Bijbelstudies voor de Bruggroepen 2012-2013 Daniël 6
Bijbelstudies voor de Bruggroepen van de protestantse gemeente De Brug in Amersfoort, seizoen 2012-2013 Schrijvers: Iwan Dekker, Leantine Dekker, Hans van Dolder. Redactie: Neeltje Rietveld Bijbelstudies zijn ook te downloaden van de website van De Brug. Kies in het menu van www.brugkerk.eu bij Downloads : Bijbelstudies Bruggroepen. Voel je vrij om dit materiaal ook op andere plaatsen te gebruiken. Graag wel vermelden dat het materiaal van protestantse gemeente De Brug in Amersfoort afkomstig is.
Daniël (6): Voor de leeuwen Ontmoeting Zijn er momenten in je leven dat je hebt volgehouden, tegen de stroom in? Hoe ging dat? Waarom wilde je niet mee met de meerderheid? Hoe kijk je er achteraf op terug? Er kunnen momenten komen in een mensenleven, dat je geroepen wordt overeind te blijven. Om tegen de stroom, tegen de (overgrote) meerderheid in je plek in te nemen en stem te geven aan dat wat niet meer gehoord wordt. Wanneer doe je dat? Waar ligt de grens tussen profetisch spreken en koppigheid? En wat mag het je kosten? Dit keer een verhaal over valse opzet, een trouwe werknemer van de koning die erin wordt geluisd en een verhaal over verraad en volhouden. In hoofdstuk 3 staat beschreven hoe de drie vrienden van Daniël met de hulp van God het vuur trotseren. In dit hoofdstuk zoomen we in op de vierde van het kwartet vrienden en kijken we hoe het Daniël, als één van de machtigste mannen van het rijk, vergaat als er een wet van Meden en Perzen wordt uitgeschreven. In gesprek met de Bijbel Verzen 1-4: Na koning Nebukadnessar en zijn zoon Belsassar, treedt nu de derde koning in het boek Daniël ten tonele. Belsassar is gedood, omdat hij de spullen uit de tempel heeft misbruikt voor een drinkgelag van groot formaat.
Zijn opvolger is Darius, 62 jaar oud, een man met ervaring, die weet hoe de hazen lopen. Het eerste dat we over hem lezen is dat hij de uitvoering van zijn macht uitbesteedt. Hij stelt 120 mannen aan die zijn rijk moeten aansturen. Honderd twintig stadhouders die op hun beurt weer door drie rijksbestuurders worden aangestuurd. We lezen er niets over, maar het is aannemelijk dat koning Darius bij zijn aantreden mensen aanstelt in wie hij vertrouwen heeft. Zij moeten het rijk aansturen en de koning vrijspelen. Daniël is één van de drie rijksbestuurders. Hij doet het erg goed, zo goed dat Darius met de gedachte speelt om hem zelfs als bestuurder over heel zijn rijk aan te stellen. Gespreksvraag: Kennen wij mensen op strategische plekken in de samenleving die zich in hun werk door God willen laten leiden? Wat kunnen wij van hen leren? Verzen 5-10: Daniëls optreden blijft natuurlijk niet onopgemerkt. De 120 stadhouders en de 2 overige rijksbestuurders zoeken naar een manier om Daniël onschadelijk te maken. Hij kan met zijn eventuele promotie een gevaar voor hen worden. Opvallend hoe bestuurders van twee lagen zo eensgezind zijn in hun streven. De hiërarchie lijkt te wijken voor een gezamenlijke haat richting Daniël. Bijzonder is wel dat ze na een eerste test tot de conclusie komen dat er eigenlijk geen goede gronden zijn om Daniël aan te pakken. Er is simpelweg niets tegen hem te vinden. Dus moet er een steviger middel van stal worden gehaald. De rijksbestuurders en stadhouders bedenken een listig plan. De uitdaging is niet alleen Daniël klein te krijgen, ook de koning moet meegenomen worden in hun plannen. En zo ontstaat een plan waarin de koning de dupe wordt van zijn eigen macht en niet meer terug kan zonder gezichtsverlies te lijden.
Het idee is kinderlijk eenvoudig. De koning zal er snel voor gewonnen zijn. Wie de komende 30 dagen iemand anders, hetzij mens of god, dan de koning vereert, zal in de leeuwenkuil worden geworpen. De leeuwenkuil was geen onbekende straf. De leeuw als koninklijk dier werd door machthebbers vaak gebruikt als middel om hun macht te demonstreren. Nu wordt degene die een gebed tot iemand anders dan de koning richt en zijn macht niet wil erkennen, gestraft op een manier die die macht fijntjes onderstreept. Om het plan een gegarandeerd succes te maken, moet één ding niet vergeten worden. De koning moet er een wet van Meden en Perzen van maken. Zoals bij ons een grondwet alleen na een lange procedure met veel meerderheden kan worden veranderd, zo heeft dit hof zijn eigen wetten. Een wet van Meden en Perzen is een wet die geldt voor het hele rijk en die onveranderlijk is. De koning is gelijk overtuigd en schrijft zijn verbod uit. Gespreksvraag: Een spannende vraag: Wat is er over ons te vinden als mensen ons zouden proberen pootje te lichten? Verzen 11-13: Daniël hoort van de plannen. Maar hij gaat direct naar huis en bidt richting Jeruzalem. Hoewel hij inmiddels al vele jaren aan het Babylonische hof werkzaam is, is Daniël nog altijd op Jeruzalem gericht. Daar woont zijn volk, daar staat de tempel, daar zoekt hij God. En dus bidt Daniël tot God, drie keer per dag, zoals hij gewend is. De 122 mannen hebben waarschijnlijk niet kunnen wachten op het moment dat ze Daniël biddend aantroffen. Wanneer dat gebeurt, nemen ze hem direct mee en brengen hem bij de koning. Daar aangekomen zijn ze even spitsvondig als bij het opzetten van het plan. Ze herinneren de koning nog even aan de door hem ingestelde wet en
Darius bevestigt dat de zaak vast staat. Er is geen uitweg meer, het lot van Daniël lijkt beslecht. Gespreksvraag: Voelen wij ons wel eens bekeken in ons geloofsleven? Vertel erover aan elkaar. Verzen 14-18: Dan wordt Daniël naar voren geschoven en zijn zaak wordt aan de koning voorgelegd. Die is ernstig teleurgesteld. Ergens moet er ook een diepe haat tegen de mannen die hem erin hebben geluisd zijn ontstaan. Met zijn eigen middelen hebben deze mannen hem te grazen genomen. Daniël, de man die hij direct onder zich als machtigste man van het rijk bedacht had, moet nu worden overgeleverd aan zijn koninklijke leeuwen. Dit is het laatste wat de koning wil en dus denkt hij na over de mogelijkheden die er zijn. Maar een wet van Meden en Perzen ligt vast, er is niets aan te doen. Waarschijnlijk had de machtigste man van dit enorme rijk nog best kunnen ingrijpen en op grond van gratie Daniël kunnen laten gaan. Maar zowel zijn eigen positie als die van Daniël als op-één-na-machtigste-man zouden voorgoed in het geding zijn. Dus ja, toch met handen en voeten gebonden, beseft Darius. Voor Daniël valt het doek. Hij wordt gehaald en in de kuil met leeuwen geworpen. Onduidelijk is hoe dit precies in z n werk ging. In ieder geval lezen we dat er een grote steen over de kuil komt, die het zegel van de koning en dat van zijn machthebbers krijgt. Darius lijkt onder de indruk van Daniëls vastberadenheid om God te dienen. Hij legt Daniëls lot daarom in zijn handen als hij uitspreekt dat die God Daniël hopelijk zal bevrijden. Dan is de dag voorbij en gaat de koning naar zijn paleis.
Verzen 19-25: De nacht is lang en de koning kan de slaap niet vatten. Hij blijft wakker tot de nacht voorbij is en het daglicht aanbreekt. Darius haast zich naar de leeuwenkuil. Op subtiele wijze laat de schrijver zien dat de koning zeer op Daniël gesteld is. Meer voor de goede orde dan dat hij er echt in lijkt te geloven, vraagt Darius of de God van Daniël hem heeft bevrijd. Opvallend is dat Darius God hier de levende God noemt. Door heel het boek en bij verschillende koningen lees je dat er op enig moment de erkenning van God als de Allerhoogste plaatsvindt. Er komt antwoord! Vanuit de kuil roept Daniël dat zijn God hem beschermd heeft door een engel te sturen die de bekken van de leeuwen dicht hield. Daniël benoemt daarbij een direct verband tussen zijn redding en zijn onschuld. De koning is bijzonder blij en als hij Daniël uit de kuil omhoog heeft laten halen, blijkt dat er zelfs geen schram bij hem is te vinden. God heeft Daniël van de leeuwen gered, waar Hij in hoofdstuk 3 Daniëls vrienden ongedeerd uit het vuur liet komen. Vers 25: Kort en krachtig wordt in één vers beschreven wat er met de mannen gebeurt die de aanklacht tegen Daniël hebben ingediend. Hoewel de mannen formeel in hun recht stonden, is de koning hun actie niet zomaar vergeten en heeft hij heel goed door waar ze op uit waren. Niet alleen hebben ze Daniël willen laten ombrengen, ze hebben hem, Darius, vernederd met hun zorgvuldig uitgedachte plan. Dat keert zich nu tegen hen. En waar de leeuwen kort daarvoor niet taalden naar Daniël is het lot van deze mannen en hun gezinnen (mannen, vrouwen en kinderen werden als één gezien) in korte tijd beslecht. Een hard einde van een mislukte hinderlaag. Verzen 26-29: Darius heeft, nadat hij eerder het hele rijk een wet had opgelegd, een nieuwe boodschap voor zijn onderdanen. Met de vaste
formule Uw vrede zij groot! begint hij zijn boodschap dat de God van Daniël de levende God is, die er voor altijd zal blijven. Kort door de bocht maakt het werk van God grote indruk op de koning, zoals eerder in hoofdstuk 2 en 3 op zijn voorgangers. Het is opvallend hoe zulke grote mannen, die een rijk van ongekende omvang besturen, toch in God hun meerdere moeten erkennen. Daniël blijft aan het hof verbonden. Hij geniet groot gezag, van Darius, maar ook van de Perzische koning Kores. Daniël heeft niet gebogen. Zijn vastberadenheid is de opmaat naar een wervende brief naar miljoenen mensen dat zijn God de levende is. Gespreksvraag: Kennen wij situaties waarin mensen onder de indruk zijn geraakt van het werk van God? Hoe kan Daniël ons vandaag inspireren of een spiegel voorhouden zodat mensen God als de levende God zien? Gespreksvraag: Daniël 6 is een verhaal over je staande houden. Wat herkennen wij uit het verhaal van Daniël? Waar zien we overeenkomsten, waar beginnen de verschillen? Wat kunnen we leren van de houding en aanpak van Daniël? Graven Het verhaal van de steen op de kuil en de koning die in alle vroegte daarheen loopt, roepen associaties op met het verhaal van de opstanding. Lees Lukas 24: 1-12 en bespreek met elkaar waar parallellen te trekken zijn.
Doen Een denkopdracht. Zijn er dingen waar je misschien wel heel makkelijk mee gaat in de flow? Zou je er tegenin kunnen en willen gaan? Waarom wel of niet? Toets wat je doet eens op de houdbaarheid ervan in het licht van Daniël, maar maak er geen wet van Meden en Perzen van Gebed Deel met elkaar welke uitdagingen er voor jou liggen waarin je keuzes moet maken. Bid vervolgens voor elkaar. Gebedspunten waar je aan kunt denken zijn: volharding, alertheid, maar ook liefde voor de mensen om je heen, ook degenen die jou liever zien gaan dan komen. Aanbidden ELB 382 Heer, Uw licht en Uw liefde schijnen ELB 376 Abba Vader ELB 351 Machtig God, sterke Rots ELB 342 Heer, ik prijs Uw grote Naam ELB 353 Prijs onze Heer
Inhoud 6 studies over Daniël - Daniël 1: Ballingschap - Daniël 2: Angsten in de nacht - Daniël 3: Door de knieën - Daniël 4: Een tweede kans - Daniël 5: Carpe diem - Daniël 6: Voor de leeuwen 2 studies over Romeinen - Romeinen 8: Verrast door hoop - Romeinen 15: Hopen op de hemel