Carpale Tunnel Syndroom

Vergelijkbare documenten
Carpale tunnelsyndroom kijkoperatie

Carpale tunnelsyndroom. (chirurgie)

Carpale tunnelsyndroom

Carpale tunnelsyndroom

Ziekte van Dupuytren

Peesschedeontsteking van de vinger. Tendovaginitis stenosans

Inleiding. Wat is een ganglion

Peesschedeontsteking van de vinger

Trigger finger. (plastische chirurgie)

Ganglion operatie. Gezwollen slijmbeurs in hand, pols, enkel of voet

Correctie van de bovenoogleden

Ontsteking van de duimpezen De Quervain tendovaginitis. Plastische chirurgie

Carpale tunnelsyndroom

Correctie van de onderoogleden

Correctie van de bovenoogleden

Liposculpture. Correctie van de contouren van het lichaam

Carpale tunnelsyndroom

Inleiding. Vóór de operatie

De zijdelingse wenkbrauwlift

Correctie afstaande oren

Inleiding 3. Verwachtingen en mogelijkheden 3. Vóór de operatie 4. De opname 4. Wat gebeurt er bij de operatie? 5.

Carpaal tunnelsyndroom

Chirurgie. Ganglion.

Correctie van de bovenoogleden

Ganglion, een gezwollen slijmbeurs

Carpaal tunnelsyndroom

De face en/of halslift

Endoscopische wenkbrauwlift

Voordat u wordt opgenomen, wordt uw algemene gezondheid onderzocht. Tevens vindt een intakegesprek plaats bij Bureau Opname.

Binnenste schaamlippen Behandeling Onderzoek Vóór de operatie Pre-operatieve screening en anesthesie... 4

Correctie van de onderoogleden

Wie komt in aanmerking voor een borstvergroting

Correctie van de bovenoogleden. Poli Plastische Chirurgie

Carpaal tunnelsyndroom

Carpale Tunnelsyndroom Poliklinische behandeling. Orthopedie

Plastische chirurgie Het carpale tunnel syndroom

Chirurgie. Het carpale tunnelsyndroom

Liposculpture. Correctie van de contouren van het lichaam

Carpaal tunnelsyndroom

Correctie afstaande oren. Poli Plastische Chirurgie

Carpale tunnelsyndroom

Meestal is een opname van 1 nacht (2 dagen) nodig. Soms kunt u nog dezelfde dag naar huis. Dit hangt af van de zwaarte van de ingreep.

Correctie gebroken neus

Het carpale tunnelsyndroom

De face- en/of halslift. Operatieve correctie van het verouderde gelaat

Behandeling van een geïrriteerde zenuw in de arm (ulnaris neuropathie)

Inleiding 2. Vóór de operatie 2 Aandachtspunten vóór de operatie 2. Wat gebeurt er bij de operatie? 3. Na de operatie 3 Leefregels na de operatie 4

Carpale tunnelsyndroom

Correctie van afstaande oren

Carpaal tunnelsyndroom Behandeling door de plastisch chirurg

Chirurgie / Neurologie

Carpale Tunnel Syndroom

Schaamlipverkleining Labiareductie

Carpale tunnelsyndroom. Beknelling van de middelste zenuw aan de binnenkant van de pols

Carpale Tunnelsyndroom Poliklinische behandeling. Orthopedie

Het carpale tunnelsyndroom

Carpaal Tunnel Syndroom

Informatie. CTS-straat Behandeling van het Carpale tunnelsyndroom

Patiënteninformatie. Carpale tunnelsyndroom (CTS) Carpale Tunnelsyndroom (CTS) Carpale Tunnelsyndroom hj.indd 1

Carpaal tunnelsyndroom

Orthopedie. Carpaal Tunnel Syndroom

Carpaal tunnelsyndroom

Carpale Tunnel Syndroom (CTS) Orthopedie

Orthopedie. Carpaal tunnel syndroom

CARPAAL TUNNELSYNDROOM LOMMEN FRANCISCUS VLIETLAND

Plastische chirurgie. Carpaal tunnel syndroom

De buikwandplastiek Operatie van de buikwand. Poli Plastische Chirurgie

Chirurgie CARPALE TUNNEL SYNDROOM

C a r p a a l t u n n e l s y n d r o o m

Het carpale tunnelsyndroom

Carpale Tunnel Syndroom

Correctie van de bovenoogleden

Carpaletunnelsyndroom

CARPAAL TUNNELSYNDROOM Plastische en Reconstructieve Chirurgie en Handchirurgie

Carpaletunnelsyndroom

Plastische chirurgie. Schaamlipverkleining.

Carpale tunnel syndroom (CTS)

Patiënteninformatie. Carpale Tunnelsyndroom Carpale Tunnelsyndroom.indd 1

Carpale tunnelsyndroom

ZorgSaam. appendicitis. het carpale tunnelsyndroom acuta. (blinde darm ontsteking)

De CTS-straat. Pagina 1 van 5

Inleiding. Wat is het carpale tunnel syndroom?

Correctie afstaande oren

Carpale tunnelsyndroom Plastische Chirurgie

Carpale tunnelsyndroom

Patiënteninformatie Plastische Chirurgie. Carpaal tunnelsyndroom

Hand-Polscentrum. Het carpale tunnel syndroom

Het carpaletunnelsyndroom

Neurologie Het Carpale Tunnel Syndroom

Poliklinische ingreep Plastische chirurgie. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Carpale tunnelsyndroom

Plastische chirurgie en handchirurgie. Carpaal tunnelsyndroom

DIEP reconstructie Borstreconstructie met eigen buikhuid en -vet

Carpale-tunnel syndroom

Carpale tunnelsyndroom (CTS)

Het carpale tunnelsyndroom. Behandeling door de neurochirurg

Inleiding 2. Verwachtingen en mogelijkheden 2. Vóór de operatie 3 Aandachtspunten vóór de operatie 3. Wat gebeurt er bij de operatie?

Correctie van de onderoogleden

Liposculpture: correctie van de contouren van het lichaam

Carpale tunnel syndroom de CTS polikliniek

Transcriptie:

Carpale Tunnel Syndroom

Inhoudsopgave Inleiding 3 Wat is het carpale tunnelsyndroom 3 Oorzaken 3 Onderzoek 4 Wat gebeurt er bij de operatie 4 Na de operatie 5 Mogelijke complicaties en risico s 6 Wanneer neemt u contact opnemen 7 Kosten en vergoedingen 7 Informatie 7 Heeft u nog vragen 7 2

Inleiding Deze folder bevat algemene, aanvullende informatie over het carpale tunnelsyndroom. De folder wordt u aangeboden door de plastisch chirurgen van het St. Anna Ziekenhuis. De folder heeft niet de bedoeling volledig te zijn of een gesprek met uw plastisch chirurg te vervangen. Het is goed om u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven. Wat is het carpale tunnelsyndroom In de pols bevindt zich een tunnel. Door deze tunnel lopen de buigpezen en een grote zenuw van de onderarm naar de vingers. Deze zenuw kan klem komen te zitten in de tunnel, waardoor het carpale tunnelsyndroom ontstaat. Dit carpale tunnelsyndroom veroorzaakt pijn, een doof gevoel, (nachtelijke) tintelingen en/of krachtsverlies van de hand. Hierdoor kunnen nauwkeurige handelingen, zoals knoopjes dichtmaken, niet goed worden uitgevoerd. In ernstige gevallen verdwijnt het gevoel in de hand door een onomkeerbare beschadiging van de zenuw. Ook kunnen de spieren op de plaats waar de handpalm overgaat in de duim, sterk verdund zijn waardoor de kracht en functie van de duim sterk verminderen. Het carpale tunnelsyndroom kan ook aan beide handen voorkomen. Oorzaken Vaak is de oorzaak een zwelling van één van de peesomhulsels in de pols. Daarnaast kan intensief gebruik van de hand de druk in de tunnel verhogen. Soms kan ook het vasthouden van vocht tijdens de zwangerschap, een oorzaak zijn. Ook ziekten zoals reuma, suikerziekte en een langzaam werkende schildklier kunnen deze aandoening veroorzaken. 3

Onderzoek Om te bepalen of u het carpale tunnelsyndroom heeft, stelt uw arts u vragen over de klachten die u heeft en vindt er onderzoek van de hand plaats. Daarnaast kan de diagnose bevestigd worden door een EMG (electromyografisch) onderzoek. Meer informatie hierover vindt u in de folder EMG (spier-zenuwonderzoek). Aandachtspunten vóór de operatie: Als u bloedverdunnende middelen gebruikt, dient u (in overleg met uw arts) hier minstens één week voor de operatie mee te stoppen. Neem hiervoor op tijd contact op. Roken is niet toegestaan vanaf 2 weken voor tot 2 weken na de operatie. Nicotine vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing. Ringen aan uw vingers moeten worden afgedaan. U kunt niet zelf autorijden; regelt u dus van tevoren vervoer naar huis. Wat gebeurt er bij de operatie U krijgt een plaatselijke verdoving in de handpalm. Vervolgens krijgt u een strakke band om de arm om bloeding tijdens de operatie te vermijden. Bij de operatie wordt via een snee in de huid van de handpalm de tunnel over zijn gehele lengte geopend waardoor de druk op de zenuw verdwijnt. Zo kan de zenuw zich herstellen. De duur van de operatie is ongeveer 20 minuten. 4

Na de operatie Na de operatie zit er een drukverband om de hand dat één dag moet blijven zitten. Na de ingreep kunt u een pijnlijke hand hebben, wat u kunt bestrijden met paracetamol (zo nodig 6 maal daags 1 tablet van 500 milligram). Als de pijn hiermee niet vermindert, kan het zijn dat door zwelling van de hand het verband te strak is komen te zitten. U mag het verband dan zelf voorzichtig losser aanbrengen. De pijn kan nog enkele weken tot maanden na de operatie rond het operatielitteken aanwezig zijn. Meestal verdwijnen de tintelingen en doofheid snel maar dit kan ook wat langer duren, de zenuw moet zich namelijk herstellen. Er kunnen enkele maanden overheen gaan voordat de kracht in de hand en pols weer hersteld is. Soms komt de kracht niet geheel terug. In uitzonderlijke gevallen kunnen de verschijnselen van de ziekte terugkeren, bijvoorbeeld bij werk met herhalende bewegingen. Uw eerste controleafspraak op de polikliniek is 10 tot 14 dagen na de ingreep. Dan worden de hechtingen verwijderd. Leefregels na de operatie. Gedurende 3 tot 4 weken mag de hand niet zwaar worden belast. 5

Mogelijke complicaties en risico s Algemene complicaties en risico s Een operatie voor het carpale tunnel syndroom heeft dezelfde algemene risico s als een andere operatie, zoals: een nabloeding het optreden van infecties stoornissen in de wondgenezing lelijke littekenvorming Specifieke complicaties en risico s langdurig pijn in het geopereerde gebied (Pillar pain) zenuwbeschadiging, waardoor gevoel- of motoriekstoornissen Uiteraard doen wij er alles aan om deze risico s tot een minimum te beperken. Natuurlijk verwachten wij van u dat u zich aan de leefregels houdt. Wanneer neemt u contact op Als u na de operatie koorts krijgt boven de 38,5 C Bij pijn die niet reageert op pijnstillers. Bij toenemende roodheid en zwelling van het wondgebied. Met wie kunt u contact opnemen: Tijdens kantooruren kunt u bellen met de polikliniek Plastische Chirurgie, telefoonnummer: 040-286 4854 Buiten kantooruren afdeling Spoedeisende Hulp, telefoonnummer: 040-286 4834. 6

Kosten en vergoedingen Een behandeling van het carpale tunnelsyndroom wordt door uw ziektekostenverzekering vergoed. Informatie Voor meer informatie verwijzen wij u door naar de website van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC): www.nvpc.nl. Onder het kopje Chirurgische bijsluiters kunt u extra informatie vinden over het Carpale Tunnel Syndroom. (Let op: in deze bijsluiter staat vermeld dat u een toestemmingsformulier moet ondertekenen; dit is echter niet van toepassing voor behandeling door de plastisch chirurg in het St. Anna Ziekenhuis.) Heeft u nog vragen Deze folder is niet bedoeld als vervanging van mondeling informatie, maar als een aanvulling hierop. Hierdoor is het mogelijk alles nog eens rustig na te lezen. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel ze dan gerust aan uw plastisch chirurg. Poli plastisch chirurgie: Telefoon: 040-286 4854 E-mail: poli.plastische_chirurgie@st-anna.nl (vermeld altijd uw naam en geboortedatum) Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp (SEH), telefoonnummer 040-286 4834. 7