RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 22 januari 2013 (OR. en) 5569/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0003 ( LE) UD 11 ELARG 1 COWEB 5

Vergelijkbare documenten
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Amendement 1 Anneleen Van Bossuyt namens de Commissie interne markt en consumentenbescherming AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT *

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Publicatieblad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD)

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 november 2010 (OR. en) 16134/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0308 (NLE) UD 305 AND 2

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2015 (OR. en)

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 april 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 februari 2012 (OR. en) 6596/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0050 ( LE) ECO 22 E T 54 MI 113 U ECE 6

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 maart 2012 (28.03) (OR. en) 8173/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0056 ( LE)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 maart 2004 (19.03) (OR. en) 6219/2/04 REV 2. Interinstitutioneel dossier: 2003/0167 (COD) LIMITE

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 33 en 207,

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (OR. en) 10369/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0390 (COD)

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 maart 2015 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 november 2015 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2012 (OR. en) 7909/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0052 ( LE) ACP 37 FI 217 PTOM 7

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 452) 1,

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 augustus 2017 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2017 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 oktober 2014 (OR. en)

6850/08 AL/mg DG C I

Raad van de Europese Unie Brussel, 28 juli 2017 (OR. en)

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 15 februari 2013 (OR. en) 6486/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0043 ( LE) FISC 30

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 23 oktober 2009 (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14924/09 LIMITE

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2013) 817 final Part 4/9.

5814/17 CS/bb DGG 3B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) 5814/17. Interinstitutioneel dossier: 2016/0330 (NLE) UD 16 SPG 7

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 augustus 2017 (OR. en)

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 december 2008 (OR. fr) 16242/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) LIMITE FISC 171

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 augustus 2012 (OR. en) 12872/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0222 (NLE) AVIATION 117 RELEX 722

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014768/02.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 juli 2010 (05.08) (OR. en) 12675/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0206 (APP)

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Transcriptie:

RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 22 januari 2013 (OR. en) 5569/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0003 ( LE) UD 11 ELARG 1 COWEB 5 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 11 januari 2013 aan: de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie Nr. Comdoc.: COM(2013) 1 final Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de vrijstelling van de vereiste om summiere aangiften bij binnenkomst en uitgang in te dienen voor Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2013) 1 final. Bijlage: COM(2013) 1 final 5569/13 fb DG G 3B L

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.1.2013 COM(2013) 1 final 2013/0003 (NLE) Voorstel voor een VERORDE I G VA DE RAAD betreffende de vrijstelling van de vereiste om summiere aangiften bij binnenkomst en uitgang in te dienen voor Uniegoederen die via de corridor van eum worden vervoerd NL NL

TOELICHTI G 1. JURIDISCHE ACHTERGRO D VA HET VOORSTEL Overeenkomstig artikel 2 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ("de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding") zijn, onmiddellijk na de toetreding, de oorspronkelijke Verdragen en de door de instellingen vóór de toetreding genomen besluiten verbindend voor Kroatië onder de voorwaarden voorzien in deze Verdragen en besluiten en in de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding. Overeenkomstig artikel 43 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding bepaalt de Raad, op voorstel van de Commissie met een gekwalificeerde meerderheid, de voorwaarden waaronder vrijstelling kan worden verleend van de vereisten inzake summiere aangifte bij binnenkomst en bij uitgang voor goederen die via de corridor van Neum worden vervoerd. Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek 1 (CDW) is bij Verordening (EG) nr. 648/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005 2 gewijzigd om een passende rechtsgrondslag voor risicoanalyse te creëren. Overeenkomstig artikel 36 bis, lid 1, CDW en behoudens een aantal vrijstellingen of afwijkingen zoals vastgelegd in artikel 181 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek 3 (UCDW) moet een summiere aangifte worden gedaan voor goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht ("summiere aangifte bij binnenkomst"). Overeenkomstig artikel 182 bis, lid 1, CDW en behoudens de toepasselijke vrijstellingen of afwijkingen krachtens artikel 842 bis, leden 3 en 4, UCDW moet een summiere aangifte bij uitgang worden gedaan voor goederen die het douanegebied van de Unie tijdelijk verlaten zonder dat zij uitgevoerd, wederuitgevoerd of onder een regeling douanevervoer worden geplaatst. Overeenkomstig artikel 36 ter, lid 2, en artikel 182 quinquies, lid 2, CDW moeten deze summiere aangiften worden ingediend met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken, zodat de gegevens elektronisch kunnen worden uitgewisseld door de douaneautoriteiten en douanecontroles kunnen worden gebaseerd op risicoanalyse met behulp van geautomatiseerde systemen, zoals artikel 13 CDW vereist. 1 2 3 PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. PB L 117 van 4.5.2005, blz. 13. PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. NL 2 NL

2. DE CORRIDOR VA EUM De corridor van Neum maakt deel uit van het grondgebied van Bosnië en Herzegovina en verschaft het land toegang tot de Adriatische Zee; hij verdeelt het Kroatische vasteland in twee, waardoor het gebied rondom de stad Dubrovnik is afgescheiden van de rest van het land. Momenteel is de Adriatische snelweg, een nationale weg met twee rijstroken (D8) die door de corridor van Neum loopt, de enige transportverbinding over land tussen het gebied rondom Dubrovnik en de rest van het Kroatische grondgebied. Het gedeelte van de weg dat bij Neum over het grondgebied van Bosnië en Herzegovina loopt, is 9,25 kilometer lang. Er zijn twee grensovergangen op het grondgebied van Kroatië, die zich aan weerszijden van de D8 in de corridor van Neum bevinden, namelijk Klek- Neum I aan de westelijke zijde van de corridor en Zaton Doli Neum II aan de oostelijke zijde. Een voertuig doet er ongeveer tien tot vijftien minuten over om van de ene naar de andere zijde te rijden. De lokale economie in het gebied rondom de stad Dubrovnik is hoofdzakelijk gericht op het toerisme en bestaat vooral uit kleine en middelgrote ondernemingen, die zich bevoorraden in het hoofdgebied van Kroatië; de waarde van de ingekochte goederen ligt per zending vaak lager dan EUR 10 000. Momenteel is 89 % van de goederen die via de corridor van Neum worden vervoerd, in het vrije verkeer in Kroatië. Bij het vervoer door de corridor gaan papieren documenten mee, equivalent aan het T2L-document als bedoeld in artikel 317, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2454/93. Voordat voertuigen en goederen het douanegebied van Kroatië tijdelijk verlaten, stellen de douaneautoriteiten van Kroatië de identiteit ervan vast en controleren daarbij de begeleidende handelsdocumenten. Er dienen ook douanecontroles te worden verricht, waar passend, wanneer de goederen na het vervoer via de corridor van Neum opnieuw binnenkomen. Bij de toetreding van Kroatië tot de EU zullen de middelen om douanecontroles te verrichten, moeten worden versterkt. De toepassing van de EU-douanewetgeving in Kroatië vanaf de datum waarop het land toetreedt, betekent ook dat de douaneformaliteiten, risicoanalyses en veiligheidscontroles vanaf die datum van toepassing worden, evenals de elektronische indiening en de uitwisseling van inlichtingen voor veiligheidsdoeleinden. Dit vereist aanzienlijke investeringen en inspanningen om een passend IT-kader te creëren. Gelet op de specifieke omstandigheden van de corridor van Neum lijkt de toepassing van deze maatregelen overdreven omslachtig en disproportioneel. 3. JURIDISCHE ELEME TE VA HET VOORSTEL Krachtens artikel 43 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding moet de Raad een bijzonder besluit aannemen om de voorwaarden te bepalen waaronder kan worden afgeweken van de vereisten inzake summiere aangiften bij binnenkomst/uitgang voor goederen die via de corridor van Neum worden vervoerd. NL 3 NL

In overeenstemming met het gemeenschappelijk EU-standpunt 1 ter zake kan onder de volgende voorwaarden worden afgeweken van de vereisten inzake summiere aangiften bij binnenkomst/uitgang: de goederen hebben communautaire status, de goederen gaan vergezeld van handelsdocumenten (factuur of vervoersdocument) die ten minste de krachtens artikel 317, lid 2, UCDW vereiste gegevens bevatten alsook de totale waarde van de goederen, de totale waarde van de door een voertuig vervoerde goederen mag niet meer dan EUR 10 000 bedragen, het document in kwestie moet bij uitgang van de goederen door de douaneautoriteiten van Kroatië van officiële merktekens zijn voorzien (handtekening, stempels en datum en uur van uitgang), voor zover dit nodig wordt geacht, worden de zendingen of voertuigen bij uitgang uit Kroatië naar behoren verzegeld, bij wederbinnenkomst op het grondgebied van Kroatië controleren de douaneautoriteiten de documenten, de duur van de doorreis, de verzegeling (indien aanwezig) en de goederen (waar van toepassing). De toepassing van deze uitzonderingen mag niet in de weg staan aan de vereiste om risicoanalyses en veiligheidscontroles te verrichten, inlichtingen over risico's uit te wisselen overeenkomstig artikel 4 octies, lid 2, UCDW, en in geval van onregelmatigheden passende maatregelen te nemen. Kroatië moet de Commissie toereikend bewijs leveren dat de door de douaneautoriteiten getroffen voorzieningen gelijkwaardig zijn aan de risicoanalysenormen die in de EU-douanewetgeving zijn vastgesteld. Behalve de hierboven genoemde verplichting om inlichtingen over risico's uit te wisselen, moet Kroatië de Commissie op grond van de overeengekomen procedures van het gemeenschappelijke risicobeheerkader regelmatig informeren over geconstateerde onregelmatigheden en, waar van toepassing, over de vervolgens genomen maatregelen. Twee jaar na de datum van toetreding dient een evaluatie te worden verricht om na te gaan of deze regeling naar behoren wordt toegepast. In voorkomend geval zal de Raad deze regeling, op voorstel van de Commissie, wijzigen of beëindigen. 1 Document 12133/11 van de Raad van 28 juni 2011. NL 4 NL

Voorstel voor een 2013/0003 (NLE) VERORDE I G VA DE RAAD betreffende de vrijstelling van de vereiste om summiere aangiften bij binnenkomst en uitgang in te dienen voor Uniegoederen die via de corridor van eum worden vervoerd DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië, en met name artikel 3, lid 4, Gezien de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van Kroatië, en met name artikel 43, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 9 december 2011 hebben de lidstaten van de Europese Unie en Kroatië het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie ("het Toetredingsverdrag") ondertekend. Krachtens artikel 3, lid 3, van het Toetredingsverdrag treedt het verdrag in werking op 1 juli 2013 mits alle akten van bekrachtiging voor die datum zijn neergelegd. (2) Overeenkomstig artikel 2 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ("de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding") zijn, onmiddellijk na de toetreding, de oorspronkelijke Verdragen en de door de instellingen vóór de toetreding genomen besluiten verbindend voor Kroatië onder de voorwaarden voorzien in deze Verdragen en in de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding. (3) Neum ("corridor van Neum") is een plaats waar het grondgebied van Bosnië en Herzegovina tot aan de Adriatische kust reikt, waardoor het gebied rondom Dubrovnik van de rest van het Kroatische grondgebied wordt afgescheiden. Het toerisme is van groot belang voor de lokale economie, die vooral bestaat uit kleine en middelgrote ondernemingen die voor hun bevoorrading afhankelijk zijn van het andere deel van het Kroatische grondgebied. Het betreft hier goederen waarvan de waarde doorgaans niet meer dan EUR 10 000 per zending bedraagt en waarvan 89 % de status heeft van goederen die in het vrije verkeer zijn op het grondgebied van Kroatië. (4) Overeenkomstig artikel 43 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding bepaalt de Raad, op voorstel van de Commissie met een gekwalificeerde meerderheid, de voorwaarden waaronder vrijstelling kan worden verleend van de vereisten inzake NL 5 NL

summiere aangifte bij uitgang en bij binnenkomst voor Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd. (5) Overeenkomstig artikel 36 bis, lid 1, en artikel 182 bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek 1 moet voor goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen of verlaten, van tevoren en langs elektronische weg een summiere aangifte worden ingediend met de gegevens die nodig zijn om een risicoanalyse te kunnen uitvoeren. (6) Gelet op de specifieke kenmerken van de lokale economie is het passend te voorzien in vrijstelling van de verplichting om summiere aangiften bij binnenkomst en bij uitgang in te dienen voor Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd. (7) De douaneautoriteiten dienen doeltreffende risicoanalyses en douaneveiligheidscontroles te verrichten op basis van de gegevens die vermeld zijn op de factuur en de vervoersdocumenten bij de goederen. (8) Deze regeling wijkt af van het in het communautair douanewetboek neergelegde beginsel dat vóór de aankomst van de goederen langs elektronische weg veiligheidsgegevens moeten worden ingediend. Omwille van effectieve en efficiënte risicoanalyses en veiligheidscontroles moet Kroatië erop toezien dat de grensovergangen bij de corridor van Neum over de noodzakelijke personele, materiële en controlemiddelen beschikken. (9) Wanneer wordt geconstateerd dat een zending niet voldoet aan de in deze verordening vastgelegde voorwaarden, mag deze zending niet opnieuw op het grondgebied van Kroatië worden toegelaten tenzij een evaluatie van het hiermee gepaard gaande risico is verricht en op risicoanalyse gebaseerde doeltreffende en doelgerichte maatregelen zijn genomen. (10) Behalve de uitwisseling van inlichtingen voor veiligheidsdoeleinden overeenkomstig artikel 4 octies, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 moet Kroatië de Commissie op grond van de procedures van het gemeenschappelijke risicobeheerkader regelmatig informeren over geconstateerde onregelmatigheden en, waar van toepassing, over de vervolgens genomen maatregelen met betrekking tot het goederenvervoer via de corridor van Neum. (11) Twee jaar na de datum van toetreding dient een evaluatie te worden verricht om na te gaan of deze verordening naar behoren wordt toegepast, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied Bij deze verordening worden de regels vastgesteld betreffende de voorwaarden waaronder: 1 PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. NL 6 NL

a) vrijstelling wordt verleend van de vereiste inzake een summiere aangifte bij uitgang voor Uniegoederen die het grondgebied van Kroatië verlaten voor doorreis over de corridor van Neum; b) vrijstelling wordt verleend van de vereiste inzake een summiere aangifte bij binnenkomst voor Uniegoederen die het grondgebied van Kroatië opnieuw binnenkomen na doorreis over de corridor van Neum. Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: 1) Uniegoederen: de in artikel 4, punt 7, van het communautair douanewetboek omschreven goederen; 2) gebied Dubrovnik: de administratieve regio Dubrovnik zoals omschreven in de nationale wetgeving van Kroatië; 3) hoofdgrondgebied van Kroatië: het grondgebied van Kroatië met uitzondering van het gebied Dubrovnik; 4) corridor van Neum: het gebied dat deel uitmaakt van het grondgebied van Bosnië en Herzegovina en het gebied Dubrovnik scheidt van het hoofdgrondgebied van Kroatië; 5) douaneautoriteiten: de douaneautoriteiten van Kroatië aan de grensovergangen van uitgang en wederbinnenkomst bij de corridor van Neum; 6) uitgang: de uitgang van goederen, ofwel van het gebied Dubrovnik naar het hoofdgrondgebied van Kroatië via de corridor van Neum, ofwel van het hoofdgrondgebied van Kroatië naar het gebied Dubrovnik via de corridor van Neum; 7) wederbinnenkomst: de binnenkomst van goederen in het gebied Dubrovnik vanuit het hoofdgrondgebied van Kroatië via de corridor van Neum, of in het hoofdgrondgebied van Kroatië vanuit het gebied Dubrovnik via de corridor van Neum. Artikel 3 Vrijstelling van de vereiste om een summiere aangifte bij uitgang of bij binnenkomst in te dienen 1. Er wordt geen summiere aangifte bij uitgang vereist bij de uitgang van Uniegoederen. 2. Er wordt geen summiere aangifte bij binnenkomst vereist bij de wederbinnenkomst van Uniegoederen. NL 7 NL

Artikel 4 Voorwaarden voor de vrijstelling Artikel 3 is van toepassing als aan de volgende voorwaarden is voldaan: a) de totale waarde van Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd, bedraagt per zending niet meer dan EUR 10 000 of de tegenwaarde daarvan in de lokale munteenheid; b) de onder a) van dit artikel bedoelde goederen gaan vergezeld van facturen of vervoersdocumenten die i) ten minste de in artikel 317, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie 1 bedoelde gegevens bevatten alsook de totale waarde van de goederen; ii) iii) bij uitgang van officiële merktekens zijn voorzien door de douaneautoriteiten; bij wederbinnenkomst de douaneautoriteiten ter controle worden voorgelegd. Artikel 5 Douanecontroles 1. De risicoanalyse in verband met de douanecontroles op Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd, mag door de douaneautoriteiten met andere dan geautomatiseerde gegevensverwerkingstechnieken worden verricht. 2. Kroatië ziet erop toe dat de grensovergangen waar goederen die via de corridor van Neum worden vervoerd, zijn grondgebied verlaten of opnieuw binnenkomen, beschikken over alle noodzakelijke personele, materiële en controlemiddelen om de uitvoering van deze verordening op de datum van toetreding te garanderen. 3. Bij uitgang dienen de douaneautoriteiten: a) een maximale reisduur vast te stellen voor het vervoer van Uniegoederen via de corridor van Neum; b) deze maximale reisduur te vermelden, alsook de datum waarop de factuur of het vervoersdocument als bedoeld in artikel 4, onder b), ii), van officiële merktekens is voorzien; c) wanneer zij dat nodig achten, de ruimte waarin de goederen zich bevinden die via de corridor van Neum zullen worden vervoerd, of alle afzonderlijke colli van dergelijke goederen te verzegelen. 4. Bij wederbinnenkomst dienen de douaneautoriteiten: 1 PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. NL 8 NL

a) een risicoanalyse te verrichten, hoofdzakelijk voor veiligheidsdoeleinden; b) de facturen of vervoersdocumenten bij de goederen te controleren; c) na te gaan of de in artikel 5, lid 3, onder a), bedoelde maximale reisduur in acht is genomen; d) de goede staat van de verzegeling te controleren, wanneer deze overeenkomstig artikel 5, lid 3, onder c), is aangebracht; e) in voorkomend geval de goederen aan een fysieke controle te onderwerpen; f) in voorkomend geval de verzegeling te verwijderen. 5. Wanneer de douaneautoriteiten constateren dat niet is voldaan aan een in deze verordening vastgestelde voorwaarde, staan zij toe dat de desbetreffende goederen toch opnieuw worden binnengebracht wanneer: a) er een doeltreffende risicoanalyse is verricht; b) de douaneautoriteiten op basis van de onder a) bedoelde analyse effectieve maatregelen hebben genomen die er specifiek op gericht zijn om veiligheidsrisico's te voorkomen. Artikel 6 Kennisgeving Kroatië stelt de Commissie uiterlijk twee maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, doch ten laatste op 1 maart 2014, in kennis van eventuele onregelmatigheden die zijn vastgesteld met betrekking tot de toepassing van deze verordening alsook van de concrete maatregelen die zijn genomen om deze onregelmatigheden te verhelpen. Artikel 7 Verslag De Commissie legt de Raad uiterlijk twee jaar na de toetreding van Kroatië een verslag voor met een evaluatie van de toepassing van de in deze verordening vastgestelde regels. Artikel 8 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2013, onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. NL 9 NL

Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter NL 10 NL