN).

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.

Gemeente Ede Plangebied Kerkhoflaan te Bennekom

Archeologische Quickscan

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

Herstructurerings- en ontwikkelingsplan Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

Transcriptie:

Verslag Inventariserend Veldonderzoek (boringen) Voorhout Jacoba van Beierenweg

Colofon: Opmaak: Textcetera, Den Haag ISSN 1569-2396 Archol, Leiden, 2005 Postbus 9515 2300 RA Leiden info@archol.nl 071-527 33 13 Colofon: Archol Rapport nummer 42 IVO Voorhout-Jacoba van Beierenweg Opdrachtgever: Fam. R. Venne Voorhout (particulier) Uitvoering: P.F.B. Jongste (projectleider), T.D. Hamburg (archeoloog) Auteur: dr. P.F.B. Jongste Beeldbewerking en gisbewerking: drs. W. Laan Projectleiding / autorisatie: dr. P.F.B. Jongste Archol BV Postbus 9515 2300 RA Leiden (071) 527 33 13 info@archol.nl juli 2005

3 Inhoud 1. Inleiding 5 Te verwachten verstoringen 5 Administratieve gegevens 6 2. Vondstmeldingen en archeologische verwachting 7 3. Methodiek in het veld 11 4. Resultaten van het archeologisch veldonderzoek 13 Bodemopbouw 13 Archeologische indicatoren 13 5. Waardering 14 6. Aanbevelingen en conclusies 16 Bijlage: boorstaten 17

Inventariserend Veldonderzoek Voorhout 5 Inleiding In verband met bouwplannen voor een huis en praktijkruimte aan de Jacoba van Beierenweg te Voorhout heeft Archol BV een verkennend archeologisch onderzoek uitgevoerd in juli 2005. Het plangebied heeft een maximale omvang van 12,5 bij 40 meter (500 m2) en ligt als braakliggend terrein ingeklemd tussen de bebouwing op nummer 92 en 98 ten noordwesten van de Jacoba van Beierenweg. Het booronderzoek had tot doel vast te stellen welke archeologische waarden in de ondergrond aanwezig zijn, deze te waarderen en aanbevelingen te geven voor behoud, al dan niet door middel van planaanpassing of vervolgonderzoek als behoud niet mogelijk zou zijn. Het plangebied is gelegen op de Indicatieve Kaart voor Archeologische Waarden (IKAW) in een zone van zeer hoge archeologische verwachtingen. Het terrein is gelegen op de top en westflank van een fossiele strandwal die gedurende de late prehistorie en (proto)historische perioden gebruikt kan zijn geweest. Enkele vondstmeldingen in de directe omgeving tonen menselijke bewoning van deze strandwal vanaf het Laat-Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd (2850 voor Chr. t/m 1950 na Chr.). Tijdens de veldkartering is geen vondstmateriaal van archeologische waarde aangetroffen, waardoor de indruk zou ontstaan dat een vindplaats ter plaatse door bodemingrepen (bijv. ploegen) en/of bioturbatie aan het oppervlak terecht kan zijn gekomen. Op grond van de resultaten van het booronderzoek is vastgesteld dat het gehele terrein tot 80 cm beneden maaiveld verstoord is, waarschijnlijk als gevolg van agrarisch gebruik (bollenteelt). Hierdoor is de verwachting dat de archeologische resten in de ondergrond grotendeels verstoord en verdwenen zullen zijn. In het westelijke deel van het plangebied is evenwel sprake van een archeologische indicator (aardewerkscherf: handgevormd, waarschijnlijk laatprehistorisch) ingebed in een humeuze zandlaag op 1,60 m diepte, waarvan wordt verondersteld dat sprake is van nederzettingsafval afkomstig van bewoning hoger op de strandwal in oostelijke richting. Gelet op de beperkte bouwingrepen in de ondergrond en de verwachting dat de bodem tot een redelijke diepte volledig verstoord is, zonder dat ter archeologisch materiaal aan het oppervlak te aangetroffen, wordt aan dit terrein een lage archeologische verwachting toegekend. Alleen wanneer de bouwingrepen dieper reiken dan ca. 70 cm beneden maaiveld, dient aanvullend archeologisch onderzoek plaats te vinden om vast te stellen of diepere sporen van bewoning op het terrein aanwezig kunnen zijn. Te verwachten verstoringen Op grond van het bouwplan (opgesteld door Onderwater en Partners: dd. 12-05-2005) wordt op het terrein een totaal oppervlak van 125 m2 direct door de bouwingrepen aangetast (afb. 4-6). Op het terrein wordt een woonhuis en praktijk aangelegd. Het te bebouwen deel van het plangebied ligt vooral aan de kant van de Jacoba van Beierenweg. Het oostelijke deel is op het ontwerp niet ingericht voor bebouwing. Het ontwerp voorziet niet in onderkeldering van de gebouwen. Hoewel op de opstandtekening geen indicatie is gegeven over de wijze waarop de gebouwen gefundeerd zijn, is de verwachting dat gelet op de ondergrond sprake zal zijn van een eenvou-

6 Inventariserend Veldonderzoek Voorhout dige fundering, waarbij de verstoring niet dieper zal gaan dan 30-50 cm. Verder is onduidelijk tot welke diepte de bodem verstoord zal worden in verband met de aanleg van nutsvoorzieningen (riolering, kabels en leidingen) en waar deze zullen worden gerealiseerd. Administratieve gegevens Datum Veldwerk 6 juli 2005 Uitwerking / Rapportage juli 2005 Opdrachtgever Fam. R. Venne Voorhout (particulier) Contactadres: V.O.F. Architectenbureau Piet Onderwater & Partners Uitvoerders Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol BV) Bevoegd gezag Gemeente Voorhout/provincie Zuid-Holland Depot Prov. Depot v. Bodemvondsten Zuid-Holland SIC VHT03 Archis waarnemingsnummer Locatie Gemeente: Voorhout Plaats: Voorhout Toponiem Jacoba van Beierenweg Coördinaten plangebied 93.735 / 471.560

Inventariserend Veldonderzoek Voorhout 7 2 Vondstmeldingen en archeologische verwachting Afbeelding 1 locatie (topkaart) en relevante archeologische meldingen Het terrein is gelegen in een zone met zeer hoge archeologische verwachtingen op de Indicatieve Kaart voor Archeologische Waarden (IKAW). De reden hiervoor is de aanwezigheid van een fossiele strandwal in de ondergrond die gelet op de verschillende vondstmeldingen en archeologische waarnemingen gedurende de late prehistorie, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd bewoond en/of geëxploiteerd is geweest (zie afb. 1-2). Op de kaart van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de provincie Zuid-Holland is hierop aansluitend deze zone aangemerkt als nederzetting met hoge waarde, langs een nederzettingslint met hoge waarde (afb. 3). De vondstmeldingen en waarnemingen uit de omgeving zijn (zie afb. 1-2): Nr. 4273: een losse vondst uit 1954 van een vuurstenen dissel uit het Laat- Neolithicum (2850-2000 v. Chr.) Nr. 22687: in 1968 is een inheems Romeins potje (12 v. Chr-450 n. Chr.) tijdens graafwerkzaamheden aangetroffen Nr. 45349: een losse vondst van een vuurstenen dolk uit het Laat- Neolithicum of Vroege Bronstijd (2850-1800 v. Chr.) gedaan in 1908. Nr. 24046: een losse vondst van gedraaid aardewerk uit de Romeinse tijd (12 v. Chr-450 n. Chr.) uit 1939. Nr. 7923: bij grondwerkzaamheden ter hoogte van de Boerhaveschool is in 1981 nederzettingsmateriaal uit de Late Middeleeuwen aangetroffen (aardewerk gedateerd tussen 1050-1500) en uit de Nieuwe Tijd (aarden pijpen: 1500-1600 en 1850-1950). Nr. 16883: uit 1987 is melding van een losse vondst van een bronzen randhielbijl uit de midden-bronstijd (1800-1100 voor Chr.)

8 Inventariserend Veldonderzoek Voorhout Afbeelding 2 projectie van de locatie op de IKAW Afbeelding 3 projectie van de locatie op de hoofdstructuur van Zuid-Holland

Inventariserend Veldonderzoek Voorhout 9 Afbeelding 4 projectie van de locatie op de kadastrale kaart van J. Kuijper (1868) Naar verwachting kunnen nederzettingsterreinen aanwezig kunnen zijn op de gehele strandwal. Deze nederzettingsterreinen zullen voor wat betreft de prehistorie en vroeghistorische perioden (t/m de vroege middeleeuwen) als losse huisplaatsen, solitair gelegen op de hogere zandgronden in de verder natte en drassige omgeving van het omliggende veengebied kunnen voorkomen, hoewel ook uitgestrekte nederzettingscomplexen die zich uitstrekken over de lengte van de strandwal niet uitgesloten kunnen worden. Vanaf de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd zou een verband met de vorming van gehuchten en dorpen in deze regio van invloed zijn geweest op de vestigingskeuze. Het plangebied ligt pal buiten de oude dorpskern van Voorhout waarvan wordt aangenomen dat deze zich gevormd heeft vanaf de 10e of 11e eeuw. Gaan we uit van de kadasterkaart van 1868 (J. Kuijper: afb 4) dan ligt het terrein in het buitengebied van Voorhout en Noordwijkse Hoek in de directe nabijheid van een zijweg van de voorganger van de Jacoba van Beierenweg die leidt naar een cluster van boerderijen. Het terrein zelf is op deze kaart onbebouwd. Ook op de kadastrale kaart van 1832 is geen bebouwing aangegeven. Het terrein heeft vanaf het eind van de 19e eeuw geen andere functie gehad dan agrarisch. Mogelijk is het onderdeel geweest van de bollenteelt die het gebied van de Duin- en Bollenstreek waartoe Voorhout behoort, kenmerkt. In de afgelopen 50 jaar heeft het terrein dienst gedaan voor de bollenteelt. Langs de weg hebben tevens enkele kassen gestaan.

10 Inventariserend Veldonderzoek Voorhout Omdat de bewoning zich vermoedelijk op de hogere delen van de strandwal zullen manifesteren kunnen door latere bewoning cq. bodemingrepen (met inbegrip van agrarisch gebruik) resten van archeologische vindplaatsen zijn opgenomen in de bouwvoor. Bij oppervlaktekarteringen kan vondstmateriaal als gevolg hiervan aan het oppervlak worden aangetroffen. Afhankelijk van de diepte van de verstoring door dit soort bodemingrepen kan een deel van de diepere grondsporen ter plaatse nog aanwezig zijn. Met name (water)kuilen, beerputten en greppels/sloten kunnen door hun diepte tot meer dan 1 meter onder het maaiveld aanwezig zijn.

Inventariserend Veldonderzoek Voorhout 11 3 Methodiek in het veld Afbeelding 5 projectie van de locatie op satallietbeelden met aangegeven de boringen met boornummers Voorafgaande aan het booronderzoek is het deels braakliggend en deel geploegde terrein afgelopen op archeologisch vondstmateriaal aan het oppervlak. Afgezien van enkele stukken modern vensterglas (waarschijnlijk afkomstig van de kassen) is aan het oppervlak geen materiaal aangetroffen. Vervolgens zijn drie boringen gezet in een raai schuin over het perceel en haaks op de onderliggende strandwal (zie afb. 5-6). De boringen liggen in de lengterichting op 17 meter van elkaar, waarbij boringnummer 2 midden op het terrein en beide andere boringen op 3 meter uit de perceelgrenzen zijn gezet (1 boring per 40 m2). De boringen zijn gezet met een Edelmanboor (diameter 7 cm) tot ongeveer 1,60 m diepte. Op dit niveau belette het grondwater dieper boren. Omdat de indruk bestond dat dieper boren geen aanvullende gegevens zou opleveren is hiervan afgezien. Wel is toevalligerwijs gelijktijdig met het booronderzoek op hetzelfde terrein voor zettingsberekening een mechanische diepteboring uitgevoerd tot 6 meter diepte die geen afwijkende gegevens opleverde over de bodemopbouw. De archeologische boringen zijn beschreven volgens Stiboka, waarbij lithologie, bodemvorming en archeologie zijn gedocumenteerd.

12 Inventariserend Veldonderzoek Voorhout Afbeelding 6 projectie van de boringen met nummers op het terrein op het ontwerp van Onderwater en Partners

Inventariserend Veldonderzoek Voorhout 13 4 Resultaten van het veldonderzoek Bodemopbouw Alledrie de boringen levert een traject met zand vanaf het maaiveld op. Dit bevestigt het idee dat het terrein gelegen is op een strandwal. In alledrie de gevallen bedraagt de dikte van de bouwvoor 70-80 cm. In boring 2 en 3 is sprake van een steriel zandpakket tot 1,60 m beneden maaiveld bestaande uit een lichtgrijs tot lichtbruingrijs matig siltig zand met plantenresten en kiezeltjes. In boring 1 is in afwijking hierop sprake van een niveau van bodemvorming op 1,20 m beneden maaiveld, bestaande uit een licht tot matig venige, donkergrijsbruine bodem van ongeveer 50 cm dikte. Gelet op het landschappelijke kader kan worden verondersteld dat boringen 2 en 3 op de strandwal en dat boring 1 langs de westflank van de strandwal in de overgang naar het veen en kweldergebied zijn gezet. Dit zou de venige en zandige laag op de diepte van 1,20 m beneden maaiveld kunnen verklaren. Archeologische indicatoren In boring 1 is ingebed in de venige laag op 1,60 m beneden maaiveld een klein aardewerkfragment aangetroffen (1,2 gram). Het gaat hierbij om dunwandig, handgevormd aardewerk dat met zand gemagerd is en waarvan een ouderdom in de late prehistorie of protohistorie voor de hand ligt. Mogelijk is het fragment een schaars relict van nederzettingsmateriaal dat in een huisplaats in de directe omgeving hoger op de strandwal aanwezig moet zijn geweest. Door het ontbreken van archeologische aanwijzingen in boring 2 en 3 is niet vast te stellen of deze vindplaats op dit terrein moet worden gesitueerd. Andere archeologische indicatoren zijn niet aangetroffen.

14 Inventariserend Veldonderzoek Voorhout 5 Waardering De vindplaats kan worden gewaardeerd op grond van drie waarde-categorieën (conform KNA, versie 2.2, voorjaar 2005): beleving, fysieke kwaliteit en inhoudelijke kwaliteit. Per categorie zijn criteria geformuleerd die telkens een score van 0, 1, 2 of 3 kunnen krijgen. Hoe hoger de score, des te groter de archeologische waarde van de vindplaats op dat punt. De totaalscore per categorie is bepalend voor de mate van archeologische hoogwaardigheid van de vindplaats als zodanig en de mate van noodzaak tot behoud en bescherming. Tevens wordt aangegeven wat de representativiteit is van de vindplaats: klein, gemiddeld, groot of zeer groot. Deze waardering wordt gebruikt voor de formulering van een selectieadvies, waarbij wordt bepaald wat het vervolgtraject is (bescherming, voortgezet onderzoek of vrijgeven) en wat voor maatregelen daartoe getroffen moeten worden. In tabel 1 is de waardering van de vindplaats beknopt weergegeven. De toelichting op de tabel geeft kort weer hoe de criteria gewogen zijn. Waarden Criteria Scores Totaalscore Beleving Schoonheid 0 0 Herinneringswaarde 0 Fysieke kwaliteit Gaafheid 1 2 Conservering 1 Inhoudelijke kwaliteit Zeldzaamheid 2 4 Informatiewaarde 1 Ensemblewaarde 1 Representativiteit klein Beleving: omdat van het oorspronkelijke cultuurlandschap weinig meer is te herkennen, kan de vindplaats voor schoonheid en herinneringswaarde geen score krijgen. Fysieke kwaliteit: de vindplaats scoort laag op de criteria gaafheid en conservering. Het terrein is redelijk diep verstoord door kastuinbouw en bollenteelt en daardoor zijn mocht er een vindplaats aanwezig zijn vermoedelijk alleen de allerdiepste sporen bewaard gebleven. Hoewel op basis van een vondst van een aardewerkfragment op 1,60 diepte in boring 1 een vindplaats hoger op de strandwal niet uitgesloten kan worden, is dat bij ontbreken van duidelijke andere aanwijzingen niet aannemelijk. De fysieke kwaliteit van de vindplaats zal dus klein zijn. Met een score van 2 punten is de vindplaats niet behoudenswaardig. Inhoudelijke kwaliteit: op grond van de enige vondst zou te verwachten zijn dat de vindplaats gedateerd moet worden in de late prehistorie (laat-neolithicum t/m ijzertijd) of protohistorische periode (Romeins of vroege middeleeuwen). Vindplaatsen op de strandwal uit deze periode zijn gemiddeld zeldzaam. Gelet op het ontbreken van andere archeologische indicatoren en de verwachting dat de vindplaats grotendeels verstoord zal zijn, zal de informatiewaarde klein zijn. Enige samenhang met andere locaties met vergelijkbare vindplaatsen is moeilijk vast te stellen. De afstand tot de andere

Inventariserend Veldonderzoek Voorhout 15 vondstmeldingen is minimaal 500 meter en daarmee blijft een kans op een nederzettingscomplex waartoe deze vindplaats behoort, gering. Op grond van de inhoudelijk kwaliteit van de vindplaats is de vindplaats niet behoudenswaardig. Het eindoordeel is dat de representativiteit van de vindplaats klein is.

16 Inventariserend Veldonderzoek Voorhout 6 Conclusies en aanbevelingen Het onderzoek heeft uitgewezen dat de vindplaats op basis van het booronderzoek als niet behoudenswaardig moet worden beoordeeld. Hoewel op voorhand niet mag worden uitgesloten dat er resten van bewoning in de ondergrond aanwezig zijn, lijkt daar op grond van duidelijke indicatoren geen sprake van te zijn. De aardewerkscherf in boring 1 doet wel vermoeden dat in de directe omgeving sprake kan zijn van laatprehistorische of protohistorische bewoning. Gelet op de voorgenomen bodemingrepen, zoals aangegeven op het bouwontwerp van Onderwater en Partners lijken de bodemingrepen beperkt te blijven tot de reeds verstoorde bouwvoor van 70-80 cm dikte. In dat geval kan het terrein vrijgegeven kunnen worden voor verdere planontwikkeling. Mochten evenwel aanpassingen plaatsvinden in het ontwerp waarbij bodemingrepen worden voorzien die veel dieper reiken dan de bouwvoor (bijvoorbeeld onderkeldering), dan zal de aanbeveling luiden dat het grondwerk archeologisch begeleid zal moeten worden, om zeker te zijn dat de ondergrond vrij is van archeologische resten. De overweging is dat, omdat sprake zou kunnen zijn van een afgetopte vindplaats op een strandwal, niet op voorhand kan worden uitgesloten dat er archeologische resten in de bodem aanwezig zijn. Hiertoe is een booronderzoek hoe fijnmazig ook niet toereikend en zal door middel van een grotere ontsluiting van een schoon opgravingsvlak pal onder de bouwvoor echt zekerheid worden verkregen.

Inventariserend Veldonderzoek Voorhout 17 Bijlage: boorstaten Algemeen Lithologie Archeologie boornummer Grondsoort Houtskool Opmerkingen laaggrenzen Bijmengsel Verbrande klei aard bovengrens Bijmengsel overig Onverbrand bot kleur Consistentie Verbrand bot Plantenresten Aardewerk Lithogenetische interpretatie Vuursteen Fosfaat Archeologisch puin 1 80 dbr z s1 los 1 X bouwvoor; grondwa ter op 0,50 -mv 95s lgr z s1 strandwal 120 dbr z s1 h2 1 licht venig 170 dbrgr z s1 h1 1 1 aw op -1,60 m -mv 2 70 dbr z s1 los 1 X bouwvoor 160 s lgrbr z s1 strandwal kiezeltjes 3 70 dbr z s1 los 1 X bouwvoor 90 s lgr zs s1 1 strandwal kiezeltjes 160 g lbrgr z s1 1 kiezeltjes Laaggrenzen: in cm beneden maaiveld Aard bovengrens: s (scherp), g (geleidelijke overgang) Kleur: dbr (donkerbruin), lgr (licht grijs) etc. Grondsoort: z (zand), zs (siltig zand) Bijmengsel: s1 (licht siltig) Bijmengsel overig: h1 (licht humeus), h2 (matig humeus) Plantenresten: 1 (weinig plantenresten)