Taakvelden In artikel 16 van de Kerkorde wordt een korte omschrijving gegeven van de taak van de predikanten.



Vergelijkbare documenten
PROFIEL VAN DE PREDIKANT

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER

Missie Nederlands Gereformeerde Kerk Voorthuizen-Barneveld

Formulier om dienaren van het woord te bevestigen

Wat is op deze vragen jullie antwoord? (antwoord)

Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft (Joh. 7:3 8)

Gedragscode voor ambtsdragers en kerkelijke werkers in de Nederlands Gereformeerde Kerken.

Identiteitsdocument Met de Bijbel op weg de wereld in

Gereformeerd onderwijs 2.0

Functieprofiel jeugdpredikant en pastoraal werker. A. Gemeenteprofiel

Liturgische teksten en gebeden

Bespreken Zondag 26 en 27

FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN DIENAREN DES WOORDS. Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Welkom. En nu? Ds. H.W. van Egmond Ds. H.G. Gunnink

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen

Formulier om ouderlingen en diakenen te bevestigen

Hoe gaan we om met gemeenteleden die ongehuwd samenwonen? (Jongeren, bespreek dit eens met elkaar en met je ouders.)

Orde voor de verbintenis van een dienaar des Woords aan een tweede of volgende gemeente of aan een ander dienstwerk

Beleidsplan Hervormde Gemeente. s Grevelduin- en Vrijhoeve-Capelle

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

Gemeentevisie van de evangelische gemeente te Ommen (aanvaard februari 2014 )

opdat u ten volle zou kunnen begrijpen met alle heiligen, wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is, en u de liefde van Christus zou kennen,

Profiel, functieomschrijving en benoeming van de classispredikant

Moduleboek Homiletiek. Leerjaren 3 en 4

Beleidsplan van de Regenboogkerk te Epe voor 2011 tot en met 2015

Gedragsregels. Oud nieuw Algemeen. door het kerkgenootschap gestelde regels. zijn kerkgenootschap gestelde regels.

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Functieprofiel gemeentepredikant De Fontein Zwolle-West ( )

Pastoraat wat is dat?

Kerkenraad - Hervormde gemeente Meerkerk. Verslag gemeenteavond d.d. 23 april 2014 in Het Anker, aanvang uur.

Regionale en landelijke structuren

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

Voorstel inzake wijziging ord. 3 c.a. (wijzigingen i.v.m. HBO-theoloog/kerkelijk werker) 1. Inleiding

Aan: Wijkkerkenraden Van: Algemene Kerkenraad Betreft: Discussienotitie beleidsplan Hervormd Dordrecht Datum: mei 2013

Wil jij... PPP OPLEIDINGEN

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

Beleidsplan Hervormde Gemeente Scherpenzeel. 1 van 7

Beleidsplan Stichting Harvest Celebration Center

ORDINANTIE 13 DE OPLEIDING EN VORMING VAN PREDIKANTEN 1

Protestantse wijkgemeente Zuid GOEDE HERDERKERK TE HOOGEVEEN. Beleidsplan

Kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland

Identiteitsdocument Sprank

Geloven in Scholen met de Bijbel

FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN MISSIONAIRE DIENAREN DES WOORDS. Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Als een baken op zee

LICHT IN DE STAD

Beleidsplan. Hervormde gemeente Zutphen b.a. Irene

Cursussen Inschrijven. winterwerk Waarom mee doen? Moet ik lid van de Hervormde gemeente Garderen zijn om mee te mogen doen?

HERVORMDE GEMEENTE HARDERWIJK WIJK DE REGENBOOG BELEIDSPLAN

Profiel missionair werker (M/V) Project Licht op Zuid. Protestantse gemeente te Rotterdam Zuid. Hervormde wijkgemeente Maranathakerk

Verslag over A. Algemene gegevens. Christelijke Gereformeerde Kerk te Leiden Telefoonnummer (facultatief):

in verbinding schoolplan

Verlangen naar een nieuwe kerk. Inleiding

De Bijbel open (30-11)

Identiteitsdocument UITGANGSPUNTEN/PREAMBULE

Relatie <> Religie. Beste Galsem,

ANBI-gegevens Hervormde gemeente te Zevenhuizen A. Algemene gegevens

RSIN KVK NUMMER:

Bevestiging ouderling-kerkelijk werker (met bijzondere bevoegdheid)

RSIN NUMMER: KVK NUMMER:

Handreiking bij een spirituele zoektocht.

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Timotheüs 4, 12 en 5, 1-2 Ochtenddienst Bevestiging ambtsdragers

Publicatie van de ANBI-transparantie gegevens van de Kerk van de Nazarener Hoekse Waard.

Hervormde Gemeente Bergschenhoek Beleidsplan

Pas op voor eenrichtingsverkeer bij evangelisatie

Beleidsplan van de Protestantse Tweestromengemeente te Rossum Heerewaarden Hurwenen

De hartslag van ons leven Beleidsplan

Liturgie voor de vierde zondag van Advent en bevestigingsdienst

Handboek. voor ouderlingen en oudsten. Peter van de Kamp (red.) Ad Heystek Willem van der Horst Sake Stoppels

Mijn gelijk en ons geluk

Beleidsplan Grote Kerkgemeente (Zwolle centrum)

Mededelingen door de ouderling van dienst. Willem de Vos Ouderling voorzitter

Missie school Vanuit onze visie op het onderwijs volgt onze missie met BRON-waarden:

KERKORDE ORDINANTIES. van de Protestantse Kerk in Nederland

Tweede overeenstemming over hermeneutische uitgangspunten

Parochie Sint Christoffel Het sacrament van de wijding

handleiding 18.2 DE PREEK

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Zondag 25 Ochtenddienst. Broeders en zusters,

Gebed en zalving voor zieken Een handreiking voor de praktijk

Aangenaam: Guido. Informatie over kennismaken met Guido. gelooft

Luisteren naar de Heilige Geest

Geloof, Hoop en Liefde

Heb elkaar onvoorwaardelijk lief uit een zuiver hart

Toelatingsbeleid. van de. Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs in West Nederland.

Doel van Bijbelstudie

Beleidsplan. Gemeente. Steenwijkerwold

De Vliegende Start Toets 1 - vragen

Belijden Gez 161: 1,4 Gebed Collecte Zingen LB 802 Door de wereld gaat een woord. Zegen Zingen LB 425 Vervuld van uw zegen

Format voor in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een rechtspersoon behorende tot de Nederlands Gereformeerde Kerken

Generale regeling voor het verlenen van consent tot het leiden van kerkdiensten. als bedoeld in ordinantie 5-5-2

Vooruit met de BasisSt.Jansgemeente Gouda

Profielschets. Directeur 0,8 fte. Samen geloven in de kerk van nu. Bilthoven, 10 november definitief

BIJBELSE LIJNEN ROND DE AMBTEN

Beleidsplan Diaconie NGK De Pelgrim. Augustus 2016

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Orde III Schrift, zegen en gebed

Hoe ziet de eruit in 2018?

In het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door de Hervormde Gemeente Beekbergen behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

ZONDAG 17 november Wie is arm wie is rijk?

Liturgie. Bevestiging en In dienst stelling. Rina Verkade en Simone de Zeeuw. In balans

Transcriptie:

EINDTERMEN PROFESSIONELE VORMING MASTEROPLEIDING Deze eindtermen zijn ontleend aan het Beroepsprofiel Gereformeerd Predikant dat door de Theologische Universiteit is vastgesteld. Daarbij zijn enkele categorieën weggelaten die pas in de (beginnende) beroepsuitoefening gerealiseerd kunnen worden. Ter introductie op het hanteren van de Eindtermen professionele vorming nemen we de toelichting op het Beroepsprofiel hier over: Kader De onderwijsdoelstelling van de universiteit omvat twee hoofdaspecten: een wetenschappelijke vorming tot gereformeerd theoloog en een beroepsvoorbereidende vorming tot gereformeerd dienaar van het Woord. Het eerstgenoemde hoofdaspect is op twee manieren uitgewerkt: a. in einddoelen en eindtermen voor de academische vorming; b. in discipline-eindtermen voor de verschillende vakgebieden. Het tweede hoofdaspect wordt in deze notitie uitgewerkt in een beroepsprofiel van gereformeerd predikant. Met het oog op de beroepsvoorbereidende vorming binnen de theologische universiteit zijn uit dit profiel de beroepskwalificaties geselecteerd, die van een beginnende predikant verwacht mogen worden en geformuleerd als professionele (beroepsvoorbereidende) eindtermen voor de opleiding. Taakvelden In artikel 16 van de Kerkorde wordt een korte omschrijving gegeven van de taak van de predikanten. De taak van de predikanten is trouw voor te gaan in de gebeden en in de bediening van het Woord en de sacramenten. Zij behoren goed acht te geven op hun mede-ambtsdragers en op de gemeente, en samen met de ouderlingen de tucht te bedienen en te zorgen, dat alles op gepaste wijze en ordelijk gebeurt. Deze omschrijving leidt tot de volgende taken: - voorbede doen; - verkondiging van het evangelie en voorgaan in de erediensten (inclusief de bediening van de sacramenten); - pastoraat beoefenen; - kerkregering en gemeenteopbouw. In het bevestigingsformulier worden deze taken gedetailleerder beschreven en wordt daarnaast nog genoemd: de jeugd van de kerk en anderen die door God geroepen worden, te onderwijzen in de heilige Schriften, die hun wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof in Jezus Christus. Dit leidt tot een vijfde taak: - catechese, of breder: geloofsonderwijs geven. Samengevat kunnnen dus tenminste de volgende vijf taakvelden voor een gereformeerd predikant onderscheiden worden: - uitdragen van het evangelie en voorgaan in de erediensten; - voorbede doen; - leerprocessen begeleiden; - pastoraat beoefenen; - kerkregering en gemeenteopbouw. In de huidige praktijk wordt van een predikant ook verwacht, dat hij de gemeente kan stimuleren in haar taak tot zending en evangelisatie en dat hij in staat is om het diaconaat van de gemeente te stimuleren. Dit leidt tot nog twee neventaken: - stimuleren van zending en evangelisatie; - stimuleren van het diaconaat. Dimensies Voor het goed vervullen van de kerntaken op de zeven taakvelden heeft de predikant specifieke deskundigheden nodig. Daarom is deskundigheid één van de dimensies van het beroepsprofiel. Maar professionele deskundigheid is niet genoeg. Een predikant dient zich door God geroepen en gezonden weten; hij moet gemotiveerd zijn vanuit christelijk geloof, hoop en liefde; hij dient zichzelf te geven met volle toewijding en in gehoorzaamheid aan de leiding van Gods Woord en Geest; enzovoort. Met andere woorden: er is sprake van een spirituele dimensie. Vervolgens is in de praktijk van zijn functioneren van groot belang, wat voor overtuigingen of visies hij heeft, bijvoorbeeld met betrekking tot de H. Schrift, de gereformeerde leer, het ambt. Daarom onderscheiden we een dimensie overtuigingen.

Tenslotte is voor zijn werk en functioneren essentieel, hoe hij zelf is als persoon, hoe hij omgaat met zichzelf, hoe hij zich opstelt tegenover anderen, of hij communicatief is en leiding kan geven. Dit vatten wij samen onder de dimensie persoon. Aan het profiel van een gereformeerd predikant als professional onderscheiden wij daarom vier dimensies: 1. spiritualiteit; 2. overtuigingen; 3. persoon; 4. deskundigheid. Bij de laatstgenoemde dimensie onderscheiden we in de eerste plaats het kunnen functioneren op academisch werk- en denkniveau. Vervolgens beroepskwalificaties voor het vervullen van kerntaken op de zeven taakvelden van gereformeerd predikant. Wanneer later de eindtermen voor de opleiding tot predikant zullen worden geformuleerd, zullen deze eveneens worden ingedeeld volgens de genoemde dimensies en taakvelden. Karakter items beroepsprofiel Het is voor de opleiding van groot belang dat er geen twijfel bestaat over wat het beroepsprofiel is van een gereformeerd predikant en wat de gewenste beroepskwalificaties zijn van de afgestudeerden, omdat deze richtinggevend behoren te zijn bij de constructie van het studieprogramma. Ook voor studenten geldt dat zij tijdens hun opleiding gediend zijn met een helder beeld van wat er in de toekomst van hen verwacht wordt wanneer zij als predikant in de Gereformeerde Kerken gaan functioneren. Dat maakt het mogelijk zich er bewust op in te stellen en aan bepaalde punten gericht te gaan werken. Deze wens om vooral duidelijkheid te verschaffen heeft bij de opstelling van het beroepsprofiel geleid tot items, die op een zoveel mogelijk eenduidige en positieve manier zijn geformuleerd. Daardoor mag niet de indruk worden gewekt, dat een predikant op het punt van zijn geloof, zijn persoon en zijn beroepskwaliteiten een soort ideale figuur is, die zonder twijfels, gebreken en tekorten door het leven gaat. Niet alleen de praktijk leert dat dit niet het geval is, ook de H. Schrift spreekt zo niet over dienaren van het evangelie. Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons 2 Korintiërs 4:7 Als gelovig christen is hij zich niet alleen bewust van zijn zondige aard, maar ook van concrete zonden, fouten, gebreken en tekorten. Hij is ervan overtuigd dat hij vergeving nodig heeft, van genade moet leven en die alleen bij Jezus Christus kan vinden. Hij zal tegen zijn zonden en tekorten in geloof strijden, maar heeft uit het evangelie geleerd dat hij zichzelf daarvan niet kan verlossen. Hij verwacht het dan ook van Christus, zoekt bij Hem zijn zekerheid en leeft vanuit een besef van afhankelijkheid. Dat geldt ook van zijn optreden, gedrag en ambtelijk functioneren. Vanuit het besef dat hij verantwoordelijk is, zal hij zich volledig inzetten maar het tegelijkertijd verwachten van God en bidden om de Heilige Geest. Ondanks zijn geloof en ootmoedig verwachten zal hij toch ook met persoonlijke twijfel, aanvechting en onzekerheid geconfronteerd blijven worden. Wanneer dat gebeurt zal hij God bidden om hem in zijn zwakheid te hulp te komen. Deze noties hebben een plaats gekregen in het beroepsprofiel. Vanuit dit perspectief gezien geven de items van het beroepsprofiel niet alleen een beeld van de realiteit van het predikantzijn weer, maar zijn het ook richtinggevende oriëntatiepunten die voor een predikant-in-functie kunnen dienen als bakens bij zijn zelfreflectie en die een predikant-in-opleiding kunnen helpen zich gericht voor te bereiden op het ambt. Functies items beroepsprofiel Een deel van de items uit het beroepsprofiel is geselecteerd als eindtermen voor de opleiding tot predikant. Voor mensen die de opleiding al hebben gevolgd kunnen zij gebruikt worden in het kader van post academisch onderwijs (PAO) of in het kader van werkbegeleiding en/of supervisie. In al deze gevallen zullen de geselecteerde items een drievoudige functie gaan vervullen. In de eerste plaats als richtpunten bij de constructie en bij de evaluatie van bepaalde onderwijseenheden (cursussen, modules, blokken, e.d.) van de opleidingsprogramma s of van de begeleidingsplannen. In de tweede plaats als oriëntatiepunten voor hen die nog bezig zijn met het volgen van de opleiding en voor hen die als predikant bij het functioneren in de praktijk begeleid worden. In de derde plaats voor het beoordelen van de personen die opgeleid of begeleid worden. Nu is vooral het laatstgenoemde punt geen eenvoudige zaak. Is het mogelijk en verantwoord om mensen met zo n lijst van items te beoordelen? Over deze vraag twee opmerkingen. In de eerste plaats Het beoordelen ligt bij de vier dimensies ongelijk moeilijk. Het ligt het moeilijkst bij de spirituele dimensie en de dimensie overtuigingen. Een beoordelaar krijgt hoogstens een indruk van hoe de ander functioneert en hoe het er innerlijk bij hem voorstaat. Hij kan en mag uiteindelijk niet oordelen over zijn hart. Bovendien is hij tot op grote hoogte afhankelijk van informatie, die hij van de persoon zelf moet verkrijgen. Voor een deel ligt het evalueren gemakkelijker bij de persoonlijke dimensie. Bij bepaalde items, die liggen in de sfeer van optreden en omgang, is het mogelijk via observatie behoorlijk wat informatie te verkrijgen. Bij veel andere, die liggen op het terrein van reflectie, je bewustzijn van, instelling en houding, is dat veel minder mogelijk en zal de informatie via gesprekken met de persoon zelf moeten worden verkregen, met alle moeite die dat geeft.

Relatief het gemakkelijkst is het bij de dimensie deskundigheid, waarbij het immers vooral gaat om kennis, inzichten, vaardigheden, handelen en zich verantwoorden. Op deze terreinen zal een deskundige beoordelaar over het algemeen tot een verantwoord oordeel kunnen komen. Wel met de volgende kanttekening: de beoordelaar moet over voldoende relevant materiaal kunnen beschikken. De docenten van de universiteit bijvoorbeeld zien de studenten weinig of niet in de praktijk functioneren en moeten daarom afgaan op de rapportage van de student zelf en van zijn mentor en op een gesprek met de student over zijn functioneren. In de tweede plaats Verantwoord evalueren van een persoon en zijn functioneren kun je alleen samen doen. Daarbij kunnen drie niveaus van beoordeling worden onderscheiden: - Bepaalde aspecten kunnen alleen door de persoon zelf ingeschat of beoordeeld worden. Daarom zal een eerlijke zelfevaluatie altijd deel moeten blijven uitmaken van een beoordelingsproces; - Over andere aspecten kunnen begeleiders en gesprekspartners via observaties en gesprekken zich een oordeel vormen; - En tenslotte zal aan beoordeling van bovenaf door personen die dat hebben te doen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, niet zijn te ontkomen. Slechts een gewetensvolle beoordeling door deze drie niveaus samen zal een redelijk betrouwbaar beeld kunnen opleveren. Dimensie 1: spiritualiteit 1. Positie: de afgestudeerde weet zich door God geroepen en begeert uitgezonden te worden als zijn dienstknecht en als medearbeider van de ambtsdragers en de gelovigen 1.1. Hij wil met overtuiging een plaats innemen als predikant in de Gereformeerde Kerken; 1.2. Hij is zich ervan bewust dat hij zich als predikant niet moet positioneren als de spil waarom alles in de gemeente draait; 1.3. Hij geeft blijk van een goede geestelijke zelfstandigheid en vrijmoedigheid, die hem in staat stellen om zijn werk te doen als dienstknecht niet van mensen maar van God. 2. Motivatie: hij is voor het toekomstig werk als predikant gemotiveerd vanuit christelijk geloof, hoop en liefde 2.1 Hij ziet het werk van predikant als een voortreffelijke taak en verwacht er ondanks alles wat er zwaar en moeilijk aan is toch vreugde en voldoening in te vinden. 3. Kracht: hij beseft en aanvaardt zijn eigen zwakheid en verwacht de kracht van God 3.1 Hij verwacht de krachten voor het predikantswerk als genadegave van God in de weg van een dagelijkse omgang met Hem in persoonlijke Schriftlezing en gebed. Hij geeft blijk van een gezonde discipline in de omgang met God; 3.2 Hij herkent met dankbaarheid de krachten en gaven die de Here hem door zijn Geest geeft en wil deze gebruiken voor het volbrengen van zijn dienst. Hij is alert in het aanwakkeren en ontwikkelen van de gaven die God hem gegeven heeft. 4. Inzet: hij geeft zichzelf met volle toewijding en doet dat in gehoorzaamheid aan de leiding van Gods Woord en Geest 4.1 Hij geeft blijk van toewijding in de dienst aan God en aan de gemeente en is daarin gericht op de eer van God en het heil van mensen; 4.2 Hij is zich bewust van verkeerde motieven en neigingen die zijn toewijding kunnen aantasten en aan zijn werk afbreuk kunnen doen, en wil daartegen in geloof strijden; 4.3 Hij gaat op een goede wijze om met zijn gaven en beperkingen en gunt zich ook de rust die nodig is om fysiek en mentaal gezond te functioneren. 5. Optreden: hij wil in navolging van Christus in dienstbaarheid een voorbeeld voor de gemeente zijn en bewust werken aan haar geestelijke opbouw 5.1 Hij is gericht op de geestelijke opbouw (intern en extern) van de gemeente; 5.2 Hij laat zien dat hij oog heeft zowel voor de gemeente als geheel, als ook voor de situatie en het heil van de individuele leden; 5.3 In de navolging van Christus en in de kracht van de Geest tracht hij met zijn eigen leven een voorbeeld voor de gemeente te zijn; 5.4 Hij heeft inzicht in zijn eigen zonden en gebreken en zoekt de verzoening bij Jezus Christus. Hij is gericht op verzoening met mensen tegen wie hij heeft gezondigd of die hij heeft tekort gedaan; 5.5 Hij geeft blijk van integriteit, wijsheid en betrouwbaarheid in woorden en daden; 5.6 Hij vertoont een dienstbare houding en onderkent het gevaar van heerszuchtig optreden. 6. Verantwoording: Hij kan zijn werk en optreden op een goede wijze verantwoorden 6.1 Hij is in staat zich voor zijn dienstwerk op een goede wijze te verantwoorden, primair in zijn geweten tegenover God, vervolgens ook tegenover de kerkenraad, de gemeente en anderen; 6.2 Hij vertoont transparantie in zijn woorden en daden. Dimensie 2: overtuigingen 1. Schrift en belijden: Hij heeft Gods Woord lief en staat van harte achter de gereformeerde leer 1.1 Hij verwerpt alles wat met de Schriften en met het belijden van de kerk in strijd is en weet zich geroepen om het te weerleggen en te bestrijden en om de gezonde leer te verdedigen en aan te prijzen; 1.2 Hij laat zijn eigen inzichten en opvattingen steeds voeden, leiden en toetsen door de Heilige Schrift. Wanneer hij tot opvattingen komt die afwijken van de leer van de kerk, wil hij zich houden aan de voor zulke situaties aangegeven kerkelijke weg en aan de uitspraken en besluiten van de kerk; 1.3 In het omgaan met inzichten, opvattingen en overtuigingen van zichzelf en van anderen wil hij zo goed mogelijk de geestelijke opbouw van de gemeente dienen;

1.4 Hij is in staat om actuele vragen te doordenken vanuit een duidelijk christelijk perspectief. 2. Kerken, gemeente en ambt: Hij is positief en loyaal ten opzichte van de kerkgemeenschap en de gereformeerde traditie en heeft een heldere visie op het ambt 2.1 Hij staat positief en loyaal tegenover de eigen kerkgemeenschap en tegenover de eigen theologische en kerkelijke traditie. Hij durft er ook kritisch naar kijken en over spreken bij het licht van Gods Woord; 2.2 Hij staat open voor goede ontwikkeling en vernieuwing in theologie en kerk; 2.3 Hij heeft op de Schrift gebaseerde overtuigingen over het functioneren en de opbouw van de gemeenten; 2.4 Hij heeft een heldere en goed doordachte visie op het ambt en met name op het ambt van predikant in relatie tot de andere ambten en tot de gemeente. Dimensie 3: persoon 1. Zelfkennis en persoonlijk functioneren: Hij heeft voldoende zelfkennis en kan kritisch reflecteren op eigen persoonlijk functioneren 1.1 Hij is zich bewust van zijn eigen mogelijkheden, gaven en beperkingen; 1.2 Hij is zich ervan bewust dat de eigen persoon als intermediair functioneert in alle contacten met anderen; 1.3 Hij kan systematisch en kritisch reflecteren op zijn eigen persoonlijk functioneren en is waar nodig bereid te werken aan verandering. 2. Zelfhantering: Hij kan op een positieve manier omgaan met zichzelf, zijn rol, situatie, positie en tijd 2.1 Hij kan positief omgaan met persoonlijke spanningen en emoties, lof, kritiek en weerstand; 2.2 Hij heeft een eigen realistische rolopvatting ontwikkeld betreffende het ambt van predikant en kan vandaaruit reageren op verschillende rolverwachtingen van gemeenteleden en anderen; 2.3 Hij durft ruimte te vragen voor eigen verwerking van moeite en verdriet; 2.4 Hij treedt niet dominant op, maar laat zich ook niet zomaar terzijde schuiven. 3. Empathisch vermogen: Hij is ontvankelijk en inlevend ten opzichte van anderen 3.1 Hij heeft een luisterende, ontvankelijke en empathische houding tegenover anderen; 3.2 Hij kan signalen van individuen en groepen opvangen en verstaan. 4. Socialiteit en optreden: zijn optreden is authentiek. Hij heeft aandacht voor anderen en gaat open, hartelijk en respectvol met hen om 4.1 Zijn optreden wordt gekenmerkt door authenticiteit; 4.2 Hij heeft persoonlijke aandacht voor anderen en laat hen in hun waarde; 4.3 Hij kan en wil vertrouwensrelaties aangaan met anderen en treedt hen open, hartelijk en begrijpend tegemoet; 4.4 Hij laat zijn omgang met zijn medemensen bepalen door zorgvuldigheid en respect. Hij tracht een lichtvaardig oordeel te vermijden en gepaste kritiek liefdevol en opbouwend te uiten. 5. Communicatie: Hij beschikt over goede communicatieve vaardigheden 5.1 Hij kan goed omgaan met andere mensen in wisselende situaties en verschillende rollen; 5.2 Hij kan in het contact met gemeenteleden een balans vinden tussen betrokken-zijn en het bewaren van functionele distantie; 5.3 Hij is in staat helder en adequaat vorm en inhoud te geven aan de te communiceren boodschap; 5.4 Hij vertoont congruentie tussen zijn verbale en non-verbale communicatie, kan kritisch reflecteren op de eigen communicatie en is bereid deze zonodig te veranderen; 5.5 Hij is coöperatief ingesteld, kan goed samenwerken en geeft anderen de ruimte om te participeren; 5.6 Hij kan omgaan met verschillen en conflicten. 6. Richtinggeving: Hij kan leiding geven aan anderen en hen voorgaan en stimuleren 6.1 Hij heeft voldoende gaven ontwikkeld om anderen op een inspirerende wijze voor te gaan, te stimuleren en enthousiast te maken; 6.2 Hij geeft blijk van een geestelijk-richtinggevende attitude en kan leiding geven aan anderen; 6.3 Hij beschikt over voldoende inhoudelijke bagage om een bepaald gezag te kunnen verwerven; 6.4 Hij is bereid om op zijn beurt het gezag van anderen te aanvaarden. 6.5 Hij is zich bewust van zijn voorbeeldfunctie en van de effecten van zijn eigen persoon en optreden; 6.6 Hij neemt waar nodig het initiatief. Dimensie 4: Deskundigheid Hierbij worden drie hoofdaspecten onderscheiden: 1. In de eerste plaats moet een afgestudeerde kunnen functioneren op academisch werk- en denkniveau; 2. In de tweede plaats moet een a.s. predikant voldoende deskundigheid hebben voor de vervulling van de kerntaken die liggen op de verschillende taakvelden, die tot zijn werkterrein gerekend worden: - uitdragen van het evangelie en voorgaan in erediensten; - leerprocessen begeleiden; - pastoraat beoefenen; - kerkregering en gemeenteopbouw. 3. In zijn functioneren moet hij gericht zijn op professionalisering van zijn beroepsuitoefening en van het beroep als zodanig. A. Academisch werk- en denkniveau Voor een toekomstig predikant houdt functioneren op dit niveau in dat hij:

1. snel informatie kan vinden, opnemen en verwerken; 2. hoofd- en bijzaken kan onderscheiden; 3. overzicht kan verkrijgen over complexe situaties; 4. problemen kan herkennen, analyseren en oplossen; 5. een positie weet te bepalen en perspectieven kan ontwikkelen; 6. relevante gegevens kan aandragen voor bredere oordeelsvorming; 7. verbanden kan leggen tussen verschillende werkelijkheidsvelden; 8. zich kan inwerken in niet-theologische problematieken; 9. verantwoorde en onderbouwde keuzen kan maken; 10. zichzelf kan sturen vanuit een duidelijke visie op zijn ambt; 11. zijn optreden en handelen kan verantwoorden vanuit een toereikend theoretisch kader; 12. een open en kritische houding heeft; 13. op de hoogte blijft van nieuwe ontwikkelingen in de theologie; 14. beleidsmatig en coöperatief kan werken. B. Beroepskwalificaties voor vervulling van de kerntaken: Vervolgens dient de a.s. predikant te beschikken over voldoende kennis, inzicht en vaardigheden op de verschillende terreinen van de theologie, om de kerntaken te kunnen te kunnen vervullen op de verschillende taakvelden van het werk van predikant: 0. Algemene voorwaarden: hij heeft kennis, inzicht en vaardigheid om de christelijke leer vanuit de Schrift over te dragen in de actuele context 0.1 Hij heeft grondige kennis van en inzicht in de Heilige Schrift en goede kennis van de geschiedenis en de leer van de kerk [discipline-eindtermen bijbelwetenschappen, kerkgeschiedenis, dogmatiek]; 0.2 Hij beschikt over vaardigheid in het exegetiseren op grond van toereikende beheersing van de grondtalen van de Heilige Schrift en met gebruikmaking van hulpmiddelen als woordenboeken en commentaren. [eindterm bijbelwetenschappen]; 0.3 Hij heeft inzicht in de samenleving en de cultuur en de ontwikkelingen daarin en kan daaruit consequenties trekken voor het christelijk leven en het leven van de gemeente. 1. Uitdragen van het evangelie en voorgaan in de erediensten: Hij kan de bijbelse boodschap overtuigd, deskundig en passend voor de eigen tijd uitdragen en op een goede wijze voorgaan in de erediensten 1.1 Hij is in staat de bijbelse boodschap naar mensen binnen en buiten de kerkgemeenschap door te geven in betrokkenheid op de eigen tijd en context; 1.2 In de voorbereiding van zijn preek besteedt hij methodisch aandacht aan exegese, meditatie en pastorale reflectie; 1.3 Hij is door een goede methodische voorbereiding in staat om in ca. 15 uur een preek te maken; 1.4 Hij heeft kennis van en inzicht in relevante homiletische theorieën en is in staat om zijn eigen preekwerk vanuit deze theorieën te verantwoorden; 1.5 Hij kan in zijn preken de boodschap van een bijbelgedeelte helder doorgeven, in bewoordingen die de gereformeerde belijdenis respecteren, en rekening houdend met de belevingswereld van de hoorders; 1.6 Hij besteedt aandacht aan een heldere en boeiende vormgeving van de preek en benut de mogelijkheden van de verschillende taalvormen; 1.7 Hij kan de preek op een overtuigende en betrokken manier presenteren; 1.8 Hij heeft een doordachte visie op het geheel van de liturgie en kan op een stimulerende wijze voorgaan in de eredienst; 1.9 Hij kan op een verantwoorde wijze voorgaan in de gebeden in de erediensten. 2. Leerprocessen begeleiden: Hij kan deskundig leerprocessen begeleiden 2.1 Hij kan op een pedagogisch, didactisch en inhoudelijk voldoende niveau catechetisch onderricht geven aan groepen jongeren; 2.2 Hij bevordert door zijn persoonlijk optreden een goed (ped)agogisch klimaat in deze leerprocessen. 3. Pastoraat beoefenen: Hij kan op een goede wijze pastoraat beoefenen en anderen daarbij begeleiden 3.1 Hij heeft een duidelijke visie op het pastoraat en kan zijn eigen optreden als pastor op basis van die visie verantwoorden; 3.2 Hij kan goede pastorale gesprekken voeren met een goed evenwicht tussen luisteren en spreken en tussen nabijheid en distantie; 3.3 Hij is in staat om het (persoonlijke) leven van gemeenteleden in het licht van Gods Woord te zetten en hen op die manier te begeleiden, bij te staan en terecht te wijzen; 3.4 Hij kan in het pastorale contact op een verantwoorde manier de bijbel gebruiken en met en voor de gemeenteleden bidden; 3.5 Hij herkent en respecteert de grenzen van het pastoraat en verwijst zonodig door naar derden (bv. maatschappelijk werk, psychotherapie); 3.6 Hij kan samenwerken met (en waar nodig leiding geven aan) anderen die eveneens aangewezen zijn om een taak in het pastoraat te vervullen (overige ambtsdragers, pastoraal werkers, gemeenteleden); 3.7 Hij kan de gemeenteleden stimuleren en toerusten tot onderling pastoraat. 4. Kerkregering en gemeenteopbouw: Hij kan op een deskundige wijze leiding geven aan het kerkelijk leven en de opbouw van de gemeente 4.1 Hij beschikt over een goede visie, kennis en inzicht t.a.v. het geldende gereformeerde kerkrecht. Hij kan die voor concrete vragen en situaties adequaat helpen toepassen en uitwerken;

4.2 Hij heeft een goede visie, kennis en inzicht t.a.v. het functioneren van de gemeente in al haar aspecten en geledingen. Hij is in staat zowel zijn eigen plaats daarin adequaat in te nemen alsook aan anderen theologische ondersteuning en begeleiding te geven voor de opbouw van de gemeente; 4.3 Hij heeft enige kennis van en inzicht in het ontwikkelen van goed beleid voor en het geven van adequate leiding aan een gemeente; 4.4 Hij heeft enige vaardigheid in vergadertechniek en conflictbeheersing.