DE TESTMETHODES. EN Gravimetrische stofconcentratie Kaliumjodidetest

Vergelijkbare documenten
Engineered Containment Solutions

LAB-Safety

WAARBORG VOOR VEILIGHEID OP HET LAB

VENTILATIE EN AFZUIGING IN HET LABORATORIUM

Lastafel MIG/MAG lassen en lastafel TIG lassen

LAMINAIRE LUCHTSTROOMKAST

BOSCH STOFZUIGER GAS 35 M AFC IN COMBINATIE MET 125 MM HAAKSE SLIJPER EN TNO/DUSTTOOL AFZUIGKAP

met TE-YD 28/59 holle boor en VC 20-U-Y stofzuiger

UIT DE PERS

Nieuwe laminar downflow werktafels beperken de blootstelling van medewerkers aan gevaarlijke stoffen tot een optimaal veilig niveau bij Syngenta.

Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel

Klaar voor de toekomst met DENIOS opslagvoorzieningen HET EUROPESE BRANDCOMPARTIMENT. 120 minuten brandwerend. Voor uw veiligheid en ons milieu

Inhoudstafel. Datum 30/01/2007 Vervangt versie 11/01/2006

Makita HR4510C SDS-max combihamer in combinatie met een Makita VC3210 LX1 stofzuiger

Hilti accu-boorhamer TE 4-A22 in combinatie met Hilti stofzuigmodule DRS-4-A

Makita HR2611F combihamer geschikt voor SDSplus in combinatie met een Makita VC2510 LX1 stofzuiger

Checklist: Gezondheidsklachten door fijnstof

Vliegtuig/helikopter onderhoud

Makita BHR242 snoerloze combihamer geschikt voor SDS-plus met Makita DX01 stofafzuigsysteem

Festool kantenfrees OFK 500 Q in combinatie met Festool stofzuiger CTL MINI

Eibenstock betonslijper EBS 180 H in combinatie met een Eibenstock stofzuiger DSS 35M ip

Luchthoeveelheidsbegrenzer. Luchthoeveelheidsbegrenzer. Dakopstanden voor ventilatoren. Model EH.VE EH.VE Bestelnr.

met TNO referentie haakse slijper 125 mm en TNO/Dusttool afzuigkap

Samenvatting van onderzoek Prestatietoets

Ronda 200H stofzuiger in combinatie met 125 mm haakse

VEILIG WERKEN MET LASERBRONNEN

Salespresentatie Colorex

Meelstof in de bakkerij

Pullman-Ermator S26 stofzuiger in combinatie met 125 mm haakse

Hilti diamantboormachines DD EC-1, REC, DD 110W, DD 130, DD 200, DD 350, DD 500 met watertoevoersysteem

HILTI TE 30-A36 ACCUBOORHAMER MET TE-CD 12/33 HOLLE BOOR EN VC 20-U-Y STOFZUIGER

Pullman-Ermator S13 stofzuiger in

in combinatie met Makita stofzuiger VC3210 LX1

NEG Serie (POEDER)AFZUIGKAST GEBRUIKERS- EN OMGEVINGSBESCHERMING

HILTI HAMERBOORMACHINE TE 6-A36 HAMERBOORMACHINE TE 6-S MET STOFAFZUIGMODULE TE DRS-M. Samenvatting van onderzoek Prestatietoets

GEVAARLIJKE STOFFEN IN HET LABORATORIUM

Bosch boorhamer GBH 5-40 DCE in combinatie met Bosch SpeedClean holle boor mm en Bosch stofzuiger GAS 35 M AFC

VERVOLG WERKEN MET KWARTSSTOF ARBOCATALOGUS MAATREGELEN OM BLOOTSTELLING

Makita tafelzaag LF1000 met Makita stofzuiger 447M

Makita excenter schuurmachine BO6030 met Makita stofzuiger 447M

Samenvatting van onderzoek Prestatietoets

Blootstelling aan geluid

FESTOOL PENDELKAPZAAGMACHINE HK85 MET FESTOOL STOFZUIGER CLEANTEC CTL MINI

starmix ISP ipulse ARDL-1635 stofzuiger in combinatie met 125 mm haakse slijper

HiKOKI ACCU BOOR-HAKHAMER DH36DMA MET AFZUIGADAPTER EN HiKOKI STOFZUIGER RP250YDM

VERHAGEN LEIDEN COMZU F3313 stofzuiger

GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN COATEN

Pullman-Ermator S26 stofzuiger in

DLF Serie VERTICALE LAMINAIRE FLOWBANKEN PRODUCTBESCHERMING

MIRKA DEROS excenter schuurmachine 650CV in combinatie met MIRKA DEROS stofzuiger DE 1025L

LAWAAI. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Tuinzaadbedrijven

Veiligheid noodzaak in de oppervlaktebehandelende industrie Surface Treatment Solutions THE AIRBLAST GROUP

afzuigadapter P en Makita stofzuiger 447M Samenvatting van onderzoek Prestatietoets

Makita BHR200SJE combihamer met stofafzuigaccessoire in combinatie met een Makita 447L stofzuiger

Pullman S1220/Dusttool

Makita VC3211M stofzuiger in. slijper en tno/dusttool afzuigkap. Samenvatting van onderzoek Prestatietoets

arboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet

Gezondheidsrisico s bij gebruik formaldehyde?

Engineered Containment Solutions

Makita betonschuurmachine PC5001C in combinatie met een Makita 447L stofzuiger

Schone lucht Op de werkplek

met Festool stofzuiger CTL MINI

LUISTER NAAR. DE RISICO S van PRAKTISCHE OPLOSSINGEN. Een initiatief van:

bosch gbh 2-23 rea combihamer voor sds-plus met geïntegreerd stofafzuigsysteem

Makita bandschuurmachine 100 mm 9403 met Makita stofzuiger 447M

Hilti plunjerschiethamer DX 460

Protectiefactoren voor de keuze van adembescherming. Dräger Nederland B.V.

Makita cirkelzaag 5143R met Makita stofzuiger 447M

8 uur MAKITA B04900V SCHUURMACHINE IN COMBINATIE MET MAKITA 447L STOFZUIGER. uur STOFVRIJWERKEN.TNO.NL

PREBES Back 2 basics

Toezichthouder Stralingsbescherming meet- en regeltoepassingen verspreidbare radioactieve stoffen - D. Proefexamen uitwerking open vragen

WEGWIJZER GEVAARLIJKE STOFFEN

Wat is de gewenste situatie? Werken met pilleermaterialen levert geen gezondheidsklachten op.

met Festool stofzuiger CTL MINI

8 uur MAKITA HR2611F COMBIHAMER IN COMBINATIE MET MAKITA STOFAFZUIGADAPTER EN VC2510L STOFZUIGER. uur kalkzandsteen STOFVRIJWERKEN.TNO.

Checklijst Werkplek kankervrij: ACRYLAMIDE

Combihamer in combinatie met DeWalt D25301D stofafzuigtelescoop

Avis juridique important 31988L0642

Bescherm u medewerkers met de beste lasbescherming in de markt

Checklist: Gezondheidsklachten door fijnstof

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

Resultaat Initieel onderzoek Luchtkwaliteit KunstKring Ruurlo

Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

Bedrijfsinterne richtlijn. Fenneke Linker. Arbeidshygiëne & Toxicologie

Makita BO4565K schuurmachine in combinatie met Makita VC2010L stofzuiger

DE ARBOCATALOGUS. Veilig en gezond werken in de installatie en isolatiebranches

STOFVRIJ WERKEN LASROOK

Bosch combihamer GBH 11 DE in combinatie met Bosch afzuigmodule GDE 162 en Bosch stofzuiger GAS 35 M AFC

2 uur. 1 uur BOSCH GBH 2-23 REA COMBIHAMER LOGO STOFVRIJWERKEN.TNO.NL IN COMBINATIE MET GEINTEGREERD STOFAFZUIGSYSTEEM

Bosch combihamer GSB 3-28 DFR in combinatie met Bosch afzuigtelescoop GDE 16 Plus en Bosch stofzuiger GAS 35 M AFC

Checklist Gezondheidsklachten door fijnstof

2 uur. 3 uur beton / baksteen MAKITA HR4510C COMBIHAMER IN COMBINATIE MET MAKITA STOFAFZUIGADAPTER EN VC3210L STOFZUIGER

Veilig werken met apparaten en machines

Voorlichting & Training. Gevaarlijke Stoffen

Samenvatting van onderzoek Prestatietoets

5 uur. 8 uur MAKITA 447M STOFZUIGER LOGO STOFVRIJWERKEN.TNO.NL IN COMBINATIE MET 125 MM HAAKSE SLIJPER EN DUSTTOOL AFZUIGKAP

Samenvatting. Vraagstelling

Het Asecos veiligheidsconcept

in combinatie met Samenvatting van onderzoek Prestatietoets Hilti Nederland B.V. Leeuwenhoekstraat XL Berkel en Rodenrijs Opdrachtgever:

FESTOOL CTM 36 E AC HD STOFZUIGER IN COMBINATIE MET 125 MM HAAKSE SLIJPER EN TNO/DUSTTOOL AFZUIGKAP

Transcriptie:

WWW.DENIOS.COM Het infoplatform m.b.t. opslag van gevaarlijke stoffen. Actuele wet- en regelgeving Praktijkgerichte informatie Het meest complete productprogramma voor het veilig werken met en het oplaan van gevaarlijke stoffen DE TESTMETHODES DENIOS BV in de benelux voor Nederland: Christiaan Huijgensweg 4 2408 AJ Alphen aan den Rijn Tel. +31 172 50 64 66 Fax +31 172 50 61 89 E-mail info@denios.nl www.denios.nl Voor België: Zandstraat 48/1 2980 Zoersel Tel. +32 3-312.00.87 Fax +32 3-311.73.51 E-mail info@denios.be www.denios.be DENIOS International: Denemarken Tel. + 45 76 24 40 80 Duitsland Tel. + 49 5731 75 31 23 Frankrijk Tel. + 33 232 43 72 80 Groot-Brittannië Tel. + 44 1952 81 19 91 Italië Tel. + 39 010 96 36 743 Oostenrijk Tel. + 43 662 52 05 33 Polen Tel. + 48 46 832 60 76 Slowakije Tel. + 421 327 43 04 67 Spanje Tel. + 34 902 88 41 06 Tsjechië Tel. + 420 383 31 32 24-7 Verenigde Staten Tel. + 1 502 9 33 72 72 Zweden Tel. + 46 36 39 56 60 Zwitserland Tel. + 41 56 417 60 60 EN 14175-3 Gravimetrische stofconcentratie Kaliumjodidetest

HET AFSCHERMEN VAN DE BRON DOOR TOEPASSING VAN VENTILATIE- TECHNIEKEN BIJ HET WERKEN MET GEVAARLIJKE STOFFEN. Het VARIO-Flow systeem van DENIOS biedt een veelzijdige werkplek voor het werken met gevaarlijke en actieve vloeistoffen en poedervormige stoffen binnen de industriële sector en op het laboratorium. Het veiligheidsniveau wordt afgestemd aan de hand van risico-inventarisatie en het door DENIOS ontwikkelde Total-Containment-Concept. Hiervoor is een stappenplan ontwikkeld waarmee op basis van het geaccepteerde rest-risico de juiste voorziening kan worden gekozen. De continuïteit waarmee de veiligheid kan worden gewaarborgd wordt aangetoond door testmethoden en periodieke controles. Het blootstellingsniveau. Het door de wetgever bepaalde stappenplan. De veiligheidsniveaus en afschermingsfactoren. De testmethoden van de VARIO-Flow werktafels. 1. Conform EN 14175-3. 2. Gravimetrische stofconcentratie. 3. Kaliumjodidetest. De continuïteits controlemethoden. 1. Conform EN 14175-3. 2. Het veiligheidstechnische dossier. 3. De FAT, Factory Acceptance Test 4. De SAT, Site Acceptance Test. 5. De periodieke controle. VENTILATIETECHNIEKEN VOOR BESCHERMING VAN WERKNEMERS BIJ HET WERKEN MET GEVAARLIJKE STOFFEN 2 3 3

BLOOTSTELLING WERKNEMERS BIJ WERKEN MET GEVAARLIJKE STOFFEN. Als werknemers tijdens het werk blootgesteld (kunnen) worden aan gevaarlijke stoffen, dan is de werkgever verplicht de mate (hoeveelheid) van blootstelling te beoordelen. Een optimaal veiligheidsbeleid rond het werken met gevaarlijke stoffen begint bij de persoonlijke veiligheid van uw werknemers. Ongezonde en onveilige werksituaties leiden tot ziekteverzuim en schade aan de gezondheid van werknemers. Ook is het voldoende bekend dat een goed sociaal beleid met aandacht voor de gezondheidsrisico s van werknemers motiverend werkt en zo een bijdrage levert aan de kwaliteit en de kwantiteit van het geleverde werk. Op basis van de Europese en nationale Arbowetgeving dient de werkgever een beleid te voeren, dat risico s voor de veiligheid en gezondheid van werknemers zoveel mogelijk uitsluit. Dit geldt in het bijzonder voor situaties waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Vaak wordt gedacht dat het gebruik van chemische agentia, en bijgevolg de daarmee verbonden risico s, zijn beperkt tot chemische en aanverwante industrieën, zoals de farmaceutische of de petrochemische industrie die de chemische agentia feitelijk fabriceren. Deze opvatting is geheel onjuist, immers, chemische agentia worden heden ten dage praktisch overal gebruikt; niet alleen op het werk maar ook bij huishoudelijke, educatieve en recreatieve activiteiten, in de vorm van reinigingsmiddelen, kleefmiddelen, cosmeticaproducten, enz. De uit de toepassing van chemische agentia voortvloeiende risico s kunnen derhalve op een groot aantal werkplekken worden aangetroffen, zowel in de industrie, in de landbouw als in de dienstensector. Blootstellingsniveau. Het blootstellingsniveau is een waarde die aangeeft in welke mate uw werknemers de gevaarlijke stof binnenkrijgen. De waarde hangt af van de volgende factoren: De gevaarlijke eigenschappen van de chemische agentia. De dosis gevaarlijke stof waaraan een werknemer wordt blootgesteld. Het type blootstelling (via de huid, inademing...);. Hoe vaak en hoe lang de blootstelling plaats vindt. HET BLOOTSTELLINGSNIVEAU KAN WORDEN BEPAALD DOOR ONDER MEER: Het door een deskundige uitvoeren van metingen. Een deskundige vergelijking met meetresultaten in vergelijkbare situaties. Met onderbouwde schattingen. Voor de evaluatie van de blootstelling aan gevaarlijke chemische agentia door inademing kan de norm NEN-EN 689:1995 (Werkplekatmosfeer - Leidraad voor de beoordeling van de blootstelling bij inademing van chemische stoffen voor de vergelijking met de grenswaarden en de meetstrategie) worden gevolgd. De uitkomst van de blootstellingsbeoordeling moet worden vergeleken met de wettelijke grenswaarden van de betreffende stof of stoffen. Als het blootstellingsniveau hoger blijkt te zijn dan de grenswaarde, moeten direct maatregelen worden genomen. 4 5 5

HET DOOR DE WETGEVER BEPAALDE STAPPENPLAN. Voor het bepalen van de juiste maatregelen dient men de volgende fasen te doorlopen: 1. Het wegnemen van de bron. Wanneer de oorzaak van het risico kan worden weggenomen, heeft dat de voorkeur. Een bekend voorbeeld is het vervangen van oplosmiddelhoudende verf door verf op waterbasis. 2. Het afschermen van de bron door ventilatietechnieken. Wanneer de bron niet te elimineren is, zijn er verschillende mogelijkheden met ventilatietechnieken die een goede oplossing bieden om de werknemer op de juiste wijze te beschermen tegen de risico s. Formeel noemen we dit: risicobeheersing door technische maatregelen. 3. Het scheiden van mens en bron. Wanneer ventilatie (afzuigsystemen) onvoldoende vermindering van emissieblootstelling biedt, moet de risicobron worden afgeschermd. Dit kan bijvoorbeeld door een handschoenenkast, een traditionele zuurkast op het laboratorium, of door het menselijk handelen te vervangen door machines of robots. 4. Het toepassen van persoonlijke beschermingsmiddelen. De persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) vormen de laatste barrière tussen de gevaarlijke stoffen en de werknemer. Het toepassen van persoonlijke beschermingsmiddelen is vandaag de dag nog altijd het meest vanzelfsprekend. Anders dan de praktijk uitwijst, zijn persoonlijke beschermingsmiddelen echter alleen toegestaan wanneer de eerder genoemde maatregelen niet toepasbaar zijn of onvoldoende bescherming bieden. Plaatselijk afzuigen zonder barrières. Plaatselijke afzuiging creëert door middel van aanzuiging een luchtstroom voor het afvangen van de verontreinigende stoffen in de onmiddellijke omgeving van de bron die deze veroorzaakt. De ervaring leert dat het creëren van barrières bij plaatselijke afzuigsystemen of het beperken van bewegingsvrijheid negatieve gevolgen heeft voor de productiviteit en dat werknemers de werkzaamheden bovendien als onprettig ervaren. Het gevolg is dat barrières worden weggenomen en de voorziening het gewenste veiligheidsniveau niet meer biedt. Een bekend voorbeeld is de zuurkast in een laboratorium. Om veilig te werken dient het schuifraam grotendeels gesloten te zijn; de hoogte van de opening mag maximaal 40 cm bedragen. Dat werkt niet prettig, met je neus tegen het raam, en in sommige gevallen werkt het zelfs helemaal niet, bijvoorbeeld wanneer er een hoog voorwerp op het werkblad staat. Effectiviteit van afzuiging. Conventionele afzuiging verliest na het verlaten van het afzuigkanaal vrijwel onmiddellijk kracht en snelheid. Op een afstand circa gelijk aan de doorsnede van het afzuigkanaal is al 95% van de effectiviteit verloren. Bij het toepassen van conventionele afzuigsystemen gaat er veel energie verloren. Bovendien functioneren deze alleen wanneer de afzuigopening zich in de nabijheid van de bron bevindt. Door te blazen i.p.v. te zuigen kan men met weinig energie veel effectiviteit bereiken. Blazen is echter ongecontroleerd. De oplossing is dan te vinden in een juiste combinatie van blazen en afzuigen, door met gecontroleerde luchtstromen de emissie naar de afzuiging te brengen, pal voor de afzuigopening, daar waar de effectiviteit optimaal is. Deze uitgave beperkt zich hoofdzakelijk tot stap 2: HET AFSCHERMEN VAN DE BRON DOOR VENTILATIETECHNIEKEN. Het scheiden van mens en bron komt in beperkte mate aan de orde bij het beschermingsniveau 4 en de techniek die gebruikt wordt voor traditionele zuurkasten. Luchthuishouding in een VARIO-Flow werktafel. 6 7 7

RISICO-INVENTARISATIE. Wanneer er een enkele keer gewerkt wordt met een relatief ongevaarlijke stof, zal men in de regel genoegen nemen met een eenvoudige oplossing. Bijvoorbeeld één of twee afzuigarmen die prima werk doen, mits de afzuigopening zich vlak bij het emissiepunt bevindt. Wordt er gewerkt met gevaarlijke stoffen, dan wordt het al gauw anders en zijn er betere voorzieningen gewenst, die in de regel ook prestatiebevorderend werken. Een goede risico-inventarisatie is dus op z n plaats. Hierbij wordt gekeken naar de aard van de werkzaamheden, de gevaarsaspecten van de stoffen waarmee gewerkt wordt en de intensiteit. Op basis daarvan wordt het risico bepaald. Bij een OEL meting (Operational Exposure Level) uitgedrukt in ppm of µg/m³ kan de omvang van de blootstelling en het risico op inademing eenvoudig worden bepaald door de omgevingsconcentratie te vermenigvuldigen met de duur van de blootstelling. Vermindering van één of beide variabelen leidt tot de vermindering aan blootstelling Een dergelijke bepaling begint bij een neutrale meting om de conditie van de ruimte te kunnen vaststellen wanneer er geen werkzaamheden worden uitgevoerd. Vervolgens wordt er een meting uitgevoerd tijdens werkzaamheden, zonder dat er beschermende voorzieningen zijn getroffen. Het verschil wordt veroorzaakt door de werkzaamheden. Op basis van de emissie-eigenschappen en de intensiteit van de werkzaamheden kan nu het gewenste veiligheidsniveau worden bepaald. Niveau 3: Laminair Downflow DE VEILIGHEIDSNIVEAUS. De veiligheidsniveaus bieden een afschermingsfactor waarmee de OEL meting wordt gedeeld om het theoretische veiligheidsniveau te kunnen bepalen. Op basis hiervan, en de intensiteit van de werkzaamheden, kan er een keuze gemaakt worden voor de juiste afzuigvoorziening. Beschermingsniveau Afzuigtechniek Afschermingsfactor Restrisico OEL in µg/m³ 0 Geen voorziening 1 100.00 1 2 Wandafzuiging Puntafzuiging Ejectortechniek VARIO-Flow Zuurkast, raamopening max. 40 cm 15-90 10.000-1.000 750 1000-100 3 Laminair-downflowtechniek 8.000-20.000 100-10 Laminair-downflowtechniek met barrière 20.000-34.000 10-1 4 Isolator handschoenenkast 100.000 <0,01 8 9 9

Niveau 1: Conventionele afzuigtechniek Niveau 1 gaat uit van conventionele afzuiging, zoals wandafzuiging, afzuigkappen, afzuigarmen etc. en is van toepassing op werksituaties waarbij het afzuigpunt op beperkte afstand van het emissiepunt geplaatst kan worden. Niveau 3: Laminair-downflowtechniek Laminair-downflow booth-units bieden het hoogst haalbare veiligheidsniveau bij het open werken met gevaarlijke (actieve) vloeistoffen en poedervormige stoffen. Werknemers werken in een open ruimte, waardoor de bewegingsvrijheid optimaal is en er vrijwel zonder belemmeringen efficiënt gewerkt kan worden. De mate van persoonsbescherming en bescherming van de omgeving is extreem hoog. Niveau 2: Ejectortechniek, VARIO-Flow GAP-werkplekken De modulaire VARIO-Flow GAP-werkplekken bieden een optimale bronafscherming door schone-luchtsluiers aan de boven- en onderzijde van de werkopening. Met een geheel open voorzijde creëert het systeem een veilige en comfortabele werkplek waarbij er vrijwel geen sprake is van belemmeringen Niveau 4: Het scheiden van mens en bron Bij niveau 4 wordt het emissiepunt volledig gescheiden van de gebruiker, waardoor het hoogste beschermingsniveau wordt bereikt. Dit heeft wel gevolgen voor de mate van bewegingsvrijheid. Een voorbeeld van een niveau-4-voorziening is een zogenaamde handschoenenkast of isolator. 10 11 11

D VARIO-Flow LDF D VARIO-Flow FLX D VARIO-Flow GAP VARIO-FLOW WERKTAFELS COMBINEREN DE BESCHERMINGSNIVEAUS 2, 3 EN 4. De nieuwe serie roestvast stalen VARIO-Flow werktafels van DENIOS zijn gestandaardiseerd in de 3 meest gevraagde breedtematen; 1.200, 1.500 en 1.800 mm. Door standaardisatie zijn engineerings- en productiekosten gereduceerd, waardoor er een optimale prijs-kwaliteitverhouding is gerealiseerd. Luchttechnisch is de nieuwe serie beschikbaar op basis van 3 veiligheidsniveaus: VEILIGHEIDSNIVEAU 2: VARIO-Flow GAP (op de foto rechts). De bestaande, bewezen techniek waarbij er door ejectoren een luchtgordijn aan de boven- en onderzijde van de werkopening wordt gecreëerd en het schuifraam niet meer nodig is. VEILIGHEIDSNIVEAU 3: VARIO-Flow LDF (op de foto links). Het hoogst mogelijke veiligheidsniveau met een volledig open front wordt bereikt door toepassing van laminair-downflow luchttechniek. VEILIGHEIDSNIVEAU 2 & 4: VARIO-Flow FLX (op de foto midden). Deze nieuwe uitvoering zou de all in one genoemd kunnen worden. In volledig open stand werkt het systeem gelijkwaardig aan de GAP-serie. Door het schuifraam gedeeltelijk te sluiten wordt er bescherming tegen spatten geboden en kan de afzuigcapaciteit met 60% gereduceerd worden. Wanneer het tweede deel van het front wordt gesloten, scharnierend vanaf het werkblad, verandert het systeem in een volledig afgesloten handschoenenkast en wordt het veiligheidsniveau 4 bereikt, waarbij de mens volledig is gescheiden van de bron. 12 13 13

TESTMETHODES VENTILATIETECHNIEKEN. Tot voor kort werd het geboden veiligheidsniveau van een zuurkast op locatie bepaald door de luchtintredesnelheid onder het schuifraam. Door het verkleinen van de werkopening met behulp van het schuifraam wordt een inwaartse luchtstroming (raamsnelheid) bereikt in de werkopening, waarbij een gemiddelde lineaire luchtsnelheid in de werkopening tussen 0,25 0,45 m/s in de meeste gevallen voldoende bescherming geeft. Hierbij wordt geen rekening gehouden met verstorende factoren zoals personen die voor de zuurkast bewegen en apparatuur in de zuurkast die de luchthuishouding kunnen beïnvloeden. Testmethode volgens EN 14175 deel 3. In de norm voor zuurkasten, de (NEN) EN 14175, wordt de testmethode beschreven in deel drie. Hierbij wordt de uittredende emissie vastgesteld waarbij verstoring wordt gesimuleerd. Omdat uitsluitend de testmethode is bepaald en er geen minimumeisen aan zijn verbonden dienen de testgegevens van ieder type zuurkast met het product te worden meegeleverd, zodat het veiligheidsniveau kan worden beoordeeld. Dit niveau is ook de basis voor de periodieke inspecties op locatie, waarbij de zuurkast op praktijkniveau wordt beoordeeld en de resultaten worden vastgelegd in de risico-inventarisatie. 3 2 1 Testen op basis van de EN 14175 deel 3 met grenswaarden op basis van DIN 12924-4. Om het veiligheidsniveau in een VARIO-Flow GAP aan te kunnen tonen zijn de testen uitgevoerd volgens EN 14175-3, waarbij de maximaal toelaatbare concentratie van 2.000 ppm uit de DIN 12924-4 als veiligheidsniveau werd bepaald. De DIN 12924-1 definieert een maximaal toelaatbare concentratie van 2.000 ppm schadelijke stof. Hierbij is een veiligheidsfactor gedefinieerd van 3,5 op basis van de laagst bekende onderste explosiegrens van waterstof, zijnde 7.000 ppm. De hoogst gemeten concentratie tijdens de diverse VARIO-Flow GAP-testen bedroeg 320 ppm. Uitgaande van de laagst bekende explosiegrens bedraagt de veiligheidsfactor derhalve 20. Testmethode volgens gravimetrische stofconcentratie (persoonsbeschermingstest). Om op locatie de veilige werking aan te tonen van een afzuigsysteem wordt deze test uitgevoerd met direct uitlezende meetapparatuur, waardoor het mogelijk is om een kortstondige verhoging van deeltjesconcentratie te meten die in de ademzone kunnen binnendringen tijdens operationele omstandigheden. Tegelijkertijd wordt er met meetapparatuur vlak voor het afzuigsysteem gecontroleerd of de stofconcentratie oploopt ten opzichte van de achtergrondconcentratiemeting. De toename van stofconcentratie voor de werkplek en binnen de ademzone dienen zo laag mogelijk te zijn, bij voorkeur niet meer dan 0,1% van een gegenereerde concentratie in de werkplek (10-20 mg/m³). Bij het testen van diverse VARIO-Flow GAP afzuiginstallaties is geen waarneembare verhoging van de stofconcentratie buiten het werkgebied van de afzuiginstallatie aangetoond. Het retentievermogen van VARIO-Flow GAP afzuiginstallaties kan worden gesteld op > 99,95%. Hierbij is rekening gehouden met een onzekerheidsfactor van +/- 0,005 mg/m³. Testmethode volgens EN 14175 deel 3. 1. VARIO-Flow werkplek waarin het testgas wordt vrijgegeven. 2. Meetvlak met 9 sensoren die de uittrede vaststellen. 3. Bewegingssimulatie tijdens de testprocedure. 14 15 15

DE KALIUMJODIDETEST. De kaliumjodidetest is ontworpen om de beschermende werking van ingaande luchtstromen in veiligheidskabinetten te beproeven op functionaliteit. De speciale testapparatuur is bekend onder de naam KI-discus (merknaam). Buiten deze specifieke toepassing is er ook onderzoek gedaan naar het testen van o.a. zuurkasten met de KI-Discusopstelling en op andere toepassingen die beogen bescherming te bieden aan operators op basis van luchtafzuiging en containment. Bij deze kaliumjodidetest worden kaliumjodidedeeltjes met grote snelheid rondgeslingerd vanaf een zogenaamde KI-discus en vormen daarmee een zware belasting voor instromende lucht. Na verdamping van de alcohol blijven de droge kaliumjodidedeeltjes over. De kenmerken hiervan zijn uniek, waardoor uitkomsten niet verstoord kunnen worden door de aanwezigheid van vreemde deeltjes. Bij deze test wordt de KI-spinningdisc (aerosolgenerator) op een afstand van 100 mm geplaatst vanaf de binnenrand van de raamopening aan de voorzijde en worden er vier aanzuigmonsterkoppen op een afstand van 150 tot 160 mm van het raam geplaatst. Om aan te tonen dat VARIO-Flow GAP afzuigsystemen van DENIOS niet alleen een zeer hoge veiligheid bieden bij werkzaamheden met gevaarlijke vloeistoffen, maar ook bij gevaarlijke poedervormige stoffen, is door de brede toepassing gekozen voor de kaliumjodidetest. In verband met de hoogte van de werkopening is gekozen voor de testprocedure zuurkast. Deze test dient voor dit type afzuigkabinet als zware belastingtest beschouwd te worden. Tijdens de testprocedure was er sprake van een volledig open front met een werkopening van (B x H) 1.120 x 1.150 mm. De KI-spinningdisc was op een afstand van 100 mm geplaatst vanaf de binnenrand van de voorzijde van de werkplek. De eisen die gesteld worden aan een microbiologisch veiligheidskabinet typeklasse I of II volgens ISO 12469 bepalen dat er niet meer dan 62 dots per filtermembraam gevonden mogen worden, waarbij de beschermingsfactor dan wordt bepaald op 100.000. De VARIO-Flow GAP met volledig open front (B x H) 1.120 x 1.150 mm is 6 keer getest (3 keer met KI spinningdisc op 100 mm, 3 keer op 200 mm afstand vanaf de binnenrand). Alle testresultaten gaven een beschermingsfactor 100.000 volgens ISO 12469 aan. Het hoogst aantal gemeten dots bedroeg 28. Vervolgens zijn alle testmethoden herhaald bij het FLX model waarbij het schuifraam gesloten was en de frontopening beperkt was tot (B x H) 1.120 x 400 mm. De afzuigcapaciteit werd hierdoor met 60% gereduceerd tot 240 m³/uur. CONCLUSIE: De VARIO-Flow GAP is een veelzijdige werkplek voor het werken met gevaarlijke en actieve vloeistoffen en poedervormige stoffen. Het bewezen veiligheidsniveau is aangetoond met: EN 14175-3 Maximaal toelaatbare concentratie van 2.000 ppm uit de DIN 12924-4 Gravimetrische stofconcentratie Met een retentie > 99,95% Kaliumjodidetest (Ki-discus) Beschermingsfactor volgens ISO 12469 100.000. Het hoogst aantal gemeten dots bedroeg 28. 16 17 17

HET VEILIGHEIDSTECHNISCHE DOSSIER. De 3 typetestmethodes zijn de basis voor de veiligheidstechnische onderbouwing van het DENIOS VARIO-Flow Systeem. Elk individueel systeem wordt geleverd met een technisch dossier, waarin in de eerste plaats de individuele luchttechnische voorziening in detail wordt omschreven en vervolgens de doelstelling wordt vastgelegd en externe vereisten worden vermeld die nodig zijn om het systeem te laten functioneren (afzuigcapaciteit, elektra etc.). FAT Voorafgaand aan de levering vindt er een FAT (Factory Acceptance Test) plaats, waarbij alle technische aspecten worden gecontroleerd, een optische inspectie plaatsvindt en een veiligheidstechnische test van de luchthuishouding in een neutrale omgeving wordt uitgevoerd, op basis van de standaard bepaalde instellingen gelijk aan de testomgeving. Daarna wordt het systeem transportklaar gemaakt en eventueel gedemonteerd. SAT De VARIO-Flow werktafel wordt door DENIOS-specialisten op locatie geplaatst en geïnstalleerd, eventueel gelijktijdig met de afzuiginstallatie. Na complete installatie vindt er een SAT (Site Acceptance Test) plaats, waarbij de volledige FAT-procedure nogmaals doorlopen wordt, echter niet in een neutrale omgeving, maar in de praktijk, waarbij de werkelijke werkzaamheden ook worden uitgevoerd of gesimuleerd. PERIODIEKE CONTROLE. Het technisch dossier vormt de basis voor de periodieke inspecties. De toetsingscriteria van de SAT-inspectie zijn de maatstaven bij periodieke controle en kunnen worden aangepast wanneer de aard van de werkzaamheden aan de werkplek verandert. Maatstaven worden dan opnieuw bepaald op basis van risico-inventarisatie. 18 19 19