Zelfinjectie bij erectiestoornissen

Vergelijkbare documenten
Zelfinjectie bij erectiestoornissen. Poli Urologie

zelfinjectie bij erectiestoornissen

ZELFINJECTIETHERAPIE BIJ ERECTIESTOORNISSEN

urologie Zelfinjectietherapie bij erectiestoornissen

Urologie. Patiënteninformatie. Zelfinjectie bij erectiestoornissen. Slingeland Ziekenhuis

Injectie bij erectiestoornissen

Zelf-injectie bij impotentie

Zelf-injectie bij impotentie

Zelfinjectie therapie bij impotentie. Urologie

Zelfinjectie bij impotentie

Zelfinjectie bij impotentie

Zelf-injectie therapie bij erectiestoornissen

Zelfinjectie-therapie bij impotentie

Zelf-injectie therapie

Erectiestoornis: zelfinjectietherapie

Zelfinjectietherapie bij een erectiestoornis

Zelf injecteren bij een erectiestoornis (impotentie)

I N F O R M A T I E. o v e r zelfinjectietherapie bij impotentie

Het toedienen van Fraxiparine - injecties

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Androskat. papaverinehydrochloride/fentolaminemesilaat

Zelfinjectietherapie bij ED

Zelfinjectietherapie bij impotentie

LONGGENEESKUNDE. Dagboek bloedneuzen

OOGHEELKUNDE. Suikerziekte in het oog

Behandeling met botulinetoxine A

Blokkade van de plexus coeliacus

Dagopname pijnbehandeling

NUCLEAIRE GENEESKUNDE. Radiosynoviorthesis. Behandeling van chronische gewrichtsontstekingen BEHANDELING

Uroflowmetrie en echografie

St. Antonius Ziekenhuis

REUMATOLOGIE. Goudinjecties. (Tauredon = Aurothiomalaat) BEHANDELING

Locale infiltratie met corticosteroïden

RADIOLOGIE. Punctie ONDERZOEK

Scan van de nieren na injectie met radioactieve stof

UROLOGIE. Blaasspoelingen BEHANDELING

VAATCHIRURGIE. Urokinasebehandeling BEHANDELING

Sacro-iliacale blokkade met corticosteroïden

ANESTHESIOLOGIE. Bloedpatch. Na een ruggenprik BEHANDELING

Intrathecale injectie met Baclofen

Ingegroeide teennagel

Onderzoek naar bloedverlies in het maagdarmkanaal

CHIRURGIE/PLASTISCHE CHIRURGIE. Ganglion aan de pols

RF-blokkade van het ganglion sfenopalatinum

Scan van de werking van het bijniermerg

INTERNE GENEESKUNDE. Aderlating BEHANDELING

Pijnmeting. Hulpmiddel bij pijnbestrijding

PIJNBESTRIJDING. RF-discusbehandeling BEHANDELING

Cognitieve stoornissen na een beroerte

Epidurale injectie met corticosteroïden

St. Antonius Ziekenhuis

Behandeling met Iloprost

Behandeling met Strontium-89-chloride of Samarium-153-lexidronam

Behandeling met tocilizumab (RoActemra )

UROLOGIE. JJ-katheter BEHANDELING

CHIRURGIE. Navelbreuk BEHANDELING

Cystoscopie bij vrouwen

INTERNE GENEESKUNDE. Dorstproef ONDERZOEK

Oefeningen tijdens gebruik van de Achillotrain

Behandeling met etanercept (Enbrel )

UROLOGIE. Niersteenvergruizing BEHANDELING

Het meten van pijn. Pijnintensiteit aangeven op een schaal

Verwijdering van lymfeklieren via een kijkoperatie

Adviezen voor na uw ontslag

St. Antonius Ziekenhuis

ACTH-test bij kinderen

Behandeling met Iloprost (Ilomedine )

Desensibilisatie bij insectengifallergie

Telemetrie op de verpleegafdeling

KINDERGENEESKUNDE. Koortsstuipen KINDEREN

CHIRURGIE. Het verpleegkundig spreekuur Chirurgie

INTERNE GENEESKUNDE. De diabetesverpleegkundige

Urodynamisch onderzoek

PIJNBESTRIJDING. Caudale blokkade BEHANDELING

PIJNBESTRIJDING. Proefblokkade BEHANDELING

INTENSIVE CARE Nazorg Intensive Care

Behandeling met rituximab (MabThera ) bij reumatoïde artritis

Het gebruik van Isordil en Nitroglycerine Spray

Behandeling met zoledroninezuur

Laserbehandeling bij couperose

CHIRURGIE. Haarnestcyste BEHANDELING

Scleroseren van spataderen

Gebruik van antistolling tegen trombose

Wortelblokkade met corticosteroïden

LHRH-test bij kinderen

Nazorg behandelingen Kaakchirurgie & Mondziekten

DERMATOLOGIE. Operatieve ingreep. op de poli Dermatologie BEHANDELING

Het dotteren van een vernauwde beenof bekkenslagader

Richtlijnen na een halsslagaderoperatie

Stomabreuk Parastomale hernia

Mohs micrografische chirurgie bij huidkanker

DERMATOLOGIE. De priktest ONDERZOEK

ST. ANTONIUS SPATADERCENTRUM. Spataderbehandeling. Echogeleide sclerocompressietherapie BEHANDELING

PLASTISCHE CHIRURGIE. Voorhoofdslift BEHANDELING

Neurostimulatie bij blaasproblemen (PTNS)

Behandeling met adalimumab (Humira )

CHIRURGIE/PLASTISCHE CHIRURGIE. Haperende vinger BEHANDELING

Glucosetolerantietest bij kinderen

PIJNBESTRIJDING. De poli Pijnbestrijding

CT-scan (met of zonder contrast)

NUCLEAIRE GENEESKUNDE. Renografie ONDERZOEK

Transcriptie:

UROLOGIE Zelfinjectie bij erectiestoornissen ADVIES

Zelfinjectie bij erectiestoornissen Erectiestoornissen vormen een veelvoorkomend probleem waar meer dan 10 procent van de Nederlandse mannen tussen de 40 en 79 jaar last van heeft. Men spreekt van een erectiestoornis als er wel zin in seks is, maar de penis onvoldoende stijf wordt of niet lang genoeg stijf blijft. Samen met uw uroloog hebt u ervoor gekozen zelfinjecties toe te passen. In deze folder leest u hoe u de injectie moet klaarmaken, hoe u het medicijn moet injecteren en waar u op moet letten. Oorzaken Er zijn verschillende oorzaken voor erectiestoornissen, zoals: psychische spanningen; beschadiging van de zenuw naar de penis door bijvoorbeeld een operatie; te weinig bloedtoevoer in, of een te snelle bloedstroom uit de zwellichamen van de penis. Dit kan bijvoorbeeld bij diabetes of hart- en vaatziekten. ontstaan. Het medicijn werkt bijna meteen werkt op zijn best na 15 minuten De duur van de erectie is afhankelijk van de dosering en de oorzaak van de erectiestoornis. Wat doet het medicijn? Het medicijn zorgt niet voor meer zin in seks. Het zorgt er alleen voor dat er bij geslachtsgemeenschap of masturbatie een erectie kan ontstaan. U mag het medicijn maximaal 1 keer per week gebruiken! In overleg met uw uroloog hebt u gekozen voor de auto-injectie-therapie: u gaat zelf een medicijn spuiten in het zwellichaam van de penis. Het medicijn De arts schrijft u het medicijn Androskat voor. Het medicijn zorgt voor een verwijding van de bloedvaten, zodat er meer bloed het zwellichaam instroomt en er een erectie kan Androskat wordt niet vergoed door de ziektekostenverzekering en zal dus door uzelf betaald moeten worden. 1

Dosering medicijn De uroloog bepaalt de dosis. Deze dosering is per persoon anders. Het kan zijn dat de dosering aangepast moet worden om een goede erectie te krijgen. Dit bepaalt altijd de uroloog of verpleegkundige. Houdt u zich daarom strikt aan de voorgeschreven dosis en wijzig niets zonder overleg met de uroloog of verpleegkundige. Voorbereiding injectie Uw uroloog of de verpleegkundige leert u de techniek voor het klaarmaken van de injectiespuit en hoe u het moet toedienen. 5. Verwijder de beschermhuls van de injectienaald en steek de naald in de ampul. 6. Zuig de injectievloeistof op in de naald en probeer hierbij te voorkomen dat u lucht meezuigt. 7. Plaats de beschermhuls weer over de naald en verwijder de naald van de spuit. 8. Plaats de korte injectienaald op de spuit. 9. Verwijder de beschermhuls. Houd de injectiespuit met de naald naar boven en tik enkele malen tegen de spuit om de luchtbellen te laten opstijgen. 10. Vervolgens drukt u de spuit zover leeg dat de voorgeschreven hoeveelheid achterblijft in de spuit. Het klaarmaken van de injectiespuit Voor het klaarmaken van de injectie hebt u de volgende spullen nodig: een lange injectienaald; een korte injectienaald; een ampul met het medicijn en een injectiespuit. Het is belangrijk dat u bij het klaarmaken van de injectiespuit hygiënisch werkt. Raak de injectienaald niet met uw handen aan. Hoe maakt u de injectiespuit klaar? 1. Was uw handen met water en zeep. 2. Plaats de lange naald (opzuignaald) op de injectiespuit. 3. Tik de vloeistof die zich bovenin de ampul bevindt naar beneden. 4. Breek de ampul open bij het smalle gedeelte van de hals (zie afbeelding). Houd tijdens het openbreken de ampul goed rechtop. Het toedienen van de injectie Wrijf de penis op. Pak hem dan zo dicht mogelijk tegen de buikwand vast tussen duim en wijsvinger zodat de huid zich spant. Het medicijn moet ongeveer 4 tot 5 millimeter links of rechts van het midden geïnjecteerd worden. Zo voorkomt u beschadigingen aan zenuwen of de plasbuis. 2

1. Selecteer een stukje huid waar geen zichtbare bloedvaten lopen en reinig dit met een alcoholdoekje. 2. Houd de injectiespuit goed vast (bijvoorbeeld als een pen). Plaats de naald loodrecht in de penis. Duw de gehele naald loodrecht in de penis. 3. Trek de naald iets terug en laat de duim en wijsvinger die de penis vasthouden wat verslappen. Spuit langzaam de vloeistof in, in één keer, dus zonder te stoppen. Hierbij mag geen weerstand gevoeld worden. Als dit wel het geval is trek dan de naald één à twee millimeter terug en spuit opnieuw. Als u nog steeds weerstand voelt haal dan de naald uit de penis en controleer de naald op verstopping door er een druppel uit te spuiten. Daarna kunt u deze weer opnieuw gebruiken. 4. Als de spuit volledig leeg is verwijder dan de naald en druk de injectieplaats minstens twee minuten dicht terwijl u de penis licht masseert om de vloeistof te verdelen. 5. Als een injectie niet tot het gewenste resultaat leidt, mag u de injectie niet meteen herhalen! U moet één week wachten voordat u de volgende injectie toedient! Werkt een injectie niet goed? U mag nooit nog een injectie toedienen. Pas na 1 week mag u weer een nieuwe injectie plaatsen. Bijwerkingen Een injectie kan bijwerkingen geven. Een injectie kan soms leiden tot een erectie die langer duurt dan wenselijk is. Wanneer een erectie langer dan 3 uur aanhoudt moet u direct contact op te nemen met de uroloog (ook s nachts, via de Spoedeisende Hulp) om onherstelbare schade aan de penis te voorkomen. Bij een verkeerde injectietechniek kan het medicijn onderhuids terechtkomen. Het middel is dan niet of minder werkzaam. Als dit vaker voorkomt, neem dan contact op met uw uroloog of met de verpleegkundige om de injectietechniek nogmaals door te nemen. Een bloeduitstorting, verdoofd gevoel in de penis, roodheid van de injectieplaats en voorbijgaande pijn kunnen als direct gevolg van de injectie voorkomen. Als u tijdens het injecteren pijn voelt, moet u stoppen met inspuiten. Een licht branderig gevoel is normaal. Injecteer niet in zichtbare bloedvaten, anders kunnen bloedingen optreden. Belangrijk Als u geneesmiddelen gebruikt, moet u de uroloog hiervan op de hoogte brengen. De ingespoten medicijnen kunnen namelijk de werking van sommige medicijnen versterken, bijvoorbeeld bij bloeddrukverlagers. Als u bloedverdunners gebruikt, (zoals Ascal of Sintrommitis ) moet u de injectieplaats na het toedienen van de injectie 3 minuten dichtdrukken. Het is het beste om minimaal 1 uur 3

voordat u het medicijn injecteert geen alcohol te gebruiken of te roken, omdat dit de werking nadelig kan beïnvloeden. Bij regelmatig gebruik gedurende een langere periode kan een plaatselijke verharding van de penis optreden. De verharding verdwijnt doorgaans als u stopt met injecties. Om de kans op deze verhardingen zo klein mogelijk te houden, kunt u het best afwisselend links en rechts in de penis injecteren. Vragen Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Urologie. In spoedeisende gevallen kunt u buiten deze tijden contact opnemen met de Spoedeisende Hulp. Zie voor de telefoonnummers het grijze adreskader hiernaast. 4

St. Antonius Ziekenhuis T 088-320 30 00 E patienteninformatie@antoniusziekenhuis.nl www.antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 088-320 33 00 Urologie 088-320 25 00 Locaties en bezoekadressen Ziekenhuizen St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn) Poliklinieken St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern 5

Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis URO 34/03-12