Raad voor Rechtsbijstand

Vergelijkbare documenten
Raad voor Rechtsbijstand

Raad voor Rechtsbijstand

Raad voor Rechtsbij stand

van de Raad voor rechtsbijstand Bij brief van 23 april 2012, ontvangen door het secretariaat van de Klachtencommissie

Raad voor Rechtsbijstalld

\\ Een afschrift v deze brief en het advies wordt verzonden aan: Raad voor Rechtsbij stand

Raad voor Rechtsbijstand

Raad voor Rechtsbijstand

Raad voor Reclitsbijstand

Raad voor Rechtsbij stand

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018

Per fax van 18 augustus 2010 heeft de gemachtigde van klager een aanvulling op haar klaagschrift aan de commissie toegezonden.

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom.

Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging.

Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

Raad voor Rechtsbij stand

15.065T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

De klacht is op 7 april 2017 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft uitspraak in de klacht van

16.031T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Op 17 oktober 2012 heeft beklaagde een verweerschrift ingediend, ontvangen op d.d. 22 oktober 2012.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte.

DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers

De mondelinge behandeling van de klacht door de Raad heeft plaatsgevonden op 10 mei Hierop is klager in persoon verschenen, evenals beklaagde.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel.

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019

Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Reglement Klachtencommissie rechtsbijstand asiel en vreemdelingenbewaring 2017

De klacht is op 9 november 2012 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Collegialiteit. Oncollegiaal optreden bij (financierings)taxatie. (zie ook zaaknummer 15.03)

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

15.024T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort 's-gravenhage

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

17.064T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

15.022T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster,

De Raad van Toezicht West geeft uitspraak inzake de klacht van:

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

De klacht is behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift, gedateerd 29 mei 2018, ingediend.

19.078Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 27 juni 2019

1.2 [beklaagde] heeft zich bij van 25 oktober 2018 tegen de klacht verweerd.

Klachtenregeling van de. Klachtencommissie. Zorgbelang Nederland

16.148T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

16.039T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

12-50 RvT Arnhem. Taxatie. Taxatie zonder bezichtiging.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter.

18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) U I T S P R A A K in de zaak nr. [nummer] ambtshalve onderzoek door de Tuchtraad,

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Aankoop nieuwbouwappartement mislukt. Beweerdelijke toezegging makelaar-verkoper. De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van:

15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Beslissing d.d. 15 november 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Transcriptie:

internet www.rvr.org Centraal kantoor Utrecht Doorkiesnr. 088-7871020 Datum : 27 december 2012 BAR-nummer / Onderwerp gegrondverklaring klacht mevrouw Contactpers H.J. Schilperoort Afdeling : Staf Mr Raad voor Rechtsbijstand IbI, 038-787 1000 F ax 088-7871090 Postbus 24080 3502 MB Utrecht Croeso1aar 15 3521 II) t Hrhi Directeur Stelsel P. van den 8iggelar namens het Bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand tekent, Hoogachtend, oplegging van een maatregel. Het bestuur ziet in de omstandigheden van het geval geen aanleiding tot Het bestuur neemt het advies van de Commissie Rechtsbijstand Asiel en inschrijvingsvoorwaarden 2012, heeft het bestuur besloten om de klacht gegrond te verklaren. Vreemdelingenbewaring over. (Wrb) en het bepaalde in het onderdeel asiel- en vluchtelingenrecht van de Gelet op het bepaalde in artikel 14, 15 en 17 van de Wet op de rechtsbijstand bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand. Het advies is op 11 december 2012 bespoken in de vergadering van het grond van artikel S van de Wet op de rechtsbijstand. De Commissie Rechtsbijstand Asiel en Vreemdelingenbewaring is ingesteld op Het advies d.d. 27 november 2012 is bijgesloten. Asiel en Vreemdelingenbewaring ontvangen over de klacht van mevrouw Het bestuur van de Raad heeft het advies van de Commissie Rechtsbijstand Namens het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand bericht ik u als volgt. Geachte mevrouw

/ Vreemdelingenbewaring Mevrouw J. Lubbers, manager van het regiokantbor Amsterdam voor Rechtsbijstand Een afschrift van deze brief en het advies wordt verzonden aan: De heer W. van Den Dooi, teamleider van de afdeling inschrijven van de Raad De heer HJ. Spiegelenberg, secretaris van de Commissie Rechtsbijstand Asiel en Raad voor i{hshijsiaiid

Klachtencommissie rechtsbijstand asiel en vreemdelingenbewaring (verder: de commissie) op 7 augustus 2012, heeft mr. - afschrift van het verweerschrift van beklaagde is aan klaagster gezonden. Klaagster heeft Onderdeel 1 Beklaagde heeft nagelaten om naar de zitting van de rechtbank op 19 april 2012 te gaan. Beklaagde heeft dit klaagster pas op 11 april 2012 laten weten. Voorts is niet gewezen grond van het rapport nader gehoor had beklaagde actief onderzoek moeten (laten) Inhoud klacht is bij dit advies gevoegd. Op de klacht is schriftelijk gereageerd door beklaagde op 28 september 2012. Een De hoorzitting heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2012. Een verslag van de hoorzitting op 10 oktober 2012 gereageerd op het verweer van beklaagde. beklaagde). gemachtigde) namens (verder: klaagster) een klacht ingediend tegen mr. (verder: (verder Bij brief van 6 augustus 2012, ontvangen door het secretariaat van de Verloop van de procedure Klaagster: Advies inzake van de asielaanvraag vanwege inconsistenties in het relaas van klaagster. Reeds in dat Onderdeel 2 Beklaagde heeft nagelaten onderzoek te laten doen naar de littekens van klaagster en dit doen. toch verzocht om beroep in te stellen. Om de opvang voor klaagster te waarborgen heeft Onderdeel 3 littekens zou wel degelijk het relaas van klaagster hebben kunnen onderbouwen. Op onbegrijpelijke communicatie. Verwezen wordt naar brieven van 18 april 2012 en 8 juni 2012. Onderdeel 1 door beklaagde uitgelegd waarom beklaagde een beroep niet kansrijk achtte en uitgelegd mogelijkheden. Klaagster heeft aangegeven dat zij dit begreep maar heeft beklaagde Er is van de zijde van beklaagde op diverse punten sprake geweest van onduidelijke en aspect niet duidelijk met klaagster besproken. De uitkomst van een onderzoek naar de klaagster kenbaar gemaakt dat een beroep niet kansrijk zou zijn. Op 15 februari 2012 is stadium gaf klaagster aan dat zij beroep zou willen instellen om de opvang te waarborgen. Direct na ontvangst van de afwijzende beschikking op 26 januari 2012 is dat zij de nadruk wilde leggen op het vinden van andere verblijfsrechtelijke de afwijzing van de asielaanvraag met klaagster besproken. Tijdens deze bespreking is Met klaagster is reeds in een vroegtijdig stadium gesproken over de mogelijke afwijzing op de mogelijkheid van een second opinion. van de Raad voor rechtsbijstand Klachtencommissie Rechtsbijstand Asiel en vreemdelingenbewaring Beklaagde: mr. Verweer beklaagde

7 De commissie is van oordeel dat het handelen van beklaagde als klachtwaardig moet Op pagina 185 van de leidraad Bij de hand in asielzaken staan minimumnormen Ten aanzien van onderdeel 1. om klaagster direct na de bespreking van de afwijzing van de asielaanvraag op 15 Ten aanzien van onderdeel 2. had zij echter medicatie ontvangen en het ging goed. De voogd van beklaagde dit, gelet op de Afdelingsjurisprudentie terzake, niet zou bijdragen aan de zaak. De focus juni 2012 tezamen gezonden. Op 15 juni 2012 is een ter verduidelijking een aanvullende Ook was er geen aanleiding om onderzoek te doen naar de littekens van klaagster omdat dezelfde datum is klaagster nogmaals bevestigd dat beklaagde niet ter zitting zou inmiddels tot haar vaste werkwijze gemaakt. Tijdens iedere bespreking met klaagster is door beklaagde gevraagd naar medische brief gestuurd waarin is medegedeeld dat er geen hoger beroep zou worden ingesteld. lag op het wegnemen van de inconsistenties ten aanzien van de gebeurtenissen en de Thans ziet beklaagde in dat zij zich aan de zaak had moeten onttrekken en klaagster had Onderdeel 2 chronologie van de kern van het asielrelaas. Er waren geen indicaties dat deze worden beoordeeld. Beklaagde achtte een beroep tegen de afwijzing van de schriftelijk heeft bevestigd. is klaagster de mogelijkheid van een second opinion ontnomen. Daarbij komt dat, hoewel Overwegingen van de klachtencommissie In de brief aan klaagster van 8 juni 2012 zijn twee brieven van de rechtbank van 5 en 8 Onderdeel 3 Omdat klaagster analfabeet is, is er overigens steeds de voorkeur aan gegeven om alle zaken persoonlijk te bespreken. In totaal zijn er acht besprekingen geweest. beklaagde beroep ingesteld. Tijdens de bespreking op 11 april 2012 en bij brief van verschijnen. bevestigde dit. Om die reden heeft beklaagde geen reden gezien om nader medisch asielaanvraag van klaagster kansloos. Daarom had het op de weg van beklaagde gelegen klaagster moeten wijzen op de mogelijkheid van een second opinion. Door dit na te laten moeten wijzen op de mogelijkheid van een second opinion. Beklaagde heeft zulks klachten. Klaagster gaf herhaaldelijk aan lichamelijke klachten te hebben gehad. Hiervoor onderzoek te laten doen. inconsistenties zouden kunnen zijn veroorzaakt door psychische klachten als gevolg waarvan klaagster niet coherent zou hebben kunnen verklaren. februari 2012 schriftelijk te bevestigen dat zij niet in beroep zou gaan en had zij beklaagde kennelijk reeds op 15 februari 2012 mondeling heeft medegedeeld dat zij de opgenomen over hoe de advocaat dient om te gaan met medische aspecten in de asielprocedure. Uit deze normen volgt dat de advocaat een eigen verantwoordelijkheid asielaanvraag van klaagster, is de commissie van oordeel dat het handelen van gemachtigde dat beklaagde op grond van de informatie in het rapport nader gehoor wel instellen van een nader medisch onderzoek had dienen over te gaan. De stelling van van belang kunnen zijn voor de beoordeling van een asielaanvraag. Gelet op de informatie die beklaagde ter beschikking stond tijdens de behandeling van de behandeling van het beroep ter zitting niet zou bijwonen, zij zulks pas op 11 april 2012 heeft bij de feitenvergaring en actief onderzoek dient te doen naar medische aspecten die beklaagde bij diverse gelegenheden - geen signalen naar voren op grond waarvan gesteld kan worden dat beklaagde tot het ook aandacht heeft besteed aan de medische situatie/klachten van klaagster. Hieruit kwamen in overleg met de voogd van klaagster - beklaagde niet in strijd is met de hiervoor genoemde normen. Uit het dossier volgt dat

3 Nu onderdeel 1 van de klacht doel treft, is er sprake van een gegronde klacht. Omdat geeft door middel van een afschrift aan: De commissie adviseert het Bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand de klacht gegrond vatbaar is, is de commissie van oordeel dat er onvoldoende aanleiding is om het Advies handelen van beklaagde op dit punt te beoordelen als zijnde in strijd met een goede beklaagde heeft aangegeven in te zien dat zij nalatig heeft gehandeld en haar werkwijze Ten aanzien van onderdeel 3 Hoewel de genoemde correspondentie van 18 april 2012 en 8 juni 2012 voor verbetering niet alsnog een medisch onderzoek te laten verrichten. kan worden dat beklaagde zich klachtwaardig heeft gedragen door na het nader gehoor op 15juni 2012 heeft hersteld. die klaagster daarbij uit eigen beweging aan beklaagde gaf en het feit dat de IND de inmiddels heeft aangepast conform de genormeerde werkwijze, ziet de commissie geen door de commissie evenmin onderschreven. Gelet op de actieve rol die beklaagde betooride in het vergaren van relevante medische informatie bij klaagster, de informatie aanwezigheid van littekens niet betwistte, is de commissie van oordeel dat niet gesteld aanleiding om te adviseren om een maatregel op te leggen. Utrecht, 271 / 2012 S.E.B. den Boer, mr. P.J.M. van Kuppenveld en mr. Th.H.G. Schuringa, leden, in De klacht is behandeld door mr. R.H.G. Odink, voorzitter, mr. C.C.H.M. Backerra, mr. te adviseren om een maatregel op te leggen. tegenwoordigheid van H.]. Spiegelenberg, secretaris. nader onderzoek had moeten laten doen, te weten naar de littekens van klaagster, wordt asielrechtbijstand. Te meer omdat beklaagde de omissie in de brief van 8 juni 2012 reeds te verklaren. De commissie ziet in de omstandigheden van het geval geen aanleiding om

(klaagster) en mr. (gemachtigde) zijn vergezeld van een tolk verschenen. Mr. (beklaagde) is met mr. verschenen. geeft over de vraag of klagers een verblijfsvergunning asiel moet worden verleend. De kenbaar dienen te maken dat zij niet naar de zitting zou gaan en moeten wijzen op de klaagster niet meer de mogelijkheid om voor de zitting van 19 april 2012 een andere advocaat te zoeken. aangegeven dat zij niet naar de behandeling van het beroep ter zitting van de rechtbank klaagster kunnen worden verklaard. Hierbij wordt verwezen naar een rapportage IMMO klaagster nadien daarop doorgevraagd maar geen voor de onderbouwing van het gestelde chronologische inconsistenties in het relaas van klaagster. van een eerste asielberoep altijd aanwezig dient te zijn. Beklaagde had klaagster tijdig Grief 1. klacht wordt puntsgewijs besproken. De klacht bevat drie grieven. mogelijkheid van een second opinion. Door dit pas op 11 april 2012 te doen had VERSLAG (zakelijk samengevat) Schuringa. De commissie is bijgestaan door H.J. Spiegelenberg (secretaris). Mw. - Gemachtigde geeft aan van mening te zijn dat een advocaat bij de behandeling ter zitting beklaagde toch beroep ingesteld om op die manier de opvang voor klaagster te Desgevraagd geeft klaagster aan dat beklaagde inderdaad heeft gezegd dat de zaak waarborgen. Door klaagster is tijdens de bespreking op 15 februari 2012 reeds afwijzing van de asielaanvraag van klaagster. Beklaagde heeft hierbij aangegeven dat zij Beklaagde geeft aan op 15 februari 2012 met klaagster te hebben gesproken over de een beroep tegen de afwijzing kansloos achtte. Op verzoek van klaagster heeft kansloos is. De verklaringen van klaagster over de vraag of s aangegeven dat beklaagde Gemachtigde stelt dat beklaagde meer onderzoek had moeten (laten) doen naar de medische klachten van klaagster. Hiermee hadden de inconsistenties in het relaas van onderzoek met betrekking tot klaagster. onderzocht door een arts. Er heeft geen nader onderzoek plaatsgevonden door Medifirst. onderzoek niet noodzakelijk. beantwoord. Beklaagde was dan ook niet bekend met de littekens van klaagster. Eerst te doen. Daarom heeft beklaagde zich gericht op de weerlegging van de door de IND Grief 2 de mogelijkheid van een second opinion. Beklaagde geeft aan dat klaagster was opgenomen in de bijzondere opvang en aldaar is Beklaagde geeft aan tijdens de gesprekken met klaagster meerdere malen te hebben informatie heeft beklaagde dan ook geen aanleiding gezien om nader medisch onderzoek gevraagd of er medische klachten waren. Klaagster heeft deze vraag ontkennend tijdens het nader gehoor heeft klaagster gesteld één litteken te hebben. Beklaagde heeft asielrelaas relevante antwoorden of informatie gekregen. Op grond van de voorhanden die beklaagde kansloos acht stelt zij thans geen beroep meer in. Zij wijst de klant wel op de zitting niet zou bijwonen, lopen uiteen. S.E.B. den Boer, mr P.J.M. van Kuppenveld, mr. C.C.H.M. Backerra en mr. Th.H.G. zou gaan. Beklaagde geeft voorts aan dat zij haar werkwijze heeft gewijzigd. In zaken De klachtencommissie is als volgt samengesteld: mr. R.H.G. Odink (voorzitter), mr. De voorzitter opent de vergadering. De voorzitter benadrukt dat de KRAV geen oordeel De via het NIDOS aan klaagster toegewezen voogd achtte een aanvullend medisch vreemdelingenbewaring (KRAV d.d. 16 oktober 2012 Verslag hoorzitting Klachtencommissie rechtsbijstand asiel en

mishandeling door haar echtgenoot. In de medische informatie toonde beklaagde geen Beklaagde geeft aan dat zij klaagster met de beste intenties heeft bijgestaan en zich Partijen krijgen vervolgens de gelegenheid tot een laatste opmerking. van het beroep zag. Grief 3 blijft onbesproken. interesse. Klaagster heeft de IND verteld over haar littekens. heeft verteld over de littekens. Klaagster geeft aan dat ze heeft verteld over de Gemachtigde geeft aan dat op grond van de aan asielrechtsbijstand gestelde minimumnormen beklaagde meer onderzoek had moeten doen naar de medische klachten. Klaagster geeft aan dat beklaagde haar had moeten zeggen dat zij geen kans van slagen voorzitter, De voorzitter sluit de hoorzitting en meldt dat binnen zes weken het advies gereed zal volledig heeft ingezet. zijn. De voorzitter vraagt of klaagster bij de voorbereiding op het nader gehoor beklaagde