Socio-economische vergunningen: veel gestelde vragen

Vergelijkbare documenten
Een sociaaleconomische vergunning aanvragen

Stedenbouwkundige verordening. inzake afbakening kernwinkelgebied en detailhandel. Vrijheid 29 B-2370 Arendonk

Van decreet naar praktijk: een stand van zaken. Platform Centrummanagement 24 maart 2017

Wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen (B.S. 5 oktober 2004) Gids voor steden en gemeenten

Dirk Van Heuven 15 maart Wat na de regionalisering van de Ikea-Wet? Juridische inzichten.

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon.

BELANGRIJK AANDACHTSPUNT INZAKE DE TERMIJNEN VAN BEHANDELING VAN DE AANVRAGEN VAN SOCIO-ECONOMISCHE VERGUNNINGEN : TIJDIGE BETEKENING VAN BESLISSINGEN

Van decreet naar praktijk: een stand van zaken. Platform Centrummanagement 27/11/2017

Omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten

Wet betreffende de vergunning van handelsvestigingen

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid. Platform Centrummanagement 29 april 2016

Omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten. Stap voor stap

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS

versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Kleinhandelsactiviteiten omgevingvlaanderen.be vlaio.be

Hoe kan ik een melding indienen?

Een korte situering: het decreet integraal handelsvestigingsbeleid

STAD RONSE - Reglement betreffende de uitbating van nachtwinkels, privaat bureaus voor telecommunicatie, club-vzw s en automatenshops

BEKENDMAKING AKTENAME MELDING

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Stedenbouwkundige inlichtingen

Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken

EDRL- proof argumenteren. Advies Stibbe 05/03/2018

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016;

college van burgemeester en schepenen Zitting van 20 mei 2016

Reglement versterking van de economische bedrijvigheid in de kernen van de stad Kortrijk, specifiek ter ondersteuning van actieve handelscomités

Besluit van de Deputatie

DEPARTEMENT RUIMTELIJKE PLANNING, MOBILITEIT EN OPENBAAR DOMEIN. Bouwen of verbouwen met een stedenbouwkundige vergunning. Een handig stappenplan

Omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten

Voorontwerp van decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid DE VLAAMSE REGERING,

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

CONSUMENTENOMBUDSDIENST PROCEDUREREGLEMENT

Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid

IKEA-wet biedt nieuwe uitdagingen voor gemeentelijk handels- en distributiebeleid

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 22/02/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/012

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Bouwen of verbouwen met een stedenbouwkundige vergunning. Een handig stappenplan

HORECAREGLEMENT. Dit geldt eveneens bij de overname van een bestaande drankgelegenheid.

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 22/02/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/011

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( )

Belastingsreglement op het indienen of melden van omgevingsvergunningen en andere ruimtelijke attesten of vergunningen

Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies

Reglement tot het toekennen van een gemeentelijke aankoop- en vervolgpremie.

De Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

DE RAAD: Gelet op de bouwverordening betreffende de parkeerplaatsen, goedgekeurd in de vergadering van de gemeenteraad dd 16 maart 1993;

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

Aanvraag en beoordeling van. een omgevingsvergunning. voor kleinhandelsactiviteiten. Werksessie 30 november 2017

leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW

De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.

meldings- en vergunningsplicht

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

Gewijzigde regelgeving voor lokale besturen naar aanleiding van de inwerkingtreding van het kerntakenplan Onroerend Erfgoed

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

Aanvraag van een planologisch attest

Subsidiereglement Bedrijf en buurt

INHOUD. Inhoud 3. Woord vooraf 11

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

Aanvraag tot machtiging Sociaal-economisch dossier SE.1 *

Politieverordening betreffende de vestiging en de openingsuren van nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie

BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 17 MAART 1998

Aktename van een melding voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij uitbating van horecazaken

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR

Huisnummeringsreglement grondgebied Stad Gent

gemeenteraad Besluit OPSCHRIFT Vergadering van 23 oktober 2017 Besluit nummer: 2017_GR_01011

ADVIES VAN 24 MEI 2017 OVER DE GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PUBLICITEITSINRICHTINGEN

Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies

gemeenteraad Besluit Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/ Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen - Goedkeuring

DE GEMEENTERAAD, BESLUIT:

MLAV1/ /MV/lydr.

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 23 mei

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 november 2012

Aan Federaal Aankoopcomité Kruidtuinlaan 50 bus Brussel

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

BEKENDMAKING AKTENAME MELDING

DE BEROEPSINSTANTIE. Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Artikel 3. Sluitingsuren van nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie

PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

b Wettelijke taak Zie inleiding. a Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college a Onvermijdelijk

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

AKTENAME MELDING. Het college van burgemeester en schepenen heeft de melding ingediend door Ghys bvba, Kamiel Wautersstraat 4, 9140 Temse ontvangen.

Transcriptie:

Socio-economische vergunningen: veel gestelde vragen, januari 2017

Veel gestelde vragen over de sociaal-economische vergunningen Dit overzicht van veel gestelde vragen kwam tot stand in het kader van de Regionale Overlegtafels (ROT) Economie van de. In juni 2016 organiseerde de in samenwerking en met steun van het Agentschap Innoveren en Ondernemen, zes bijeenkomsten over de wet op de handelsvestigingen, ook gekend als de IKEA-wet van 2004. U vindt ook heel wat informatie op de websites van de (Handelsvestiging) en het Agentschap Innoveren en Ondernemen. Vindt u alsnog geen antwoord op uw vraag, neem dan contact op aan de hand van de contactgegevens aan het einde van dit document. Sociaal-economische vergunningen - 1/21

Inhoud 1 Toepassingsgebied... 4 1.1 Regelgeving... 4 1. Welke is de relevante regelgeving ikv handelsvestigingen?... 4 1.2 Toepassingsgebied en definities?... 4 3. Wanneer is een sociaal-economische vergunning nodig?... 4 4. Welke concrete bedrijven worden als kleinhandelsbedrijf beschouwd?... 5 5. Moeten groothandelsbedrijven een sociaal-economische vergunning hebben?... 5 6. Hoe wordt de netto-handelsoppervlakte bepaald?... 5 7. Wanneer spreek je van een handelsgeheel?... 5 8. Wie moet een sociaal-economische vergunning aanvragen?... 5 9. Moeten garages met toonzaal een sociaal-economische vergunning aanvragen?... 6 10. Moeten tuincentra een sociaal-economische vergunning aanvragen?... 6 11. Wat als tuincentra in agrarisch gebied liggen, mogen zij een vergunning aanvragen?... 6 12. Kan een sociaal-economische vergunning overgedragen worden?... 6 13. Hebben pop-up-stores een sociaal-economische vergunning nodig?... 6 14. Wat met verschillende pop-up-stores in een groot pand?... 7 15. Wat wordt verstaan onder het begrip historische vergunning?... 7 16. Wanneer spreekt men van een belangrijke wijziging van de aard van de handelsactiviteit?... 7 17. Als een bestaande handelsvestiging (meer dan 400 m²) opgesplitst wordt in kleinere units, moet er dan een SEV aangevraagd worden?... 8 2 Procedures... 9 2.1 Algemeen... 9 18. Welke procedures zijn er?... 9 19. Hoe wordt de aanvraag ingediend?... 9 2.2 Vereenvoudigde procedure... 10 20. Wanneer geldt de vereenvoudigde procedure?... 10 21. Hoe verloopt de vereenvoudigde procedure?... 10 22. Kan er meerdere keren na elkaar gebruik gemaakt worden van de vereenvoudigde procedure,?... 10 23. Kan je gebruik maken van de vereenvoudigde procedure bij historisch vergunde handelsvestigingen?... 10 2.3 Beroep... 11 24. Wie kan beroep aantekenen?... 11 25. Waar moet het beroep worden ingediend?... 11 26. In welke gevallen kan men beroep aantekenen?... 11 27. Binnen welke termijn moet het beroep worden ingediend?... 11 28. Kan de aanvrager in het kader van een beroep gehoord worden? En de gemeenten?... 11 29. Binnen welke termijn moet het Interministerieel Comité zijn beslissing nemen?... 11 30. Wat indien het Interministerieel Comité geen beslissing neemt?... 11 Sociaal-economische vergunningen - 2/21

2.4 Documenten... 12 31. Welk aanvraagformulier moet gebruikt worden om een SE-vergunning aan te vragen voor een handelsgeheel als alleen voor de eerste unit een invulling gekend is?... 12 32. Bestaat er nog een verband tussen de bouwvergunning en de sociaal-economische vergunning?... 12 3 Dossierbehandeling... 13 3.1 Termijnen... 13 33. Vanaf wanneer beginnen de termijnen van de procedure te lopen?... 13 34. Wat bepaalt de aanvangsdatum?... 13 35. Binnen welke termijn moet de gemeente haar beslissing nemen?... 13 36. Wat bij ontstentenis van beslissing?... 14 37. Hoelang is de sociaal-economische vergunning geldig?... 14 3.2 NSECD... 14 38. Binnen welke termijn moet het NSECD een advies uitbrengen?... 14 39. Wat indien er geen advies is van het NSECD?... 14 40. Kan de gemeente gehoord worden?... 14 41. Wat als de gemeente niet aanwezig kan zijn tijdens de zitting NSECD?... 14 3.3 Advies... 15 42. Wie kan advies geven?... 15 43. Welke positie bekleden de aangrenzende gemeenten?... 15 3.4 Beslissing CBS aflevering vergunning... 15 44. Wat neem je op in de beslissing CBS en vergunning?... 15 45. Kan je voorwaarden opleggen in een sociaal-economische vergunning?... 15 46. Welke zijn de vormvereisten voor aanplakking vergunning?... 15 4 Criteria... 16 4.1 De 4 criteria... 16 47. Kan een nieuwe inplanting op KMO-terrein?... 16 48. Hoe omgaan met historische situatie op KMO- of bedrijventerrein?... 16 49. Wat met de criteria consumentenbescherming en de naleving van de sociale en arbeidswetgeving?... 16 4.2 Motivering... 16 50. Welke argumenten zijn aanvaardbaar bij motivering van beslissing?... 16 5 Handhaving... 17 51. Wie kan handhaven?... 17 52. Hoe kan een gemeentebestuur of een derde een klacht m.b.t. inbreuken op de wet melden?... 17 6 Integraal Handelsvestigingsbeleid de toekomst... 18 53. Wat is het IHB?... 18 54. Wat verstaan we onder een afgebakend kernwinkelgebied?... 18 55. Welke zijn de 10 hoofdfuncties waar het NSECD nu reeds naar refereert?... 18 7 Contactgegevens... 19 8 Bijlages... 21 Sociaal-economische vergunningen - 3/21

1 Toepassingsgebied Doorheen de vragen en antwoorden worden vaak afkortingen gebruikt. We sommen ze hier even voor u op : - IHB : Decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid - ICD : Interministerieel Comité voor de Distributie - NSECD : Nationaal Sociaal Economisch Comité voor de Distributie - SEV : Sociaal-economische vergunning - CBS : College van burgemeester en schepenen 1.1 Regelgeving 1. Welke is de relevante regelgeving ikv handelsvestigingen? De huidige regelgeving voor sociaal-economische vergunningen is bepaald in de Wet van 13 augustus 2004 (gewijzigd bij de wet van 22 december 2009) en de bijhorende koninklijke besluiten. Verder in dit document hanteren we de verkorte benaming IKEA-wet. De vroegere regels werden bepaald in de wet van 29 juni 1975 en de grendelwet van 13 januari 1937. Vanaf 1 januari 2018 wordt de sociaal-economische vergunning, in het kader van het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid (29.07.2016, met gefaseerde inwerkingtreding), geïntegreerd in de omgevingsvergunning. 2. Welke overheid is bevoegd voor de regelgeving over sociaal-economische vergunningen? In het kader van de zesde staatshervorming werd de bevoegdheid voor de sociaaleconomische vergunningen geregionaliseerd. Dit impliceert dat sedert 1 juli 2014 niet langer de federale overheid bevoegd is maar de Vlaamse overheid. Op administratief vlak is de bevoegdheid verschoven van FOD Economie naar Agentschap Innoveren en Ondernemen. Tot 1 januari 2018 blijven wel de federale regels (IKEA-wet) van toepassing. 1.2 Toepassingsgebied en definities? 3. Wanneer is een sociaal-economische vergunning nodig? Een sociaal-economische vergunning is globaal genomen nodig voor kleinhandelsbedrijven en handelsgehelen met een netto-handelsoppervlakte van meer dan 400m². Verder is voor belangrijke wijzigingen van de aard van de handelsactiviteit en belangrijke uitbreidingen in bestaande kleinhandelsbedrijven/handelsgehelen ook een sociaaleconomische vergunning nodig. Sociaal-economische vergunningen - 4/21

4. Welke concrete bedrijven worden als kleinhandelsbedrijf beschouwd? Een kleinhandelsbedrijf is een distributie-eenheid waarvan de activiteit bestaat uit het wederverkopen op gewone wijze, in eigen naam en voor eigen rekening, van goederen aan consumenten, zonder deze goederen andere behandelingen te doen ondergaan dan die welke in de handel gebruikelijk zijn. 5. Moeten groothandelsbedrijven een sociaal-economische vergunning hebben? Groothandelsbedrijven, die nooit aan de consument verkopen, zijn uitgesloten van de toepassing van de wet en moeten geen sociaal-economische vergunning hebben. Van zodra ze wel aan een eindverbruiker (consument) verkopen, hoe weinig en hoe zelden ook, vallen ze wel onder het toepassingsgebied van de sociaal-economische vergunningen. 6. Hoe wordt de netto-handelsoppervlakte bepaald? De netto-handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van de niet-overdekte oppervlakte. Het omvat ook de kassazones, de zones achter de kassa s en de inkomruimte als ze ook gebruikt worden om waren uit te stallen of te verkopen. Wat wordt in de berekening niet mee opgenomen : voorraadruimte, atelier, kantoren, lokalen specifiek voor personeel, garage- en herstelplaatsen. Netto-handelsvloeroppervlakte, netto-verkoopoppervlakte en netto-winkelvloeroppervlakte zijn synoniemen en worden door elkaar gebruikt. 7. Wanneer spreek je van een handelsgeheel? Het is een complexe en onduidelijke definitie in de wet namelijk : een geheel van kleinhandelszaken die zich al dan niet in afzonderlijke gebouwen bevinden en waarvan al dan niet éénzelfde persoon de promotor, de eigenaar of de uitbater is, die zich samen op eenzelfde plaats bevinden en die van rechtswege of feitelijk met elkaar verbonden zijn, in het bijzonder op financieel, commercieel of materieel vlak of die het voorwerp zijn van een procedure in gezamenlijk overleg op het gebied van de bouwvergunning. Voor de beoordeling van een handelsgeheel wordt in eerste instantie gekeken naar het gebouw waarin een of meerdere handelszaken gevestigd zijn. Als de handelszaken gezamenlijk in één gebouw, één perceel of complex zitten dan is de keuze voor handelsgeheel eenvoudig. Indien een handelsgeheel bestaat uit verschillende gebouwen dan kijkt men naar de gemeenschappelijke faciliteiten zoals de parking, inrit van op de openbare weg, reclametotem,... Let wel op, een openbare parking of een ventweg worden niet als gemeenschappelijk beschouwd. 8. Wie moet een sociaal-economische vergunning aanvragen? De eigenaar, de huurder, de uitbater, de promotor, : de IKEA-wet preciseert dit niet. Belangrijk hierbij is wel dat de sociaal-economische vergunning locatie- of pandgebonden vergund wordt. Sociaal-economische vergunningen - 5/21

9. Moeten garages met toonzaal een sociaal-economische vergunning aanvragen? Een garage, waarvan de oppervlakte van de toonzaal en de delen die vrij publiek toegankelijk zijn, groter is dan 400 m² moet een sociaal-economische vergunning aanvragen. 10. Moeten tuincentra een sociaal-economische vergunning aanvragen? Een tuincentrum, waarvan de oppervlakte van de winkel of toonzaal en de delen die vrij publiek toegankelijk zijn, groter is dan 400 m² moet een sociaal-economische vergunning aanvragen. Hierbij wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de overdekte- en nietoverdekte delen. 11. Wat als tuincentra in agrarisch gebied liggen, mogen zij een vergunning aanvragen? Ook hier geldt dezelfde redenering. Namelijk een tuincentrum, waarvan de oppervlakte van de winkel of toonzaal en de delen die vrij publiek toegankelijk zijn, groter is dan 400 m² moet een sociaal-economische vergunning aanvragen. Hierbij wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de overdekte- en niet-overdekte delen. De beoordeling van het criterium ruimtelijke ligging wordt hierbij zeer moeilijk. Indien men deze vestiging in agrarisch gebied wenst te bestendigen dan moet men een planningsinitiatief opstarten om deze zone-vreemde situatie te regulariseren. In het IHB wordt voor tuincentra een aparte productcategorie voorzien. 12. Kan een sociaal-economische vergunning overgedragen worden? De sociaal-economische vergunning is locatiegebonden en kan dus overgedragen worden aan een nieuwe uitbater/ondernemer op voorwaarde dat er geen belangrijke wijziging is in de aard van de handelsactiviteit. 13. Hebben pop-up-stores een sociaal-economische vergunning nodig? Deze redenering geldt enkel voor pop-upstores van meer dan 400 m² nettohandelsoppervlakte. Opdat de activiteit van een handel zou kunnen beschouwd worden als op gewone wijze handel te drijven, moet de winkel toch gedurende een minimale duur blijven bestaan. De huidige wet voorziet echter niet hoe lang een vestiging moet blijven bestaan, of anders gezegd, de wet voorziet geen uitsluiting voor handelsvestigingen die maar een korte tijd zullen blijven bestaan. Wat kort en wat lang is, zal dus op grond van de redelijkheid moeten uitgemaakt worden. Het onlangs goedgekeurde Decreet betreffende het Integraal Handelsvestigingenbeleid (afgekort IHB), voorziet voor tijdelijke vestigingen/handelsgehelen wel een uitzondering op de vergunningsplicht (art. 11, 2, in werking sinds 29.07.2016), en houdt daarbij ook rekening met de ernst van de hinder die ermee gepaard kan gaan : Tot en met 180 dagen (indien conform stedenbouwkundige voorschriften) Tot en met 90 dagen (indien niet-conform stedenbouwkundige voorschriften) Sociaal-economische vergunningen - 6/21

Een dossier opmaken voor de aanvraag van een socio-economische vergunning neemt al enige tijd in beslag en dan moet de eigenlijke procedure nog beginnen. Het is niet redelijk om een socio-economische vergunning te eisen voor een zaak waarvan vooraf geweten is dat ze maar zal bestaan voor een duur die niet langer is dan de gewone duur om een vergunningsdossier te behandelen. 14. Wat met verschillende pop-up-stores in een groot pand? Als men een groter pand (> 400 m²) wil verdelen in verschillende units, zodat verschillende pop-up-stores er tijdelijk hun intrek kunnen nemen, en dit gespreid over een langere periode, waarbij de ene winkel er misschien slechts enkele weken zal gevestigd zijn maar de andere misschien meer dan een half jaar, dan lijkt het ook in de huidige wetgeving wenselijk dat er een socio-economische vergunning wordt aangevraagd. De aanvraag wordt dan best wel voorzien van een oppervlakte per assortiment, waarbij men ook best ruimere categorieën van assortimenten hanteert, zodat men in de loop van de tijd, bij wisselende winkels niet telkens een nieuwe vergunning te moeten vragen. 15. Wat wordt verstaan onder het begrip historische vergunning? Dit zijn alle projecten die onder de wet van 29 juni 1975 vrijgesteld waren van een sociaaleconomische vergunning. Hierbij wordt rekening gehouden met de overgangsbepalingen van de IKEA-wet (die in werking trad op 1 maart 2005) : De handelsvestigingen die een definitieve stedenbouwkundige vergunning hebben bekomen en die geen sociaal-economische vergunning moesten aanvragen op basis van de wet van 29 juni 1975, hebben geen sociaal-economisch vergunning nodig voorzover de stedenbouwkundige vergunning niet vervallen is en de uitbatingsvorm- of oppervlakte niet wijzigt. 16. Wanneer spreekt men van een belangrijke wijziging van de aard van de handelsactiviteit? Wettelijk is er geen oplijsting van assortimenten of belangrijke wijzigingen om te bepalen of er een nieuwe vergunning aangevraagd moet worden. We geven enkele voorbeelden/richtlijnen die gehanteerd worden door het NSECD : Wijziging van keukenspeciaalzaak naar een detailhandel gespecialiseerd in slaapkamers, beddengoed,? Beiden zijn actief in de meubelbranche en zullen een nagenoeg gelijke invloed hebben inzake mobiliteit en een vergelijkbare ruimtelijke impact. Hierdoor is nieuwe vergunning niet nodig. Wijziging van een babyspeciaalzaak naar een beddenspeciaalzaak? Hoewel er initieel waarschijnlijk ook kinderkamers verkocht worden, was er zeker een zeer ruim assortiment van zwangerschapskleding, baby- en kinderkleding. De verandering naar bedden komt toch neer op een belangrijke wijziging van het assortiment. Hierdoor is een nieuwe vergunning wel nodig. Wijziging van een speciaalzaak in tuinmeubelen naar een gewone meubelwinkel? Omwille van de beperkte impact op bvb. mobiliteit is een nieuwe vergunning niet nodig. Sociaal-economische vergunningen - 7/21

Wijziging van een kledingwinkel naar een schoenenwinkel? Beide zaken kunnen beschouwd worden als kleding. Daarom is een nieuwe vergunning niet nodig. Bij twijfel, neemt men best contact op met het secretariaat van het NSECD (contactgegevens achteraan deze brochure). 17. Als een bestaande handelsvestiging (meer dan 400 m²) opgesplitst wordt in kleinere units, moet er dan een SEV aangevraagd worden? Als een handelsvestiging opgesplitst wordt in bijvoorbeeld drie units en deze bieden hetzelfde assortiment aan, dan is er geen belangrijke wijziging en moet er geen nieuwe SEV aangevraagd worden. Stel dat één van de drie units een totaal ander assortiment aanbiedt, dan is er wel een belangrijke wijziging en moet er een nieuwe SEV aangevraagd worden. Het gaat in dit geval om een handelsgeheel (3 units) waarbij dus SE 2-formulier gehanteerd moet worden (cf. infra). Het doet er niet toe dat de individuele units kleiner zijn dan 400m² : de totaliteit van de individuele netto handelsoppervlakte van de diverse units bepaalt of er al dan niet een SEV moet zijn. Sociaal-economische vergunningen - 8/21

2 Procedures 2.1 Algemeen 18. Welke procedures zijn er? Er zijn vier procedures te onderscheiden: 1) Voor handelsvestigingen met een netto handelsoppervlakte tussen 400 en 1000 m² beslist de gemeente autonoom over de toekenning van de machtiging (vergunning). De gemeente is ertoe gehouden een afschrift van het dossier evenals van haar beslissing, over te maken aan het secretariaat van het NSECD dat belast wordt met de archivering van de aanvraag (en vergunning). 2) In handelsvestigingen met een netto-verkoopoppervlakte van meer dan 1000 m², dient het college van burgemeester en schepenen, voorafgaandelijk aan haar beslissing, het advies in te winnen van het NSECD. 3) In zoverre de totale netto verkoopoppervlakte meer dan 2000 m² bedraagt, informeert de gemeente tevens de aangrenzende gemeenten. 4) Voor beperkte uitbreidingen en/of verhuizingen is er een vereenvoudigde procedure Samenvattend : 400 1.000m² Beslissing gemeente, geen advies NSECD >1.000m² Beslissing gemeente, na (niet-bindend) advies NSECD >2.000m² Idem >1.000m², met betrokkenheid aangrenzende gemeenten Beperkte uitbreiding Vereenvoudigde procedure en/of verhuizingen 19. Hoe wordt de aanvraag ingediend? De aanvraag voor een vergunning wordt gericht aan het College van burgemeester en schepenen van de plaats waar de vestiging gepland wordt, bij ter post aangetekende brief. De aanvraag kan ook op het gemeentehuis ingediend worden tegen indieningsbewijs. De aanvraag is vergezeld van een sociaal-economisch dossier, gebaseerd op de 4 criteria omschreven in artikel 7, 2, van de wet. De wet voorziet momenteel geen mogelijkheid om dossiers digitaal in te dienen. Om procedurefouten te vermijden, raden we aan om dossiers steeds op papier in te dienen. Voor de dossierbehandeling kan men best aanvullend een digitale versie (via mail of op digitale drager) bezorgen. Sociaal-economische vergunningen - 9/21

2.2 Vereenvoudigde procedure 20. Wanneer geldt de vereenvoudigde procedure? De vereenvoudigde procedure is van toepassing in volgende gevallen: 1) uitbreidingsprojecten van een handelsvestiging (of handelsgeheel) die reeds over een sociaal-economische vergunning beschikken voor zover de uitbreiding maximum 20% van de netto handelsoppervlakte beslaat, met een maximum van 300 m² netto handelsoppervlakte; 2) verhuizingen zonder uitbreiding van de netto handelsoppervlakte, voor zover zij plaatsvinden: in dezelfde gemeente en binnen een straal van max. 1.000 meter (de afstanden worden berekend tussen de twee punten die het dichtst bij de respectieve zones van beide gekadastreerde percelen liggen) ; 3) een combinatie van uitbreiding en verhuizing zoals omschreven in 1) en 2) 21. Hoe verloopt de vereenvoudigde procedure? De vereenvoudigde procedure verloopt via een verklaring. Deze verklaring gebeurt door middel van een formulier waarvan het model bij koninklijk besluit van 1 maart 2005 wordt bepaald. Dit formulier moet bezorgd worden aan de gemeente. 22. Kan er meerdere keren na elkaar gebruik gemaakt worden van de vereenvoudigde procedure,? Neen, dit kan niet. De vereenvoudigde procedure kan slechts 1 keer gebruikt worden. Voor een volgende uitbreiding en/of verhuis, hoe beperkt ook, moet de volledige procedure gevolgd worden. Men mag met andere woorden de vereenvoudigde procedure niet gebruiken om opeenvolgende beperkte uitbreidingen te doen (saucisonneren ) om alzo de volledige procedure te ontlopen. Voorbeeld: een bestaande winkel van 420m² netto verkoopsoppervlakte wil uitbreiden naar 440m². De vereenvoudigde procedure kan want de uitbreiding is minder dan 20% en minder dan 300m². Vervolgens wil men opnieuw uitbreiden van 440m² naar 480m². De vereenvoudigde procedure kan niet meer ook al is het minder dan 20% uitbreiding en minder dan 300m². 23. Kan je gebruik maken van de vereenvoudigde procedure bij historisch vergunde handelsvestigingen? Neen, dit kan niet. Om van de vereenvoudigde procedure gebruik te kunnen maken moet men over een uitdrukkelijke socio-economische vergunning beschikken. Het volstaat niet op grond van de wet van 29 juni 1975 vrijgesteld geweest te zijn van het aanvragen van een vergunning (historische vergunning), net zo min als men zich op de procedure kan beroepen als een handelszaak van niet meer dan 400 m² (geen sociaal-economisch vergunning nodig) wil uitbreiden tot 480 m² (dus met niet meer dan 20%). Sociaal-economische vergunningen - 10/21

2.3 Beroep 24. Wie kan beroep aantekenen? Beroep kan enkel worden ingediend door de aanvrager of door het Nationaal Sociaal- Economisch Comité voor de Distributie (NSECD) of door ten minste 7 van de 18 leden van het Comité. De gemeente of derden belanghebbende kunnen enkel beroep indienen bij de Raad van State, binnen een termijn van 60 dagen na feitelijke kennisname over vergunning (dit laatste is voor interpretatie vatbaar). 25. Waar moet het beroep worden ingediend? Het beroep wordt bij ter post aangetekende brief ingediend op het Secretariaat van het Interministerieel Comité voor de Distributie (ICD). Contactgegevens staan vermeld in punt 7. 26. In welke gevallen kan men beroep aantekenen? Anders dan in de vroegere situatie (wet van 1975) kan beroep ingediend worden tegen elke beslissing van de gemeente. Dit geld ook voor de stilzwijgende vergunning ingevolge afwezigheid van beslissing van de gemeente (verlopen van termijnen). Bij een vereenvoudigde procedure kan geen beroep aangetekend worden. 27. Binnen welke termijn moet het beroep worden ingediend? Het beroep moet ingediend worden binnen 20 kalenderdagen na de bekendmaking van de beslissing of van de ontstentenis van beslissing. Het beroep wordt ingediend bij ter post aangetekende brief op het secretariaat van het Interministerieel Comité voor de Distributie (ICD). 28. Kan de aanvrager in het kader van een beroep gehoord worden? En de gemeenten? De aanvrager (of haar vertegenwoordiger) alsook in voorkomend geval het College van burgemeester en schepenen en het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie (NSECD) worden op hun verzoek gehoord door het Interministerieel Comité voor de Distributie. 29. Binnen welke termijn moet het Interministerieel Comité zijn beslissing nemen? Het Interministerieel Comité voor de Distributie moet zijn beslissing meedelen binnen 40 (kalender)dagen na het ter post indienen van het aangetekend schrijven dat het beroep bevat. Wanneer een partij gehoord wordt, dan wordt de termijn met 15 kalenderdagen verlengd. 30. Wat indien het Interministerieel Comité geen beslissing neemt? Wanneer het Interministerieel Comité voor de Distributie niet binnen de gestelde termijn antwoordt, wordt de aangevochten gemeentelijke beslissing of de stilzwijgende vergunning wegens overschrijden van de termijn bevestigd. Sociaal-economische vergunningen - 11/21

2.4 Documenten Achteraan deze FAQ-lijst (punt 8) staat een opsomming van relevante documenten voor de dossierbehandeling van een sociaal-economische vergunningsaanvraag. 31. Welk aanvraagformulier moet gebruikt worden om een SE-vergunning aan te vragen voor een handelsgeheel als alleen voor de eerste unit een invulling gekend is? Traditioneel wordt dit door het NSECD als een autonome handelsvestiging beschouwd, zodat het formulier SE1 moet gebruikt worden. Slechts van zodra minstens 2 units een concrete invulling hebben (d.w.z. dat bekend is welk assortiment er zal aangeboden worden), wordt het als een handelsgeheel beschouwd en moet het formulier SE2 gebruikt worden. Bij het gebruik van het formulier SE2 moet er wel aan gedacht worden dat er gegevens moeten vermeld worden m.b.t. alle units binnen het handelsgeheel! 32. Bestaat er nog een verband tussen de bouwvergunning en de sociaal-economische vergunning? De twee wetgevingen zijn momenteel gescheiden en vereisen verschillende procedures. De integratie van de sociaal-economische vergunning wordt voorzien in het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid (IHB). De ingangsdatum is voorzien op 1 januari 2018. Sociaal-economische vergunningen - 12/21

3 Dossierbehandeling 3.1 Termijnen 33. Vanaf wanneer beginnen de termijnen van de procedure te lopen? Voor de oppervlakten tussen 400 m² en 1.000 m² netto. De gemeente moet haar beslissing meedelen binnen 50 kalenderdagen na het indieningsbewijs. Deze termijn kan geschorst worden wanneer de aanvraag niet volledig is en het College van burgemeester en schepenen bijkomende inlichtingen vraagt. Voor de oppervlakten groter dan 1.000 m² netto. De termijn waarbinnen het NSECD een advies moet uitbrengen, begint te lopen de dag waarop het bewijs van ontvangst van het volledige dossier door het NSECD wordt verstuurd. Dit bewijs moet verstuurd worden binnen een termijn van 20 dagen na indiening van het dossier bij de gemeente of na de ter post aangetekende verzending van het dossier, of na het verstrijken van deze termijn om het mee te delen. De gemeente moet haar beslissing meedelen aan de aanvrager binnen 70 dagen na afgifte van het bewijs van ontvangst van het volledige dossier of na verstrijken van de termijn om dit mee te delen. 34. Wat bepaalt de aanvangsdatum? Een aanvraag voor een vergunning wordt gericht aan het College van burgemeester en schepenen van de plaats waar de vestiging gepland wordt. Afhankelijk van de wijze van indiening wordt de aanvangsdatum bepaald : wordt de aanvraag afgegeven bij de gemeente, dan moet er onmiddellijk een ontvangstbewijs gegeven worden. Het ontvangstbewijs moet geen beoordeling van de volledigheid inhouden. De termijn loopt vanaf moment van indiening. wordt de aanvraag per gewone post bezorgd. Dan geldt dezelfde redenering als bij afgifte van de aanvraag. De termijn loopt vanaf moment van ontvangst. wordt de aanvraag per aangetekend schrijven ingediend, dan geldt de datum waarop de aanvrager de zending bij De Post heeft afgegeven (zie stempel door De Post aangebracht). De termijn loopt vanaf poststempel. Indien het dossier doorgestuurd wordt naar het NSECD, dan wordt in het begeleidend schrijven best de wijze en datum van indiening vermeld. Tip : bewaar steeds de enveloppe van het aanvraagdossier. Het is een belangrijk stuk indien er een geschil zou zijn over de juiste aanvangsdatum. 35. Binnen welke termijn moet de gemeente haar beslissing nemen? Vanaf 400 m² netto handelsoppervlakte tot 1.000 m² heeft het College van burgemeester en schepenen een termijn van 50 (kalender)dagen na aflevering van het indieningsbewijs om haar beslissing mee te delen. Deze termijn kan geschorst worden wanneer de aanvraag onvolledig is en het College van burgemeester en schepenen bijkomende inlichtingen vraagt. Sociaal-economische vergunningen - 13/21

Vanaf meer dan 1.000 m² netto handelsoppervlakte beschikt het College van burgemeester en schepenen over een termijn van 70 kalenderdagen na afgifte van het bewijs van ontvangst van het volledige dossier om zijn beslissing mee te delen. 36. Wat bij ontstentenis van beslissing? Indien het College van burgemeester en schepenen geen beslissing neemt, wordt de beslissing als gunstig beschouwd. De wet bepaalt dat aan het College van burgemeester en schepenen een bevestiging van de ontstentenis van beslissing gevraagd kan worden (artikel 9 van de wet van 13 augustus 2004). 37. Hoelang is de sociaal-economische vergunning geldig? De vergunning vervalt wanneer het project niet binnen 4 jaar na indiening ervan werd uitgevoerd. Uitvoering van vergunning is niet hetzelfde als oplevering van het gebouw! Het vervallen van de vergunning gebeurt van rechtswege. Op verzoek van de aanvrager kan de vergunning echter voor de periode van één jaar worden verlengd. De verlenging wordt toegekend door het College van burgemeester en schepenen. 3.2 NSECD 38. Binnen welke termijn moet het NSECD een advies uitbrengen? Het NSECD moet een advies uitbrengen binnen 35 kalenderdagen te rekenen vanaf de afgifte van het bewijs van ontvangst van het volledige dossier (of vanaf verstrijken van de termijn waarbinnen dit bewijs had moeten worden afgeleverd). 39. Wat indien er geen advies is van het NSECD? Wanneer het advies van het NSECD niet binnen de termijn wordt betekend, vervolgt het College van burgemeester en schepenen het onderzoek van de aanvraag. 40. Kan de gemeente gehoord worden? Voor projecten van meer dan 1.000 m² bepaalt de wet dat de aanvrager en de gemeente op hun aanvraag gehoord kunnen worden door het NSECD. Voor projecten van meer dan 2.000 m² bepaalt de wet dat het NSECD naast de aanvrager en de gemeente van de plaats van vestiging ook alle aangrenzende gemeenten uitgenodigt om zich tijdens de zitting uit te spreken. 41. Wat als de gemeente niet aanwezig kan zijn tijdens de zitting NSECD? De gemeente kan het gemotiveerde standpunt van de gemeente vooraf aan de voorzitter van het NSECD meedelen. Contactgegevens Stefaan Piens (zie achteraan deze brochure). Sociaal-economische vergunningen - 14/21

3.3 Advies 42. Wie kan advies geven? Naast het advies van het NSECD kunnen verschillende stedelijke diensten advies (input) geven betreffende de 4 te beoordelen criteria. Concreet denken we hier aan het advies van diensten economie, mobiliteit, ruimtelijke ordening (stedenbouw), ruimtelijke planning en dit voornamelijk voor de criteria ruimtelijke ligging en de bescherming van het stedelijk milieu. 43. Welke positie bekleden de aangrenzende gemeenten? In zoverre de totale netto verkoopoppervlakte meer dan 2000 m² bedraagt, informeert de gemeente tevens de aangrenzende gemeenten. Hierdoor kunnen de aangrenzende gemeenten in dossiers van deze omvang, eveneens binnen de wettelijke termijnen, hun standpunt kenbaar maken aan het NSECD. De aangrenzende gemeenten worden door het NSECD uitgenodigd voor de zitting. Indien zij niet aanwezig kunnen zijn, geldt hier ook het aanbod om het gemotiveerde standpunt van de gemeente vooraf aan de voorzitter van het NSECD meedelen. Contactgegevens Stefaan Piens (zie achteraan deze brochure). 3.4 Beslissing CBS aflevering vergunning 44. Wat neem je op in de beslissing CBS en vergunning? Hiervoor verwijzen we naar het modeldocument collegebeslissing vergunninghandelsvestiging in punt 8. Dit document kan best aangevuld worden met de motivering (redenen) voor het verlenen of weigeren van de vergunning vanuit de gemeente. Hierbij is het belangrijk dat het standpunt van de gemeente zelf verduidelijkt wordt. De argumenten van het advies NSECD mogen hierbij niet letterlijk overgenomen worden. 45. Kan je voorwaarden opleggen in een sociaal-economische vergunning? Ja, je kan voorwaarden opnemen in een sociaal-economische vergunningen. Hierbij is de motivering voor het opleggen van deze voorwaarden uiterst belangrijk. Deze (nieteconomische) voorwaarden komen vaak ook terug in de stedenbouwkundige vergunning. 46. Welke zijn de vormvereisten voor aanplakking vergunning? De aanvrager dient overeenkomstig de bepalingen van de IKEA-wet, een bekendmaking aan te plakken op een plaats waar het ontwerp van handelsvestiging grenst aan een openbare weg. Indien het ontwerp niet grenst aan een openbare weg, gebeurt de aanplakking aan de dichtstbijzijnde openbare weg. De bekendmaking wordt aangebracht op een schutting, op een muur of op een aan een paal en dit op ooghoogte en met de tekst gericht naar de openbare weg. Zie ook KB 1 maart 2015. Het aanplakbiljet wordt aangeleverd door de gemeente. Het aanplakbiljet wordt met zwarte letters op wit papier gedrukt en is ten minst 35 vierkante decimeter groot. Sociaal-economische vergunningen - 15/21

4 Criteria 4.1 De 4 criteria de ruimtelijke ligging; de bescherming van het stedelijk milieu; de consumentenbescherming; de naleving van de sociale en arbeidswetgeving. 47. Kan een nieuwe inplanting op KMO-terrein? Detailhandel kan in principe NIET op KMO- of bedrijventerreinen. Naar aanleiding van de eerste winkelnota is in 2011 expliciet een verbod opgenomen in het BVR tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen om nog handel of horeca te vestigen op bedrijventerreinen. 48. Hoe omgaan met historische situatie op KMO- of bedrijventerrein? Voor het eventueel verlenen van een sociaal-economische vergunning wordt de beoordeling van het criterium ruimtelijke ligging op een KMO-terrein zeer moeilijk. Indien men deze vestiging toch wenst te bestendigen dan moet men een planningsinitiatief (RUP) opstarten om deze zone-vreemde situatie te regulariseren. 49. Wat met de criteria consumentenbescherming en de naleving van de sociale en arbeidswetgeving? Als dossierbehandelaar (gemeente) kan je voor deze criteria enkel stellen dat de aanvrager de desbetreffende regelgeving dient te respecteren. Als gemeente heb je in de toepassing van de consumentenbescherming en de sociale wetgeving geen regulerende bevoegdheid. 4.2 Motivering 50. Welke argumenten zijn aanvaardbaar bij motivering van beslissing? Bij motivering van beslissing is het zeer belangrijk om objectieve motieven te beschrijven en indien mogelijk met cijfergegevens (vb. verkeerstellingen, parkeernormen, richtcijfers, feitenfiches, ) te motiveren. Verwijzingen naar een visieplan, strategisch commercieel plan, afbakening kernwinkelgebied, worden vaak wel aanvaard op voorwaarde dat ze duidelijk gecommuniceerd worden (vb. publicatie gemeentelijke website). Economische argumenten zijn, sedert de Europese Dienstenrichtlijn (EDRL), niet toegestaan. Sociaal-economische vergunningen - 16/21

5 Handhaving 51. Wie kan handhaven? Vroeger was dit een taak van de economische inspectie (FOD economie). Met de regionalisering van deze wetgeving is hier heel wat onduidelijkheid ontstaan. Inbreuken kunnen wel vastgesteld worden door een beëdigd ambtenaar of de lokale politie. 52. Hoe kan een gemeentebestuur of een derde een klacht m.b.t. inbreuken op de wet melden? Indien u klacht wenst neer te leggen wegens niet-naleving van deze wetgeving ikv handelsvestigingen, dan kan dit bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen. U kan dit doen via dit klachtenformulier : http://vlaanderenonderneemt.be/klachtenafhandeling Sociaal-economische vergunningen - 17/21

6 Integraal Handelsvestigingsbeleid de toekomst 53. Wat is het IHB? Op 22 april 2016 keurde de Vlaamse regering het ontwerpdecreet Integraal Handelsvestigingsbeleid definitief goed. Dit reeds lang aangekondigde decreet is een goede zaak. Het geeft aan gemeenten de nodige instrumenten om hun visie op detailhandel, vaak opgenomen in een strategisch commercieel plan, om te zetten in de praktijk. Via stedenbouwkundige verordeningen (of ruimtelijke uitvoeringsplannen) hebben gemeenten de mogelijkheid om kernwinkelgebieden en winkelarme gebieden af te bakenen alsook om het winkelaanbod te sturen. Verder kunnen gemeenten met ontwikkelaars of exploitanten handelsvestigingsconvenanten afsluiten over het aanbod, gezamenlijke initiatieven en de betrokkenheid bij kernversterkend beleid. 54. Wat verstaan we onder een afgebakend kernwinkelgebied? Een gebied afgebakend in een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening of een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan waar via stedenbouwkundige voorschriften een stimulerend beleid inzake kleinhandel wordt gevoerd. (zie ook IHB) 55. Welke zijn de 10 hoofdfuncties waar het NSECD nu reeds naar refereert? Een stedenbouwkundige vergunning is nodig als een van de volgende hoofdfuncties van een bebouwd onroerend goed geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd in een andere hierna vermelde hoofdfunctie. Deze functies werden opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen (in werking 29.11.2015). Handel, horeca, kantoor en diensten worden niet langer als één stedenbouwkundige functie beschouwd : Wonen verblijfsrecreatie dagrecreatie, met inbegrip van sport land- en tuinbouw in de ruime zin; detailhandel; dancing, restaurant en café; kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen; industrie en bedrijvigheid; gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen; militaire functie. Sociaal-economische vergunningen - 18/21

7 Contactgegevens Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten () Algemeen vzw - Dienst Economie Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel economie@vvsg.be Regionale medewerkers Vlaams-Brabant stefan.thomas@vvsg.be Limburg en Antwerpen mary-ann.smits@vvsg.be Oost- en West-Vlaanderen vicky.dekock@vvsg.be NSECD (Agentschap Innoveren en Ondernemen) NSECD-secretariaat Agentschap Innoveren & Ondernemen Dienst Vestiging en Ruimtelijke Economie Mevrouw Sonja Jalon Koning Albert II laan 35 bus 12 1030 Brussel ICD-secretariaat Agentschap Innoveren & Ondernemen Dienst Vestiging en Ruimtelijke Economie Mevrouw Eline Horemans Koning Albert II laan 35 bus 12 1030 Brussel Voor dringende vragen Stefaan Piens, Voorzitter NSECD 09 267 40 10 - stefaan.piens@vlaio.be Sonja Jalon, Secretaris NSECD sonja.jalon@vlaio.be De samenstelling NSECD Het NSECD bestaat uit 18 leden waaronder de ministers van economie, werk, ruimtelijke ordening en mobiliteit of hun afgevaardigden, Comeos, UNIZO, NSZ en consumentenverenigingen. Sociaal-economische vergunningen - 19/21

Meer informatie http://www.vlaanderenonderneemt.be/ondernemen/socio-economische-vergunning http://www.vvsg.be/economie/economie/detailhandel/handelsvestiging/pages/default. aspx Handboek Gemeentelijk Economisch Beleid, met checklist, modeldocumenten en voorbeeldbrieven http://www.detailhandelvlaanderen.be/wetgeving/integraal-handelsvestigingsbeleid Deze brochure kwam tot stand in het kader van het project Overlegtafels Economie van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten in samenwerking met en met steun van het Agentschap Innoveren en Ondernemen. Sociaal-economische vergunningen - 20/21

8 Bijlages -documenten in het kader van sociaal-economische vergunningen (juni 2016). Deze documenten zijn ook terug te vinden in ons losbladig handboek Gemeentelijk economisch beleid en te downloaden via de bijhorende website www.gemeentelijkeconomischbeleid.be 1. Checklist voor ondernemers 2. Invuldocument enkelvoudig handelsaanbod en handelsgeheel - SE 1- formulier: enkelvoudig handelsaanbod - SE 2- formulier: handelsgeheel 3. Sociaal-economisch dossier 4. Invuldocument vereenvoudigde procedure: voorafgaande verklaring 5. Indieningsbewijs - indien oppervlakte minder is dan 1.000 m² netto verkoopsoppervlakte - indien oppervlakte meer is dan 1.000 m² netto verkoopsoppervlakte 6. Volledigverklaring Bij volledigheid - voor handelsvestiging van minder dan 1000 m2 netto oppervlakte - binnen de vereenvoudigde procedure Bij onvolledigheid - voor handelsvestiging van minder dan 1000 m2 netto verkoopsoppervlakte - binnen de vereenvoudigde procedure 7. Begeleidend schrijven kennisgeving dossier aan NSECD 8. Begeleidend schrijven adviesvraag aan de betrokkenen in dit dossier 9. Kennisgeving dossier aangrenzende gemeenten 10. Model Collegebeslissing Vergunning handelsvestiging 11. Begeleidend schrijven beslissing Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie (M10) 12. Kennisgeving beslissing aan de onderneming - Kennisgeving aan de onderneming bij beslissing - Mededeling bij ontstentenis van betekening van de beslissing Sociaal-economische vergunningen - 21/21

Heeft u nog vragen over de regelgeving, het beleid of maatregelen op het vlak van de socio-economische vergunningen laat het ons weten via economie@vvsg.be. Ook suggesties over deze lijst van veel gestelde vragen zijn via die weg welkom. Deze brochure kwam tot stand in het kader van het project Overlegtafels Economie met steun van het Agentschap Innoveren & Ondernemen.