Tweestemmige liedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode)

Vergelijkbare documenten
Zien en zingen. Een bundel oude kinderliedjes

5 twee- en driestemmige schoolfeestliedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode)

Het boekje van Tante An

15 twee- en driestemmige liedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode)

LILLIE LOLLIE IN DE SNOEPJES TOVERTUIN Geschreven en geïllustreerd door PetraLouise Muris.

10. Zout is goed (Scheveningse kuren, een opera over 200 jaar badplaats)

INKIJKEXEMPLAAR. Ó œ j œ œ. œ œ. œ œ œ œ. œ J. œ œ. ?# œ œ œ œ œ œ œ. œ œ. œ œ œ œ œ Œ # œ j J. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

Het wegje in het koren

Joopie op het strand.

A 7 8. Dit is de stad van 't leed. Allegro Moderato q. = 63 SOPRANO ALTO TENOR BASS. Mm mp. Componist: Erika Budai Leuven, 12 januari 2014

de gevolgeen der snoeqzucht

Psalm 31. Driestemmig gemengd koor. Tekst: Joh. Eus. Voet Melodie: Louis Bourgeois, 1551 Bewerking: Roelof Elsinga (*1945) son. son. Gij, mijn.

J A P U O I Z S E O G K G J V S Z H T J U Z V I O E U A L I G I T K U I H U U K O Z A E I Z J L O G P B E L V H P

LET-TER-GRE-PEN. De paas-haas heeft het op 1 A-pril zo druk met grap-jes ma-ken dat hij Pa-sen ver-geet.

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen

Liedsuggesties. Lied 165 Heer, ik kom tot U Dit lofprijzingslied gaat ook over persoonlijke verandering en het leren van Gods wil.

Liedjesbundel Teksten Boek 1 Suzuki Flute School

Zondag 30 juni Liederen en lezingen tijdens deze dienst: Lied 848 Lied 221 Lied 299J Lied 416 Lied 304

Gen zijn vriendjes LEONARD ROGGEVEEN

Vereniging. NFV Skandinavië Statuten en reglementen 2009

Paul Schollaert. Imme dimme dore. liedjes met Orff-begeleiding tekst: Joan Van Eepoel D/2016/6045/071

Fabelen en gedichtjes

De Kerstboomballenbeer

Morgen breekt aan. 1 Naar de he mel op ge gaan, le lu ja! E. Linger. hal le lu ja! 1 Mor gen breekt aan als nieuw ont staan

Grafschriften uit de oudheid

Zang. bewerkt door: Bram Soentjens

Als t zonlicht gaat verdwijnen

Deel 1 van de viering

De spreeuw en de musch

Van Sinterklaas en Pieterbaas

De Heer is waarlijk opgestaan!

Lantaarntje. œ œ œ œ. œ œ œ. b œ. œ œ. Uit Zwitserland Acanthus Music CH-4522 Rüttenen. La Lan. tärn taarn - - li, tje, li, tje, La lan - - -

welkom moment van stilte

Muziek: G. Jellesma Bewerking: Louwe Kramer Nr œ œ. œ œ. Heer', roert de. œ J. # œ œ œ œ # lo - ven gaat al.

Marco Borsato - De Meeste Dromen Zijn Bedrog

Als ik aan mijn werk wil gaan

1 Jehovah s eigenschappen

Gedicht voor land- en tuinbouw

Mo na co Zien en Ster ven

Vereniging. NFV Skandinavië Statuten en reglementen 2009

Shrek De Musical Voor Eeuwig. RIDDERS: Dat deden wij ook, jongen.

Het eerste meisje van Dirk Witte

held 1 Kijk naar het vetgedrukte woord. Maak er één van. 2 d of t? Schrijf het woord op. spelling 25 hond 1 Rik en Driss spelen dat ze helden zijn.

Kinderliedjes voor Trompet

Bladmuziek. onderbouw / 3. Inhoud

2. JESAJA 9: 1 EN 5 1. O KOM, O KOM IMMANUEL. Kopiëren verboden. SATB SATB. sopr/alt. ten/bas. ten/bas

E U O Y W A B N M S P W I H B O W B M N P Z M B E N B P J Y

Wij zingen voor de dienst: De grote dag breekt weldra aan. ( Melodie: Gezang 463)

(12)-Anything goes. j nœ. - scheidt. molto rall. q = 60. Eb7. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ. œ œ œ j œ œ. bloot op stran den het toon- beeld van ech-te

mond zwaard rand 1 Kijk naar het vetgedrukte woord. Maak er één van. 2 d of t? Schrijf het woord op. spelling 25 hond

Er is een roos ontloken

Nor ge ska ta lo gen 2014

4A10. Raymond Schroyens. Christal SATB D/2013/6045/035. Euprint ed., Parkbosstraat 3, B-3001 Heverlee Tel.: Fax:

Psalm 1. œ œ. zich door de bo - zen niet ver-lei-den

AAN DE LEIDER(STER) T E K E N I N G E N V A N Sj. K U P E R U S. JEUGDCOMMISSIE VAN -HET NEDEHjANDKH P ^ IG E N»?

Bladmuziek. onderbouw / 2. Inhoud

Liedjes Dag Jules! Muziek en arrangementen: Marc Lauwers, Mieke Delanghe, Leo Caerts Jr.

Een uitnodiging. Em Am ( ) geef dat. jaar - sla - Voor wat. Hoe - dag pen, voor - ra! wel. ik je. voor Maar. jes. daar hoor jij ook.

Bladmuziek. midden- / bovenbouw / 1. Inhoud

Sinterklaasliedjes. Sinterklaas Kapoentje. poen - tje, œ œ. Sinterklaasje bonne bonne bonne. Hop, hop hop! Paardje in galop. recht - ga - nu in

Uit vele richtingen canon t: Mark Mastenbroek (*1944) m: Christoph Andersen

Protestants Kralingen. Witte Donderdag 17 april 2014, 19 uur Hoflaankerk. viering maaltijd van de Heer. Jean Vanier. Gij wordt ons brood

Het register van akten van de burgerlijke stand

Sinterklaas liedjes. voor Gitaar en Zang. Arrangementen & Samenstelling Vincent Vaneker

Bij de tijd Groep 6 thema 5, les 1 Gelijke rechten Werkblad 1. boos = geel arm = rood mis-lukt = blauw

INHOUD COLOFON. Redactie: W. v. Midlum - Lay out Bes tuur stichting OPS - eindredactie. Opla ge: 750 exem pla ren. issn: X

Het grote liedjesboek

55 liedjes van Jan Coeck. met begeleidingscd

Bij la ge 1 Ver keers bor den met om schrij ving

De juichende kinderschaar. Liederen voor Christelijke scholen, zondagsscholen, enz.

Het Meisje met de Zwavelstokjes

Vereniging. NFV Skandinavië Statuten en reglementen 2009

MOORTJE LEESBOEKJE VOOR DE AANVANGSKLASSE JAAP VE ENENDAAL. UITGAVE M. STENVERT Be ZOON - MEPPEL. f 0.45 DOOR OLGA VAN RAVENSTEIN GEILLUSTREERD DOOR

Muziekboek van de Sterrebrostrekkers

Het buitenleven. bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 1087 F 23 Het buitenleven. I. de Haan, Haarlem

Een HAN DEL S Pand kopen of huren?

Een bundel feestliedjes voor gitaardocenten en gitaarleerlingen.

Ik schrijf op wat ik hoor.

Bo mar sund. Ton Steen bak kers

De zangvogeltjes. Deel 7

OP WACHT. Een Opera voor 33 hoorns, 3 zangers en een fort. Hoorn 11. Muziek: Eva Beunk Tekst: Rob Hoekstra

œ œ œ œ œ œ œ œ œ &b b b œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œœ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œœ œœœ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ ? b b b J œ œ œ œ œ œ œ œ œ

KIND TOCH! Een bad op straat

OP WACHT. Een Opera voor 33 hoorns, 3 zangers en een fort. Hoorn 12. Muziek: Eva Beunk Tekst: Rob Hoekstra

lo-pen bo-ten ha-len ze-ven spa-nen ko-gels ne-gen re-gen ra-ket wa-ter ka-no va-ren dra-ven ma-nen zwe-ven ho-ge

De geschiedenis van Keutje die niet wilde school gaan

HOOFDARTIKEL. VERBINTENISSENRECHT mw mr. R. Bie ren brood spot, Nau tadu tilh N.V., Rotterdam mr. K.J. Krze min ski, Nau tadu tilh N.V.

wat voor weer zou het zijn in den haag Bannink A7 dit goed voor uit voor dit uit goed .# E waar strand het waar strand het heen doe doe heen doe doe

Bladmuziek. onderbouw / 2. Inhoud

TAAL IN STAPPEN. ik vorm + t, rest d/t: Les 1

rijksdienst voor sociale zekerheid

2. Psalm 119 vers 1. œ œ œ œ œ œ w œ œ. & bb b b 16. ? b b b b. ? b b b b 4. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ. & bb b b. œ œ œ œ 6. w œ œ œ œ œ œ 4 w.

SCORE. bewerkt door: Bram Soentjens

Bladmuziek. midden- / bovenbouw / 2. Inhoud

Welkom bij deze jeugddienst met als thema: Echt of onecht. Fijn dat je er bent!

Transcriptie:

Tweestemmige liedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode) E.J. Boneschanscher bron. Erven B. van der Kamp, Groningen 1895 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/bone007twee01_01/colofon.php 2011 dbnl i.s.m.

1 1. Windje, waai! Vroolijk en vlug. 1. Waai, waai, wind - je! Ga mijn schort-je vul - len Met die lek-k're peer-tjes, 2. Waai, waai, wind - je! Droog mij fluks het drop - je, Dat mij op mijn neus - je 3. Waai, waai, wind - je! Waai - en, waai - en moet - je, Dan kan 't scheep-je zei - len; 4. Waai, waai, wind - je! Doch ga zach - ter waai - en, Doe de mo - len - wie - ken 5. Waai, waai, wind - je! Blaas, ge - wel - dig zan - ger, Voor de poes je lied - je;

2 1. 'k Ga dan heer - lijk smul - len! 2. Val - len kwam van 't kop - je! 3. Maar laat mij mijn hoed - je! 4. Niet zoo schie-lijk draai - en! 5. Maar plaag mij niet lan - ger! 2. Lief en trouw. Eenvoudig. 1. Het al - ler - bes - te moes - je mijn, Dat 2. Als de ap-pel van haar oog, zegt zij, Ben 3. Daar-om doe ik het moes - je mijn, Nooit

3 1. heb ik, o, zoo lief! Ik laat me haar nooit ont - ste - len dus Door roo - ver of door dief! 2. ik, haar kind, heur waard; Zij wil mij dan niet mis - sen ook Voor al het goud der aard. 3. weer ver - driet, o neen! Want als ik haar niet meer be - zat, Waar zou 't dan met mij heen?

4 3. Hartenruiling. Andante. 1. Gij zegt, mijn dier-baar moe-der - tjen, Ik moet mijn hart u schen - ken; Ik had er ech - ter zelf dan geen, Dat 2. En gij, gij hadt er dan wel twee, Dat moet ge niet ver - ge - ten; Twee har - ten, moe - ke, is één te veel, Dat 3. Als ik u nu het mij - ne geef, Schenk gij meuw hart dan we - der; 'k Be - kom er een dan gul en goed, Be -

5 1. moet ge toch be - den - ken. 2. zult ge ze ker we - ten! 3. min-nend, o, zoo tee - der! 4. Mijn Vinkje. Matig. 1. Ik had een aar - dig vink - jen In 2. Een poos - je la - ter zet - te het Zich 3. Zij sloop de ka - mer bin - nen, Juist

6 1. ee - ne nieu - we kooi; Wat was het al - tijd vroo - lijk En o, wat kweel-de het mooi! Deed ik zijn wo - nink - je o - pen, Dan 2. op mijn' schou-der neer En zong dan, o, zoo kost' - lijk! Ik hoor - de 't nooit zoo weer! Thans is mijn kooi - tje le - dig, Mijn 3. was mijn vink - je al-leen; Zij trok het door de tra - lies En liep er ras meê heen. Slechts en - k'le veer-tjes la - gen Door

7 1. flad - der-de het ter-stond De ka-mer op en ne - der En op de stoe - len rond. 2. vink - jen is niet meer; De stou-te kat van buur - man Ving het op ze- k'renkeer. 3. zij - ne kooi ver-spreid; O, bit-ter is het beest - je Door mij, zijn vriend, be-schreid! 5. Het slordige Meisje. Klagend. 1. Mijn' muts en mijn doek, Ach, bei - de zijn 2. Ik kom weer te laat In school; hoor het

8 1. zoek! En waar is mijn schrijf-boek geble - ven? Och, zoek toch met mij Naar grif - fel en lei, Ik heb er nog 2. slaat Reeds ne - gen zoo waar op den to - ren? Waar 'k al - les toch liet! O, wat een ver - driet! Wat zal ik weer

9 1. pas meê ge - schre-ven! 2. veel moe - ten hoo - ren! 6. Het nette Meisje. Vroolijk en vlug. 1. Mijn' muts en mijn doek, Mijn tasch, en het boek, Waar - in ik zoo pas heb ge- 2. Bij or-de en bij vlijt. Zegt mees-ter altijd, Zal 't kind flink voor - uit kun-nen

10 1. le - zen, 'k Heb al - les bij - een En 'k spoed mij nu heen Naar school, om er tij-dig te we - zen. } La la la la la la la la, la la 2. ko - men; En tot zijn ver-driet Behoeft het dan niet Voor ou-ders of mees-ters te schro-men. } La la lala la la la la, la la

11 1. la la la la la la, la la la la la la la la, la la la la la la la! 2. la la la la la la, la la la la la la la la, la la la la la la la! 7. Lachlust. Vroolijk. 1. 'k Ben blij - de, wijl ik la-chen kan, Ik 2. Ik lach om al - les en om niets, Om 3. Hoe triest zou 't in de we-reld zijn, Als 4. 'k Ben blij - de, wijl ik la-chen kan, Ik

12 1. lach, want ik ben blij! En als het la - chen is ge - daan, 'k Vang dan van vo - ren af weer aan; Ik lach, want ik ben blij - de! 2. an - d'ren en om mij! Mijn aan-ge-zicht staat nim - mer zuur, 'k Ben le - vens - lus - tig van na-tuur; Ik lach, want ik ben blij - de! 3. nie-mand la - chen kon! Ik ben een dar - tel spring-in-'t veld En zeer op lied en lach ge-steld; Ik lach, want ik ben blij - de! 4. lach, want ik ben blij! En als het la - chen is ge-daan, 'k Vang dan van vo - ren af weer aan; Ik lach, wanf ik ben blij - de!

13 1. Ha ha ha, ha ha ha, ha ha ha, ha! Ha ha ha, ha ha ha, ha ha ha, ha! 2. Hè hè hè, hè hè hè, hè hè hè, hè! Hè hè hè, hè hè hè, hè hè hè, hè! 3. Hi hi hi, hi hi hi, hi hi hi, hi! Hi hi hi, hi hi hi, hi hi hi, hi! 4. Ho ho ho, ho ho ho, ho ho ho, ho! Ho ho ho, ho ho ho, ho ho ho, ho! 8. Het Kind en de Zwaan. Matig. 1. Knaap-je, waar-om zoo be-vreesd? Ik ben 2. 't Kindging bij den vij - ver staan En be-

14 1. geen boos - aar - dig beest! 'k Zwem van af den mor - gen - stond Rus - tig de - zen vij - ver rond; Kom eens 2. schouw-de daar den zwaan; Zacht dreef de - ze naar den kant En nam brood uit 's knaap - jes hand. Trou - we

15 1. hier en luis - ter e - ven: Wilt ge een stuk - je brood mij ge - ven? 2. vriend-jes wer - den bei - den, Die elkaâr veel vreugd be - reid - den. 9. Niesliedje. Vroolijk. 1. Proost, proost, proost! Gij hebt ge- 2. Proost, proost, proost! Ma - ma - tje- 3. Proost, proost, proost! God ze - gen'

16 1. niest, lief moes - je mijn, Dat zal ge - wis van vreug - de zijn: Ik kan het ook zoo goed als gij, Ik ben ook blij en 2. lief, 't be - ko - me u wel! Dat nim-mer zorg of leed u kwell'! Blijf steeds van ziek - te en on - heil vrij, Dan nies ik nog wel 3. u, lief moes - je mijn, Hij hel - pe mij, steeds braaf te zijn! Dan heb ik vreug - de zoo - als gij, Dan nies ik al - tijd

17 1. nies daar-bij: } A - tsi! A- tsi! A - tsi! 2. ééns zoo blij: } A - tsi! A- tsi! A - tsi! 3. e - ven blij: } A - tsi! A- tsi! A - tsi! 10. De scheidende Knaap. Andante. 1. Moe - der, waar - om weent gij toch? 2. Moe - der, na een lut - tel tijds 3. Moe - der, waar - om weent gij toch?

18 1. Weent gij toch zoo zeer? Moe-der, waar-om weent gij toch? Weent gij toch zoo zeer? Vreest gij, dat er na dit schei-den 2. Ziet ge uw kind te - rug. Moe-der, na een lut - tel tijds Ziet ge uw kind te - rug. In de ver - te ook min 'k u tee - der 3. Ween toch niet zoo zeer! Mee-der, waar-om weent gij toch? Ween toch niet zoo zeer? Valt het schei - den zwaar te dra - gen,

19 1. Ons geen we - der - zien zal bei - den? Moe - der, daar - om weent gij zoo? Ween toch niet zoo zeer! 2. En wie lief heeft, keert graag we - der; Daar - om, moes - je, ween maar niet, Ween maar niet zoo zeer! 3. Ras zal 't uur des weer - ziens da - gen; Daar - om, moes - je, ween maar niet, Ween maar niet zoo zeer!

20 11. De eerste Zonnestraal. De eerste stem moet predomineeren. Vroolijk. 1. Ziet den haan met zij - ne hen - nen Uit het hok naar bui-ten ren-nen; De eer-ste 2. In den tuin en op den ak - ker Zijn reeds al - le voo-g'len wak-ker; De eer-ste 3. O - ver - al juicht door de dre - ven Wel-dra weer het vroo-lijkst le - ven; De eer-ste 4. Sla-pers! suf-fers! uit de vee-ren! Talmt niet, spoe-dig in de klee-ren! De eer-ste 1-4. zon - ne - straal, De eer - ste zon - ne-

21 1. zon - ne - straal Wek - te straal Wek - te ze al - te-maal, Wek - te ze al - te - maal, Wek - te ze al - te - maal, Wek - te ze al - te 2. zon - ne - straal Wek - te straal Wek - te ze al - te -maal, Wek - te ze al - te - maal, Wek - te ze al - te - maal, Wek - te ze al - te 3. zon - ne - straal Wek-te het straal Wek-te het al - te - maal, Wek-te het al - te - maal, Wek-te het al - te - maal, Wek - te het al - te 4. zon - ne - straal Roept u straal Roept u al - te-maal, Roept u al - te - maal, Roept u al - te - maal, Roept u al - te

22 1. ze al - - - te-maal! maal, Wek te ze al-te - maal, al - te-maal! 2. ze al - - - te-maal! maal, Wek-te ze al-te - maal, al - te-maal! 3. al - - - te-maal! maal, Wek-te het al-te-maal, al - te-maal! 4. al - - - te-maal! maal, Roept u al - te - maal, al - te-maal! 12. Klacht. Langzaam. 1. De vriend'-lij - ke lent' was ver - sche- 2. De vriend'-lij - ke lent' is ge - vlo- 3. En keert ook de lent' een-maal we-

23 1. nen, Ik had weer haar' bloem-pjes ge-groet En on - der 't ge-kweel van de voo - g'len In 't hof - je mijn zus - jen ont - moet. 2. den, De bloem-pjes zijn al - le ver-gaan; Met haar ging mijn zus - je ter rus - te, Geen lied ruisch-te er meer door de blaân. 3. der Met geu-ren en kleu - ren en lied: Mijn zus - je, dat ik zoo be - min - de, Ach, zij, on - ze lust, keert dan niet!

24 13. Geen van Beiden. Allegretto. 1. 't Haan-tjen op den nieu-wen to - ren Draait ge - du - rig in het rond, Wijl het 2. 't Haan-tjen op den ou - den to - ren Staat daar vast en in - ge-roest; 't Wil niet 3. Wat is be - ter: zich te draai - en Al naar dat heer Wind het lust, Of, hoe 4. Ben ik ook geen to - ren - vaan-tje, - Had ik keus, van bei - den een: 'k Was noch

25 1. naar heer Wind moet hoo - ren, Die het aan - vat tel - ken stond. 2. naar den Bul - d'raar hoo - ren, Schoon hij 't aan - vat ruw en woest. 3. he - vig 't ook mag waai - en, Stil te staan in dof - fe rust? 4. 't een noch 't an - der haan - tje, 'k Was het liefst van bei - den geen!

26 14. Te laat! Matig. 1. Gij wil - det uw bloem - pje besproei-en. Maar 't zon - ne-licht kwam 't reeds ver- 2. Toen wil - det gij voe - d'ren uw' voo-g'lijns, Zij slo - ten van hon - ger reeds 3. Gij wil - det aan 't werk u bege - ven. Een an - der voor-kwam u pas 4. Gij waart op het feest juist versche -nen, De gas - ten, ach! wa - ren reeds 5. Nu moet gij uw pak - je maar dra - gen, Niets baat u uw wee - nen en 6. 't Be rouw is te spa - de geko - men, Van nu af in acht u ge-

27 1. schroei-en! } Gij kwaamt te 2. de oog'-lijns! } Gij kwaamt te 3. e - ven! } Gij kwaamt te 4. he - nen! } Gij kwaamt te laat! Gij kwaamt te laat, te laat! 5. kla - gen! Het blijft te laat! Het blijft te laat, te laat! 6. no - men! Kom niet te laat! Kom niet te laat, te laat!

28 15. Goeden nacht! Andantino. 1. 't Sijs - je slaapt in 't schom-m'lend loo - ver, Maan en ster - ren hou -den wacht! Mijn be - koor - lijk tuin - tje 2. In het tuin - tje staat een huis - jen, Ol - men-bla - den dek -ken 't zacht; Bij 't bal - kon - ne - tje - vóór 3. In dat huis - je slaapt mijn zus - je, Droo-mend van der bloe-men pracht; Niets ver - stoort haar zoe - te

29 1. gin - der Slui - mert in der bloe - men pracht. Goe-den nacht! Goe - den nacht! 2. 't ven-ster Houdt een nach - te - gaal de wacht. Goe-den nacht! Goe - den nacht! 3. rus - te, Want Gods lief - de houdt de wacht. Goe-den nacht! Goe - den nacht!