PROVINCIE OOST-VLAANDEREN GEMEENTE Z E L Z A T E ------------------------- ---------------------- UITTREKSEL UIT DE BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN ZELZATE D.D. 28 DECEMBER 2016 ----------------------------------------------------------------------------- Aanwezig: Martin Acke, schepen-voorzitter; Frank Bruggeman, burgemeester; Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Kristof Stevelinck en Linda Vereecke, schepenen; Rik Laureys, voorzitter OCMW; Dirk Goemaere, Patricia De Meyer, Freddy De Vilder, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Jan De Beule, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst, Johan De Jonghe, Jan Persoon, Marleen Vanmaercke en Sigrid De Ridder, raadsleden; Guy Verbuyst, gemeentesecretaris; Verontschuldigd: Brent Meuleman, raadslid. ----------------------------------------------------------------------------- OPENBARE ZITTING PUNT 4M - BELASTING OP LEEGSTAANDE GEBOUWEN, WONINGEN, KAMERS EN OVERIGE WOONGELEGENHEDEN - HERNIEUWING ----------------------------------------------------------------------------- DE RAAD: - Gelet op het gemeentedecreet; - Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; - Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; - Gelet op het grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009; - Gelet op het feit dat de tarieven niet meer werden gewijzigd sinds 30 december 2015; - Overwegende dat de looptijd van deze belasting verstrijkt op 31 december 2016 zodat deze dient te worden hernieuwd; - Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente er toe noodzaakt tot invoering van rendabele belastingen; - Overwegende dat een indexaanpassing van 1,7 % wordt toegepast en dat de tarieven worden afgerond. - Na beraadslaging, BESLUIT: In openbare zitting Met 20 ja-stemmen (Martin Acke, Frank Bruggeman, Marleen Maenhout, Kurt Van Weynsberghe, Kristof Stevelinck, Linda Vereecke, Dirk Goemaere, Luc Van Waesberghe, Geert Asman, Karl Segers, Jan De Beule, Luc Verstraeten, Maureen Tollenaere, Claudio Rizzo, Isabel Dellaert, Steven De Vuyst, Johan De Jonghe, Jan Persoon, Marleen Vanmaercke en Sigrid De Ridder) bij 2 onthoudingen (Patricia De Meyer en Freddy De Vilder): Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2017 t.e.m. 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden. Artikel 2: - De gemeenteraad belast het College van Burgemeester en Schepenen met het vaststellen van de secundaire modaliteiten en de verdere praktische uitwerking. Artikel 3: - Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent en aan Wonen Vlaanderen, Gebroeders Van Eyckstraat 4-6, 9000 Gent.
Artikel 4: - Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1 Aanslagjaar: het aanslagjaar is het jaar waarin de belasting verschuldigd is; 2 Administratie: de administratieve eenheid binnen de gemeente die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van de gemeentelijke inventaris en het leegstandsregister. 3 Besluit houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister: besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009, houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen en/of kamers en latere wijzigingen. 4 Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze: a) Een aangetekend schrijven; b) Een afgifte tegen ontvangstbewijs; c) Elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgelegd; 5 College: college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zelzate. 6 Decreet grond- en pandenbeleid: decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen. 7 Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder punt 21 en niet beantwoordt aan de definitie van kamer zoals bedoeld onder punt 9 en met uitsluiting van de bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 8 Inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in de inventaris of in het leegstandsregister wordt opgenomen of, zolang het gebouw en/of de woning niet uit de inventaris of van het leegstandsregister is geschrapt, het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving. 9 Kamer: woning waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: WC Bad of douche kookgelegenheid en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt; 10 Leegstaand gebouw: een gebouw dat voor meer dan 50 procent van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen, omgevingsvergunning of melding in de zin van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand
zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont, en dat gedeelte niet af splitsbaar is. De bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten zijn niet onderworpen aan deze gemeentelijke belasting. 11 Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met: hetzij de woonfunctie; hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt. 12 Leegstandsregister: register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals bedoeld in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet gronden pandenbeleid 13 Een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als leegstaand beschouwd als dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig 2, eerste lid, respectievelijk 3 van artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009. 14 Overige woongelegenheden: elke woongelegenheid welke niet te definiëren valt onder woonhuis en/of gebouw, en /of kamer. 15 Ramp: een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. brand, gasontploffing, blikseminslag, 16 Renovatienota: een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota, die door de administratie wordt goedgekeurd en waarin minstens is opgenomen: een overzicht van de voorgenomen werken; een gedetailleerd tijdsschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 2 jaar een woning bewoonbaar wordt gemaakt; bestekken en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars 17 Tweede verblijfplaats: een woning die voor diegene die er kan verblijven voor deze woning niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets, met chalets gelijkgestelde caravans, en alle andere vaste woningen, maar die op elk ogenblik door hem voor bewoning kan worden gebruikt én waarvoor een aangifte is gebeurd overeenkomstig de bepalingen van de belastingverordening op tweede verblijven zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van de desbetreffende gemeente. Als tweede verblijfplaats wordt niet beschouwd een woning die de voorbije 12 maanden niet effectief werd gebruikt overeenkomstig de functie tweede verblijf. 18 Vlaamse wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; 19 Woning: een goed, vermeld in artikel 2; 1, eerste lid, 31, van de Vlaamse Wooncode; elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; 20 Woonhuis: Elk bebouwd onroerend goed waarin zich één of meerdere woningen bevinden 21 Zakelijke gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten: a) De volle eigendom (volgens de meest recente door de diensten van het kadaster aan de gemeente verstrekte informatie of volgens de gegevens ontvangen van de instrumenterende ambtenaar) b) Het recht van opstal of van erfpacht; c) Het vruchtgebruik
Artikel 5: - Algemene bepalingen 1 Er wordt voor de aanslagjaren 2017 t.e.m. 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen, kamers en overige woongelegenheden die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister te rekenen vanaf datum eerste registratie. Het leegstandsregister wordt opgemaakt en opgebouwd overeenkomstig artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009. Het leegstandsregister wordt bijgehouden overeenkomstig de bepalingen van Programmadecreet 2010 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010 zoals gepubliceerd in Belgische Staatsblad op 30 december 2009 en het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 2 De belasting voor een leegstaand gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning, kamer, gebouw en/of overige woongelegenheid gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaand gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. Artikel 6: - Belastingplichtige 1 De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde betreffende een leegstaande gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. 2 Ingeval van mede-eigendom zijn alle zakelijk gerechtigden hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. 3 In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de nieuwe zakelijk gerechtigde er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. De instrumenterende ambtenaar stelt de beheerder van het leegstandregister binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht met nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, de datum ervan, en de nieuwe zakelijk gerechtigden via beveiligde zending. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in paragraaf 3 van dit artikel, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Artikel 7: - Berekening van de belasting De basisbelasting bedraagt: AJ 2017 AJ 2018 AJ 2019 Voor een volledig gebouw of woonhuis Voor een individuele kamer of studentenkamer Voor elke overige woongelegenheid 1.557,00 EUR 1.583,00 EUR 1.610,00 EUR 156,00 EUR 158,00 EUR 161,00 EUR 519,00 EUR 527,00 EUR 536,00 EUR Artikel 8: - Vrijstelling bij belasting 8.1 Aanvraag vrijstelling De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient zelf hiervoor schriftelijk de nodige bewijsstukken in te dienen aan de beheerder van het leegstandsregister.
8.2. In afwijking van het bepaalde in art. 3.2.21 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid zijn vrijgesteld van leegstandsbelasting de belastingplichtige: 1 die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs van het verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingschuldige verblijft, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van opname en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in een erkende ouderenvoorziening. 2 die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling; De belastingschuldige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een ziekenhuis wordt opgenomen. Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de instelling of ziekenhuis waar de belastingschuldige verblijft. De vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van opname en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in een psychiatrische instelling of ziekenhuis. 3 de heffingsplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; Het bewijs wordt geleverd door het voorleggen van de gerechtelijke beslissing met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van beslissing en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige. 4 die als nieuwe zakelijk gerechtigde vrijgesteld is gedurende twee opeenvolgende belastingsjaren na het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten: - aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechten of in feiten gecontroleerd worden; - indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel; - aan bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament. 5 Indien de houder van het zakelijk recht: 1) een autonoom gemeentebedrijf is; 2) de gemeente, het OCMW of een intergemeentelijke vereniging is. voor zover het panden betreft die voorwerp uitmaken van een intentieverklaring en / of een huidig / toekomstig project m.b.t. tot het oog op het realiseren van een meer kwalitatieve woonomgeving. 6 Waarvan de woning gelegen is in de woonwijk Klein-Rusland. 8.3. In afwijking van het bepaalde in art. 3.2.21 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid wordt een vrijstelling verleend indien het gebouw of woning: 1 gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 2 geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; 3 vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; 4 onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt
gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik; 5 die gerenoveerd wordt. Een woning of een gebouw wordt gerenoveerd als een stedenbouwkundige vergunning, een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning opgemaakt door de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar of een gedetailleerd renovatienota voorgelegd wordt waaruit blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren, voor zover zij betrekking hebben op de woonfunctie van het desbetreffende gebouw of woning. De vrijstelling geldt voor een termijn van twee jaar en kan éénmalig voor eenzelfde periode worden verlengd. 6 het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, 2, van de Vlaamse Wooncode; 7 het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente of Openbaar Centrum voor maatschappelijk Welzijn verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode Enkel de vrijstellingen opgenomen in dit reglement zijn van toepassing. Artikel 9: - Inkohiering 1 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. 2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. 6.2 Bezwarenprocedure bij belasting 1 De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. 2 Het bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. 3 De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. 4 Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen 15 dagen na indiening ervan. 5 De heffingsplichtige die in de mogelijkheid werd gesteld om het beroep, vermeld in artikel 2.2.7 2 van decreet Grond en Pandenbeleid van 27 maart 2009, aan te tekenen, kan in het kader van het krachtens voormeld decreet georganiseerde bezwarenprocedure geen excepties inroepen tegen de in het leegstandsregister opgenomen vermeldingen, tenzij de ingeroepen gronden tot bezwaar na de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister zijn ontstaan. Artikel 10: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processenverbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
Artikel 11: - Onderhavig reglement wordt naar de hogere overheid gezonden voor kennisneming. Vastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad van Zelzate op 28 december 2016 NAMENS DE GEMEENTERAAD: In opdracht: Guy Verbuyst Gemeentesecretaris Martin Acke Voorzitter