Weekbrief van De Stem van Nederland

Vergelijkbare documenten
De laatste peiling voor de verkiezingen en de prognose

De Stemming van 19 mei 2019

PS2019 worden historische verkiezingen

De Stemming van 9 juni 2019

Het geheugenverlies van de kiezer en het effect daarvan op de peilingen

Interpretatie van de uitslag van de tussentijdse Gemeenteraadsverkiezingen

Nieuw Haags Peil van 26 februari 2006

Nieuw Haags Peil van 17 oktober 2005

Nieuw Haags Peil van 1 augustus 2005

De echte landelijke uitslag van de Gemeenteraadsverkiezingen van 2010

De Stemming van 23 juni 2019

De stemming van 15 juli 2012, speciaal thema: Determinanten van het stemgedrag

Peilingwijzer als centrale indicator van de electorale ontwikkelingen van Nederland?

EP2019: Analyse van het Opkomst- en het Timmermans-effect

De PVV in het land en in de peiling

Ontwikkeling politieke voorkeur in 2015

Verder zien we ook nog een licht herstel bij D66. De 11 waarop deze partij staat is nog steeds 8 minder dan bij TK2017. Versch. t.o.v. 4 aug.

De Stemming van 18 december 2016

Nieuw Haags Peil van 14 oktober 2007

Oordeel over de positie van ouderen in Nederland in 2013

De Stemming van 28 april 2019

De Stemming van 8 april 2018

De cruciale periode

De week waarin alles anders werd (of niet?)

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

EXTRA EDITIE. Weekbrief van De Stem van Nederland. Beste Lezers,

Hoe zou de Deense aanpak electoraal voor de PvdA kunnen uitwerken?

Verkiezingsuitslagen. Drechtsteden

Tussenbalans. Maurice de Hond Peil.nl

Vrouwen in de politiek geactualiseerde versie, januari 2011

Wat zou hier de reden van kunnen zijn?

Infographic: De uitslag

Slotpeiling PS: vijf partijen zeer dicht bij elkaar

It s the economy stupid

De Stemming van 25 mei 2014 en EP2014

Onderzoek. Diversiteit in de Tweede Kamer 2012

TK2017 en de grote invloed van EK2015 op de vorming van een nieuwe regering

De Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012

Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS

2016 / Maurice de Hond

CDA en GroenLinks aanhang ontevreden The day after de Tweede Kamerverkiezingen 2012

De verkiezing van Trump en wat dit betekent voor TK2017

Resultaten 3e peiling Provinciale Statenverkiezingen februari 2011

Voorlopige uitslag Amsterdam. Project: Verkiezingen Tweede Kamer 2012 In samenwerking met: Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen

Effecten van de campagne van de TK2012 tot 5 dagen voor de verkiezingen

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Weekbrief van De Stem van Nederland

De Stemming van 20 januari 2019

Verkiezingsuitslagen Drechtsteden

De stemming van 22 april 2012

Stemmen Verkiezingen Europees Parlement 2019

Henk van der Kolk Leerstoel politicologie Faculteit BBT Postbus 217, 7500AE Enschede Universiteit Twente

De Stemming van 26 juni 2016

Na het aftreden van Minister de Graaf

Nieuw Haags Peil van 8 oktober

Resultaten 2e peiling Provinciale Statenverkiezingen februari 2011

De elite heeft niet geleerd van Fortuyn

VERKIEZINGSUITSLAG 2017

Verkiezingsuitslagen Drechtsteden

1 Welke partij heeft uw voorkeur c.q. op welke partij heeft u gestemd bij de Tweede Kamerverkiezing?

Aan: Leden en duo-commissieleden van de Provinciale Staten van Noord-Holland Leden van de Tweede Kamer

29 november Onderzoek: Kloof tussen burger en politiek?

OP NAAR DE GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN

Korte omschrijving werkvorm Aan de hand van grafieken bespreekt u met de leerlingen verschillende aspecten van de verkiezingsuitslag.

Reactie op de financiele crisis, 17 februari 2009

Weekbrief van De Stem van Nederland

NEDERLANDERS PER SALDO NOG STEEDS VOOR SLEEPWET

NEDERLANDERS WILLEN GEEN NEXIT

Polderen voor beginners

Eerste Kamerverkiezingen systematiek voorkeurstemmen en lijstverbindingen

Politieke participatie

Nederland is helemaal geen representatieve democratie

HIER. Interview EERSTE KAMERLEDEN Esther-Mirjam Sent & Ben Knapen. Dit doet de Eerste Kamer GEBEURT HET! INVLOED VAN DE EERSTE KAMER EERSTE KAMER

Verkiezingsuitslagen Drechtsteden

Wat wordt het op 1 juni?

Discussie rondom verloren verkiezingen van PvdA

De Stemming van 15 januari 2017

Opgave 2 Tweede Kamerverkiezingen 2006 en kabinetsformatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

25 maart Onderzoek: Aanslagen in Brussel

Puzzel: De stem van de Statenleden

Resultaten 1e peiling Provinciale Statenverkiezingen jan

16 augustus 2019 Auteur: Rozemarijn Lubbe. 100 jaar vrouwenkiesrecht

De stemming van 27 april 2012

De Stemming van 8 januari 2017

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Verkiezingsuitslagen Drechtsteden

Diversiteit in de Provinciale Staten

Stemmen Europese verkiezingen 2014

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal

Diversiteit in Provinciale Staten

HET REFERENDUM OVER DE ASSOCIATIE- OVEREENKOMST MET OEKRAÏNE

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Derde Kamer. Derde Kamer. Handboek Politiek 1. der Staten-Generaal

Mocht jij bij deze verkiezingen stemmen? Heb je bij deze verkiezingen ook gestemd? Ja 55,9% Nee 44,1% Totaal. Ja 98,5% Nee 1,4% Zeg ik niet 0,1%

Stemmotieven bij de gemeenteraadsverkiezingen

Gelijke naleving van de wet?

Politieke Barometer Onderwijs Meting april 2013

Tabel 1 Percentage stemmers Europese Verkiezingen 2014 volgens vier peilingen en echte uitslag

Weekbrief van De Stem van Nederland

Transcriptie:

Weekbrief van De Stem van Nederland Gebaseerd op dagelijks actualiteitenonderzoek in opdracht van SBS6 Het effect van Eibergen Doordat er dagelijks gepeild wordt is het goed mogelijk een relatie te leggen tussen ingrijpende gebeurtenissen en de gevolgen daarvan voor de politieke voorkeur in Nederland. De ontvoering in Eibergen en het vervolg bleek direct gevolgen te hebben voor de peiling van politieke voorkeur. Maar ook het vertrouwen in de regering, politiek en de meeste politici daalde met 0.1 tot 0.2 punten. Verk. TK 2003 in zetels 24/11/ 24/05/ 31/05/ Tweede Kamer 2003 2004 2004 CDA 44 34 33 31 PvdA 42 49 47 45 VVD 28 26 31 30 LPF 8 5 4 7 Groen Links 8 10 9 9 SP 9 14 13 13 D66 6 5 5 5 ChristenUnie 3 5 5 6 SGP 2 2 2 2 Partij vd Dieren 1 2 Totaal 150 150 150 150 De drie grote partijen verliezen samen 5 zetels. LPF profiteert daar sterk van door ineens 3 zetels te stijgen naar 7 zetels. Bij de overige partijen stijgt de Christen- Unie 1 zetel en haalt de Partij van de Dieren nu voor de eerste keer haar 2 e zetel. Deze verandering is ook goed merkbaar in het beantwoorden van de vraag welke partij een kans maakt op een stem. Terwijl vorige week nog maar 11% van de kiezers aangaf de LPF als een mogelijke partij te zien is dat nu gestegen naar 15% (doorgaans lag dat de laatste maanden tussen de 11 en 13%). Bij Partij voor de Dieren is dat percentage al gestegen naar 5% (was enkele weken nog maar 2%). Ook op een andere manier is deze verandering goed merkbaar. Het vertrouwen in de politiek (4.1) en het Inhoudsopgave Het effect van Eibergen 1 Geen steun voor De Graaf 1 Opkomst 10 juni: 86% 2 Varia 3 TBS or not TBS 3 De Graafs gedrocht 4 redactie: Maurice de Hond verschijnt in principe wekelijks email abonnement: gratis aanmelden/afmelden bij topdognl@yahoo.com Nr 36: 31 mei 2004 TK 24/5 31/5 CDA 44 33 31 PvdA 42 47 44 VVD 28 31 30 vertrouwen in de regering (3.9) zijn ook 0.2 gedaald tot vrijwel het laagste niveau dat tot nu toe is gemeten. Het vertrouwen in vrijwel alle politici is 0.1 tot 0.2 gedaald. Balkenende daalt naar het niveau van 3.9, de vicepremiers naar het niveau van 4.4 (Zalm) en 4.3 (De Graaf). De lijsttrekkers scoren nu Marijnissen (5.2, als enige niet gedaald), Bos (4.8), Verhagen (4.0), Van Aartsen (4.4), Halsema en Dittrich (4.6) en Herben (3.9). Doorgaans hebben dit soort schokken onder het electoraat slecht een korte werking, maar het kan enige weken duren voordat de oude situatie weer terug is. Het zou wel kunnen zijn dat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement nog naijleffecten merkbaar zullen zijn. Op de volgende pagina s wordt ingegaan op wat verwacht kan worden op 10 juni a.s. bij de verkiezingen voor het Europese Parlement. Geen steun voor De Graaf! Zowel de kennis van als de steun voor het voorstel van Minister De Graaf over het in te voeren districtenstelsel is klein. Alleen onder de aanhang van D66 is er een meerderheid voor te vinden, hoewel die ook voor een groot deel zegt het voorstel niet goed te kennen. 19% zegt het plan van De Graaf te kennen en begrijpen. Bij D66 is dat 29%. 21% denkt dat het een verbetering zal zijn en 25% een verslechtering. Alleen bij D66 is er een meerderheid die denkt dat het een verbetering zal zijn (53%). Men denkt vooral niet dat het nieuwe systeem zal zorgen voor het vergroten van de betrokkenheid van de kiezer met de politiek. 28% Denkt van wel en 60% denkt van niet. Ook hier zien we alleen bij D66-kiezers een positief gevoel (51% positief en 46% negatief). Er is ook geen steun onder de Nederlanders voor een ingrijpendere vorm van een districtenstelsel. 14% is voor een volledig districtenstelsel en 17% voor een echt soort mengvorm. Dit is ook het geval bij D66-kiezers. Wel blijkt er steun te zijn voor een vorm van kiesdrempel, vooral de drempel van 5%. Bij de aanhang van de kleine partijen is die steun minder groot dan bij de aanhang van de grote partijen. Alleen aanhangers van D66 laten het beeld zien van de aanhang van de drie grote partijen: een meerderheid is voor de invoering van een kiesdrempel. Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 36 31 mei 2004-1 -

Opkomst 10 juni: 86% Gallop is met een onderzoek gekomen waarin o.a. de verwachting is uitgesproken dat de opkomst in Nederland op 10 juni 38% zal zijn. Een cijfer dat net zo onwaarschijnlijk is als de 86% die hierboven staat vermeld. Maar als een gerenommeerd bureau als Gallop met 38% zoveel mediaaandacht krijgt als de afgelopen dagen gebeurd is, dan kan in dit eigen medium toch ook zoveel aandacht gegeven worden aan een nonsens percentage als hierboven in de kop is gebeurd! Wel tijd voor een korte uiteenzetting over het meten van opkomstverwachting, alsmede een onderbouwde verwachting voor wat er op 10 juni echt gaat gebeuren. Op basis van de beantwoording van enquêtevragen is opkomst bij een verkiezing in Nederland niet in te schatten. In enquêteonderzoek zeggen doorgaans veel mensen dat ze van plan zijn te gaan stemmen. Maar op de dag zelf gaat een deel daarvan toch niet stemmen. Het lijkt op de ervaring bij gratis seminars in het bedrijfsleven. 200 Mensen geven zich op, maar er komen uiteindelijk maar 100. (Zelfs als er betaald is komt een deel toch niet!). Zo gaat het ook met verkiezingen. Als het op de verkiezingsdag noodweer is zal de opkomst echt lager zijn dan als het mooi weer is. En dan hangt het af van het soort verkiezing hoe groot het effect van het weer heeft. Maar toch zie je steeds weer dat onderzoeksbureaus met een prognose voor de opkomst komen en media die prognose voor de opkomst serieus nemen. Zo werd een dag voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 in de media (tot en met het journaal) gemeld dat onderzoek van Intomart had laten zien dat de opkomst de volgende dag een record zou worden, namelijk meer dan 90%. De werkelijkheid was, zoals op logische gronden verwacht kon worden, ruim 10% lager. Voorafgaande aan Tweede Kamerverkiezingen zegt zo n 85 a 90% bij onderzoek dat ze zullen gaan stemmen. Bij de Gemeenteraadsverkiezingen is dat circa 10% minder, bij Provinciale Statenverkiezingen is dat weer 5% minder. Voorafgaande aan Europese Parlementsverkiezingen in Nederland zegt zo n 60 a 65% dat ze wel zullen gaan stemmen. In 1999 kwam daarvan echter minder dan de helft ook echt op. Historisch gezien is de opkomst bij de vorige verkiezing een betere voorspeller gebleken dan een voorspelling die gebaseerd is op de uitgesproken voornemens van kiezers. Kortom; een opkomst van in de buurt van de 30% lijkt het meest waarschijnlijk. De toenemende scepsis ten opzichte van Europa en de politiek kan daar nog wat extra invloed op hebben. Mijn taxatie is dat als een van de grote partijen een echte anti-eu campagne zou voeren dat dan misschien de opkomst wat hoger zou kunnen worden, maar omdat dit niet lijkt te gebeuren denk ik dat de kans groter is dat de opkomst zelfs nog wat lager dan de 30% van de vorige keer zal uitvallen. Mijn eigen meting (met extra vragen om de hardheid te meten) geeft aan een score van 26%, maar ook die is niet hard genoeg om die als voorspelling te zien. De lage opkomst zorgt gegarandeerd voor een uitkomst die het onmogelijk maakt op basis van de uitslag van 10 juni om conclusies te trekken voor de landelijke politieke verhoudingen. Dat is het best te illustreren met de twee verkiezingen van 1994. Er zat toen maar een maand tussen de verkiezingen voor de Tweede Kamer en het Europees Parlement. Er waren geen grote verschuivingen in het electoraat geweest. De verschillen in de uitslag per partij bij die twee verkiezingen zijn een goede indicatie van het effect van de opkomst. Hoe ouder het electoraat van een partij hoe beter de score bij een lage opkomst! TK 94 EU 94 Opkomst 78.7 35.7 CDA 22.2 30.8 PvdA 23.9 22.9 VVD 19.9 17.9 D66 15.4 11.7 ChristenComb. 4.7 7.8 Groen Links 3.4 3.7 SP 1.3 - Overige 9.2 5.2 Maar ook bij een vergelijking tussen de verkiezingen voor het Europees Parlement van 1999 en de Tweede Kamerverkiezingen van een jaar daarvoor laat een min of meer vergelijkbare trend zien. TK 98 EU 99 Opkomst 73.3 29.9 CDA 18.3 26.9 PvdA 28.9 20.1 VVD 24.6 19.7 D66 8.9 5.8 Ook hier zien we een stijging van 8% bij het CDA. De PvdA scoort beduidend lager dan een jaar daarvoor. Deels door de lage opkomst en deels door het ontbreken bij de verkiezingen in 1999 van de premierbonus van Kok. Hoe laag de opkomst op 10 juni ook wordt het lijkt zeker te zijn dat het CDA beduidend beter scoort dan de huidige peiling aangeeft (20%). Het meest logisch is een score die dicht zit bij de vorige keer (27%). Naarmate de opkomst (nog) lager zal zijn zal de score voor het CDA hoger worden. De PvdA staat momenteel in de peilingen rond de 30%. De vorige verkiezingen voor het Europees Parlement laten zien dat de PvdA het minder doet bij de verwachte lage opkomst. Een score van rond de 25% lijkt het meest waarschijnlijk. (Door het systeem van berekening van restzetels is het belangrijk om de grootste te zijn, al is het maar met een stem, want dat levert doorgaans ook een zetel meer op). De VVD lijkt ook last te hebben van een lage opkomst. Gezien de stand van zaken in de peilingen voor de Tweede Kamer lijkt een score, die duidelijk onder de 20% ligt het meest waarschijnlijk. Ook D66 heeft steeds last van een lagere opkomst (weinig oude kiezers) en zit zelfs in de gevarenzone. Als deze partij op 10 juni geen 3.8% haalt krijgt men geen enkele zetel in het Europese Parlement. Groen Links heeft relatief veel jonge kiezers, maar die zijn doorgaans wat gemotiveerder dan de rest. Deze partij heeft dit keer echter wel last van zowel Partij voor de Dieren als Europa Transparant. Het lijkt onwaarschijnlijk dat deze partij niet meer dan 3.7% zal halen. Dit geldt ook voor de SP. Haar kiezers zijn cynischer over de EU, maar omdat dit ook de lijn is van deze partij zelf lijkt de ene zetel wel zeker te zijn, een tweede wordt echter al wat moeilijker, maar wel haalbaar. De Dark Horse van deze verkiezingen is de LPF. Het electoraat van deze partij komt doorgaans amper op bij de verkiezingen voor het Europese Parlement. Vorige week zou ik gezegd hebben dat deze partij vrijwel zeker geen zetel zou gaan winnen op 10 juni, maar aangezien de partij deze week sterk in de lift zit, zou dat net die ene zetel op kunnen leveren. De combinatie ChristenUnie/ SGP profiteert sterk van een lage opkomst. Er is dus een grote kans dat de tweede zetel gehaald wordt (7.5%). Zowel Partij voor de Dieren als Europa Transparant zal aanhang verwerven, maar de virtuele kiesdrempel van 3.7% is voor deze beide partijen duidelijk te hoog, behalve als ze een truc vinden om vlak voor de verkiezingen groot in de publiciteit te komen. Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 36 31 mei 2004-2 -

Varia Einde Poldermodel Het lijkt er op dat het Poldermodel in politiek en media wordt uitgeluid. 39% Vindt het poldermodel een positief aspect van de Nederlandse samenleving, 16% negatief. De meerderheid wil ook dat CAO s landelijk verbindend verklaard blijven worden. Dat geldt vooral voor de kiezers van de linkse partijen Angst voor aanslagen 45% Is bang voor een grote aanslag in Nederland. Op 16 maart jl. was het 53%. De aankondiging van de VS dat er een grote aanslag in de zomer staat te gebeuren wordt door 44% niet als serieus gezien, maar als een afleidingsmanoeuvre voor andere problemen. TBS 49% Rekent de regering de ontvoering en het misbruik van het 13 jarige meisje in Eibergen aan, 56% Rekent het de politiek in het algemeen aan. EK in Portugal Voorafgaande aan de wedstrijd tegen België denkt 18% dat Nederland Europees kampioen zal worden. 31% Verwacht dat Frankrijk kampioen wordt. Verlengen van Mandaat Wederom is vastgesteld wat Nederland vindt van de keuze voor het verlengen van het mandaat. Het verschil tussen voor- en tegenstanders wordt steeds kleiner. Inmiddels is 51% tegen en 44% voor. Eind april waren deze cijfers nog 56% tegen en 35% voor. Opmerkelijk is dat onder de mannen 53% voorstander is en onder de vrouwen maar 35%. De groep die vindt dat alles overziende de aanval op Irak destijds niet terecht was neemt steeds meer toe; 62% vindt van niet. Aanklacht tegen Lubbers Vanaf het moment dat Lubbers bekend maakte dat er een aanklacht tegen hem was ingediend hebben we vastgesteld of mensen denken dat hij het gedaan heeft. Op 19 mei was dat 11%, maar op 25 mei was het gestegen naar 42%. Mocht er sprake van zijn dat hij bij meerdere vrouwen het gedaan zou hebben dan vindt 57% dat hij zou moeten aftreden. Als dat tot een persoon blijft beperkt vindt 44% dat hij moet aftreden. (Dinsdag wordt vastgesteld hoe de reactie is van de Nederlanders op zijn geschreven brief.) Wat moet er met Eric O. gebeuren 22% Vindt dat Eric O. voor de rechter moet komen betreffende de door van een Irakees, 70% van niet. Mocht hij toch voor de rechter komen dan vindt die laatste groep dat het gebeurt om gezichtsverlies te voorkomen voor het OM. Wel vindt 77% dat na het doorschieten van een Irakees er onderzoek gedaan moet worden naar de mogelijke schuldvraag. TBS or not TBS? Als zoiets gebeurt als in Eibergen dan ontstaat bij mij een strijd tussen emotie en ratio. De emotie voelt direct nooit meer vrijlaten, de ratio reageert dan met maar die mensen moeten toch een kans krijgen om terug in de samenleving te komen. Uiteindelijk won de ratio bij mij, maar dan op een heel andere manier, door nieuws dat enkele dagen later amper werd opgemerkt, maar wederom liet zien hoe slecht wij in Nederland zijn in de uitvoering van beleid! In zijn beste tijd ontstonden er nogal wat schandaaltjes rondom de uitzendingen van Paul de Leeuw. Soms ging hij ook naar mijn gevoel over de schreef, maar ik accepteerde het, omdat hij ook fantastische televisie maakte door steeds de rand van het ravijn op te zoeken. En dan kan je er wel eens invallen: dat is dus het risico van de aanpak. Toen duidelijk was dat het 13-jarige meisje uit Eibergen ontvoerd was (en ook nog seksueel misbruikt) probeerde ik niet direct mee te huilen (vooral met Kamerleden, die in de media over elkaar duikelden om maatregelen te eisen). Ik werd wel aangesproken door het feit dat deskundigen stelden dat als je TBS in je strafsysteem meeneemt en dat wordt toch als een soort beschaving gezien het ook mogelijk dat het desondanks soms misloopt, hoe vreselijk dat ook voor de slachtoffers is. Volgens opgave van het ministerie en het stond in diverse kranten- was er sprake van 50.000 keer verlof (waarvan 30.000 onbegeleid) en maar 90 keer kwam men niet of te laat terug. Shit happens hoorde ik van een deskundige. En ook Minister Donner gaf aan dat onbegeleid verlof een logische fase is bij TBS. Als je dat afschaft dan schaf je natuurlijk de facto TBS af. Maar de dagen daarna bleek hoezeer ik mij door die deskundigen, Donner en een deel van de media, in de maling had laten nemen. Allereerst bleek het getal van 50.000 goed beschouwd wel erg eigenaardig. Een ander brok informatie was namelijk dat er in Nederland ruim 1600 TBS-ers zijn. En een deel daarvan zit nog in een eerste fase van hun behandeling, waarin verlof, laat staan onbegeleid, nog niet mogelijk is. Dat houdt dus in dat er gemiddeld per jaar per in aanmerking komende TBS-er 35 keer sprake zou zijn van een verlof (waarvan gemiddeld ruim 20 onbegeleid)?? Onmogelijk dus, of tellen ze naar het toilet gaan ook mee als onbegeleid verlof? Maar als je het getal van 90 in relatie brengt tot de TBS-ers dan is het cijfer minder geruststellend; 7%. Gevoelsmatig een heel ander cijfer als 90 keer ten opzichte van die 50.000. Maar dat was nog niet alles; een dag later kwam de zuster van de dader in de media met extra informatie. Enkele weken geleden was deze dader van de ontvoering namelijk ook al niet op tijd teruggekeerd van verlof. (Pas een week later na veel aandringen van zijn familie keerde hij terug naar de kliniek). Maar dat was blijkbaar geen reden voor de leiding van de kliniek om hem kort daarna niet nog een keer op onbegeleid verlof te laten Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 36 31 mei 2004-3 -

gaan. Toen brak mijn klomp. Ik voel me vooral verraden door de leiding van die TBS-kliniek. Zij overtuigden mij van het belang van TBS en het proberen criminele patiënten weer terug te brengen in de samenleving. Ten aanzien van hun vakbekwaamheid kan ik hen niet controleren en moet ik het aan hen toevertrouwen dat ze de juiste beoordeling doen over de geestestoestand van hun patiënten. Maar ik weet wel dat je iemand die in de ene maand na veel moeite een week te laat terugkomt van onbegeleid verlof de volgende maand niet nog een keer op onbegeleid verlof stuurt. En als je dat wel doet dan draag je een grote verantwoording. Allereerst ten opzichte van het slachtoffer, maar eigenlijk net zo goed ten opzichte van de dader. En last but not least: ten opzichte van het hele systeem van TBS, dat hierdoor de steun in de samenleving kwijtraakt. Ik verbaas me er over dat Donner niet hetzelfde met de leiding van deze Utrechtse kliniek heeft gedaan als onlangs met die gevangenisdirecteur. (Maar ja, kritiek op een minister is natuurlijk een veel grotere wandaad dan je opdracht niet uitoefenen met de ontvoering en verkrachting van een 13-jarige als gevolg). Is het verbazingwekkend dat Peter R. de Vries al op een forse steun onder het electoraat kan rekenen als hij zich kandidaat zou stellen? Maurice de Hond De Graafs gedrocht De eerste uitwerking van het voorstel van De Graaf om districten een rol te laten spelen bij de personele invulling van de Kamer vond ik al een onding. De aanpassingen die hij nu onder invloed van CDA en PvdA lijkt te gaan aanbrengen maken het voorstel tot een complete absurditeit. Als de Kamer dit echt aanneemt dan zijn ze geen knip voor de neus waard. Even een uitleg wat De Graaf nu eigenlijk wilde. Kiezers mogen twee stemmen uitbrengen. De eerste stem is voor de zetelverdeling in de Tweede Kamer (zoals het nu ook is, dus op basis van evenredige vertegenwoordiging). De tweede stem wordt uitgebracht op een kandidaat uit het eigen district. De personele samenstelling van de Tweede Kamer vindt dan vervolgens voor de helft plaats op basis van de personen die op de landelijke lijst staan en voor de helft op basis van de personen, die op deze manier vanuit de districten worden gekozen. Ik ga er nu niet meer op in of dit echt kiezer en gekozenen dichterbij brengt (antwoord is namelijk amper ), maar louter op de technische gevolgen van deze regeling. Er kan namelijk een soort ingebouwd conflict zitten tussen de uitslag die met de eerste stem wordt bereikt (de verdeling van de 150 zetels over de deelnemende partijen) en de personen die via de tweede stem vanuit de districten de Kamer in worden gekozen. Stel dat CDA 30 zetels haalt op basis van de eerste uitgebrachte stem en vanuit de districten worden 35 CDA-kandidaten gekozen wat moet er dan gebeuren? Eerst de 15 CDA-ers die via de landelijke lijst in de Tweede Kamer komen en vervolgens vanuit die 35 moeten dan nog 15 komen die de 30 zetels mogen aanvullen? De overige regionaal gekozenen komen niet in de Tweede Kamer. Door een bepaalde vorm van uitwerking van het voorstel heeft De Graaf geprobeerd dit probleem te minimaliseren. Hij stelt namelijk voor het land te verdelen in 20 districten en per district dus 3, 4 of 5 kandidaten de Kamer in te laten komen. Hierdoor voorkom je het risico dat van een bepaalde partij heel veel kandidaten in de districten worden gekozen. En is het ook mogelijk dat een kleinere partij vanuit een district een kandidaat krijgt (die op de 3 e of 4 e plaats is geëindigd). Een cruciaal onderdeel van het voorstel van De Graaf is daarnaast dat iemand niet zowel op een lijst van het land als een lijst voor een district mag staan. Als iemand dan namelijk op twee manieren de Kamer in kan komen dan heeft het kiezen binnen een district geen zin. Aanvankelijk verzette De Graaf zich (terecht) tegen voorstellen van het CDA en de PvdA het aantal districten aanmerkelijk te vergroten, slechts één persoon per district te laten kiezen en toe te laten dat kandidaten zowel landelijk mogen meedoen als in een district. Maar omdat dan de kans dat zijn voorstel wordt aangenomen nihil lijkt te zijn is hij nu blijkbaar bereid concessies te doen. Mocht dat inderdaad gebeuren dan krijgen we een situatie die werkelijk tot belachelijke situaties zal leiden en het hele voorstel ontkracht. Een voorbeeld van de werking van deze concessie. Stel: er komen 60 districten. De winnaar per district komt in de Kamer. Kandidaten kunnen zowel op de landelijke als de districtslijst staan. Het gevolg hiervan zal zijn dat de winnaar per district vrijwel altijd van een van de drie grotere partijen afkomstig is. Bij de kleinere partijen komen in de Kamer dan alleen de personen die op de landelijke lijst staan. In veel gevallen zullen dat mensen zijn die ook aan de verkiezing in het district meededen, maar daar niet hebben gewonnen. Bij de grotere partijen gaat dan gebeuren wat hierboven voor het CDA is uitgelegd. Er zullen meer winnaars in de districten zijn dan er plaatsen beschikbaar zijn in de fractie van die partij op basis van de uitgebrachte eerste stem. Dus een aantal van de winnende kandidaten vanuit een district zullen niet in de Kamer komen (behalve als ze ook hoog op de landelijke lijst staan), Dat wordt dan des te schrijnende als iemand die hoog op de landelijke lijst staat, maar in een district slecht scoort, wel zijn Kamerzetel mag bezetten. Geen kiezer, die er wat van zal snappen. (Volgens mij is dat, gezien het karakter van de discussie en de alternatieve voorstellen, ook het geval met veel politici). En misschien is De Graaf nog wel de enige die denkt dat dit goed gaat werken (hoewel ik zelfs dat waag te betwijfelen). Wat er nu met dit kroonjuweel van D66 gebeurt, is zo typerend voor hoe het in de politiek gaat en wat de volwassen Nederlandse burger zo hindert. Het heeft niets meer te maken met het sterk verbeteren van een situatie, maar alleen nog met interne politieke Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 36 31 mei 2004-4 -

positiebepaling. Het zou D66 sieren als ze aangeven dat dit voorstel op geen enkele manier meer recht doet aan de op zichzelf terechte wens tot bestuurlijke vernieuwing. Daarbij moet de grondwet niet als een onmogelijk obstakel gezien worden. Juist om steeds als uitgangspunt te nemen dat de grondwet niet kan veranderen dreig je gedrochten te krijgen. En als er dan nog ook daarop weer concessies worden gedaan hou je werkelijk niets van enige waarde over. Integendeel zelfs; het wordt een slechtere situatie dan op dit moment; je geeft namelijk de suggestie dat de politiek dichter bij de kiezer komt en dat zal in de uiteindelijke versie absoluut niet het geval zijn. Weer een bewijs van het feit dat de echte veranderingen niet vanuit de bestaande politieke structuur kan worden aangebracht en dus van buiten zal moeten worden afgedwongen. Maurice de Hond Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 36 31 mei 2004-5 -