NEN 6050 Brandveilig werken op het dak

Transcriptie

1 NEN 6050 Brandveilig werken op het dak

2 Voorwoord Sinds september 2006 bestaat er een NVN In deze norm is vastgelegd hoe er brandveilig kan worden gewerkt op het dak. De norm richt zich met name op de detailleringen in brandgevaarlijke zones. NVN staat voor Nederlandse Voornorm. Dit wil zeggen dat de norm gevormd is, maar er nog geen definitieve versie van bestaat. Er is een periode vastgesteld dat verwerkers en andere belanghebbenden commentaar op de norm mogen geven. Deze opmerkingen worden dan weer meegewogen alvorens er een definitieve versie verschijnt. Van verschillende kanten zijn zinvolle kritieken gekomen. Dit resulteert in een norm met voldoende draagvlak. De verwachting is dat de definitieve norm, die dan NEN 6050 heet, dit jaar tot stand komt. De NEN 6050 geeft een duidelijke weergave van de brandgevaarlijke(re) werkzaamheden bij het werken met vuur op het dak. De huidige stand der techniek biedt ons voldoende mogelijkheden om deze risico s tot een minimum te beperken. Mede door middel van zelfklevende materialen en het gebruik van verschillende kunststof dakbedekkingen is het mogelijk brandveilig te werken. In dit document geven wij een uitleg over de NEN Tevens geven wij u een uiteenzetting van de mogelijkheden. Voor bitumen zijn er zelfklevende dakbanen als onderlaag en toplaag. Voor kleinere daken is het wellicht logischer om geen bitumen, maar kunststof te verwerken. Wij beschikken over een uitgebreid assortiment kunststof dakbedekkingen. Aanvullende informatie omtrent kunststof dakbedekking kunt u uiteraard bij ons verkrijgen. Na een periode van jaren normcommissievergaderingen en met name materiaalontwikkeling, zijn er nu voldoende materialen voorhanden om op een verantwoorde manier een dak te maken. Wij hopen u met dit document inzicht te geven in deze nieuwe ontwikkeling. Tevens kunnen wij demonstraties van de verschillende bitumineuze en kunststof materialen verzorgen. 2 NEN 6050 februari 2009

3 Inhoudsopgave 1. NEN 6050 beginsels 2. NEN 6050 definities 3. Voorwaarden bij dakbedekking 4. Voorwaarden bij dampremmende laag of eerste laag 5. Normering 5.1. Normering bij dakopstanden zonder plaat- of schubvormige afwerking 5.2. Normering bij dakopstanden met plaat- of schubvormige afwerking 5.3. Normering bij overkragende bouwdelen 5.4. Normering bij dakdoorbreking 5.5. Samengevat 6. Werkwijzen 6.1. Werkwijze bij dakopstanden zonder plaat- of schubvormige afwerking 6.2. Werkwijze bij dakopstanden met plaat- of schubvormige afwerking 6.3. Werkwijze bij dakdoorbreking Werkwijze bij hemelwaterafvoeren Werkwijze bij ontluchtingskappen NEN 6050 februari

4 1. NEN 6050 beginsels Ontwerp dakbedekkingsconstructies zodanig dat de kans op brand bij werkzaamheden aan het dak wordt beperkt: bij aansluitingen bij nieuwbouw bij de gehele gebruiksduur van het gebouw Geen rechtstreekse aanraking met open vuur via kieren en naden: bij dakopstanden bij dakdoorbrekingen 2. NEN 6050 definities Werkzaamheden zonder open vuur Werkzaamheden met een minimale kans op vlammen of vonken. - Open vuur: brander, snijbrander, lasapparatuur, slijpen van metaal. - Geen open vuur: hetelucht apparatuur (föhn), koud- of warm kleven. Kiergevoelige onderconstructie Onderconstructie waarbij ongeacht de uitvoering en het ontwerp altijd kieren aanwezig kunnen zijn: hout of houtachtige dakplaten. Kier Nauwe min of meer spleetvormige opening van maximaal 10 mm. 3. Voorwaarden bij dakbedekking Indien waterdichte laag geopend wordt Alle voorwaarden uit de norm zijn van toepassing. Indien waterdichte laag gesloten blijft Alleen twee voorwaarden uit de norm gelden: Geen open vuur: - binnen 750 mm van dakopstand met plaat- of schubvormige afwerking. - binnen 750 mm van overkragend bouwdeel. 4 NEN 6050 februari 2009

5 4. Voorwaarden bij dampremmende laag of eerste laag Voorwaarden Geen open vuur bij kiergevoelige en brandbare onderconstructies zoals hout of houtachtige dakplaten en bij alle aansluitingen. Oplossingen Losliggend, mechanisch bevestigd, koud verkleefd, warm (gegoten) verkleefd of zelfklevend. Overlappen met de föhn, koud verkleefd of zelfklevend. 5. Normering 5.1. Normering bij dakopstanden zonder plaat- of schubvormige afwerking Bij dakranden en opstanden moet de onderconstructie worden afgeschermd van voorkant dakrand of bovenkant opstand tot minimaal 100 mm op het dakvlak, opdat er geen open vuur bij brandbare materialen dan wel via naden en kieren in de constructie kan komen. Voorwaarden bij dakopstanden zonder plaat- of schubvormige afwerking Definitie dakopstand Opstaand deel in het dak waartegen de dakbedekking wordt opgezet. Voorwaarden Vanaf de zijkant of bovenkant tot minimaal 100 mm door de kim afgeschermd zonder gebruik van open vuur. Indien constructie en opstand van beton of steen zijn en er zijn geen kieren of open naden mag wel open vuur worden toegepast. min. 100mm min. 100mm NEN 6050 februari

6 5.2. Normering bij dakopstanden met plaat- of schubvormige afwerking Bij dakopstanden met plaat- of schubvormige afwerking mag over een breedte van 750 mm van de opstand niet met open vuur gewerkt worden. Voorwaarden bij dakopstanden met plaat- of schubvormige afwerking Voorwaarden Tot minimaal 750 mm vanuit de kim geen open vuur. Indien de dakopstand tot 2 m boven beëindiging dakbedekking van beton of steen is en er zijn geen kieren of open naden mag wel open vuur worden toegepast. min. 750mm geen open vuur min. 750mm geen open vuur 5.3. Normering bij overkragende bouwdelen Ook bij een overkragend bouwdeel mag niet met open vuur gewerkt worden. Voorwaarden bij overkragend bouwdeel Definitie Punt of plaats waar de verticale afstand van een overkragend bouwdeel tot de bovenzijde van het dak kleiner is dan 2 m. Voorwaarden Tot minimaal 750 mm vanuit dit punt geen gebruik van open vuur. min. 750mm < 2000mm min. 750mm geen open vuur 6 NEN 6050 februari 2009

7 5.4. Normering bij dakdoorbreking Bij dakdoorvoeren (afvoeren, ontluchtingen en dergelijke) moet de onderconstructie bij de dakopening tot minimaal 100 mm op het dakvlak zijn afgeschermd tegen open vuur. Tevens dient ter plaatse van de dakdoorvoer over een oppervlakte van minimaal 40 cm rondom de sparing isolatie worden toegepast die voldoet aan klasse A2. Voorwaarden bij dakdoorbreking Definitie Onderbreking in het dak of de dakbedekking waarbij dakbedekking wordt aangesloten op plakplaat en niet wordt opgezet. - hwa, dakdoorvoer Voorwaarden Bij thermisch geïsoleerde daken minimaal 400 mm vanaf de dakdoorbreking isolatiemateriaal klasse A2. - Geen vlamoverslag, praktisch niet brandbaar. - Minerale wol, Schuimglas, Perliet, mortel. Aansluiting dampremmende laag rondom de doorbreking zonder open vuur. min. 400mm 5.5. Samengevat Brander blijft weg bij: De meeste dampremmende lagen. Binnen 75 cm van dakopstanden met plaat- of schubvormige afwerking. De meeste onderstroken bij dakopstanden. We gaan steeds meer werken conform de nieuwe norm Brandveiligheid is bespreekbaar geworden. Samenspel ontwerper, opdrachtgever en opdrachtnemer. NEN 6050 februari

8 6. Werkwijzen 6.1. Werkwijze bij dakopstanden zonder plaat- of schubvormige afwerking Werkwijze bij dakopstanden zonder plaat- of schubvormige afwerking In deze situatie dient de eerste randstrook zonder open vuur te worden aangebracht. De onderlaag a, kan zijn 460P10, wordt tot in de kim geplaatst. De eerste 10 cm van de onderlaag en de opstand wordt geprimerd. Verbruik primer ongeveer 300 gram/m². Droogtijd is ongeveer 30 minuten. Een zelfklevende eerste randstrook b wordt dwars op de opstand geplaats. Het is dus mogelijk om lange lengtes, tot 20 meter in één keer aan te brengen. De strook heeft een wegtrekfolie aan de onderzijde. Deze folie insnijden in de kim en in delen wegtrekken en vastplakken. In geval van mechanisch bevestigde dakbedekking dient deze randstrook mechanisch bevestigd te worden in de onderconstructie c. Vervolgens afwerken volgens de brandmethode. Toplaag d en tweede randstrook e. 8 NEN 6050 februari 2009

9 6.2. Werkwijze bij dakopstanden met plaat- of schubvormige afwerking Werkwijze bij dakopstanden met plaat- of schubvormige afwerking In deze situatie dienen onderlaag en toplaag zonder open vuur te worden aangebracht. De onderlaag b, kan zijn 460P10, wordt tot in de kim geplaatst. De onderlaag primeren. Verbruik primer ongeveer 300 gram/m². Droogtijd is ongeveer 30 minuten. Een zelfklevende toplaag c aanbrengen, in de kim 7 cm opzetten. De kopse overlappen thermisch lassen. De te bekleden opstand primeren (verticale deel). Hierop een zelfklevende toplaag als randstrook d aanbrengen. De naden en aansluiting op horizontale dakbaan thermisch lassen. Buiten de zone van 75 cm kan de bitumen dakbaan e volgens de brandmethode worden aangebracht. Ook bestaat er een onderlaag welke aan 2 zijden zelfklevend is. Deze onderlaag kan gecombineerd worden met een SBS zelfklevende toplaag. Voordeel is uiteraard het uitsparen van een extra arbeidsgang en wachttijd i.v.m. primeren. Op de tekening is een loodslab a aangebracht. Hierdoor wordt eventueel herstel- en renovatiewerk vergemakkelijkt. noot: toplagen zijn alleen in gemineraliseerde uitvoeringen beschikbaar. Phoenix EPDM heeft met Resitrix SK positieve testen uitgevoerd met betrekking tot de hechting van Resitrix SK op bitumineuze dakbanen. D.w.z. dat werk in de brandvrije zone ook uitgevoerd kan worden met Restitrix SK en thermisch gelast kan worden op de bitumineuze dakbaan. NEN 6050 februari

10 6.3. Werkwijze bij dakdoorbreking Werkwijze bij hemelwaterafvoeren Werkwijze bij hemelwaterafvoeren Rondom hwa een isolatiemateriaal klasse A2 plaatsen. Minimaal 40 cm rondom de sparing. Ter plaatse van de sparing tot ca 15 cm buiten de isolatieplaat primer aanbrengen, hierop een zelfklevend plakstuk a plaatsen. Plakplaat b geweld in bitumenpasta in de sparing aanbrengen. Een plakstuk van bitumen dakbedekking c aanbrengen op de plakplaat. Dit plakstuk is rondom 30 cm groter dan de plakplaat. De eerste laag dakbedekking d wordt gestuikt tegen plakstuk a aangebracht. Vervolgens de toplaag e aanbrengen tot de verdikking veroorzaakt door de plakplaat. 10 NEN 6050 februari 2009

11 Werkwijze bij ontluchtingskappen Werkwijze bij ontluchtingskappen Rondom dakdoorvoer een isolatiemateriaal klasse A2 plaatsen. Minimaal 40 cm rondom de sparing. Ter plaatse van de doorvoer tot ca 15 cm buiten de isolatieplaat primer aanbrengen en hierop een zelfklevend plakstuk a plaatsen (ook over de sparing van de doorvoer). De eerste laag dakbedekking b wordt gestuikt tegen plakstuk a aangebracht. De toplaag c wordt over plakstuk a aangebracht. Hierna sparing ten behoeve van ontluchting opensnijden en de plakplaat geweld in bitumenpasta in de sparing plaatsen. Ten slotte een plakstuk e hierop tot ruim op de dakbedekking aanbrengen. NEN 6050 februari

12 Duwel Dakmarkt H.A. Lorentzweg 1 Postbus AB Alphen a/d Rijn T F E info@duweldakmrtk.nl I