Schakelprogramma s Pedagogische wetenschappen & Onderwijskunde



Vergelijkbare documenten
Schakelprogramma s Pedagogiek & Onderwijskunde

Premasters Pedagogische wetenschappen & Onderwijskunde

Premasters (schakelprogramma s) Pedagogische wetenschappen & Onderwijskunde

Premasters (schakelprogramma s) Pedagogische wetenschappen & Onderwijskunde

(Forensische) Orthopedagogiek

Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen Schakelprogramma s Pedagogiek en Onderwijskunde

Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Academische Route UvA-HvA Onderwijskunde en Pedagogische wetenschappen

Premasterstudenten & Academische Route studenten. (Forensische) Orthopedagogiek

Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen Premaster programma s Pedagogiek en Onderwijskunde

Premasterprogramma s Pedagogiek en Onderwijskunde Masteravond 16 februari 2016

Premasterprogramma s Pedagogiek en Onderwijskunde Masterdag 12 november 2016

Premasterprogramma s Pedagogiek en Onderwijskunde Masterweek 14 februari 2017

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het schakelprogramma 6. INHOLLAND met doorstroomminor 8. Studeren in deeltijd 9

Schakelstudenten Opvoedingsondersteuning en Onderwijskunde

Opvoeding en Ontwikkeling in Sociale Contexten

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 5. Het Pre-masterprogramma 6. Studeren in deeltijd 8

Premasterstudenten & Academische Route studenten. Opvoedingsondersteuning en Onderwijskunde

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 6. Het Pre-masterprogramma 7. Studeren in deeltijd 9

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Bestuurskunde Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Bestuurskunde

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het schakeltraject 7. Van schakeltraject naar Masteropleiding 8. Het totale traject in schema 9

Minor Goede doelen, filantropie en non-profits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

Minor Goede doelen, filantropie en non-profits

Graduate School of Child Development and Education Welkom bij de mastervoorlichting van Orthopedagogiek

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie

Vrijstelling voor de bacheloropleiding of toelating tot de masteropleiding

AY 4 4 B2/P onderwijs Psychotherapeutische stromingen DY 3 - B2 Mastertraject: Opvoeding en ontwikkeling 7014C461AY

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 6. Het Pre-masterprogramma 7. Studeren in deeltijd 9

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Minor Goede doelen, filantropie en non-profits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Vrijstelling voor de bacheloropleiding of toelating tot de masteropleiding

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Sociologie Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Sociologie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

Bestuurskunde Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Bestuurskunde

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Waar leiden wij toe op?

Orthopedagogiek. Specialisatie. Faculteit der Sociale Wetenschappen. MSc Education and Child Studies

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK DR. AGNES WILLEMEN OPLEIDINGSDIRECTEUR MASTER PW

Master s Open Day 3 oktober 2018

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

Premasterprogramma Psychologie 11 maart Jan van Rooij Serena Verdonk Margot Starkenburg

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Pedagogische Wetenschappen

Premasterprogramma Psychologie 10 oktober 2014

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het Pre-masterprogramma 6. Inholland met doorstroomminor 8. Studeren in deeltijd 9

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-bacheloropleiding Psychologie 1 van 6

Pre-masterprogramma. Negen masterspecialisaties

Minor Toegepaste Psychologie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor professionals

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Minor Licht Verstandelijk Beperkt

Leerplanschema Minor Psychologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

INSCHRIJFWIJZER VOOR DE POSTPROPEDEUSE (TWEEDE EN DERDEJAARS STUDENTEN PSYCHOLOGIE)

Universiteit Leiden, traject Orthopedagogiek

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo bacheloropleiding Psychologie

Mastertrack, Klinische Forensische Psychologie

Bestuurskunde Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Bestuurskunde

Premaster Communicatie- en Informatiewetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Geesteswetenschappen - P Communicatie- en

Vrijstelling en toelating Psychologie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Keuzes in de propedeuse De propedeuse Psychologie kent geen gebonden keuzeruimte en geen vrije ruimte.

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Studiehandleiding Psychologie (70710P13AY) Semester 2, blok 5 en 6

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Vrijstelling voor de bacheloropleiding of toelating tot de masteropleiding

Bestuurskunde Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Bestuurskunde

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling WO bacheloropleiding Psychologie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-bacheloropleiding Psychologie 1 van 6

Premaster Taalwetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Geesteswetenschappen - P Taalwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Opleiding Psychologie. Universiteit Gent. wat, hoe, later? Prof. dr. Wouter Duyck. voorzitter Opleidingscommissie Psychologie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Premasterprogramma Psychologie 4 november Jan van Rooij Serena Verdonk Evelien Nienhuis

Minor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Studiehandleiding Gespreksvaardigheden ( DY)

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

Master s Event 8 oktober 2016

Onderwijs- en examenregeling

Studiehandleiding Taal en diversiteit

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Transcriptie:

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College en Graduate School of Child Development and Education Schakelprogramma s Pedagogische wetenschappen & Onderwijskunde College en Graduate School of Child Development and Education Opleidingen Onderwijskunde en Pedagogische wetenschappen [a] Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam [e] infopow@uva.nl [t] 020 525 1251 Versie januari 2014

De brochure die nu voor je ligt, bevat informatie over onder meer het programma, de toelating en de kosten van het schakelprogramma en de master Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde die worden aangeboden door de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG) van de Universiteit van Amsterdam. De (module)informatie in deze brochure wordt gegeven onder voorbehoud; je kunt aan de inhoud van deze brochure geen rechten ontlenen. Studenten melden zich vóór 1 mei aan voor het schakelprogramma Onderwijskunde of voor de richtingen Opvoedingsondersteuning of (Forensische) Orthopedagogiek binnen Pedagogische wetenschappen. Studenten die worden geaccepteerd voor het schakelprogramma worden na afronding van alle vakken die van het schakelprogramma moeten worden gevolgd, toegelaten tot de master Onderwijskunde of Pedagogische wetenschappen. Men wordt alleen toegelaten tot de afstudeerrichting die reeds in het schakelprogramma gekozen is. Vanwege de leesbaarheid wordt in deze gids alleen gesproken van toelating tot het schakelprogramma. 2

Schakelprogramma s Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG) Universiteit van Amsterdam (UvA) Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde ALGEMENE INFORMATIE Het schakelprogramma biedt afgestudeerden met hbo en wo-bachelors op het gebied van maatschappij en gedrag, onderwijs en gezondheidszorg de mogelijkheid om een master bij Pedagogische Wetenschappen of Onderwijskunde aan de UvA te volgen. In het schakelprogramma worden deficiënties weggewerkt. Bij succesvolle afronding wordt toelating verkregen tot de desbetreffende master. Programma s Er zijn drie schakelprogramma s: Orthopedagogiek en Forensische Orthopedagogiek (60 EC) Opvoedingsondersteuning (60 EC) Onderwijskunde (57 EC) In het volgende deel over de opbouw van de schakelprogramma s wordt een overzicht van de curricula gegeven. Ieder schakelprogramma bestaat voor ± 30 EC uit vakinhoudelijke cursussen en voor ± 30 EC uit Methoden en Technieken (MT) cursussen. Het MT hoorcollege-onderwijs wordt verzorgd voor alle schakelprogramma s binnen de FMG samen, inclusief die van Politicologie en Sociologie. De werkgroepen zijn opleiding-specifiek. Wanneer de groep schakelstudenten kleiner is dan vijfentwintig nemen de studenten bij de vakinhoudelijke cursussen deel aan het reguliere bachelor-onderwijs (aanschuifonderwijs). Dit geldt voor Opvoedingsondersteuning en Onderwijskunde. Bij grotere groepen wordt het onderwijs apart verzorgd, dit betreft (Forensische) Orthopedagogiek. Op basis van eerder gevolgd hbo/wo-onderwijs zijn soms vrijstellingen mogelijk. De programma s zijn voltijdsprogramma s van een jaar, maar kunnen in deeltijdtempo worden gevolgd, met uitzondering van het schakelprogramma Opvoedingsondersteuning. Toelatingseisen Een relevante hbo- of wo-bacheloropleiding op het gebied van gedrag en maatschappij, onderwijs of gezondheidszorg is vereist. Relevante HBO opleidingen (niet uitputtend) zijn: SPH, MWD, CMV, SJD, TP, Pabo en Pedagogiek voor het schakelprogramma (Forensische) orthopedagogiek en Opvoedingsondersteuning en een lerarenopleiding of Pedagogiek voor het schakelprogramma Onderwijskunde. Hiernaast geldt een wiskunde-eis (wiskunde op havo of vwo eindexamenniveau gehaald). Geïnteresseerden dienen vóór 1 mei een toelatingsverzoek in via een aanvraagformulier verkrijgbaar via de UvA website. Daarop moet worden aangegeven als voor deeltijdtempo gekozen wordt. De examencommissie beslist over toelating en eventuele vrijstellingen en stuurt een contract toe. Bij aanschuifonderwijs wordt het reguliere onderwijsmodel gevolgd, inclusief deelname aan werkgroepen. Bij Opvoedingsondersteuning betekent dit dat het onderwijs grotendeels overdag wordt gevolgd, bij Onderwijskunde is meer onderwijs in de (middag- en) avonduren. Bij de MT-cursussen zijn de hoorcolleges in de avond (deze worden op termijn vervangen 3

door verrijkte webcolleges). Hiernaast worden grotendeels overdag werkgroepen verzorgd, waarin technische vaardigheden (SPSS) en academische vaardigheden worden onderwezen. Bij vakinhoudelijke cursussen die apart voor schakelaars worden aangeboden, zoals bij (Forensische) orthopedagogiek zal het onderwijs bestaan uit hoorcolleges (overdag of s avonds) of webcolleges en werkgroepen. Op www.student.uva.nl/mowk vinden schakelstudenten Onderwijskunde het overzichtsrooster onder Schakelprogramma. Op dezelfde plek op www.student.uva.nl/mpw vinden schakelstudenten Opvoedingsondersteuning en (Forensische) orthopedagogiek hun roosters. De roosters voor studiejaar 2014-15 zullen in mei of juni 2014 gepubliceerd worden. Studiebelasting Als voltijdschakelstudent moet je rekening houden met een studiebelasting van 40 uur per week. Daarvan beslaan colleges en werkgroepen drie tot vijf dagdelen per week, waarbij een aanwezigheidsplicht geldt bij twee à drie dagdelen in de week. Wanneer je een baan hebt die meer dan 16 uur per week in beslag neemt, word je met klem geadviseerd om niet te starten met het schakelprogramma of te kiezen voor deeltijdtempo (indien mogelijk). De praktijk wijst uit dat de tijd die besteedt moet worden aan contacturen, reflectie en met name zelfstudie binnen het schakelprogramma en de master aanzienlijk is en niet onderschat moet worden. Inschrijfvorm Studenten die na hun bacheloropleiding toegelaten worden tot het schakelprogramma Onderwijskunde, Opvoedingsondersteuning of (Forensische)orthopedagogiek, worden ingeschreven als niet-regulier student. Het schakelonderwijs dat via het College Child Development and Education wordt aangeboden betreft contractonderwijs. Je ontvangt een collegekaart waarop je status als niet-regulier staat vermeld. Schakelstudenten hebben recht op een UvAnetID (UvA-mail) en toegang tot alle faciliteiten, waaronder Blackboard, SIS, computerfaciliteiten, studiezalen en de universiteitsbibliotheek. Let op: schakelstudenten kunnen zich niet bij de DUO aanmelden en hebben geen recht op (eventuele) studiefinanciering, een OV-chipkaart en/of een lening bij de DUO. De inschrijfvorm (en kosten) gelden ook als een deel van het programma al in de vorm van bijvakken of een minor is gevolgd en het resulterende schakelprogramma 30 EC of kleiner is. Zodra je het schakelprogramma met succes hebt afgerond en start met de master, heb je recht om je aan te melden bij de DUO en kun je dus aanspraak maken op (eventuele) studiefinanciering, een OV-chipkaart en/of een lening bij de DUO. Kosten De kosten bij een volledig programma van 60 EC bedragen voor 2014-15 2859. Dit bedraagt anderhalf keer het wettelijk collegegeldtarief. Dit wordt, ook voor schakelprogramma s met een kleinere omvang, berekend volgens de wijze die opgenomen is in de wetswijziging Kwaliteit in Verscheidenheid. Voor de eerste 30 EC wordt eenmaal het collegetarief gehanteerd, naar rato van het aantal EC; voor de tweede 30 EC wordt tweemaal het collegetarief gehanteerd, opnieuw naar rato van het aantal EC. Het tarief wordt steeds per jaar vastgesteld (indexering) en geldt voor alle deelnemers, ook studenten die eerder zijn gestart. Het schakelprogramma bestaat uit onderdelen die over een geheel studiejaar zijn verspreid. Je wordt geacht het programma binnen dat studiejaar af te ronden. Als dat onverhoopt niet lukt, moet je je opnieuw aanmelden voor het daarop volgende studiejaar. Je betaalt voor een dergelijke herinschrijving wederom voor de nog te behalen studiepunten (met inachtneming van eventuele indexering). Voor het volgen van een schakelprogramma in deeltijdtempo (2 jaar, niet mogelijk voor 4

Opvoedingsondersteuning!) wordt jaarlijks 250 administratiekosten (met elk jaar mogelijk indexering) extra in rekening gebracht. (Forensische) Orthopedagogiek speciale registratie Om te voldoen aan de NVO/GZ registratie-eisen een afzonderlijke certificering naast de master (vereist om als orthopedagoog-generalist of GZ-psycholoog geregistreerd te kunnen worden) dienen studenten die via het schakelprogramma zijn toegelaten tot de master van (Forensische) Orthopedagogiek twee extra vakken te volgen: 1) Pedagogische Ethiek (6 EC in blok 1). 2) Psychologie, ontwikkeling, persoonlijkheid en leren (9 EC in blok 5 en 6). Deze vakken kunnen tijdens de master of daarna gevolgd worden (en eventueel tijdens het schakelprogramma als dit in deeltijdtempo wordt gevolgd). Informatieverspreiding Informatie over het schakelonderwijs zal beschikbaar gesteld worden via de UvA website, Blackboard, de studiegids en de Onderwijs- en examenregeling (OER). Ook zal er voorlichting over het schakelprogramma worden verspreid bij verschillende hbo-opleidingen en tijdens de voorlichting op de masterdagen. Zie http://www.uva.nl/onderwijs/master/open-dagen voor data. UvA website schakelprogramma s (klik door in de lijst met opleidingen): http://www.uva.nl/onderwijs/master/soorten-masters-en-schakelprogrammas UvA studentenwebsite: Master Onderwijskunde http://student.uva.nl/mowk In A-Z lijst > Schakelprogramma Onderwijskunde. Master Pedagogische wetenschappen http://student.uva.nl/mpw In A-Z lijst > Schakelprogramma Pedagogische wetenschappen. Hier vind je alle algemene informatie voor schakelstudenten POW, zoals deze schakelgids, maar ook de informatie die je straks nodig hebt voor de start van je studie. https://blackboard.ic.uva.nl/webapps/login/ Daarnaast heeft elke module een eigen Blackboardomgeving waarop mededelingen, studiehandleiding, opdrachten, literatuur e.d. te vinden is. Belangrijke data voor studiejaar 2014-15 Aanvraag toelating: 17 februari - 1 mei 2014 introductieavond: 25 augustus 2014, 19-21 uur* start schakelprogramma: 1 september 2014 (*datum en tijdstip onder voorbehoud) 5

OPBOUW VAN HET SCHAKELPROGRAMMA Vakken, blokken en semesters De schakelprogramma s van Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde (start: september 2014) zijn programma s van maximaal 60 studiepunten. Per vak bedraagt de studielast 9, 6 of 3 studiepunten en 1 studiepunt staat gelijk aan ongeveer 28 uur studietijd. Een studiejaar is opgedeeld in twee semesters en zes blokken, maar de vakken zijn soms over deze blokken en semesters heen geroosterd. Vrije dagen en vakantie studiejaar 2014-15 Kerstvakantie 22 december 2014 t/m 4 januari 2015 Goede vrijdag 3 april 2015 2 e Paasdag 6 april 2015 Koningsdag 27 april 2015 Dag van de Arbeid 1 mei 2015 Bevrijdingsdag 5 mei 2015 Hemelvaart 14 mei 2015 2 e Pinksterdag 25 mei 2015 Academische kalender 2014-15 Eerste semester 1 september 2014-31 januari 2014 - Blok 1 1 september 24 oktober 2014 - Blok 2 27 oktober 19 december 2014 - Blok 3 5 januari 30 januari 2015 Tweede semester 2 februari 26 juni 2015 - Blok 4 2 februari 27 maart 2015 - Blok 5 30 maart 29 mei 2015 - Blok 6 1 juni 26 juni 2015 Op de volgende pagina s staan de overzichten van de curricula van de schakelprogramma s, eerst de voltijdprogramma s en daarna de verdeling over twee jaar in deeltijdtempo. Als gekozen wordt voor deeltijdtempo staat deze volgorde vast en wordt deze in het schakelcontract opgenomen. De overzichtsroosters van de schakelprogramma s Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde zijn te vinden via Blackboard en via www.student.uva.nl/mpw en www.student.uva.nl/mowk > A-Z lijst > Schakelprogramma Pedagogische wetenschappen of Schakelprogramma Onderwijskunde. Tijdens de studie kan het beste de UvA roosterwebsite, rooster.uva.nl, geraadpleegd worden omdat deze up-to-date is en ook de onderwijslocatie vermeldt. 6

Overzicht onderwijsprogramma s Een oranje blok geeft aan dat het vak door meer dan 25 schakelstudenten wordt gevolgd en dus apart wordt aangeboden. Een grijs blok geeft aan dat er sprake is van aanschuifonderwijs (werkgroepen mogelijk in de avond geprogrammeerd). In de cursussen aangeduid met zwarte tekst worden vakinhoudelijke onderwerpen behandeld. Deze cursussen bestaan uit hoorcolleges (mogelijk verrijkte webcolleges) en werkgroepen (mogelijk in de avonduren). Witte tekst wordt gebruikt om MT onderwijs aan te duiden. Naast de hoorcolleges (op termijn verrijkte webcolleges, voorlopig avondcolleges) worden bij deze technische vakken werkgroepen verzorgd (mogelijk in de avonduren). Bij cursussen die zijn onderstreept worden geen aparte werkgroepen gegeven (wel opdrachten). Orthopedagogiek & Forensische Orthopedagogiek - 60 EC Sem 1 Sem 2 1 (sep-okt) 2 (nov-dec) 3 (jan) 4 (feb-mrt) 5 (apr-mei) 6 (jun) COL (6) NO (6) EOO (3) OM (6) Diagnostiek (6) Beschrijvende Statistiek 2 (6) Psychopathologie (6) Toetsende Statistiek 2 (6) DV (6) 1 ΨS (3) T&OP 2 (6) COL=Cognitieve ontwikkeling en leerproblemen NO=Neurobiologische ontwikkeling EOO=Etiologie van opvoedings- en ontwikkelingsproblemen DV=Diagnostische vaardigheden ΨS=Psychotherapeutische stromingen OM=Onderzoeksmethodologie T&OP=Testleer & Onderzoekspracticum NB Voor Diagnostische vaardigheden geldt als ingangseis Gespreksvaardigheden (GV). Studenten dienen dit vak tijdens hun vooropleiding (eventueel als keuzevak) te volgen of kunnen dit vak als crash-course volgen, twee weken voor aanvang van het schakelprogramma. Onderwijskunde - 57 EC Sem 1 Sem 2 1 (sep-okt) 2 (nov-dec) 3 (jan) 4 (feb-mrt) 5 (apr-mei) 6 (jun) Curriculum Studies (6) OM (6) OT&C I (6) Wfil (3) Kwalitatief Onderzoek (6) Beschrijvende Statistiek 2 (6) Schoolorganisatie (6) Toetsende Statistiek 2 (6) Onderwijsbeleid (6) T&OP 2 (6) OT&C I=Onderwijskunde theorie en contexten I Wfil=Wetenschapsfilosofie OM=Onderzoeksmethodologie T&OP=Testleer & Onderzoekspracticum Opvoedingsondersteuning 60 EC Sem 1 Sem 2 1 (sep-okt) 2 (nov-dec) 3 (jan) 4 (feb-mrt) 5 (apr-mei) 6 (jun) Gezin & Samenleving (6) OM (6) SEOOO (6) GV (3) PE (6) Kwalitatief Onderzoek (6) Beschrijvende Statistiek 2 (6) Toetsende Statistiek 2 (6) the Meaning of Having Children (9) T&OP 2 (6) SEOOO=Sociaal-emotionele ontwikkeling in opvang en onderwijs GV=Gespreksvaardigheden PE=Pedagogische ethiek OM=Onderzoeksmethodologie T&OP=Testleer & Onderzoekspracticum 1 Ingangseis Diagnostische vaardigheden: Diagnostiek 2 ingangseisen Methoden & technieken: deelname aan Onderzoeksmethodologie geldt als ingangseis voor Beschrijvende statistiek, deelname aan Beschrijvende statistiek geldt als ingangseis voor Toetsende statistiek, deelname aan Toetsende statistiek geldt als ingangseis voor Testleer & Onderzoekspracticum. 7

Voltijd in twee jaar Het voltijdprogramma kan in twee jaar gevolgd worden, behalve bij Opvoedingsondersteuning. Er wordt een vaste opdeling van het programma gemaakt om de vakken in de meest optimale volgorde te volgen in twee jaar. Hieronder staat voor elk schakeltraject hoe deze opdeling in jaren wordt gemaakt. Let op, de deeltijdtempoprogramma s zijn iets minder studeerbaar (gedurende één maand in de periode van twee jaar volg je twee cursussen naast elkaar). Bovendien zijn er jaarlijkse administratiekosten aan het deeltijdtempo verbonden (zie kosten)! Orthopedagogiek & Forensische Orthopedagogiek (27 + 33 EC) Sem 1 Sem 2 1 (sep-okt) 2 (nov-dec) 3 (jan) 4 (feb-mrt) 5 (apr-mei) 6 (jun) jaar 1 OM (6) NO (6) COL (6) Diagnostiek (6) Beschrijvende Statistiek (6) EOO (3) jaar 2 Toetsende Statistiek (6) Psychopathologie (6) DV (6) TO& OP (6) T&OP (6) ΨS(3) Onderwijskunde (30 + 27 EC) Sem 1 Sem 2 1 (sep-okt) 2 (nov-dec) 3 (jan) 4 (feb-mrt) 5 (apr-mei) 6 (jun) jaar 1 Onderwijsbeleid (6) OM (6) OT&C I (6) Curriculum Studies (6) Kwalitatief Onderzoek (6) Beschrijvende Statistiek (6) Wfil (3) jaar 2 Schoolorganisatie (6) Toetsende Statistiek (6) T&OP (6) 8

VAKBESCHRIJVINGEN Beschrijvende Statistiek [S] Studielast: 6 EC Ingangseis: Onderzoeksmethodologie Periode(n): Semester 1 en doorlopend in 2, Blok 3 en 4 (januari-februari) Coördinator: dr. Matthijs Rooduijn In het Methoden en Technieken (M&T) programma komen methodologische en academische kennis en vaardigheden aan bod. Als wetenschapper of academisch opgeleide professional word je geacht zelf empirisch onderzoek uit te kunnen voeren en onderzoek van anderen in je veld op waarde te kunnen schatten. Om hiertoe in staat te zijn moet je weten wat de empirische wetenschappelijke methode inhoudt en bekend zijn met de wetenschapsfilosofische achtergronden ervan. Je moet weten wat de gangbare onderzoeksmethoden zijn, hoe onderzoekshypothesen beantwoord kunnen worden met behulp van beschrijvende en toetsende statistiek en hoe je deze statistische technieken toe kan passen met statistische software. Hiernaast moet je in staat zijn om academische literatuur te begrijpen en zelf te produceren. Naast methodologische en statistische kennis en vaardigheden wordt in de vijf M&T cursussen daarom ook veel aandacht besteedt aan het analyseren, argumenteren en beknopt en volledig rapporteren van onderzoek in de vorm van academisch schrijfonderwijs. De specifieke leerdoelen voor deze cursus zijn als volgt: 1) Kennis en inzicht in de basisbegrippen uit de statistiek en kansrekening 2) Kennis en inzicht in de belangrijkste beschrijvende statistieken 3) Kennis en inzicht in de basisbegrippen van inferentiële statistiek 4) Vaardigheid in het genereren van beschrijvende statistieken (met SPSS) 5) Vaardigheid in het uitvoeren van enkele toetsen (met SPSS) 6) Vaardigheid in het verwerken van academische literatuur (samenvatting, synthese) 7) Vaardigheid in het rapporteren van onderzoeksresultaten (methode) In de cursus Beschrijvende Statistiek, de derde cursus in het M&T programma, worden basisbegrippen uit de statistiek behandeld. We beginnen met de concepten variabelen en data, het verschil tussen steekproef en populatie en typen data. Dit bereid voor op de uitspraken die we, op basis van onze beperkte steekproefgegevens, met behulp van statistiek naar een veel grotere groep zullen gaan generaliseren. Hierna worden de belangrijkste centrum- en spreidingsmaten behandeld en komen contingentie, correlatie en regressie aan bod. Deze beschrijvende statistieken bieden de mogelijkheid om een grote hoeveelheid informatie overzichtelijk te presenteren en interessante patronen (samenhang, verschillen) makkelijker op te merken. Vervolgens worden de beginselen van kansrekening, kansverdelingen en steekproevenverdelingen behandeld. Kennis hiervan is nodig voor het laatste onderwerp, namelijk een inleiding in de inferentiële statistiek. Het genereren van beschrijvende statistieken en uitvoeren van enkele toetsten met behulp van statistische software (SPSS) wordt geoefend in speciale practica. Het verwerken van academische literatuur wordt geoefend door middel van schrijfopdrachten die worden besproken in werkgroepverband. Het begrijpen en interpreteren van onderzoeksliteratuur zal worden geoefend via het schrijven van samenvattingen en korte papers. Het zelf rapporteren van nieuwe onderzoeksresultaten zal worden geoefend middels het schrijven van een methode-sectie van een onderzoeksverslag. Hoorcolleges en/of webcolleges, werkgroepen en practica. 9

Agresti, A. and C. Franklin (2012). Statistics: The art and science of learning from data. Boston: Pearson Education; Edition: 3 /E. Let op! Er zal een nieuwe, speciale editie uitkomen, het ISBN-nummer zal in de studiehandleiding worden vermeld. Formuleboekje (verkrijgbaar bij de onderwijsbalie) Reader SPSS practicum (verkrijgbaar bij de onderwijsbalie) Syllabus Onderzoeksverslaglegging (verschillend per discipline, verkrijgbaar bij de onderwijsbalie) Toetsvorm Schriftelijk tentamen (multiple-choice en rekenvragen) en schrijfopdracht. Bijzonderheden Deze cursus maakt deel uit van het M&T-curriculum binnen de schakelprogramma s van Pedagogische Wetenschappen, Onderwijskunde, Politicologie en Sociologie. 10

Cognitieve ontwikkeling en leerproblemen [S] Studielast: 6 studiepunten Periode(n): Semester 1, Blok 1 (september-oktober) Coördinator: dr. Elise de Bree 1. Kennis en inzicht in de voornaamste theorieën en onderzoeksmethoden op het gebied van de normale en afwijkende ontwikkeling van de schoolse vaardigheden taal, lezen en rekenen 2. Kennis en inzicht in de algemene mechanismen van cognitieve ontwikkeling voor zover relevant voor het gebied van de leerproblemen 3. Kennis over de binnen- en buitenschoolse invloeden op de verwerving van schoolse vaardigheden 4. Kennismaking met het instrumentarium voor het vaststellen van leerproblemen 5. Kennis en inzicht in de behandeling van leerproblemen op school Het leren van taal, lezen en rekenen is noodzakelijk om volwaardig deel te kunnen nemen aan een kennisintensieve samenleving als de Nederlandse. Niet voor niets wordt op de basisschool veel aandacht besteed aan het verwerven van deze basisvaardigheden. De snelheid waarmee kinderen deze vaardigheden verwerven, loopt echter sterk uiteen. Bij sommige kinderen gaat het leren zelfs zo traag, dat gesproken kan worden van een leerprobleem en extra hulp geboden is. Dan rijzen vragen als hoe bepaald wordt wanneer sprake is van een leerprobleem, wat de specifieke achtergrond daarvan is en hoe instructie afgestemd kan worden op de speciale behoeften van kinderen met deze problemen. Om dergelijke vragen te beantwoorden is kennis nodig over de manier waarop taal, lezen en rekenen zich ontwikkelen, en over de cognitieve mechanismen die daaraan ten grondslag liggen. Bovendien is kennis nodig over de invloed van de school en de effectiviteit van instructie. In de cursus wordt aandacht besteed aan theorieën over leren en geheugen, de ontwikkeling van de basisvaardigheden taal, technisch lezen, begrijpend lezen en rekenen, de identificatie van leerproblemen, en de behandeling van deze problemen in de schoolcontext. Hoorcollege en verplicht werkgroeponderwijs. Zie studiehandleiding. Toetsvorm Zie studiehandleiding. 11

Curriculumstudies Studielast: 6 studiepunten Periode(n): Semester 1, Blok 1 (september-oktober) Coördinator: wordt later bekend gemaakt Kennis van en inzicht in verschillende manieren waarop het curriculum kan worden geconceptualiseerd en de theoretische onderbouwing van deze conceptualisaties. Kennis van en inzicht in verschillende benaderingen en processen met betrekking tot het ontwerpen, ontwikkelen, implementeren en evalueren van curricula. Het ontwikkelen van het vermogen om ideeën en voorstellen over het ontwerp van curricula te analyseren en interpreteren. Het ontwikkelen van een duidelijke visie op vragen en controverses met betrekking tot het curriculum. Curriculumontwerp is bij uitstek een onderwerp waarin psychologische, pedagogische en sociologische theorievorming elkaar tegenkomen. In de module komen verschillende theoretische oriëntaties aan de orde. Deze onderscheiden zich in de mate waarin zij een meer technologisch of normatief gezichtspunt op het curriculum vertegenwoordigen en verschillen zich in hun kennistheoretische, pedagogische en leerpsychologische fundering. In klassen, scholen maar ook op landelijk niveau zijn curriculumkwesties aan de orde van de dag. Belangrijke vragen zijn: waarom moeten leerlingen bepaalde inhouden en vaardigheden op een bepaalde wijze leren? Wat is de invloed van de achterliggende opvattingen over leren en kennisverwerving, die van de maatschappelijke omgeving en van de specifieke context waarbinnen geleerd wordt op de doelen, inhouden en vormgeving van het curriculum? Wie hebben het op dit terrein voor het zeggen en valt dat als juist en democratisch te kwalificeren? Naast deze beschouwende vragen wordt aandacht besteed aan verschillende benaderingen en processen, waarbij alternatieve modellen en procedures met betrekking tot het ontwerpen, ontwikkelen, implementeren en evalueren van curricula aan de orde komen. Hoorcollege en andere werkvormen. Ornstein, A.C. and F.P. Hunkins (2012). Curriculum: Foundations, Principles, and Issues Boston: Allyn and Bacon. ISBN 0132678101, 9780132678100 Toetsvorm Zie studiehandleiding. 12

Diagnostiek [S] Studielast: 6 studiepunten Periode(n): Semester 1, Blok 2 (november-december) Coördinator: dr. Helma Koomen Kennis en inzicht: 1. Het diagnostisch onderzoeks- en redeneerproces en de wetenschappelijke fundering ervan kennen, kunnen uitleggen en beschrijven (eindtermen BA-PW: 3, 4) 2. Kennen en kunnen uitleggen van de theoretische achtergronden van diagnostische instrumenten (observatie, test, vragenlijst en interview) (eindtermen BA-PW: 3, 4) 3. Het kennen en categoriseren van specifieke instrumenten om tot een diagnose te komen van kind- en situatiefactoren (opvoeding) (eindtermen BA-PW: 3, 4) 4. Bewustzijn van de ethische dilemma s en het belang van een beroepscode tijdens het diagnostisch proces (eindtermen BA-PW: 6) Toepassen van kennis en inzicht: 5. Keuzes kunnen maken tussen verschillende methoden en diagnostische instrumenten (eindtermen BA-PW: 8, 11)7. 6. Beslissingen kunnen nemen ten aanzien van de te nemen stappen in een diagnostische procedure (eindtermen BA-PW: 8, 11) 7. Uit de diagnostische informatie handelingsadviezen kunnen afleiden (eindtermen BA-PW: 12) Oordeelsvorming: 8. Het beoordelen van de kwaliteit van de diagnostische beeldvorming, d.w.z. de integratie van de diagnostische informatie tot een samenhangend beeld in antwoord op de hulpvraag (eindtermen BA-PW: 15) 9. Het kunnen inschatten van de kwaliteit van een diagnostisch onderzoek (eindtermen BA-PW: 15) 10. Een open en kritische houding ten aanzien van eigen kennisaanspraken en die van anderen (eindtermen BA-PW: 18) Communicatie: 11. Een diagnostische rapportage begrijpen, toelichten en kunnen uitleggen aan cliënten, vakgenoten en een breder publiek (eindtermen BA-PW: 19,20) 12. Een professionele houding jegens anderen (collega s, cliënten) aannemen: bewustzijn van de dubbele rol van een hulpverlener (expertise en empathie) (eindtermen BA-PW: 19,20) De specifieke, diagnostische functie van de (ortho-)pedagoog heeft in de verschillende praktijkvelden van pedagogische ondersteuning, begeleiding en hulpverlening maatschappelijke erkenning gekregen. Hoewel deze diagnostische functie per praktijkveld een verschillende invulling kent, is een gemeenschappelijk kenmerk dat diagnostiek bij pedagogische vraagstellingen vooral moet leiden tot het bieden van hulp bij problematische opvoedingssituaties. Het diagnostisch onderzoek richt zich daarom niet op het kind alleen, maar op het gehele netwerk van relaties en interacties tussen kinderen en hun opvoeders en verzorgers. De genoemde maatschappelijke erkenning is gepaard gegaan met een groeiende behoefte om de kwaliteit van de diagnostiek bij pedagogische vraagstellingen te verbeteren, te bewaken en naar cliënten en maatschappij toe te verantwoorden. Kwaliteitsaspecten van de diagnostiek als leer en methode zijn dan ook centrale aandachtspunten binnen de module. De module heeft een inleidend karakter. In de colleges wordt allereerst een overzicht gegeven van historische en theoretische achtergronden van de actuele discussie over diagnostiek bij pedagogische vraagstellingen, alsmede een kritische reflectie hierop. Thema s zijn onder meer: (a) doelstellingen, functies en vraagstellingen van diagnostisch onderzoek; (b) de karakteristieken dialogischvraaggericht, systeemgericht-transactioneel en veranderings-handelingsgericht; (c) de verhouding tussen diagnostiek en behandeling/begeleiding. 13

Ter verdieping wordt vervolgens aandacht besteed aan het diagnostisch redeneer- en onderzoeksproces en de relatie met pedagogische vraagstellingen. Thema s zijn onder meer: (a) het diagnostisch redeneer- en onderzoeksproces en belangrijke beslismomenten hierin; (b) de keuze van hulpmiddelen om vraagstellingen te formuleren en te beantwoorden; (c) de rol van specifieke pedagogische contexten; (d) het gebruik van hypothese toetsende diagnostiek (aansluitend bij de richtlijnen voor gevalsbeschrijvingen van de beroepsvereniging NVO); (e) het gebruik van classificerende en indicerende diagnostiek (in het kader van Diagnose Behandel Combinaties); (f) het gebruik van werkveldspecifieke screening (risico- en protectieve factoren) in de forensische orthopedagogiek; (g) achtergronden van drie diagnostische methoden: interview/ gespreksvoering, observatie en test/vragenlijstonderzoek; (h) eerste kennismaking met een aantal specifieke methoden c.q. middelen voor onderzoek naar begaafdheid, persoonlijk functioneren en pedagogische context. Aansluitend bij de in de colleges behandelde thema s, biedt de module daarnaast gelegenheid tot het oefenen van vaardigheden. Hiertoe worden wekelijks (verplichte) opdrachten aangeboden die betrekking hebben op diverse stappen van een diagnostische procedure en op onderzoeksmethoden die in dit kader gebruikt worden. Aan de hand van een concrete casus (aangeboden via tekst, filmfragmenten en voorbeelden van testmaterialen op een website) wordt geoefend met verschillende beslismomenten, alsmede met de beoordeling van de kwaliteit van het werk van de orthopedagoog in diverse fasen van de diagnostische procedure. Het actief werken aan de opdrachten is bevorderend voor het inzicht in de stof en motiveert doordat de gevolgde werkwijze dicht bij de klinische praktijk staat. Hoorcollege, werkcollege en verplichte huiswerkopdrachten - Th. Kievit, J. de Wit, J. A. Tak, en J.D. Bosch (red.) (2008/2009; minimaal 7e druk). Handboek Psychodiagnostiek voor de Hulpverlening aan kinderen. Utrecht: De Tijdstroom. ca. 58,-. - K. Verschueren & H. M. Y. Koomen (red.) (2007). Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. 29 - Richtlijn voor de casusbeschrijving NVO Orthopedagoog-Generalist (versie 2010) - Aanvullende artikelen Toetsvorm Tentamen met meerkeuzevragen over literatuur, collegestof en de thema s uit de huiswerkopdrachten. Daarnaast moeten gedurende de module zes maal verplichte huiswerkopdrachten worden gemaakt en via Blackboard worden ingeleverd. 14

Diagnostische vaardigheden [S] Studielast: 6 studiepunten Periode(n): Semester 2, Blok 5 (eind maart-mei) Ingangseis: Gespreksvaardigheden (of vrijstelling hiervoor) Coördinator: Marita van Langen, MSc. Ingangseis Gespreksvaardigheden Toepassen van kennis en inzicht 1. Het afnemen en scoren en van diagnostische instrumenten (observatie, test, vragenlijst en interview) 2. Het kunnen inzetten van bovenstaande instrumenten in het diagnostisch proces 3. Uit de diagnostische informatie handelingsadviezen afleiden Oordeelsvorming 4. Het interpreteren van de informatie verkregen met behulp van diagnostische instrumenten (observatie, test, vragenlijst en interview) 5. Kritische reflectie op instrumenten voor diagnostisch onderzoek, de kwaliteit ervan en de eigen omgang ermee Communicatie 6. Gesprekstechnieken kunnen inzetten bij de rapportage van onderzoeksresultaten 7. Onderzoeksresultaten schriftelijk en mondeling kunnen uitleggen aan cliënten, vakgenoten als een breder publiek 8. Bewustzijn van de impact die diagnostische en regulatieve handelingen hebben op de cliënt. Leervaardigheden 9. Een rollenspel kunnen leiden en feedback kunnen geven 10. Open staan voor feedback van een ander en deze kunnen gebruiken om de eigen kennis en vaardigheden te vergroten Observatie aan de hand van observatieschema`s, waarbij het gaat om concrete observatie en de interpretatie ervan. Ook het zelf ontwerpen van een betrouwbaar observatie instrument, gebaseerd op een theoretisch concept, komt aan bod. Testafname, waarbij zowel intelligentieonderzoek als persoonlijkheidsonderzoek aan bod komen. Dit onderdeel omvat ook het organiseren van de testsetting en (mondelinge en schriftelijke) rapportage van bevindingen, evenals het geven van een presentatie over een test of vragenlijst. Gespreksvaardigheden in lastige situaties. Het voeren van een adviesgesprek naar aanleiding van de resultaten van diagnostisch onderzoek waarbij de resultaten, bijvoorbeeld confronterend zijn of niet worden aanvaard door de ouders. Werkgroepen (met verplichte aanwezigheid). - Handleiding WISC III (wordt tijdens eerste bijeenkomst uitgedeeld per twee studenten en dient aan het eind van de module weer ingeleverd te worden. Eindcijfer wordt pas gegeven als de handleiding weer geretourneerd is). 15

- Kievit, Th., Tak, J.A. & Bosch, J.D. (2008). Handboek psychodiagnostiek in de hulpverlening aan kinderen. Hoofdstuk 12 Intelligentieonderzoek (Utrecht: De Tijdstroom, reeds bestudeerd voor de module diagnostiek). - Van der Sande, J.P. (2001).Gedragsobservatie: Inleiding tot systematisch observeren (Noordhoff Uitgevers B.V.). - Literatuur op Blackboard - Diagnostische Onderwijs Omgeving op Blackboard met visueel oefenmateriaal voor alle onderdelen (observaties; tests; gevorderde gespreksvaardigheden). Toetsvorm Tentamen, verslag observatieonderzoek en verslag individueel test onderzoek (ITO) 16

Etiologie van opvoedings- en ontwikkelingsproblemen [S] Studielast: 3 studiepunten Periode(n): Semester 1, Blok 3 (januari) Coördinator: dr. Cristina Colonnesi Kennis en inzicht 1. Kennis van de theorieën over het ontstaan van psychosociale problemen: risicofactoren, kwetsbaarheidsfactoren en beschermingsfactoren; 2. b) Kennis en inzicht in de etiologie en verschijningsvormen van verstandelijke, lichamelijke en ontwikkelingsstoornissen; 3. Inzicht in de ontwikkeling en opvoeding van kinderen met speciale behoeften (kinderen met beperkingen of chronische aandoeningen); 4. Kennis van de theorieën over en het onderzoek naar het ontstaan van opvoedingsproblemen in gezinnen: de rol van opvoeder, kind en context; 5. Kennis van de theorieën over en het onderzoek naar temperament van het kind als risico- en beschermingsfactoren; 6. Kennis van de theorieën over en het onderzoek naar sociaal begrip van het kind als risico- en beschermingsfactoren; 7. Kennis van de theorieën over en het onderzoek naar de relatie met leeftijdgenoten als risico- en beschermingsfactor. Toepassen van kennis en inzicht 8. In staat zijn om de interactie tussen risico, beschermende en kwetsbaarheidsfactoren in kaart te brengen; 9. In staat zijn om de relatie en het verschil tussen verschillende dimensies van psychopathologie te herkennen. Oordeelsvorming 10. Het ontwikkelen van een visie op psychopathologie als een continuüm waar de grenzen tussen normaal en psychopathologie flexibel zijn en kunnen veranderen op basis van individuele en omgevingsfactoren; 11. In staat zijn om wetenschappelijke artikelen op een kritische manier te lezen en theorieën aan elkaar te relateren. Communicatie 12. Capaciteit om de relatie tussen risico, beschermende en kwetsbaarheidsfactoren en psychopathologie over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten en nietspecialisten; 13. Mondeling te rapporteren over (de analyse van, of onderzoek naar) pedagogische vraagstukken. Het vak Etiologie van Ontwikkelings- en opvoedingsproblemen biedt algemene kennis over de etiologie van ontwikkelingspsychopathologie tijdens kindertijd en adolescentie. Aan het eind van de module weten de studenten het verschil tussen gewone en psychopathologische ontwikkeling. Bovendien weten de studenten welke risico-, kwetsbare en beschermingsfactoren er zijn met betrekking tot het ontstaan van psychopathologie. Tijdens de zes hoorcolleges wordt een overzicht gegeven van relevante factoren die een rol spelen in het ontstaan van psychopathologie: temperament, gehechtheid, sociale cognitie, intelligentie, kind-ouder relatie en relatie met leeftijdgenoten. Deze factoren zullen tijdens de colleges op basis van drie benaderingen behandeld worden: Ten eerste wordt er aandacht besteed aan de grenzen tussen normale en niet-normale ontwikkeling met bijzondere aandacht voor de meest gehanteerde theoretische verklaringen en recent empirisch onderzoek. Deze problemen zijn te categoriseren als internaliserend (depressie, angst) en externaliserend probleemgedrag (oppositioneel gedrag, agressie, delinquentie). Aandacht wordt besteed aan definities, symptomen en verloop van deze problemen. De meest gehanteerde theoretische verklaringen en recent empirisch onderzoek worden behandeld. Ten tweede wordt het ontstaan van opvoedingsproblemen bestudeerd vanuit een ontwikkelingsperspectief, met speciale aandacht voor de risico-, kwetsbaarheids- 17

en beschermingsfactoren bij de opvoeder, in het gezin, bij het kind en in de omgeving. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de etiologie en verschijningsvormen van verschillende soorten beperkingen / handicaps. Ook de betekenis hiervan voor de ontwikkeling van het kind en de speciale eisen die aan de opvoeders worden gesteld komen aan de orde. Hoorcollege en werkgroepen (met verplichte aanwezigheid) waar academische opdrachten en casusopdrachten worden uitgevoerd. Het studiemateriaal bestaat uit wetenschappelijke artikelen en boekhoofdstukken, die vermeld worden in de studiehandleiding, uitgezonderd de aanbevolen literatuur. De literatuur zal voor het begin van de module op Blackboard te vinden zijn. Toetsvorm Het tentamen bestaat uit 40 schriftelijke gesloten vragen en een eindopdracht. 18

Gezin en samenleving Studielast: 6 studiepunten Periode(n): Semester 1, Blok 1 (september-oktober) Coördinator: dr. Henny Bos Een student wordt geacht dat zij/hij aan het eind van de module de volgende vaardigheden bezit: 1) Kritisch kunnen lezen van wetenschappelijke literatuur van ontwikkelingspsychologische en sociologische aard waarin relaties worden gelegd tussen opvoeden in verschillende contexten en ontwikkeling van kinderen en adolescenten in onze hedendaagse samenleving (waarbij issues m.b.t. diversiteit expliciet aan de orde komen). 2) Literatuur samenvatten: relevante van irrelevante feiten scheiden. Hoofd en bijzaken uiteenrafelen. 3) Literatuur beoordelen op de wetenschappelijke criteria van betrouwbaarheid en validiteit. Verschil maken tussen empirische kennis en veronderstellingen 4) Literatuur kritisch vergelijken en in verband brengen met eerder vergaarde kennis. 5) Kritiek (of lof) aangaande de gelezen literatuur wetenschappelijk kunnen beargumenteren. De module Gezin en Samenleving is een verplicht onderdeel voor Bachelor 2 studenten. De module bestaat uit drie delen: In het eerste deel staat centraal het theoretische perspectief voor persoonlijke ontwikkeling, zoals ontwikkeld door Bronfenbrenner: het bio-ecologisch model. In dit model wordt onderscheid gemaakt tussen het micro-systeem: activiteiten thuis, of in de klas: het meso-systeem: de relaties tussen thuis, school, en buurt waarin het kind participeert; het macro-systeem: de (sub)cultuur en tijd waarin het kind leeft (Bronfenbrenner, 1979). Dit bio-ecologische perspectief ziet het kind als een zich ontwikkelend organisme waarbij het genotype, de omgeving, en de interactie tussen genotype & omgeving, van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind. In het tweede deel wordt dieper ingegaan op ouderschapsvaardigheden in relatie met de ontwikkeling van kinderen. Dit tweede deel is opgezet vanuit een levensloopperspectief en centraal staat de vraag wat ouders kunnen betekenen voor de ontwikkeling van hun kinderen. In het derde deel staan diverse verschillende gezinstypes centraal die onze moderne Westerse wereld rijk is. Er wordt nader ingegaan op vergelijkend onderzoek tussen verschillende typen gezinnen: éénouder gezinnen versus twee-ouder gezinnen; gezinnen met vaders vs gezinnen zonder vader; gezinnen met biologisch eigen kinderen vs gezinnen met niet-biologisch eigen kinderen. Uiteindelijk gaat het om het antwoord op de vraag welke vorm en inhoud van ouderschap van belang is voor de gezonde ontwikkeling van kinderen. Hoorcolleges, werkgroepen (met verplichte aanwezigheid) en toepassingsopdrachten - Bigner J. J. (2010). Parent-child relations. An introduction to parenting. New Jersey: Pearson Education, Inc. - Golombok, S. (2000). Parenting. What really counts? Londen: Routledge. - Reader met artikelen en hoofdstukken uit diverse boeken Toetsvorm: Tentamen en opdrachten Gespreksvaardigheden Studielast: 3 studiepunten Periode(n): Semester 1, Blok 3 (januari) Coördinator: Marita van Langen MSc. Toepassen van kennis en inzicht 19

1. Gesprekstechnieken (her)kennen, benoemen, en gebruiken ten behoeve van een hulpverleningsgesprek in het algemeen en een diagnostisch interview in het bijzonder 2. Afstemmen van gesprekstechnieken op de fase van het hulpverleningsproces, de hulpverleningsbehoefte van de cliënt en de ontwikkelingsfase van de jeugdige cliënt Oordeelsvorming 3. Het interpreteren van de informatie, verkregen tijdens gespreksvoering 4. Een open, objectieve, professionele, niet veroordelende houding aannemen die past binnen een hulpverleningssituatie 5. Oog hebben voor ethische aspecten 6. Een kritische blik hebben ten aanzien van de reikwijdte van de kennis die wordt verworven met betrekking tot gespreksvoering. Communicatie 7. Gesprekstechnieken flexibel kunnen inzetten 8. Bewust zijn van het verschil tussen een professioneel en een informeel gesprek Leervaardigheden 9. Een professionele houding jegens anderen (collega s, cliënten) aannemen: 10. Een rollenspel kunnen leiden en feedback kunnen geven 11. Open staan voor feedback van een ander en deze kunnen gebruiken om de eigen kennis en vaardigheden te vergroten In de module Gespreksvaardigheden staat het aanleren van basale gespreksvaardigheden centraal zoals deze in een professioneel gesprek zoals een hulpverleningsgesprek toegepast worden. Het gaat hier om de vaardigheden die in de eerste fase van een hulpverleningsgesprek van belang zijn, waarbij het doel de probleemverheldering is. Zowel gespreksvoering met volwassenen als kinderen komt aan bod. In de practica zal in kleine groepen aan de hand van video s en rollenspelen geoefend worden met de verschillende basisvaardigheden. Voorafgaand aan elk werkcollege practicum dient de literatuur behorende bij het desbetreffende onderdeel bestudeerd en de opdrachten gemaakt te zijn. In de studiehandleiding en op Blackboard zal aangegeven staan wat er per week ter voorbereiding gedaan moet worden. Werkgroepen (met verplichte aanwezigheid) Aan te schaffen literatuur: - Lang, G. en H.T. van der Molen (2012) Psychologische gespreksvoering, een basis voor hulpverlening, Baarn, Nelissen, p. 16-168. - Delfos, M.F. (2008) Luister je wel naar mij? Gespreksvoering met kinderen tussen vier en twaalf jaar, Amsterdam, p. 15-184. Op Blackboard onder Course materials : - Delfos, M.F. (2007) Ik heb ook wat te vertellen! Communiceren met pubers en adolescenten, Amsterdam SWP (4 de druk). p. 127-135 & 177-191 - Van Leeuwen, H.M.P. (2008) Het diagnostisch interview met het kind. In : Th. Kievit, J.A. Tak en J.D. Bosch (red) Handboek psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen Utrecht, De Tijdsstroom (7 de druk). p. 129-147 Toetsvorm Zie studiehandleiding 20

Kwalitatief Onderzoek [S] Studielast: 6 EC Ingangseis: inspanningseis Onderzoeksmethodologie Periode(n): Semester 1, Blok 2 (november-december) Verzorgd door: Afdeling Sociale Wetenschappen Coördinator (docent): dr. Gerben Moerman In het Methoden en Technieken (M&T) programma komen methodologische en academische kennis en vaardigheden aan bod. Als wetenschapper of academisch opgeleide professional word je geacht zelf empirisch onderzoek uit te kunnen voeren en onderzoek van anderen in je veld op waarde te kunnen schatten. Om hiertoe in staat te zijn moet je weten wat de empirische wetenschappelijke methode inhoudt en bekend zijn met de wetenschapsfilosofische achtergronden ervan. Je moet weten wat de gangbare onderzoeksmethoden zijn, hoe onderzoekshypothesen beantwoord kunnen worden met behulp van beschrijvende en toetsende statistiek en hoe je deze statistische technieken ook daadwerkelijk toe kan passen met statistische software. Hiernaast moet je in staat zijn om op academische literatuur te verwerken en zelf te produceren. Naast methodologische en statistische kennis en vaardigheden wordt in de vijf M&T cursussen daarom ook veel aandacht besteedt aan het analyseren, argumenteren en beknopt en volledig rapporteren van onderzoek in de vorm van academisch schrijfonderwijs. De specifieke leerdoelen voor Kwalitatief Onderzoek zijn zowel theoretisch als praktisch van aard: De theoretische doelen zijn: 1) Verbanden met wetenschapstheoretische uitgangspunten en methode van onderzoek en analyse te herkennen 2) Kennis maken met verschillende tradities om kwalitatief onderzoek uit te voeren 3) Kennis maken met verschillende tradities om kwalitatief analyse uit te voeren en het leren beoordelen van verschillende vormen van kwalitatieve analyse; De praktische doelen zijn: 1) Op een systematische wijze leren analyseren van kwalitatieve data 2) Leren gebruiken van software voor kwalitatieve data-analyse (ATLAS.ti) 3) Leren interpreteren van kwalitatieve data 4) Leren ontwikkelen van concepten, categorieën en aanzetten tot theorie op basis van kwalitatieve data 5) Leren toetsen, vergelijken en onderbouwen van interpretaties. Na afloop van de module ben je beter in staat om kwalitatief onderzoek te beoordelen, methodologische gefundeerde keuzes in kwalitatief onderzoek te maken en de rijkdom van kwalitatief materiaal om te zetten in nieuwe bevindingen. In de cursus Kwalitatief Onderzoek, de tweede cursus in het M&T programma, wordt de gegevensverzameling, beschrijving en analyse en interpretatie van kwalitatief onderzoek behandeld. In kwalitatief onderzoek wordt de verzameling en de analyse van gegevens vaak op een iteratieve manier gedaan. In dit vak echter richten wij ons kort op de belangrijkste methoden van gegevensverzameling en vervolgens uitgebreider op de analyse. Een goede kwalitatieve analyse bestaat uit een algemene analysestrategie, duidelijke analysehandelingen en het bijhouden van de stappen in de analyse. Een belangrijke analysehandeling in kwalitatief onderzoek is het coderen van delen van het materiaal. Dat vormt de basis voor ordening en interpretatie van het materiaal. In dit vak leer je gebruik te maken van een softwarepakket voor kwalitatieve analyse, namelijk ATLAS.ti. We zullen analyse uitvoeren op basis van interviews, observaties, ingezonden brieven, internet posts, partijprogramma s, beleidsstukken, notulen, krantenberichten of ander beschikbare materialen. Verschillende genres van analyse en interpretatie zullen worden behandeld en vergelijken. De belangrijkste concepten in kwalitatief onderzoek zullen uitgebreid behandeld worden aan de hand van deze genres. 21

Hoorcolleges en/of webcolleges, werkgroepen en practica. Bryman, Alan (2012) Social Research Methods (4de editie). Oxford: Oxford University Press. Hammersley, M & Atkinson, P (2007) Ethnography: Principles in Practice. New York: Routledge. N.B. Dit boek is onder voorbehoud: Definitieve literatuur wordt in de studiehandleiding vermeld. Syllabus Onderzoeksverslaglegging (verschillend per discipline, verkrijgbaar bij de onderwijsbalie) Toetsvorm Schriftelijk tentamen en opdrachten. Bijzonderheden Deze cursus maakt deel uit van het M&T curriculum binnen de schakelprogramma s van Pedagogische Wetenschappen, Onderwijskunde, Politicologie en Sociologie. 22

Neurobiologische ontwikkeling [S] Studielast: 6 studiepunten Periode(n): Semester 1, Blok 2 (november-december) Coördinator: dr. Titia van Zuijen Het verwerven van kennis over de ontwikkeling, structuur en functie van het centraal zenuwstelsel over neurologische defecten en hun betekenis voor de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling van kinderen van neurobiologische verklaringen voor ontwikkelingsstoornissen Het verwerven van een wetenschappelijke attitude ten opzichte van neurobiologische verklaringen voor gedrag en ontwikkelingsstoornissen. In termen van de opleidingsdoelen van de bachelor draagt deze cursus bij aan de kennis van de beginselen van relevante nevenwetenschappen, zoals neurologie, neurobiologie, en neuropsychologie. Deze cursus bevordert het vermogen in een multidisciplinair team te werken evenals een open en kritische houding tegenover eigen kennisaanspraken en die van anderen Deze cursus bestaat uit twee onderdelen. Er wordt begonnen met een inleiding in de anatomie en functie van het centraal zenuwstelsel. De functionele anatomie van de hersenen wordt behandeld evenals als de werking van neuronen en de manier waarop medicijnen (ritalin) of drugs deze werking kan beïnvloeden. Vervolgens komen een aantal belangrijke hersenfuncties aan de orde zoals de verwerking van zintuiglijke prikkels, emotie, geheugen/leren, taal en aandacht en de belangrijkste beeldvormende technieken worden kort behandeld. Er wordt daarnaast ook ingegaan op de ontwikkeling van de hersenen, plasticiteit en het herstelvermogen na beschadigingen. In het tweede gedeelte gaan we in op de neurobiologische aspecten van een aantal stoornissen zoals epilepsie, cerebrale parese, autisme, ADHD en leerstoornissen. Hierbij wordt steeds een neurobiologische verklaring gezocht en geprobeerd die op waarde te schatten. Hoorcollege en werkgroeponderwijs (met verplichte aanwezigheid). Zie studiehandleiding Toetsvorm Tentamen en opdrachten. 23

Onderwijsbeleid Schakel Studielast: 6 studiepunten Periode(n): Semester 2, Blok 2 (eind maart-mei) Coördinator: dr. Hulya Kosar Altinyelken 1. Kennis van en inzicht in structuur, processen en resultaten van het Nederlandse onderwijsbeleid. 2. Kennis van en inzicht in belangrijke internationale empirische studies op het terrein van onderwijsbeleid. 3. In staat zijn deze kennis en inzichten toe te passen op concrete en actuele problemen in de beleidspraktijk (zoals gebruik van toetsen, testen en prestatiegegevens in huidige verantwoordingssystemen.) 4. In staat zijn om op basis van grondige analyses van actuele en controversiële problemen een gewogen oordeel te geven over beleidskeuzes bij die vraagstukken. 5. In staat zijn om over belangrijke beleidsproblemen te adviseren en communiceren; en daarover in verschillende rapportagevormen (bijv. beleidsnotitie; krantenartikel) helder te schrijven. Onderwijsbeleid is een onderwerp dat velen binnen en buiten het onderwijs raakt. Al was het maar door de controverses die het oproept en het zich uitstrekt tot allerlei (alledaagse) aspecten van het onderwijs (van verplichte onderwijsuren op school tot beleid om de onderwijskansen van achtergestelde groepen te verbeteren). Allereerst wordt het beleidsgebouw beschreven in actoren, processen en netwerken, waarbij aandacht wordt geschonken aan de veranderingen daarin in de tijd. Theoretische en conceptuele benaderingen die tot een beter begrip kunnen leiden, worden besproken. Daarnaast wordt ruime aandacht besteed aan de rol van onderzoek van en ten behoeve van beleid. Actuele vraagstukken, de rol van media en publieke opinie in agendavorming en probleemdefiniëring. Hoorcolleges en andere werkvormen. Zie studiehandleiding. Toetsvorm Tussen- en eindopdrachten over de stof en colleges. 24