DAKWERKEN EN DAKWATERAFVOER

Vergelijkbare documenten
BESTEKTEKST SYSTEEM N16.0

BESTEKTEKST SYSTEEM N24.0

Checklist controle uitvoering

BESTEKTEKST SYSTEEM N11.5

Gevelbekleding uit polyvinylchloride (PVC) Deceuninck BELFACE of DEEPLAS of MURVINYL

16. Staalstructuur en beplating

TRIDEX: lastenboeken

MAXON EPDM BESTEKTEKSTEN

C. Buitenbekleding. a. Profielenoverzicht Dakranden I. DAKGOOTBEKLEDING DEEPLAS

a. Profielenoverzicht

PLAATSINGS- INSTRUCTIES DURASID GEVELBEKLEDING

Bestekteksten Conform systematiek Neutraal Bestek

C o n s t r u c t i e s 1

33. PLAT DAK / DAKVLOER plat dak / dakvloer - algemeen hellingsbeton - algemeen hellingsbeton op betonnen

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten

Klik op of om onze site te bezoeken.

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer)

Thermische isolatie van bestaande platte daken

Systeemnummer : PD 1-1-2

Het hedendaagse platte dak

VERWERKINGS- VOORSCHRIFTEN

Systeemnummer : PD 1-2-1

PLAATSINGSINSTRUCTIES

Product Dikte (mm) Breedte (mm) Lengte (m) Verpakking Artikel nummer

1 PRODUCTBESCHRIJVING SAMENSTELLING GAMMA 3 2 EIGENSCHAPPEN MECHANISCHE EN FYSISCHE EIGENSCHAPPEN 3 3 TRANSPORT EN OPSLAG 3

33. DAKVLOER PLAT DAK 3

1. ALGEMEEN 2. BASISPRINCIPES DAKOPBOUW MET EUROTHANE EN POWERDECK

NEN 6050 Brandveilig werken op het dak

Kroonlijst uit polyvinylchloride (PVC) Deceuninck DEEPLAS of MURVINYL

LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST

3.4 Waterdichting Opkanten

LOSLIGGEND SYSTEEM MET BALLAST

Nebiprofa B.V. TECHNISCHE BEPALINGEN EN WERKBESCHRIJVING

Dit systeem is toepasbaar op doorlopende ondergronden zoals houten platen, geprofileerde staalplaten

Detailuitvoeringen

DELTA -LIQUIXX FX: Plaatsingsvoorschriften «binnentoepassing»

3.3 Kimfixatie Kimfixatie Algemeen

Eterspan: steunplaat dakbedekking TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

De MineraLe isolatieplaat VOOr PLatte Daken

Afstudeer opdracht Jack van den Broek Bijlage materialisering en detailering

Wand- en plafondbekleding uit polyvinylchloride (PVC) Deceuninck SCARLET, BEE_BO en DECOR

Bitumineuze waterdichtingsoplossingen. duurzaamheid flexibel en elastisch. levensduur. SBS-bitumen systemen

Bouwplaten STEUNPLAAT DAKBEDEKKING TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

Professionele daksystemen voor plat dak

WALL HORIZONTALE PLAATSING Montage van het systeem Onderstructuur Uitzettingsregels Afwerking

Plaatsingsvoorschriften voor DELTA -ALPINA bij pannendaken in beton of gebakken aarde in BENELUX

Plat dak-groendak op geprofileerde staalplaat. Systeem met Bestekom - schrijving vanaf pagina 3. FOAMGLAS Plat dak isolatie

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden:

DAK-ISOLATIEPLAAT PIR

Beschrijving keramische prefab wandelementen BRIXALL

Duurzaam bouwen. Het geïsoleerde plat dak

B.1 Bestekteksten. B.1.1 Blokken

fermacell Technische tip

Icopal Universal Verwerkingsrichtlijnen

WILLCO Isolatiesystemen

De waterdichte aansluiting van beglaasde balustrades op platte daken

+*()'E" )% 3& 1&*&1)%$*&&*3& 0&*,'##0 (99* &&' +)$1&2*&)3 1#00# 89""& 2&,"&3)'1%>*9/)&"&' )' 8#*3 3#$ 2&,*99'3 =&*3 0&$ &&' 19&3,&+*)'1

Wand-, plafondpanelen

Bouwgebreken bij platte daken Denk na

Aluminium Dakgoten Zonder Naad

VERWERKINGSRICHTLIJNEN PLATDAK ISOLATIE IKO ENERTHERM ALU/MG/BGF/BM. Algemene uitvoeringsrichtlijnen

PROMAPAINT -SC3 en PROMAPAINT -SC4 Vezelvrije brandwerende verven

RENOLIT ALKORTEC SK Plaatsingsrichtlijnen

B E S C H R I J V I N G

Productblad ROCKPANEL Ply

Verwerkingsvoorschriften Collectie daksysteemcomponenten

Plaatsingsvoorschriften DELTA -TERRAXX: horizontale toepassingen. Schafft Komfort.

I.V.B. t.a.v. Sandra. Faxnr 03/ oktober Beste Sandra,

B2005 ag vespa 1004 DAM - deel 3 dakwerken

Systematisch onderhoud van platte daken Belang van inspecties Water-Sneeuw. Freya Michiels 1

VLOEIBAAR RUBBER VAN DUURZAME KWALITEIT VOOR LUCHT-, WATERAFDICHTING EN BESCHERMING

Raamafwerking. Dagkantprofielen Assortiment. 82 Deceuninck Zakboekje P 4380 P 4381 P 4380 P 4381 P 4386 P 4385 P 4380 P 4381 P 4384 P 1049

B. Woningafscherming. a. Profielenoverzicht I. ROLLUIKEN I. LAMELLEN STORVINYL P 958 P 3801 P 951 P 299 LUXOR P 293 EXTRA P 3800 P 292 MINI

WAKAFLEX VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN Collectie daksysteemcomponenten

Nordic Waterproofing Group

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: kelderafdichting

ONDERDAKFOLIES MORE POWER TO YOUR ROOF

Zorgeloos wonen. Colorpanel gevelpanelen zijn vervaardigd uit kwalitatief. hoogwaardige kunststoffen en door de natuurgetrouwe houtstructuur

Icopal Kunststof Dakgoten Het klikt met Icopal!

Eurowall. Powerdeck F Hellend dak Eurothane G, Po werdeck, Plat Eurothane dak Bi-3, Eurothane Silver, Powerdeck B, Powerd eck F A,

Lerarenopleiding Demodag 1 - Daken

Panelen van bekleed staal (plastisol, polyester, polyurethaan, PVDF, ). Gemakkelijk te plaatsen en bestand tegen de tand des tijds.

BUDGETVRIENDELIJKE OPLOSSING

Systeemnummer : HB 1-2-1

GEEF EEN PLATDAK WAAR HET RECHT OP HEEFT!

Rijksvastgoedbedrijf Product Informatieblad ; Toegang; lichtkoepel of -straat versie 3.0

Voor de toepassing van : Isomar Eurokoumé multiplex Isogarant 20 jaar Eurokoumé multiplex Isoprime Eurokoumé multiplex Isopaint 20 jaar Eurokoumé

Systeemnummer : PD 2-1-1

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer)

5. Verwerkingsdetails

DEEL 2: DAKEN RIOLERING METAALSCHRIJNWERK GLASWERK

ALTERNATIEVE OPLOSSING

DuPont Tyvek Soft. Eigenschap Methode Eenheid Nominale waarde

BRENG RUST EN COMFORT MET DEZE THERMISCHE EN AKOESTISCHE ISOLATIE

C. Raamafwerking. a. Profielenoverzicht I. DAGKANTPROFIELEN P 272 P 274 P 271 P 143 P 144 P 287 P 266 P

1 Firestone EPDM Daksystemen

Vloerisolatie op egalisatielaag met afbouw vloerplaten. Systeem met Bestekom - schrijving vanaf pagina 3. Binnenisolatie

Voorafgaand aan de installatie:

Platen uit cellulair glas met speciale samenstelling, volledig anorganisch zonder bindmiddelen.

Transcriptie:

H 05 DAKWERKEN EN DAKWATERAFVOER D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 6 4 / 235

05.01 ELEMENTEN VAN PLAT DAK - TYPE WARM DAK 05.01.10 Afschotlaag uit beton Omschrijving Het betreft de afschotlagen op een betonnen draagvloer. Inbegrepen in de eenheidsprijs zijn het vooraf reinigen van de vloer en de eventueel vereiste afstrijklaag. Voor het plaatsen van de afschotlaag dient het oppervlak gereinigd te worden. De afschotlaag wordt aangebracht volgens de voorgeschreven dikte en in helling gelegd naar de afloopbuizen toe. Het bovenvlak is effen. Behoudens andere bepalingen in het bijzonder bestek bedraagt de minimale helling 2 cm/m. Op het laagste punt dient de afschotlaag nog steeds minstens 30 mm dik te zijn. Rond de afvoerbuis mag de dikte van de afschotlaag plaatselijk verminderd worden om de tabbuis in te werken, en zodoende plasvorming te voorkomen. De specie wordt gestort op een zuivere en licht bevochtigde draagvloer, langs de randen wordt een soepele strook voorzien om uitzetting toe te laten. De bovenzijde wordt glad afgewerkt met de rijlat en daarna met de spaan uitgevlakt, zodat er geen afbreuk wordt gedaan aan de instandhouding van de bovenliggende materialen. Uitzettings- en krimpvoegen dienen waar nodig te worden voorzien. Eventuele zettingsvoegen in de constructies worden eveneens in de afschotlaag doorgetrokken. De nodige maatregelen worden genomen om het voortijdig uitdrogen van het beton tijdens de binding tegen te gaan. Na plaatsing zal de nodige droogtijd in acht worden genomen en zullen de afschotlagen beschermd worden zolang de afdichting niet aangebracht is. Keuring Het bovenvlak is vlak en effen, de maximaal toegestane toleranties zullen, in functie van de voorziene dakafdichting en plaatsingswijze, beantwoorden aan TV 215 4.2.1.2 (tabel 10). Afwijkingen gemeten onder een rijlat van 3 meter, bedragen ten hoogste 5 mm. Resterende holten en hobbels dienen te worden uitgevlakt d.m.v. het afslijpen en/of het opvullen met een aangepaste harsmortel. 05.01.11 Niet-isolerende afschotlaag uit beton FH m² De samenstelling van de cementgebonden hechtende afschotlaag wordt door de aannemer bepaald, rekening houdende met de geldende TV. - druksterkte: klasse C20 ( 20 N/mm²) ( 5.2.1 van NBN EN 13813); - buigsterkte: klasse F4 ( 4 N/mm²) ( 5.2.2 van NBN EN 13813); - vlakheidsklasse:1 (TV 189 4.2.3). Max gewicht: 1800 kg/m³. De afschotlaag wordt gestort met een helling van 2 cm/m; de minimale dikte bedraagt 30 mm. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 6 5 / 235

In de goten wordt een helling van 2 cm/m voorzien. Het beton wordt met de rij afgetrokken en vlak afgestreken. De krimpvoegen worden na het uitharden gevuld met een beton van dezelfde samenstelling. Na voldoende lange tijd verharden in functie van de temperatuur en vochtigheid kan de isolatie en de waterdichting geplaatst worden. Bij regen of vorst worden de werken stilgelegd. De nodige krimpvoegen worden na het uitharden gevuld. Plat dak dagcentrum. Terras DC-19. Aard van de overeenkomst meeteenheid: m² meetcode: Netto uit te voeren oppervlakte. Uitsparingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. 05.01.20 Dakvloeren van warm dak op houten structuur De dakvloer moet geschikt zijn voor het aanbrengen van een waterdichte afdichtingslaag. De dakvloer is voorzien van alle toebehoren voor de plaatsing en bevestiging en voor het uitvoeren van randafwerkingen met af- en uitrondingen nodig voor het naderhand aanbrengen van de afdichting. De houten structuur, waarop de platen gelegd worden, moet vlak, droog en zuiver zijn. Oneffenheden meer dan 5 mm worden vooraf met aangepaste middelen weggewerkt. De dakvloer mag bij het verwerken niet ingedrukt worden. De aannemer voorziet in de dakvloer alle openingen voor de dakafvoer en de doorvoeren van de technische uitrustingen van het gebouw. Na het voltooien wordt de dakvloer afgeborsteld en ontdaan van afval en puin. Tot het aanbrengen van de waterdichte laag wordt de dakvloer beschermd teneinde ze droog te houden 05.01.26 Dakvloer van warm dak met OSB-platen FH m² De watervaste OSB-platen zijn gelaagde platen met lange, smalle gerichte spanen, beantwoordend aan NBN EN 300,en zijn van de klasse OSB/3, densiteit minstens 640 kg/m³, formaldehydeklasse 1. De plaatdikte is bepaald in de post. De randen van de platen zijn gegroefd. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 6 6 / 235

Na het plaatsen van hellingsspiën wordt het dak aan de buitenzijde afgewerkt met massieve planken waarop de dakdichting wordt aangebracht. De platen worden bevestigd met nagels op ieder steunpunt. De nagels dringen minstens 30 mm diep in de draagconstructie en worden voorzien om de 15 cm op de plaatranden en om de 30 cm op de tussensteunen. De platen worden geschrankt gelegd. De randen evenwijdig met de draagbalken worden door deze ondersteund. Uitkragingen worden niet toegelaten. Indien de dragende balken niet in helling liggen worden houten hellingsspieën gebruikt. Tehuis: platte daken in houtskelet. : meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte. Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. In de eenheidsprijs zijn de hellingsspieën en andere toebehoren begrepen. 05.01.30 Dampschermen voor warm dak Materialen De dampschermen voor warm dak bestaan uit één of meerdere dampremmende scheidingslagen aangebracht in de dakopbouw en beantwoordende aan de gegevens van de TV 183 6. De keuze van de dampschermen is verenigbaar met de voorgeschreven isolatiematerialen en met de voorziene dakopbouw en afdichting. Het type dampscherm en de bevestigingswijze dienen voorafgaandelijk ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de ontwerper. De dampschermen worden aangebracht volgens de bepalingen van de TV 183 6.3. De contactvlakken zijn zuiver en vlak zodat perforaties worden voorkomen. Bij de dakranden, opstanden en dakdoorbrekingen wordt de isolatie ingesloten tussen het dampscherm en de afdichting zoals voorzien in Afbeelding 17 van de TV 183. 05.01.34 Dampscherm uit gewapend bitumen met glasvlies voor warm dak 05.01.34A type houten dak PM KLEEFVERNIS Op een zuivere en droge ondergrond wordt een laag kleefvernis op basis van elastomeerbitumen en vluchtige solventen aangebracht door middel van borstel of verfrol, ± 0,8 l/m². Het zelfklevend membraan moet dezelfde dag worden geplaatst. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 6 7 / 235

Kleur Bruinachtige, homogene vloeistof die, na droging, een donkerbruine film nalaat Volumemassa bij 23 C 870 kg/m 3 Droogrest 26 à 28% Vlampunt + 25 C Droogtijd (indicatieve waarde) ± 1 uur naargelang temperatuur en dikte van de laag DAMPSCHERM De dampremmende laag is samengesteld uit zelfklevend veerkrachtig elastomeerbitumen en voorzien van een composiet-polyesterinlage, wat resulteert in een verhoogde dimensionele stabiliteit en in een betere mechanische weerstand. De bovenzijde is afgewerkt met fijn zand, de vrije boord is zelfklevend en afgeschermd met een afstripbare folie. De onderzijde is volledig zelfklevend en is beschermd met een afstripbare folie. De inlage is geïmpregneerd met hetzelfde zelfklevende elastomeermengsel. De homogeniteit tussen de dekmassa en het impregnatiemengsel verleent aan het membraan een uitermate hoge delaminatieweerstand. Dikte (mm) 1,5 Treksterkte: L (N/5cm) (EUtgb) 850 Treksterkte: B (N/5cm) (EUtgb) 650 Breukrek: L / B (%) (EUtgb) 45 Koude buig ( C) (EUtgb) -30 Afdruiptemperatuur ( C) (EUtgb) 100 Equivalente dampdiffusiedikte (m) (EN 12524) 75 KLEEFVERNIS De primer dient aangebracht te worden door middel van borstel, verfrol of spuitpistool, ± 250 gr/m². DAMPSCHERM Tijdens de plaatsing van het dampschermde rol goed aandrukken. De langse overlapping is zelfklevend en bedraagt 7 cm, de dwarse overlapping bedraagt min.10 cm. En moet thermisch gelast worden met hete lucht of een zachte vlam. Bij dakranden, opstanden en dakdoorbrekingen moet het dampscherm voldoende omhoog gebracht worden om een perfecte waterdichte aansluiting met de dakafdichting mogelijk te maken. Het dampscherm voldoet voor de binnenklimaatklasse I t/m III. De temperatuur van de ondergrond en de banen bedraagt bij plaatsing minimaal +10 C. In koude seizoenen dienen de rollen voor het gebruik gedurende minimaal 12 uur geconditioneerd te worden in een omgevingstemperatuur van ten minste +10 C. Platte daken in tehuis en dagcentrum. Aard van de overeenkomst Pro Memorie (PM) Inbegrepen in de prijs van de dakopbouw. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 6 8 / 235

05.01.34B type betonnen dak PM KLEEFVERNIS Op een zuivere en droge ondergrond wordt een laag solventvrije kleefvernis, een emulsie op basis van een elastomeerbitumen. Kleur Donkerbruin Droogrest 42 % Volumetrische massa bij 25 C (indicatieve waarde) Vlampunt (ASTM D 56) 1005 kg/m³ onontvlambaar ph ±10 Droogtijd (indicatieve waarde) Vlampunt ( C) ± 3 u, afhankelijk van de temperatuur en de relatieve vochtigheid Niet ontvlambaar DAMPSCHERM Het dampscherm bestaat uit een bitumineus waterdichtingsmembraan, samengesteld uit polymeerbitumen en voorzien van een composiet-polyesterinlage. De onder- en bovenzijde zijn afgewerkt met een folie of een zand/talk mengeling. De overlapping bedraagt min. 8 cm voor de langsen 10 cm voor de dwarsrichting. Het membraan beschikt over een BENOR certificaat. Dikte (mm) 3 Treksterkte: L / B (N/5cm) (EUtgb) 440 Breukrek: L / B (%) (EUtgb) 40 Equivalente dampdiffusiedikte (m) (EN12524) 150 Koude buig ( C) (EUtgb) -4 Afdruiptemperatuur ( C) (EUtgb) 90 KLEEFVERNIS De primer dient aangebracht te worden door middel van borstel, verfrol of spuitpistool, ± 250 gr/m². DAMPSCHERM Het wordt volvlakkig op de ondergrond gelast. Bij dakranden, opstanden en dakdoorbrekingen moet het dampscherm voldoende omhoog gebracht worden om een perfecte waterdichte aansluiting met de dakafdichting mogelijk te maken. Het dampscherm voldoet voor de binnenklimaatklasse I t/m III. Platte daken in tehuis en dagcentrum. Aard van de overeenkomst Pro Memorie (PM) Inbegrepen in de prijs van de dakopbouw. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 6 9 / 235

05.01.40 Thermische isolatie van warm dak met platen Omschrijving De post "plat dak / thermische isolatie" omvat alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van een doeltreffende isolatie zonder koudebruggen, binnen het voorziene dakdichtingssysteem. De onder deze post begrepen eenheidsprijzen dienen, hetzij volgens uitsplitsing in de samenvattende opmeting, hetzij in hun globaliteit, steeds te omvatten: de controle en de eventuele voorbereiding van de dakvloer de levering en verwerking van de isolatiematerialen en bijhorende dampschermen de levering en de plaatsing van kleefmiddelen (lijmen, bitumen, ) en/of mechanische bevestigingstoebehoren de nodige verticale isolatiestroken tegen dakopstanden en/of dakranden de eventuele voorlopige beschermingsmaatregelen De isolatieplaten zijn weersbestendig en dimensioneel maatvast. De anorganische en amorfe structuur mag geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels en tasten de andere bouwelementen niet aan. Ze zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar, niet onderhevig aan krimp en zijn blijvend waterafstotend. De thermische geleidbaarheid wordt gemeten volgens NBN B 62-201. Alvorens de isolatieplaten aan te brengen worden de contactvlakken tussen de isolatieplaten en de ondergrond gezuiverd en ontdaan van alle oneffenheden. De platen worden in zo groot mogelijke afmetingen in verband geplaatst. De nodige versnijdingen worden over de volledige dikte doorgetrokken; de platen worden versneden zodat ze volledig aansluiten tegen elkaar of tegen de andere bouwelementen. Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden. Waar nodig worden de isolatieplaten opgetrokken tegen verticale opstanden. 05.01.45 Thermische isolatie van warm dak met platen uit polyurethaan De isolatieplaten zijn vervaardigd uit hard polyurethaanschuim, overeenkomstig NBN EN 13165. Het blaasmiddel bij de productie van de platen is CFK- en HCFK-vrij. De isolatieplaten bezitten een technische goedkeuring ATG, BUtgb of Eutgb, voor toepassing binnen de voorziene dakopbouw. Oppervlakteafwerking: aan beide zijden bekleed met een gebitumineerd glasvlies Randafwerking: rechte boorden Gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt (d): 0,027 W/mK bij 20 C Brandreactie: euroklasse B-S2-D0 (volgens NBN EN 13501) Volume massa: minstens 30 kg/m³ Drukvastheid: minstens 0,1 N/mm² Beloopbaarheid: minimum klasse C (UEAtc-klasse) Afmetingen: volgens ATG D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 7 0 / 235

De plaatsing gebeurt volgens de richtlijnen van de fabrikant door verkleving met warme bitumen volgens NBN B46-002 op het dampscherm. De nodige versnijdingen worden over de volledige dikte door-getrokken; de platen worden versneden zodat ze volledig aansluiten tegen de andere bouwelementen. Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden. De voegen van beide lagen platen dienen te verspringen zodat nooit 2 voegen boven elkaar liggen. 05.01.45A dikte 5 cm FH m² Onderzijde dak boven terras DC-19. Aard van de overeenkomst meeteenheid: m² meetcode: Netto te plaatsen oppervlakte. De dakopstanden zijn inbegrepen maar worden niet geteld. De nodige bevestigingen zijn inbegrepen. 05.01.45B dikte 10 cm FH m² Platte daken in tehuis en dagcentrum. Aard van de overeenkomst meeteenheid: m² meetcode: Netto te plaatsen oppervlakte. De dakopstanden zijn inbegrepen maar worden niet geteld. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 7 1 / 235

05.05 SOEPELE DAKAFDICHTINGEN EN OMKEERDAKEN 05.05.20 Dakafdichtingen met plastomeerbitumen (APP) Omschrijving De post dakafdichtingen omvat alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van de voorziene (soepele) dakdichtingsbanen op platte en/of licht hellende daken tot een waterdicht geheel. De onder deze post begrepen eenheidsprijzen dienen, hetzij volgens uitsplitsing in de samenvattende opmeting, hetzij in hun globaliteit, steeds te omvatten: het nazicht en de voorbereiding van het draagvlak de levering en verwerking van de dakdichtingslagen, inclusief alle noodzakelijke scheidingslagen, lijmen, bevestigingsmiddelen en toebehoren het aanwerken van de dakdichting rondom koepels, rookkanalen, ventilatiekanalen, e.d. de waterdichte afwerking en aansluiting (of herstelling) van de dakdichting ter hoogte van dakranden, gevelopstanden en eventuele aangrenzende constructies de eventuele voorlopige beschermingsmaatregelen de gebeurlijke kosten voor de proeven op de waterdichtheid Omschrijving Het betreft bitumineuze dakdichtingen met een eindlaag op basis van plastomeerbitumen met polyesterinlage (APP = Atactisch PolyPropyleen Polymeerbitumen). De volgende normen en voorschriften zijn van toepassing: NBN B 46-001 - Dakopbouw met afdichtingen - Bitumen- of kunststoffolies (1991) PTV 46-002 - Onderlaagmembraan op basis van Bitumineuze Bindmiddelen NBN B 46-003 - Dakafdichtingen - Producten op basis van APP of SBS- polymeerbitumen (1991) NBN B 46-201 - Dakafdichting - Proeven (1991) pren 1187-1 - Ontwerpnorm (conform referentiedakopbouw - brandtest op het totale dakpakket, met inbegrip van de isolatie) NBN EN 1991-1-4 Belastingen op constructies Deel 1 4: Algemene belastingen - Windbelasting (2010) TV 215 / W.T.C.B. Het platte dak TV 244 / W.T.C.B. Aansluitingsdetails bij platte daken: Algemene principes De fabrikant van de dichtingslagen dient een garantiecertificaat voor te leggen waarbij hij 10 jaar garantie geeft op zijn product met een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid na levering. In functie van deze garantie en de verenigbaarheid van de producten dienen de verschillende dichtingslagen door één en dezelfde fabrikant te zijn geproduceerd. De gehele dakbedekking wordt uitgevoerd volgens de geldende regels, beschreven in de technische voorlichtingsnota s van het WTCB. Het uitvoerend dakdekkersbedrijf dient de gebruikelijke tienjarige garantie te geven op het werk en dit in overeenstemming met de voorschriften van B.E.V.A.D. Alsook is het aanbevolen om de thermische isolatie ter plaatse van de dakwaterafvoeren te compartimenteren (zie afb. 18 TV 244). Tijdens de uitvoering van de dakdichtingswerken, kan er door de architect of de bouwheer gevraagd worden een inspectierapport van deze werken op te maken. Indien de uitvoering wordt opgehouden door regenweer, abnormale lage of hoge temperaturen en voor het verlaten van de werf, dient de dakdichting voorlopig gedicht te worden op de plaats van de onderbreking. Alleszins dient voorkomen te worden dat vocht onder de dakhuid en/of isolatie inkomt. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 7 2 / 235

De dakafdichting wordt aangebracht volgens de bepalingen van de TV 183 en door gekwalificeerde plaatsers die de voorschriften van de fabrikant stipt opvolgen. De dakafdichting wordt gelegd op een droge, effen en zuivere ondergrond. De grondvlakken moeten voldoen aan de voorschriften van NBN B46-001. De schikking van de langs- en dwarsnaden wordt zodanig gekozen dat een volledige waterafvloeiïng verzekerd is. Het werk wordt onderbroken bij vorst en vochtig weer (regen, sneeuw, mist). De opstanden worden steeds volledig gekleefd uitgevoerd door vlamlassen hetzij met een aangepaste verlijming. 05.05.22 Deelgekleefde meerlaagse dakafdichting met plastomeerbitumen FH m² Omschrijving De dakdichting dient een BUtgb goedkeuring te bezitten. Alvorens te plaatsen dient een techische fiche ter goedkeuring aan de architect voorgelegd te worden. ONDERLAAG De onderlaag is een waterdichtingsmembraan met een ingebouwd spanningsverdelend systeem op basis van elastomeerbitumen en voorzien van een composiet-polyesterinlage, wat resulteert in een hoge dimensionele stabiliteit een verhoogde mechanische weerstand. De inlage is geïmpregneerd met een elastomeermengsel. De bovenzijde is afgewerkt met een wegbrandfolie. De onderzijde is afgewerkt met zelfklevende elastomeerstroken afgewerkt met een afstripbare siliconenfilm. De langsoverlap is deels zelfklevend (4 cm) en deels te lassen (4 cm). Het membraan beschikt over een BENOR certificaat. Dikte: 2,6 mm Treksterkte L/B (EUtgb): 440 N/5cm Breukrek L /B (Eutgb): 40 % Koude buig (Eutgb): -57 C Koude buig SBS: -23 C Afdruiptemperatuur (Eutgb): 100 C TOPLAAG De toplaag bestaat uit een veerkrachtig elastomeerbitumen en is voorzien van een composietpolyesterinlage met een verhoogde dimensionele stabiliteit en een betere mechanische weerstand. Het bitumen bevat wortelwerende bestanddelen, waardoor wortels van planten niet door de waterdichting kunnen dringen. De inlage is geïmpregneerd met een elastomeermengsel. De homogeniteit tussen de dekmassa en het impregnatiemengsel verleent aan het membraan een uitermate hoge delaminatieweerstand. De bovenzijde is afgewerkt met zwart granulaat. De onderzijde is voorzien van een macro-perforeerde folie. Het membraan is wortelwerend volgens de norm EN 13948 en brandwerend volgens de norm NBN ENV 13501 waarmee het voldoet aan de classificatie Broof(t1). Het membraan beschikt over een BUtgb/ATG keuringsattest. Dikte op de lasnaad (mm) 4 Inlage composiet (g/m²) 250 D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 7 3 / 235

Treksterkte: L (N/5cm) (EUtgb) 1200 Treksterkte: B (N/5cm) (EUtgb) 1100 Breukrek: L / B (%) (EUtgb) 45 Vrije krimp (%) (EUtgb) 0,3 Koude buig ( C) (EUtgb) -30 Afdruiptemperatuur ( C) (EUtgb) 110 DETAILS / AANSLUITINGEN Deze worden uitgevoerd met een vloeibare waterdichting op basis van ééncomponent polyurethaanharsen en elastomeerbitumen, UV-bestendig, elastisch, gebruiksklaar en 100% compatibel met bitumen. Bovendien uitstekend hechtend op bijna alle ondergronden en aanvullend een technische oplossing daar waar andere systemen ontoereikend zijn. Het wordt toegepast voor het afdichten van allerlei dakdetails. Hecht op bijna alle ondergronden (bitumineuze membranen, beton, hout, metaal, polyester,pvc buizen,...). Voor toepassingen op sommige kunststoffolies, gelieve contact op te nemen met uw leverancier. Na polymerisatie onder invloed van de omgevingsvochtigheid wordt een perfect waterdichtingsmembraan gevormd. De waterdichting kan onbeschermd blijven of bijkomend afgewerkt worden met leischilfers of granulaten volgens de afwerking van de bitumineuze toplaag. De coating is wortelwerend. Deze beschikt over een Europese technische goedkeuring (ETA 08/0114). Fysische toestand Volumemassa bij 25 C Thixotrope zwarte ééncomponent pasta. ± 1050 kg/m3 Viscositeit ± 250 Ps à 23 C Vaste stoffen in de massa 80 % Vlampunt 2,5 Ontvlambaarheid Droogtijd Droog Ontvlambaar Overwerkbaar na 2 uur 12 u (blijft klevend aanvoelen) ANKERPUNTEN VOOR VALBEVEILIGING In het dakdichtingssysteem de benodigde ankerpunten ten behoeve van een valbeveiliging opnemen en inwerken. De ankerpunten moeten voldoen aan EN 795 en zijn voorzien van een certificaat van goedkeuring en CE keurmerk. Het type ankerpunt en bevestigingswijze dient afgestemd te zijn op de dakvloer en de dakconstructie an aangebracht te worden volgens de voorschriften van de fabrikant. Een voorbeeld dient eerst aan de architect ter goedkeuring te worden voorgelegd. De ankerpunten waterdicht inwerken met een geïsoleerde doorvoer met EPDM plakplaat en deze inwerken met een SBS gemodificeerd gebitumineerde bedekking. Over de ankerpunten de bijhorende geïsoleerde afdekkap plaatsen. Cfr. uitvoeringsdetails en de voorschriften van de fabrikant. ONDERLAAG De onderlaag wordt zelfklevend op de ondergrond geplaatst. De binnenste strook van de langse overlap is zelfklevend, zodat vlaminslag vermeden wordt. De buitenste strook wordt gelast, de totale breedte bedraagt 8 cm. De dwarse overlap is min. 10 cm en wordt gelast. De eindlaag moet onmiddellijk na de plaatsing van de zelfklevende onderlaag aangebracht worden. In geval van plaatsing tijdens een koude periode dient het materiaal vóór de plaatsing minstens 12 uur gestockeerd worden in een omgevingstemperatuur van 10 C. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 7 4 / 235

TOPLAAG De toplaag wordt volvlakkig op de onderlaag gelast. De langse overlappingen hebben een breedte van 8 cm, de dwarse overlappingen 15 cm. De hoeken moeten schuin afgesneden worden onder 45 ter breedte van de overlap op het baaneinde om een gesloten en lange naad te krijgen die bij beweging van de banen niet opentrekt. De dichtheid van de lasnaad is te controleren door het vertonen van een smalle bitumenrups langsheen de naad. De opstanden worden uitgevoerd met aparte stroken van hetzelfde materiaal als de toplaag en worden volvlakkig gelast of worden vlamvrij uitgevoerd met een vloeibare wortelwerende waterdichtingscoating op basis van elastomeerbitumen en polyurethaanharsen. De coating kan afgestrooid worden met dezelfde granulaten als deze van het membraan. De vloeibare waterdichtingscoating wordt aangebracht volgens de voorschriften van de fabrikant. DETAILS / AANSLUITINGEN Een verstevigingsdoek van 0,10 m steeds toepassen in hoeken, barsten en daar waar spanningen kunnen voorkomen (rond details, enz.) en wordt gelijmd met behulp van de vloeibare afdichting (0,500 kg/m²). Deze min. 15 minuten laten drogen. De vloeibare gebruiksklare monocomponent waterdichting wordt in twee lagen (0,900 kg/m² + 0,700kg/m²) rechtstreeks en zonder hechtprimer aangebracht op een zuivere en droge ondergrond. De vloeibare waterdichting wordt aangebracht na de plaatsing van de bitumineuze dakrollen tot tegen de opkant met een minimumhoogte van 0,15 m. Een droogtijd van circa 2 uur tussen de twee lagen dient gerespecteerd te worden al naargelang de omgevingstemperatuur. Het optioneel aanbrengen van de leischilfers of granulaten wordt uitgevoerd met behulp van een extra laag (0,300 kg/m²). De gootzones en alle details, randafwerkingen, uitzettingsvoegen, tapbuizen, koepelopstanden, afvoeren e.d. moeten steeds tweelaags worden uitgevoerd. De plakplaten van de dakdoorvoeren dienen waterdicht ingewerkt te worden in de dakbedekking volgens de voorschriften van de fabrikant. Deze werken zijn inclusief in deze post. Ter plaatse van de aansluiting met het bestaande dak dient de dakhuid te worden opgetrokken tot op de bestaande dakopstand en te worden aangewerkt op de bestaande dakhuid. De plaatsing gebeurt conform de technische voorschriften van het WTCB vervat in TV 215 en 191. Na de uitvoering van de dakafdichting wordt ter beproeving van de waterdichtheid het dak onder water gezet gedurende ten minste 24 uur. De aannemer verzekert tienjarige waarborg op de waterdichtheid van de dakdichting. Ter plaatse van TH1-09 en TH2-09, dient de nieuwe dakopbouw en dakdichting rekening te houden met de te behouden regenwaterafvoer. Alle voorzieningen en bijhorigheden ten behoeve van waterdichte aanwerking rondom deze afvoer zijn inbegrepen in deze post. Platte daken in tehuis en dagcentrum. Terras DC-19. Aard van de overeenkomst meeteenheid: m² meetcode: Dakvlakken: Netto horizontaal gemeten dakoppervlakte. Openingen met een dagmaat kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. De opmeting wordt uitgevoerd volgens de horizontale projectie zodat D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 7 5 / 235

overlappingen, snijverliezen enz. moeten opgenomen worden in de eenheidsprijs. Dakopstanden: De dakopstanden worden niet opgemeten maar zijn inbegrepen in de eenheidsprijs. De kosten van de proef op de dichtheid van de naden zijn begrepen in de eenheidsprijs evenals de valbeveiliging. Alle noodzakelijke beschermings- en scheidingslagen zijn in de eenheidsprijs begrepen. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 7 6 / 235

05.06 BIJHORIGHEDEN VOOR DAKEN 05.06.10 Dakrand- en muurdekprofielen Omschrijving Het betreft geprefabriceerde elementen bestemd voor een waterdichte en esthetisch verzorgde afwerking van het zichtvlak van opstaande dakranden (platte daken). Alle vereiste hoek-, verbindingsen bevestigingselementen zijn in de eenheidsprijs begrepen. Het dakrandprofiel is zo opgevat dat vervormingen door temperatuursschommelingen worden voorkomen. De dakrandprofielen zijn verenigbaar met de voorziene dakdichtingsmaterialen en gevelafwerking. De bevestigingswijze garandeert een waterdichte afwerking en dient zo opgevat dat vervormingen door temperatuurschommelingen worden voorkomen. Er wordt enkel gebruik gemaakt van aangepaste binnen- en buitenhoekstukken en/of in verstek gelaste profielen, in de werkplaatsen van de fabrikant vervaardigd. Alle profielen en hun bevestigingsmiddelen zijn UV- en corrosiebestendig. Model voorafgaandelijk ter goedkeuring voor te leggen aan de ontwerper. De dakrandprofielen worden rechtlijnig (zowel in het verticaal als horizontaal vlak) aangebracht en in zo groot mogelijke lengten verwerkt. Het profiel wordt zo aangebracht dat een oversteek ontstaat van minimum 50 mm en/of cfr. bestaande t.o.v. het gevelvlak, waarbij de vlakke bovenrand lichtjes (minimum 2 ) afhelt naar het dak toe, teneinde vervuiling van de gevel te voorkomen. De bevestiging met de ondergrond gebeurt d.m.v. een aan de ondergrond en dakdichting aangepaste bevestigingswijze, overeenkomstig de detailtekeningen en/of de voorschriften van de fabrikant. De bevestiging van de profielen moeten aan trekkracht van 2500 N/lm kunnen weerstaan. Het geheel verzekert een waterdichte aansluiting met de dakdichting. 05.06.12 Dakrandprofiel uit aluminium FH m De dakrandprofielen zijn industrieel geplooide profielen uit een aluminium Al.Mg.1 - legering of profielen uit een geperst aluminium Al.Mg.Si. 0,5 F 22 - legering. Specificaties: Type: enkelvoudig afwerkingsprofiel Oppervlaktebehandeling: gemoffeld (coating min 80 micron) in een RAL-kleur aan te duiden door de architect, voorlopig wordt gedacht aan kleur RAL nr 9007 (zelfde kleur als het buitenschrijnwerk) Vorm: recht Wanddikte: 2 mm Hoogte aan de zichtzijde: cfr.bestaande Horizontale staart: 100 mm, of cfr. detailtekeningen. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 7 7 / 235

Ter plaatse van TH-09/19 dient een dakrandprofiel met extra lange horizontale staart te worden voorzien, cfr. detailtekeningen. Profiellengte: 3 m Bevestigingsmiddelen: roestvaste schroeven en aangepaste nylonpluggen De profielen zijn voorzien van een druiplijst aan de voorzijde zodat het water niet langs de gevel loopt. Overeenkomstig TV 191 Het platte dak - Aansluitingen en afwerking 6.4 Dakrandprofielen (WTCB, 1994) en de uitvoeringsvoorschriften van de fabrikant. Het enkelvoudig dakrandprofiel wordt ter hoogte van de sleufgaten bevestigd met roestvaste schroeven en pluggen op de dakrand, nadat een drukverdelingslaag uit hetzelfde materiaal als de dichtingslaag hieronder is aangebracht. Tussen de dakrandprofielen worden uitzetvoegen van ca. 5 mm gelaten en passende koppelstukken geplaatst. Aan binnen- en buitenhoeken wordt een passend verbindingsstuk geplaatst. De verdere dakdichting wordt op het enkelvoudig profiel gekleefd. Platte daken in tehuis en dagcentrum. Aard van de overeenkomst meeteenheid: m meetcode: Netto te plaatsen lengte. Verbindings- en bevestigingselementen, muurplaten zijn in de eenheidsprijs begrepen. 05.06.13 Uitbekleding dakrand FH m² Omschrijving Het betreft de uitbekleding van de onderzijden, de zij- en opkanten van de dakrandoversteken d.m.v. of panelen. Voorzover niet begrepen in de post daktimmerwerk zijn het achterliggende keperwerk, de nodige uitvullatten, desgevallende profielsystemen, de boordplanken, roestvrijstalen haken en schroeven, afdekdopjes, randafwerkingsprofielen, voegdichtingen, enz.,... integraal inbegrepen in de eenheidsprijs. OVERSTEEK Alle timmerhout stemt overeen met de bepalingen zoals beschreven in dossier stabiliteit. UITBEKLEDING De uitbekleding van de dakrand wordt uitgevoerd met platen op basis van thermohardende kunstharsen, homogeen versterkt met cellulosevezels, cfr. beschrijving in art. 07.04.35. Door verpersing onder hoge druk (+/- 100 kg/m2) en hoge temperatuur (150 C) wordt een homogene plaat vervaardigd. Ze zijn voorzien van een geïntegreerde decoratieve oppervlakte van gepigmenteerde composietharsen. De samenstelling en de opbouw van de plaat is geschikt voor buitentoepassing, D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 7 8 / 235

d.w.z. onderhoudsarm, slijt-, slag-, kras- en stootvast. Het oppervlak mag niet eroderen of verkrijten en bevat geen kras- en oplosmiddelen gevoelige acrylaatfolie. Zij behoeven in geen geval een bijkomende kantomlijsting of afwerking. Het materiaal beschikt over een productgarantie van 10 jaar. De platen beschikken over een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig. Plaatdikte: minimum 8 mm Densiteit: minimum 1400 kg/m3 Afmetingen (lxb): aangepast aan de modulering op plan / op voorstel aannemer Oppervlaktestructuur: idem kunstharsplaten Kleur: metallic, ral 9006 Regelwerk en klossen: secties cfr. beschijving in lastenboek stabiliteit Isolatie: niet te voorzien OVERSTEEK De randoversteek zelf is uit te voeren met behulp van een houten keperwerk stevig aan de binnenmuren te verankeren en/of een tegen de kepers genageld latwerk van geschaafd en gedrenkt naaldhout (minimum 25x38 mm), hetzij overeenkomstig de detailtekeningen. Bij bevestiging van de platen dient men er voor te zorgen dat deze vrij en gelijkmatig kunnen werken. Alle aansluitranden ter hoogte van het gevelmetselwerk, de binnen- en/of buitenhoeken, worden, mooi aansluitend, afgewerkt met behulp van aan het bekledingssysteem aangepaste profielen en/of dichtingskitten. Het geheel waarborgt een vochtbestendige en windvaste uitvoering. De verwerking gebeurt conform de voorschriften van de systeemleverancier en de principetekeningen. Hoeken sluiten vlak op elkaar aan, waarbij alle zaagkanten met zorg worden afgewerkt. Bij bevestiging van de platen dient men er voor te zorgen dat deze vrij en gelijkmatig kunnen werken. De voegbreedte tussen de platen dient minimaal 2,5 mm per strekkende meter te bedragen. Zoveel mogelijk te verwerken in de langsrichting en met een minimum aantal voegen. De juiste voegbreedte en voegverdeling zullen vooraf voorgelegd worden aan de architect. Alle zichtbare montageschroeven worden afgedekt met gekleurde ronde kapjes in kunststof, met dezelfde kleur als de panelen. UITBEKLEDING Het betreft een zichtbare bevestiging, geschroefd op houten latwerk. De hoogte van de latten moet zo gekozen worden dat de kunstharsplaten de eventuele opening tussen gevelmetselwerk en dakkepers volledig bedekken. De plaat wordt op het achterliggende timmerwerk, op regelmatige tussenafstanden, geschroefd met roestvrijstalen schroeven met een steeldiameter van 4 mm, een draaddiameter van 5,3 mm en een lengte van 37 mm. De schroefgaten dienen 7 mm te worden voorgeboord. De schroeven zijn voorzien van een gekleurde kop of worden voorzien van een afdekkapje uit hoogwaardig kunststof (polyamide), geleverd door de fabrikant van de platen in identieke kleur als de platen. De horizontale voegdichting kan gebeuren met een liplas verbinding die in de platen wordt aangebracht (bij een minimale plaatdikte van 8 mm), een waterkeringsprofiel met transparante schuine lip, achter de voeg te plaatsen, tegen een houten regel of d.m.v. aluminium of hardkunststof stoeltjesprofielen. De verticale voegafdichting gebeurt door achter elke voeg een EPDM-rubber afdichtingsprofiel te plaatsen. Indien de situatie het toelaat mogen de voegen ook geheel open worden gelaten. Per lopende meter plaat moet zowel aan boven als onderzijde minimaal 20 cm2 aan ventilatieopeningen aanwezig zijn en dient tussen de achterzijde van de plaat en het isolatiemateriaal een ruimte van minimaal 2 cm behouden worden. Op de hoeken wordt de aansluiting tussen twee platen in verstek gezaagd en onzichtbaar verstevigd door een profiel. De afwerking tussen bekleding en muren wordt verwezenlijkt met een plastische voeg volgens STS deel 2 artikel 03.61.13. Voorgevel tehuis. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 7 9 / 235

Aard van de overeenkomst meeteenheid: m meetcode: Netto te plaatsen lengte. Verbindings- en bevestigingselementen. Opkanten worden niet geteld, maar zijn inbegrepen in de eenheidsprijs. 05.06.50 Slabben, loketten en aansluitingsbanden Omschrijving De slabben / loketten / aansluitbanden worden aangewend om de aansluitvoegen tussen constructiedelen regendicht af te werken. Het betreft ondermeer de randaansluitingen tussen dak en opgaande gevelmuren, dak en schoorsteen, rond dakdoorgangen en aan boven- en zijranden van dakvlakken. Bij de aansluiting tegen metselwerk worden de slabben afgewerkt met een loket of aansluitingsband. Loketten en/of aansluitbanden zijn stukken die aan één kant in de muur worden bevestigd en aan de andere kant een voldoende overlap bewerkstelligen over de opstaande strook van de slabben of afdichtingsmembramen. De uitvoering beantwoordt aan STS34 en waarborgt een waterdicht geheel. 05.06.51 Slab uit lood FH m Het lood beantwoordt aan de voorschriften van STS 33.06.33. Dikte: 1,5 mm De bevestigingsnagels met grote platte kop zijn verzinkt. Het lood wordt verwerkt zonder soldeersel (volgens toepassingsgebied). De loketten of aansluitingsbanden bezitten een haakboord van 2 cm en worden ingewerkt in een vooraf gekapte, geslepen of uitgespaarde gleuf van 2,5 cm diepte. De loketten of aansluitingsbanden worden uitgevoerd met een overlapping van ten minste 10 cm in geval van stroken en 6 cm bij traploketten. Aantal bevestigingen: 3 haken per m. Ze worden bevestigd met 3 nagels per m. De bladloodstroken worden goed aangeklopt en strak afgesneden. De resterende voeg wordt afgedicht met een elastisch blijvende kit, klasse V volgens TV 107. Dagcentrum: aansluiting waterdichting terras met opgaande wand, tpv DC-19. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 8 0 / 235

Aard van de overeenkomst meeteenheid: m meetcode: Netto uit te voeren lengte Inbegrepen het vrijmaken van de voeg en het aanbrengen van de kit. 05.06.80 Dakterrassen Omschrijving De aannemer dient zich voorafgaandelijk rekenschap te geven of de draagvloer berekend is op de voorziene belasting. De ballast zal onder de te verwachten gebruiksbelasting de ondergelegen dakdichting niet beschadigen of te zeer indrukken. De ballastlagen zullen conform de ATG-richtlijnen van de dakisolatie en het dakafdichtingssysteem aangebracht worden. 05.06.81 Dakterras met kunststof planken op aluminium dragers FH m² Omschrijving Het plaatsen van terrasbekleding in composietmateriaal op de waterdichtingslaag. Het montagesysteem dient zo te zijn ontwikkeld dat er geen voorwerpen in de groeven kunnen vallen en dat het terras gemakkelijk gedemonteerd kan worden. DRAAGSTRUCTUUR Aluminium profielen 50x16mm of aluminium liggers 50x80mm (keuze in functie van de ondergrond: zie paragraaf /Constructie van de onderstructuur). In de vormgeving is een geïntegreerd geleidingssysteem voor de bevestigingsclipsen van de bekledingsprofielen voorzien. De aluminium liggers 50x80mm kunnen tot een vakwerk samengesteld worden met behulp van RVS hoekverbinders passend in het geïntegreerd geleidingssysteem van de aluminium liggers. De hoekverbinders worden vastgezet met zelftappende RVS bouten. Alle profielen en toebehoren zijn afkomstig van dezelfde leverancier als de hoofdprofielen. PLANKEN De bekledingsprofielen bestaan uit een composiet van 50% hoog slagvast niet geplastificeerd PVC en 50% houtstof. Het composiet heeft volgende eigenschappen: Vicatpunt EN ISO 306/B50 85-95 C thermische uitzettingscoëfficiënt in ISO 11359-2 0,021- mm/m C D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 8 1 / 235

lengterichting 0,024 elasticiteitsmodulus (bij trek) ISO 527 type 1B 5000-7000 N/mm² treksterkte ISO 527 type 1B 36-40 N/mm² Brinell hardheid 3000N EN 1534 150-180 N/mm² densiteit ISO 1183 1,39-1,43 kg/dm³ waterabsorptie over 28 dagen EN 317 3-6 % duurzaamheidsklasse EN 350 1 Klasse frictiecoëfficiënt (droog) EN 13893 0,41-0,48 slipweerstand DIN 51130 : 2004-6 R13 slipweerstand (nat) DIN 51097 : 1992-11 C De terrasplanken zijn dubbelwandig met een totale dikte van 32mm. De werkende breedte bedraagt ±166mm. De zijkanten van de terrasplanken vertonen een zig-zag vorm. De open aansluitingsvoeg van ±5mm garandeert een goede ventilatie en een efficiënte afwatering. Door de zig-zag vorm wordt bovendien vermeden dat voorwerpen tussen de terrasplanken kunnen vallen. De terrasoppvlakte is optisch gesloten. De zichtbare oppervlakte van de terrasplanken is geborsteld met een golfvormig reliëf. De extrusie gebeurt onder certificaat ISO 9001. Kleur: abrikoosbruin / amandelbeige / hazelnootbruin / riverstone grijs / olijfgroen / schorsbruin / turfbruin / zoethoutzwart. Vrij te kiezen door ontwerper uit het ganse gamma van de fabrikant. AFWERKING KOPSE KANTEN De zijkanten van het terras worden afgewerkt met een aluminium hoekprofiel van 50 x 42 x 1.8mm deeluitmakend van het systeem. Kleur: geanodiseerd natuurkleur / geanodiseerd zwart / geanodiseerd bruin (kleur te bepalen in fucntie van de gekozen kleur beplanking). OPSLAG OP DE WERF, TRANSPORT EN STAPELING De profielen moeten horizontaal gestapeld worden, ondersteund op een maximale tussenafstand van 1 m. De profielen mogen nooit in de zon worden opgeslagen of in de omgeving van een warmtebron. Transport gebeurt horizontaal. Het wordt aanbevolen de profielen minimum 24 uur te klimatiseren voor de verwerking. Verwijder of open zakverpakkingen indien aanwezig. Leg de profielen op een vlakke ondergrond, ondersteund op een maximale tussenafstand van 1m, uit het felle zonlicht en/of regen. DRAAGSTRUCTUUR Oppervlakte moet voldoende vlak zijn en ligt onder een helling van 5 mm/m, weg van de gevel. Het plankenterras dient aan te sluiten op de bestaande silexdallen, de dorpels in blauwe hardsteen. De onderstructuur wordt gerealiseerd met aluminium profielen 50x16mm met geïntegreerd geleidingssysteem. De profielen moeten doorlopend ondersteund worden. Uitvlakken van de profielen of gebruik maken van tegeldragers is niet toegestaan. De profielen moeten iedere 500mm bevestigd worden aan de betonplaat. Gebruik hiervoor geschikte vastzettingsmiddelen (RVS) aangepast aan de kwaliteit van de betonplaat. Indien de vorige oplossing om de één of andere reden technisch niet haalbaar is, dan moet als onderstructuur een vakwerk gerealiseerd worden met behulp van de aluminium liggers 50x80mm met geïntegreerd geleidingssysteem. Indien bevestiging aan de ondergrond niet mogelijk blijkt (deels dak gang kelder, bijgevolg probleem van beschadiging waterdichting) dient onderstaande constructiemethode te worden gevolgd. De onderstructuur wordt gerealiseerd met aluminium liggers 50x80mm met geïntegreerd geleidingssysteem. De liggers worden tot 1 vormvast vakwerk verbonden met kopse liggers en eventueel tussenschotten. De liggers worden met elkaar verbonden met RVS hoekverbinders aangepast aan het geïntegreerd geleidingssysteem van de liggers. De onderstructuur wordt op niveau uitgepast met uitvulblokken of tegeldragers, rekening houdende met een helling van 5mm/m, weg van de gevel. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 8 2 / 235

De hartafstand tussen de liggers bedraagt maximum 50cm. Plaats altijd minimum 3 liggers. De terrasplanken worden normaal gezien op de uiteinden ondersteund. De terrasplanken mogen maximum 5 cm overhangen. PLANKEN De terrasplanken worden niet zichtbaar bevestigd met bevestigingsclipsen die deel uitmaken van het systeem. De bevestigingsclipsen zijn vervaardigd uit zwarte polyamide. De bevestigingen clipsen en glijden in het geïntegreerd geleidingssysteem van de aluminium onderstructuurprofielen. De bevestigingsclipsen zijn voorzien van een veerfunctie die dwarse uitzetting van de terrasplanken en het vervangen van een terrasplank toelaat. De bevestigingsclipsen worden vastgeschroefd met zelfborende RVS schroeven die deel uitmaken van het systeem. Alle toebehoren zijn afkomstig van dezelfde leverancier als de hoofdprofielen. Houd rekening met een initiële uitzetting van de terrasplanken van 3mm/m voor het bepalen van de nodige uitzetvoegen. Bij terrassen waarvan de lengte groter is dan 6m mogen enkel terrasplanken met een lengte van maximum 3m toegepast worden. Vanaf een lengte van het terras groter dan 12m moet het terras opgesplitst worden in aparte modules. Kopse voegen moeten steeds voorzien worden ter hoogte van een ligger. Zorg voor een speling van 10mm. Plaats ter hoogte van de voeg een extra stukje ligger zodat 2 clipsen geplaatst kunnen worden. Respecteer een voeg van 10mm bij kopse aansluiting van de terrasplanken op een afwerkingsprofiel. Als het terras ingeklemd is tussen 2 muren, zorg dan voor een voeg tussen de muur en de terrasplanken van minimum 15mm. Ook tussen de muur en de onderliggende structuur wordt dezelfde voeg van 15mm aangehouden. AFWERKING KOPSE KANTEN De hoekprofielen worden vastgeschroefd op de onderstructuur en in geen geval in de bekledingsprofielen. Terras DC-19. Aard van de overeenkomst meeteenheid: m² meetcode: Netto te plaatsen oppervlakte. Afwerking van de kopse kanten is inbegrepen. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 8 3 / 235

05.08 REGENAFVOERPIJPEN 05.08.10 Regenafvoerbuizen Omschrijving dakwaterafvoer De aannemer is verplicht na te gaan of de gootbekledingen, hanggoten, afvoerbuizen, de hulpstukken en alle voorziene toebehoren kunnen geplaatst worden in de vormen, afmetingen en uitvoering voorgeschreven in de aanbestedingsdocumenten en/of de aard en de maatafstemming van de verschillende materialen onderling verenigbaar zijn. De aannemer legt voor de uitvoering de nodige monsters van de voorziene materialen, bekledingstypen en afwerkingsdetails ter goedkeuring voor aan de ontwerper. Desgevallend in de tekst en/of op de detailstudies ingelaste afbeeldingen zijn principeschema s van verwezenlijkingen waarvan alleen de aangegeven afmetingen dienen geëerbiedigd te worden. Bij de plaatsing van de dakbedekking worden de nodige voorzorgen getroffen om de dakgootafdichtingen, hanggoten niet te beschadigen. In de periode tussen het plaatsen van de gootafdichtingen en van de afvoerbuizen zal men er voor zorgen dat het hemelwater niet kan aflopen op de gevelwanden. Omschrijving Het betreft de levering en plaatsing van de regenafvoerpijpen, met inbegrip van alle elementen die er wezenlijk deel van uit maken, d.w.z. alle bevestigingshaken aan het metselwerk, beugels, kragen, eventuele ellebogen, T-stukken, uitzettingsvoegen, lasnaden of koppelingen, de aansluitingen op de hanggoten (vergaarbakjes,...) en de verdere elementen afwaarts, De regenafvoerpijpen worden geplaatst overeenkomstig STS 33.21 en hoofdstuk 3 van NBN 306. Bij de plaatsing wordt zorg gedragen dat de buizen vrij kunnen uitzetten. Ronde buizen worden met behulp van een gesoldeerde neus op de beugels gehouden. De vierkante of rechthoekige buizen worden met behulp van een gesoldeerde kraal of gesoldeerde neus op de beugels gehouden. De regenafvoerbuizen worden water- en reukdicht op het ondergrondse rioleringsnet aangesloten. De regenafvoerbuizen staan volkomen verticaal, behoudens specifieke uitvoeringsvoorschriften. De aansluitingen moeten waterdicht zijn tot een druk die overeenstemt met een waterkolom die gelijk is aan de hoogte van de buis. 05.08.13 Regenafvoerbuizen uit gemoffeld aluminium De afvoerbuizen en bijhorende stukken zijn vervaardigd uit aluminium, overeenkomstig NBN EN 485 - Aluminium en aluminiumlegeringen - Plaat, band en dikke plaat. Zij beantwoorden aan de voorschriften van NBN EN 612 -Dakgoten en hemelwaterafvoerbuizen van metaalplaat - Definities, classificatie en eisen (1996) en STS 33-deel II materialen 06.56. Systeem ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. Aluminium: 99,5% Legering: 1050A-H14 D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 8 4 / 235

Dikte: 2 mm Afmetingen: conform plan Vorm: De waterafvoeren hebben een lengte van 3m en voorzien van een mof van 8cm. De afvoerbuis heeft een gelaste naad. De verschillende delen worden in elkaar geschoven. Kleur: cfr. bestaande Oppervlaktebehandeling Aan beide zijden van de afvoerbuizen. De blanke aluminium afvoerbuizen worden via ontvetting en spoeling gereinigd. Nadien wordt een zinkfosfatering aangebracht. Dit is een behandeling waarbij het grondmateriaal gedeeltelijk wordt omgezet in een zinkfosfaat laag. Nadien worden de afvoerbuizen nogmaals gespoeld om uiteindelijk in demi water een laatste keer te worden gereinigd. Na de droogtunnel worden de afvoerbuizen uiteindelijk met de meest moderne poederpistolen met polyesterpoederlak elektrostatisch gelakt en gebakken in een moffeloven op 180 en 200 Celsius gedurende 10 à 20 minuten. Laagdikte polyesterpoederlak: 50 à 70µm. De filmdikte wordt gemeten volgens ISO 2808 De hechting wordt gemeten volgens ISO 2409 Bochten en bevestigingen De bijhorende bochten zijn konisch en schuiven dus ook in de afvoerbuis. Ook hier worden de bochten niet vastgelast aan de afvoerbuis. De bevestigingsbeugels zijn vervaardigd uit gegalvaniseerd staal en bestaan uit een voorste en achterste gedeelte, die vastgeschroefd worden met twee roestvrije schroeven. Eigenschappen Soortelijk gewicht: 2,7 Kg/dm³ Uitzettingscoëfficient: 4-6% Treksterkte: 105-145 Mpa De buizen worden op 2 cm voor het muurvlak geplaatst. De buiselementen zijn zodanig gevormd dat ze onderaan vernauwd zijn. Het knippen van de buiselementen onderaan is verboden. De penetratie van de verschillende stukken bedraagt min. 3 cm. Bij richtingsveranderingen dringen de buizen min. 8 cm in elkaar. De buizen worden koud in elkaar verwerkt. Er mag slechts 1 passtuk per afloop worden geplaatst. Elk buiselement wordt minstens 1 maal gesteund. De afstand tussen 2 steunpunten bedraagt 1,5 m voor buizen met een lengte van 3 m, met één schuivende (vrije uitzetting) tussenhaak. De eerste beugel bevindt zich op ± 5 cm onder het laagste punt van de tapbuis. De regenafvoerbuizen worden luchtdicht op het rioleringsnet aangesloten. 05.08.13A 80 x 80 mm FH m Afvoerbuizen platte daken in tehuis, volgens aanduiding op plan en meetstaat Aard van de overeenkomst meeteenheid: m meetcode: Netto te plaatsen lengte, gemeten in de as van de buis. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 8 5 / 235

Alle toebehoren, passtukken, verbindingen en bevestigingsmiddelen inbegrepen. 05.08.13B 120 x 120 mm FH m Afvoerbuizen platte daken in tehuis en dagcentrum, volgens aanduiding op plan en meetstaat Aard van de overeenkomst meeteenheid: m meetcode: Netto te plaatsen lengte, gemeten in de as van de buis. Alle toebehoren, passtukken, verbindingen en bevestigingsmiddelen inbegrepen. 05.08.13C 160 x 160 mm FH m Afvoerbuizen platte daken in tehuis en dagcentrum, volgens aanduiding op plan en meetstaat Aard van de overeenkomst meeteenheid: m meetcode: Netto te plaatsen lengte, gemeten in de as van de buis. Alle toebehoren, passtukken, verbindingen en bevestigingsmiddelen inbegrepen. 05.08.30 Hulpstukken voor regenafvoer Omschrijving Het betreft de levering en plaatsing van alle noodzakelijke hulp- en/of verbindingsstukken teneinde een perfecte afwatering van het regenwater toe te laten vanaf de opvang op de dakvlakken tot de afvoer. Let wel: Voor zover niet afzonderlijk opgenomen in de samenvattende opmeting zijn de eenheidsprijzen van alle noodzakelijke hulpstukken standaard inbegrepen in deze van de hanggoten en/of afvoerbuizen. D o s s i e r 1 4 4 4 4 D e S t a p p e a a n p a s s i n g e n t e h u i s v o o r n i e t - w e r k e n d e n e n d a g c e n t r u m 8 6 / 235