Betreft: Reactie op stelling Rekenkamer Barendrecht inzake onrechtmatigheid Dagelijks Bestuur (DB) BAR-organisatie.

Vergelijkbare documenten
Zie

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Lansingerland; Besluit(en) - In te stemmen met de Verordening Rekenkamer Lansingerland

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Gewijzigde verordening op de rekenkamercommissie Zeist 2011

De Provinciewet en de Rekenkamer

Betreft: : Verlenging Bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst Beschermd Wonen 2015 t/m Geachte raadsleden,

Verordening Rekenkamer Utrecht (2013)

Reglement van orde Rekenkamercommissie Westerveld

besluit van de gemeenteraad

Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017

b e s l u i t : Verordening rekenkamercommissie Meppel

Bijlage(n): Doorkiesnummer: adres: Datum: 16 oktober 2018

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE MONTFERLAND vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Montferland 2018

TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest.

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2009

dat de wijze van ondersteuning van de rekenkamercommissie is gewijzigd; Verordening Rekenkamercommissie Koggenland 2010

Gemeenschappelijke Rekenkamer Metropool Amsterdam. Hoofdstuk 1 Inleidende en algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsomschrijvingen

16 december 2014 Toekomst inzameling huishoudelijk afval Peter Verbaas

Hadeco; reactie op aanvullend akoestisch onderzoek

Betreft: : Raadsinformatiebrief minimabeleid. Geachte raadsleden,

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Utrecht houdende regels omtrent de rekenkamer Verordening Rekenkamer Utrecht

Besluit op Wob-verzoek vermakelijkhedenretributie

Als college willen wij door middel van intern onderzoek inzicht krijgen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en uitvoering.

GR BAR-organisatie INGEKOMEN. 1 h JULI 2015 ADVOCATE N. reg. nr. PER AANGETEKENDE POST Gemeenteraad Albrandswaard Hofhoek PD Poortugaal

Betreft: Intentieovereenkomst met WBV Poortugaal over zoeklocatie Poortugaal-West en Schutskooiwijk

Raadsinformatiebrief. De gemeenteraad van Albrandswaard. Betreft: bod voor nieuwe regionale woningmarktafspraken. Geachte raadsleden,

Geachte leden van de gemeenteraad,

Rapport Rekenkamercommissie BBLM Recreatief handhaven? Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie.

Als college willen wij door middel van intern onderzoek inzicht krijgen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en uitvoering.

Onderzoek prijzen voor gemeentelijke dienstverlening van de rekenkamercommissie "Tellen of vertellen" Commissie Bestuur.

Gemeente Albrandsuuaard

Tekstuitgave van de verordening op de rekenkamercommissie

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

gelezen het voorstel van het Presidium van de raad van 21 april 2016;

Gemeenschappelijke regeling Sallcon

MEMO WGR. 1. Inleiding

Gemeente Amsterdam T.a.v. de gemeenteraad Postbus Amsterdam. Geachte leden van de gemeenteraad,

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

VERORDENING REKENKAMER GEMEENTE MAASTRICHT Voorzitter: de voorzitter van de Rekenkamer Maastricht.

Betreft: uitspraak Raad van State over de saneringsbeschikking (DCMR)van de Rhoonse stort van 4 november 2016

Aan de Ondernemingsraden en Georganiseerde Overleggen van de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk. Datum: 26 maart 2013

gelezen het initiatief raadsvoorstel van de voorzitter van de raad, nr. 2017/06/001086; Wijziging verordeningen voor ambtelijke samenwerking;

Geachte heer xxxxx, Op 12 oktober 2015 heeft u zich namens uw cliënt, xxxxx, gewend tot de Nationale ombudsman met een klacht over de Belastingdienst.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

Betreft: intentieovereenkomst Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde (NRIJ)

Riedsbeslút. De raad van de gemeente Achtkarspelen; gelezen het voorstel van het presidium van 28 november 2014;

gelet op artikel 213 Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO);

Verordening rekenkamercommissie Haarlemmermeer

Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie Gemert-Bakel en Laarbeek

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Beoogd effect en/of resultaat Bundeling en stroomlijning van de processen op het terrein van de behandeling van bezwaarschriften.

2015/20372 Betreft Voorstel tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap luchthaven Schiphol

Betreft: RIB Albrandswaard. Geachte raadsleden,

Raadsinformatiebrief. De gemeenteraad van Albrandswaard. Betreft: Mandatering afdoening planschade Buijtenland aan provincie. Geachte raadsleden,

HOOFDSTUK 2 TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

Betreft: Beantwoording vragen begeleidingscommissie Buijtenland 22 december 2016

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

Onderwerp: Horizontaal controlegat; gemeenschappelijk regeling BAR-organisatie

UJ overwegende dat, < O omgevingsrecht wensen samen te werken;

: het college van burgemeester en wethouders. : de leden van de gemeenteraad

Roden, 15 februari 2010, De Rekenkamercommissie van Noordenveld, Overwegende,

Onderwerp: Verordening op de rekenkamercommissie Borger-Odoorn 2011 Evaluatie van de rekenkamerfunctie Borger-Odoorn

& Droogleever. Voordat ik antwoord geef op de gestelde vraag, schets ik het juridisch kader waarbinnen deze vraag moet worden beantwoord.

Gemeente Albrendsuuaard

Verordening Rekenkamercommissie gemeente Stichtse Vecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Rekenkamercommissie Beverwijk

Reglement van orde van de Rekenkamer Breda

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Risico's. Zaaknummer: OLOGJvB26

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Risico's. Procedure. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: AVGWVS06

REGELING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEEL

Verordening op de Rekenkamercommissie Zundert 2018

Verordening Gemeentelijke Rekenkamercommissie Haarlemmermeer

De gemeenteraad van Albrandswaard. Betreft: Raadsinformatiebrief programma onderwijshuisvesting Geachte raadsleden,

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht

Betreft: Reactie op brief van de staatssecretaris inzake inhuur derden op kerntaken.

Uittredingsregeling gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht

Verordening Rekenkamercommissie gemeente Almelo 2010

agendanummer Gelezen het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard met kenmerk d.d. 17 februari 2015;

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

De raad van de gemeente Almere

Raadsvoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Risico's. Procedure. Voorgenomen besluit Zaaknummer AVGWVS06

Algemene conclusie per gemeente

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813

Controleverordening artikel 212/213 Gemeentewet en artikel 216/217 Provinciewet. van de RUD Zuid-Limburg

Gebr. van Stiphout Projectontwikkeling B.V. Postbus AA SINT-OEDENRODE. Geachte heer Merks,

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 september 2003;

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Nota van B&W. Portefeuilehouder J.C.W. Nederstigt

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële Organisatie van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 7 november 2005, nr. 57;

NOTA VOOR DE RAAD BI < -3 NEE BI. gemeente QoSterhOUt

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Transcriptie:

Raadsinformatiebrief De gemeenteraad van Albrandswaard Uw brief van: Ons kenmerk: 1046575 Uw kenmerk: Contact: Erwin Weterings Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer: 010-5061137 E-mailadres: e.weterings@albrandswaard.nl Datum: 5 januari 2016 Betreft: Reactie op stelling Rekenkamer Barendrecht inzake onrechtmatigheid Dagelijks Bestuur (DB) BAR-organisatie. Geachte raadsleden, Door de Rekenkamer Barendrecht is begin december 2015 het onderzoeksrapport Samen en nog steeds apart openbaar gemaakt over de BAR-samenwerking. In dit rapport vermeldt de Rekenkamer dat met het niet geven van een inhoudelijke reactie op de aanbevelingen naar aanleiding van de concept-rapportage het Dagelijks Bestuur van de GR BAR-organisatie onrechtmatig handelt. Het Dagelijks Bestuur heeft dit standpunt van de Rekenkamer juridisch laten toetsen door Loyens & Loeff advocaten. Loyens & Loeff komen tot de conclusie dat er geen grond is voor de opvatting dat het dagelijks bestuur onrechtmatig zou hebben gehandeld door geen inhoudelijke reactie te geven op de aanbevelingen van de Rekenkamer. Ter informatie hebben wij het memorandum voor u bijgevoegd. Het Dagelijks Bestuur heeft inmiddels bij de Rekenkamer Barendrecht zijn verwachting uitgesproken dat de Rekenkamer het rapport rectificeert. BIJLAGEN 1046574: Memorandum Loyens & Loeff, 17 december 2015 Met vriendelijke groet, het college van de gemeente Albrandswaard, de secretaris, de burgemeester, Hans Cats drs. Hans-Christoph Wagner Hofhoek 5-3176 PD Poortugaal - Postbus 1000-3160 GA Rhoon - T (010) 506 11 11 - E info@albrandswaard.nl

Memorandum P O S T A D R E S Postbus 2888 3000 CW ROTTERDAM K A N T O O R A D R E S Blaak 31 3011 GA ROTTERDAM T E L E F O O N +31 10 224 66 17 F A X +31 10 224 65 26 E - M A I L I N T E R N E T remco.backer@loyensloeff.com www.loyensloeff.com AAN T. A. V. VAN het Dagelijks Bestuur BAR-organisatie mevrouw mr. F. Agrech-Kassrioui mrs. R.J.G. Bäcker en A.J.G. Vegt - advocaten R E F E R E N T I E 20469203 - RB/AV - 70107843 D A T U M 17 december 2015 B E T R E F T onderzoeksrapport Rekenkamer Barendrecht I AANLEIDING EN VRAAGSTELLING 1 Op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van Barendrecht (B&W) heeft de Rekenkamer Barendrecht (de Rekenkamer) een onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop de BAR-samenwerking functioneert en in hoeverre de in dat samenwerkingsverband voorgenomen doelstellingen worden gerealiseerd. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in het rapport van de Rekenkamer Samen en nog steeds apart: realisatie doelstellingen BAR-samenwerking, van 2 december 2015 (het Onderzoeksrapport). 2 In het Onderzoeksrapport is onder meer overwogen dat het Dagelijks Bestuur van de BAR-organisatie (het DB) ten onrechte niet zou hebben gereageerd op de conclusies en aanbevelingen van het rapport. Hieraan wordt op pagina 19 van het Onderzoeksrapport staat de volgende conclusie verbonden: Met het niet geven van een inhoudelijke reactie op de aanbevelingen handelt het [DB] onrechtmatig. 3 Naar aanleiding van deze overweging zijn ons vanuit het openbare lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr), genaamd BARorganisatie (de BAR-organisatie) de volgende vragen gesteld. (a) (b) Handelt het DB onrechtmatig door geen reactie te geven op het rapport van de Rekenkamer Barendrecht zoals in het Onderzoeksrapport is gesteld? Zo ja, waar is dat op gebaseerd? Zo nee, waar is dat op gebaseerd? Hoe kan het DB het beste handelen in deze kwestie? 4 In dit memorandum worden deze vragen achtereenvolgens behandeld. Loyens & Loeff N.V. is gevestigd te Rotterdam en staat ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nr. 24370566. Uitsluitend Loyens & Loeff N.V. geldt als opdrachtnemer. Op haar dienstverlening zijn haar Algemene Voorwaarden van toepassing, waarin onder meer een beperking van de aansprakelijkheid en een aanwijzing van de bevoegde rechter is opgenomen. Deze Algemene Voorwaarden zijn te raadplegen via www.loyensloeff.com. Deze voorwaarden zijn op 1 juli 2009 gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Rotterdam onder nr. 43/2009. A M S T E R D A M A R N H E M B R U S S E L L U X E M B U R G R O T T E R D A M D U B A I H O N G K O N G L O N D E N N E W Y O R K PA R I J S S I N G A P O R E T O K I O Z Ü R I C H 1/7

II II.1 ANALYSE Juridisch kader Gemeentewet 5 Ingevolge artikel 81a, eerste lid van de Gemeentewet kan de raad een rekenkamer instellen. Indien de raad daartoe overgaat, is (onder meer) hoofdstuk XIa van de Gemeentewet van toepassing. In dit hoofdstuk zijn de bevoegdheden van de rekenkamer neergelegd. 6 Artikel 182, eerste lid van de Gemeentewet bepaalt dat de rekenkamer de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur onderzoekt. De rekenkamer kan een dergelijk onderzoek op eigen initiatief dan wel op verzoek van de raad instellen. Blijkens de wetsgeschiedenis ter zake kunnen ook anderen, waaronder burgers en andere gemeentelijke bestuursorganen (zoals het college van burgemeester en wethouders) een dergelijk verzoek richten tot de rekenkamer. 1 7 Artikel 183, eerste lid van de Gemeentewet bepaalt dat de rekenkamer bevoegd is alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht. Ingevolge het tweede lid verstrekt het gemeentebestuur desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamer ter vervulling van haar taak nodig acht. 8 Artikel 184 van de Gemeentewet kent de rekenkamer bevoegdheden toe ten aanzien van openbare lichamen en gemeenschappelijke organen en vennootschappen waarbij de gemeente is betrokken conform de omschrijving in het eerste lid van dat artikel. 2 Deze derden zijn opgesomd in artikel 184, eerste lid onder (a) tot en met (c). Onder (a) worden genoemd openbare lichamen, bedrijfsvoeringsorganisaties en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling. 9 Ingevolge artikel 184, tweede lid van de Gemeentewet is de rekenkamer bevoegd bij de betrokken in het eerste lid genoemde instelling (waaronder, zoals gezegd, openbare lichamen ingesteld krachtens de Wgr) nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de rekenkamer van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen, aldus nog steeds het tweede lid. 1 2 Kamerstukken II 27 751, nr. 3 (MvT), p. 114. MvT, p,. 115. 20469203 (70107843) 2/7

10 Ingevolge artikel 184, derde lid van de Gemeentewet kan de rekenkamer, indien de documenten bedoeld in het tweede lid daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. Verordening Rekenkamer Barendrecht 2010 11 De raad van Barendrecht heeft op grond van artikel 81a van de Gemeentewet een rekenkamer (de Rekenkamer Barendrecht ) ingesteld. Hiertoe heeft de raad de Verordening Rekenkamer Barendrecht 2010 (de Verordening) vastgesteld. 12 Ingevolge artikel 1, onder b van de Verordening wordt onder orgaan verstaan: ieder bevoegd bestuursorgaan van de gemeente Barendrecht. 13 Ingevolge artikel 7, tweede lid van de Verordening dienen organen, diensten en instellingen als bedoeld in artikel 184 van de Gemeentewet op verzoek van de Rekenkamer binnen een maand te reageren, tenzij de Rekenkamer anders bepaalt. 14 Artikel 8, eerste lid van de Verordening bepaalt dat de directeur van de Rekenkamer het betrokken orgaan, schriftelijk op de hoogte stelt van haar voorlopige onderzoeksresultaten. Indien de resultaten daartoe aanleiding geven, kan de directeur van de Rekenkamer terzake conceptaanbevelingen aan het betrokken orgaan opnemen. 15 Artikel 8, tweede lid van de Verordening bepaalt voorts dat de directeur van de Rekenkamer het betrokken orgaan in de gelegenheid stelt schriftelijk te reageren op de voorlopige onderzoeksresultaten en, indien van toepassing de conceptaanbevelingen. Het betrokken orgaan deelt, indien van toepassing, tenminste mee (a) welke aanbevelingen worden overgenomen, of (b) indien aanbevelingen niet worden overgenomen, de motivering waarom van aanbevelingen wordt afgeweken. II.2 Standpunt Rekenkamer 16 Op pagina 19 van het Onderzoeksrapport staat onder het kopje reactie dagelijks bestuur de volgende passage: Op 29 oktober jongstleden hebben wij uw rekenkamerrapport Resultaten BAR-samenwerking met begeleidende brief ontvangen. Wij constateren dat het gemeentebestuur van Barendrecht opdrachtgever van dit onderzoek is en laten het aan het college van Barendrecht over om een bestuurlijke reactie te geven. 17 Onder het kopje nawoord reageert de Rekenkamer op deze passage. Daarbij wijst de Rekenkamer in de eerste plaats erop dat geen sprake is van een opdrachtgever, maar dat B&W zouden hebben verzocht een onderzoek naar de BAR-organisatie uit te voeren. 20469203 (70107843) 3/7

18 Voorts gaat de Rekenkamer in op haar daarvóór al bestaande voornemen (en bevoegdheid) om een dergelijk onderzoek uit te voeren. Ter zake van dit laatste overweegt de Rekenkamer als volgt: Overigens doet een eventueel opdrachtgeverschap in deze niet ter zake, omdat de Rekenkamer Barendrecht rechtstreeks bevoegd is onderzoek te doen bij de BAR als verbonden partij van de gemeente Barendrecht. 19 Vervolgens overweegt de Rekenkamer als volgt: Gelet op deze bevoegdheid en gelet op het feit dat het onderzoek grotendeels naar en binnen de BAR is verricht, is de rekenkamer op grond van de Verordening Rekenkamer Barendrecht verplicht het bestuur van de BAR om een reactie te vragen. In deze verordening staat ook dat het zogeheten betrokken orgaan, indien van toepassing, in het wederhoor meedeelt welke aanbevelingen het overneemt, inclusief een motivering waarom het bepaalde aanbevelingen niet overneemt (artikel 9). Gelet op artikel 8 van de verordening geldt deze verplichting - als partij in de zin van artikel 184 Gemeentewet - ook voor het dagelijks bestuur van de BAR-organisatie. Met het niet geven van een inhoudelijke reactie op de aanbevelingen handelt het bestuur daarom onrechtmatig. II.3 Analyse standpunt Rekenkamer Bevoegdheid Rekenkamer 20 Ten aanzien van het standpunt van de Rekenkamer dat zij rechtstreeks bevoegd zou zijn onderzoek te doen bij de BAR als verbonden partij van de gemeente Barendrecht merken wij dat dit standpunt naar onze mening niet zonder meer opgaat. 21 Uit artikel 184, derde lid van de Gemeentewet (zie hiervóór randnummer 10) leiden wij namelijk af dat voor het bestaan van de bevoegdheid tot het instellen van een onderzoek naar een openbaar lichaam of een gemeenschappelijk orgaan als bedoeld in artikel 184, eerste lid, onder a van de Gemeentewet is vereist dat de in artikel 184, tweede lid van de Gemeentewet bedoelde documenten aanleiding moeten geven voor het doen van een dergelijk onderzoek. 22 Ons is niet bekend of dergelijke documenten inderdaad de aanleiding hebben gegeven tot het instellen van het onderhavige onderzoek. Op basis van de informatie die ons is verstrekt, kunnen wij derhalve niet beoordelen of de Rekenkamer in het onderhavige geval inderdaad bevoegd was om een onderzoek naar de BAR-organisatie uit te voeren. 20469203 (70107843) 4/7

Verplichting bestuur van de BAR om reactie te vragen 23 Ten aanzien van het standpunt dat de Rekenkamer gelet op deze bevoegdheid en gelet op het feit dat het onderzoek grotendeels naar en binnen de BAR is verricht verplicht zou zijn het bestuur van de BAR-organisatie om een reactie te vragen, merken wij het volgende op. 24 De bepaling uit de Verordening waarop de Rekenkamer in dit verband doelt, lijkt artikel 8, eerste lid te zijn. De eerste volzin van dit lid bepaalt dat de directeur Rekenkamer het betrokken orgaan schriftelijk op de hoogte stelt van haar voorlopige onderzoeksresultaten. Zoals hiervóór aan bod kwam, bevat de Verordening een definitie van het begrip orgaan, te weten: ieder bevoegd bestuursorgaan van de gemeente Barendrecht. Het bestuur van de BAR c.q. het DB is geen bestuursorgaan van de gemeente Barendrecht. Naar onze mening volgt uit de tekst van de Verordening dan ook dat het standpunt van de Rekenkamer simpelweg niet juist is. Het bestuur van de BAR zou verplicht zijn een inhoudelijke reactie te geven 25 Indien de Rekenkamer zou worden gevolgd in haar standpunt, in die zin dat zij inderdaad verplicht zou zijn het bestuur van de BAR om een reactie te vragen, dan zien wij in de Verordening geen verplichting van het DB om een inhoudelijke reactie te geven. Dit lichten wij als volgt toe. 26 De Rekenkamer stelt onder verwijzing naar artikel 9 van de Verordening Rekenkamer Barendrecht dat het zogeheten betrokken orgaan, indien van toepassing, in het wederhoor meedeelt welke aanbevelingen het overneemt, inclusief een motivering waarom het bepaalde aanbevelingen niet overneemt. 27 Wij stellen voorop dat de verwijzing naar artikel 9 niet juist lijkt te zijn. Het lijkt erop dat de Rekenkamer haar standpunt ten onrechte heeft gebaseerd op een verouderde versie van een Rekenkamerverordening en wel op de versie van de Verordening Rekenkamer Barendrecht van 27 oktober 2003. Steun voor deze aanname vinden wij in het feit dat op de website van de Rekenkamer een link staat naar deze (verouderde) versie. 3 28 Indien de Rekenkamer heeft beoogd te verwijzen naar artikel 8, tweede lid van de (thans geldende) Verordening, geldt dat zij die bepaling naar onze mening onjuist interpreteert. Wij lezen de passage dat de directeur van de Rekenkamer stelt het betrokken orgaan in de gelegenheid schriftelijk te reageren op de voorlopige 3 http://rekenkamer.rotterdam.nl/over-ons/grondslag/. 20469203 (70107843) 5/7

onderzoeksresultaten en, indien van toepassing de conceptaanbevelingen aldus dat het betrokken orgaan (slechts) in de gelegenheid moet worden gesteld te reageren op de voorlopige onderzoeksresultaten en, indien van toepassing de conceptaanbevelingen. Zoals de Rekenkamer zelf ook aangeeft in het Onderzoeksrapport, geschiedt het bieden van deze gelegenheid in het kader van wederhoor. Indien het betrokken orgaan ervoor kiest gebruikt te maken van de gelegenheid te reageren op de voorlopige onderzoeksresultaten en conceptaanbevelingen, dan zal de Rekenkamer deze reactie moeten meenemen bij het opstellen van het definitieve rapport. Dit leiden wij af uit artikel 8, derde lid van de Verordening. 29 Het geven van een dergelijke reactie kan naar onze mening dan ook veeleer worden gezien als het geven van een zienswijze op een conceptbesluit. Wij lezen hierin derhalve niet een verplichting van het desbetreffende orgaan om daadwerkelijk een dergelijke reactie te geven. 30 Voor de goede orde wijzen wij overigens erop dat indien de Rekenkamer heeft beoogd te verwijzen naar artikel 7, tweede lid van de Verordening, ook die verwijzing geen grondslag kan bieden voor haar standpunt dat het bestuur van de BAR verplicht zou zijn een inhoudelijke reactie te geven. Dit lichten wij als volgt toe. 31 De bevoegdheden die een rekenkamer heeft ten aanzien van instellingen als bedoeld in artikel 184, eerste lid van de Gemeentewet zijn opgesomd in het tweede en derde lid van dat artikel. Een gemeentelijke verordening als de onderhavige kan aan de Rekenkamer naar onze mening geen verdergaande bevoegdheden toekennen, dan de bevoegdheden waarin de Gemeentewet in artikel 184, tweede en derde lid voorziet. 32 Ingevolge artikel 7, tweede lid van de Verordening dienen organen, diensten en instellingen als bedoeld in artikel 184 Gemeentewet op verzoek van de Rekenkamer binnen een maand te reageren, tenzij de Rekenkamer Barendrecht anders bepaalt. Gesteld dat een wettelijke grondslag bestaat voor het opnemen van het in deze bepaling opgenomen vereiste om binnen een maand te reageren 5, dan zou dat vereiste naar onze mening niet verder kunnen strekken dan het verstrekken door een instelling als bedoeld in artikel 184 van de Gemeentewet van de nadere inlichtingen ( ) over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten, als bedoeld in artikel 184, tweede lid van de Gemeentewet. Het verplicht verstrekken van een inhoudelijke reactie valt hier derhalve niet onder. 5 Het antwoord op de vraag of een dergelijke wettelijke grondslag bestaat, gaat het bestek van dit memorandum te buiten. 20469203 (70107843) 6/7

33 Kort en goed staat in de Gemeentewet noch in de Verordening enige verplichting voor het DB tot het geven van een inhoudelijke reactie op de (voorlopige) conclusies en aanbevelingen van het rapport. In dit verband merken wij tot slot op dat het bovendien staatsrechtelijk gezien problematisch zou zijn om het geven van een inhoudelijke reactie verplicht te stellen voor een bestuursorgaan als het DB, dat is samengesteld uit zes leden (te weten: drie wethouders en drie burgemeesters) uit elk van de deelnemende gemeenten (Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk). Een dergelijke verplichting zou naar onze mening namelijk neerkomen op een zekere vorm van aflegging van verantwoording door wethouders en burgemeesters van Albrandswaard en Ridderkerk aan de Rekenkamer c.q. de raad van Barendrecht. III AFRONDENDE OPMERKINGEN 34 Gelet op de definitie van het begrip orgaan in de Verordening, kwalificeert het DB naar onze mening niet als betrokken orgaan in de zin van artikel 8, tweede lid van de Verordening. Reeds gelet hierop zien wij niet in waarom het DB onrechtmatig zou hebben gehandeld door geen inhoudelijke reactie te geven op de conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamer. 35 Ten aanzien van de vraag hoe het DB het beste kan handelen in deze kwestie, merken wij in het verlengde hiervan op dat wij geen aanleiding zien voor het DB om alsnog enige inhoudelijke reactie te geven op het rapport. Indien het DB daartoe zou wensen over te gaan, staat hem dat naar onze mening uiteraard vrij, maar wij zien in elk geval geen plicht om dat te doen. 36 In het licht van een eventueel imago herstel (voor zover nodig) kan het DB wellicht overwegen bij de Rekenkamer erop (te laten) aandringen een rectificatie te publiceren van de passage uit het Onderzoeksrapport over het vermeende onrechtmatig handelen. Welke (overige) vervolgstappen het DB in deze kwestie kan nemen, is naar onze mening onderwerp van een politiek-bestuurlijke discussie waarin wij niet kunnen treden. RB/AV 20469203 (70107843) 7/7