Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding Informatica aan de Universiteit Utrecht vastgesteld door de Faculteitsraad op 23 juni 1998 Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Toepasselijkheid Deze onderwijs- en examenregeling, zoals bedoeld in artikel 7.13 van de WHW, is van toepassing op de opleiding Informatica die wordt verzorgd door de faculteit Wiskunde en Informatica van de Universiteit Utrecht. Vorm en examens Het onderwijs is in voltijdse vorm ingericht. De studielast van de opleiding is 168 studiepunten. De opleiding wordt afgesloten met een doctoraal examen. Het eerste jaar van de opleiding, met een studielast van 42 studiepunten, wordt afgesloten met een propedeutisch examen. De verkorte vorm van de opleiding bestemd voor afgestudeerden van bepaalde HBOopleidingen heeft een studielast van 84 studiepunten en kent alleen een doctoraal examen. Eindtermen Na het behalen van het doctoraal examen heeft de afgestudeerde zowel praktische vaardigheden als fundamentele kennis op een groot gebied van de informatica. Daarnaast heeft de afgestudeerde een visie ontwikkeld op het vakgebied, in het bijzonder op zijn of haar specialisatie. Verder is de afgestudeerde academisch gevormd, kan kritisch nadenken, goed abstraheren, zelfstandig werken, en zowel schriftelijk als mondeling over het vak communiceren. Varianten De opleiding kent vier varianten (differentiaties): algemene informatica medisch-technische informatica technische kunstmatige intelligentie informatica en management Het Onderwijsbestuur stelt voor elke variant één of meer specialisatierichtingen vast. Opbouw propedeuse Het propedeutisch examen bestaat uit tien onderwijseenheden met een totale omvang van 42 studiepunten (sp): a. 26 sp: zes onderwijseenheden op het gebied van de informatica: 4 sp: caleidoscoop informatica 4 sp: software tools 5 sp: imperatief programmeren 5 sp: objectgeoriënteerd modelleren en programmeren 4 sp: functioneel programmeren 1
Artikel 6 4 sp: algoritmen en datastructuren 1 b. 12 sp: drie onderwijseenheden waarin wiskunde-vaardigheden centraal staan: 4 sp: beschrijven en bewijzen 4 sp: concrete wiskunde 4 sp: lineaire algebra c. 4 sp: één onderwijseenheid op het gebied van een van de varianten van de opleiding. In de variant algemene informatica: 4 sp: computers, software en netwerken In de variant medisch-technische informatica: 4 sp: medisch basisvak In de variant technische kunstmatige intelligentie: 4 sp: inleiding psychologie In de variant informatica en management: 4 sp: bedrijseconomie In een twin -opleiding informatica en wiskunde mag de combinatie van de volgende onderwijseenheden 4 sp: caleidoscoop informatica 4 sp: software tools 4 sp: concrete wiskunde 4 sp: lineaire algebra worden vervangen door de combinatie van de volgende onderwijseenheden uit de opleiding wiskunde: 8 sp: algebra 1 3 sp: analyse 1 4 sp: infinitesimaalrekening 1W 2 sp: analyse 2 5 sp: infinitesimaalrekening 2W 2 sp: inleiding stochastiek Opbouw doctoraal Het doctoraal examen bestaat uit de volgende onderwijseenheden met een totale studielast van minstens 126 studiepunten (sp) a. 27 sp: zes onderwijseenheden op het gebied van de informatica: 8 sp: softwareproject 4 sp: databases 4 sp: grammatica s en ontleden 4 sp: expertsystemen 4 sp: formele methoden 3 sp: algoritmen en datastructuren 2 b. 5 sp: één onderwijseenheid waarin wiskunde-vaardigheden centraal staan: 5 sp: statistiek c. 22 sp: zes onderwijseenheden op het gebied van een van de varianten van de opleiding. In de variant algemene informatica: 4 sp: programmeren en correctheid 3 sp: gedistribueerd programmeren 3 sp: graphics 4 sp: software-architectuur 4 sp: implementatie van programmeertalen 4 sp: optimalisering In de variant medisch-technische informatica: 2
Artikel 7 4 sp: ziekteleer 3 sp: klinisch handelen 3 sp: graphics 4 sp: representeren en zoeken 4 sp: inleiding beeldverwerking 4 sp: biomedische modelbouw In de variant technische kunstmatige intelligentie: 4 sp: psychologische expertise 3 sp: besliskunde 3 sp: logica voor AI 4 sp: representeren en zoeken 4 sp: automatisch redeneren 4 sp: kennisacquisitie en modelleren In de variant informatica en management: 4 sp: inleiding management en organisatie 3 sp: logistiek management 3 sp: discrete optimalisering 4 sp: software-architectuur 4 sp: planning en control 4 sp: project operations research d. 28 sp of meer: minstens zeven onderwijseenheden, te kiezen uit de onderwijseenheden die door het Onderwijsbestuur zijn aangewezen als onderdeel van specialisatierichting(en) van de opleiding, waaronder tenminste 16 sp in een te kiezen specialisatierichting binnen de gekozen variant. Van deze 16 sp zijn 8 sp verplicht voor de gekozen specialisatierichting. e. 10 sp of meer: minstens twee onderwijseenheden gericht op algemene vaardigheden: 6 sp: overdragen van de informatica plus minstens één te kiezen uit: 4 sp: filosofie van de informatica 4 sp: maatschappelijke aspecten van de informatica f. 8 sp of meer: onderwijseenheden op het gebied van een keuzevak g. 22 sp: een afstudeeronderzoek in de gekozen specialisatierichting. In de gekozen variant moet ook de in artikel 5 genoemde variant-specifieke onderwijseenheid zijn behaald (als onderdeel van de propedeuse òf als onderdeel van het keuzevak). De onderwijseenheden die specifiek zijn voor een of meer specialisatierichtingen worden jaarlijks gepubliceerd in de studiegids van de opleiding. In plaats van de in genoemde onderwijseenheden kan de examencommissie in individuele gevallen andere onderwijseenheden goedkeuren. Als keuzevak kunnen worden gekozen: onderwijseenheden uit één van de in de studiegids van de opleiding beschreven standaard-keuzevakken andere in individuele gevallen door de examencommissie goedgekeurde keuzevakken, waaronder combinaties van variant-specifieke vakken die het mogelijk maken na 1 jaar van variant te wisselen. Verkorte doctoraalopleiding Op grond van een einddiploma van een Hogere Informatica Opleiding wordt men toegelaten tot een verkorte opleiding met een studielast van 84 studiepunten (sp). De verkorte doctoraalopleiding bestaat uit de volgende onderdelen, met een totale 3
omvang van minstens 84 sp: a. 28 sp: door de examencommissie aan te wijzen onderwijseenheden op het gebied van de informatica en één van de varianten van de opleiding b. 28 sp of meer: minstens zeven onderwijseenheden, te kiezen uit de onderwijseenheden die door het Onderwijsbestuur zijn aangewezen als onderdeel van specialisatierichting(en) van de opleiding, waaronder tenminste 16 sp in een te kiezen specialisatierichting. Van deze 16 sp zijn 8 sp verplicht voor de gekozen specialisatierichting. c. 8 sp of meer: onderwijseenheden op het gebied van een keuzevak d. 16 sp: een afstudeeronderzoek in de gekozen specialisatierichting. Artikel 8 lid 6 lid 7 Artikel 9 Toetsvormen en -frequentie Elke onderwijseenheid wordt afgesloten door een tentamen. Elk tentamen leidt tot een beoordeling. Een tentamen bestaat uit een of meer van de volgende vormen: het schriftelijk beantwoorden van vragen het mondeling beantwoorden van vragen het schrijven van een scriptie het houden van een voordracht het uitvoeren van practisch werk het uitvoeren van een onderzoeks- of ontwerpopdracht het participeren in groepsactiviteiten het bijwonen van lezingen het verrichten van andere door de examencommissie vastgestelde onderwijsactiviteiten Voor schriftelijke tentamen(-onderdelen) wordt tenminste tweemaal per jaar gelegenheid geboden. De eerste gelegenheid vindt kort na afloop van het onderwijs plaats. Bij mondelinge tentamen(-onderdelen) wordt niet meer dan één student tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. De afname van mondelinge tentamen(-onderdelen) is openbaar, tenzij de examencommissie, al dan niet op verzoek van een student, in een bijzonder geval anders heeft bepaald. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zonodig via de studentendecaan advies in alvorens te beslissen. Voor elke onderwijseenheid stelt het Onderwijsbestuur vast welke toetsvorm(en) gebruikt worden en hoe de beoordeling plaatsvindt. De gebruikte toetsvormen worden gepubliceerd in de studiegids van de opleiding, of in het geval van specialisatievakken twee weken voor aanvang van het onderwijs bekend gemaakt. Volgorde van tentamens Aan de onderwijseenheid softwareproject mag pas worden deelgenomen als 34 studiepunten uit het propedeuseprogramma, waaronder de onderwijseenheid objectgeoriënteerd modelleren en programmeren zijn behaald. Het afstudeeronderzoek kan pas worden uitgevoerd als niet meer dan 12 studiepunten uit de rest van de opleiding ontbreken. De examencommissie kan in individuele gevallen toestemming verlenen af te wijken van de bovengenoemde leden. 4
Artikel 10 lid 6 lid 7 lid 8 lid 9 Artikel 11 Artikel 12 Beoordeling van tentamens Bij mondelinge tentamen(-onderdelen) stelt de examinator terstond na het afnemen de uitslag vast en deelt deze de betrokken student mede. Bij schriftelijke tentamen(-onderdelen) stelt de examinator binnen dertig dagen na de dag dat het is afgelegd of dat iets uiterlijk kon worden ingeleverd de beoordeling vast. De eindbeoordeling van een tentamen wordt uitgedrukt in een cijfer, waarbij 0 het laagste en 10 het hoogste cijfer is. De examinator rondt de beoordeling af op hele of halve punten. De onderwijseenheid is behaald als het cijfer groter dan of gelijk aan 6 is. De examinator verschaft terstond na het bepalen van de eindbeoordeling van een tentamen de uitslag aan de administratie van de opleiding. De administratie van de opleiding zorgt voor registratie van de tentamenuitslagen in de studievoortgangsadministratie, en stuurt de studenten zo spoedig mogelijk een schriftelijk bewijs van de uitslag. Gedurende dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen(-onderdeel) en een practische oefening krijgt een student op verzoek inzage in zijn/haar beoordeeld werk. Gedurende de inzagetermijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het tentamen(-onderdeel). Bij het schriftelijke bewijs van de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Een student kan te allen tijde een overzicht verkrijgen van de op hem/haar betrekking hebbende geregistreerde tentamenresultaten. Geldigheidsduur en vrijstelling van tentamens De geldigheidsduur van behaalde tentamens is onbeperkt, onder inachtneming van het in artikel 12 bepaalde. De examencommissie kan vrijstelling verlenen van een tentamen als de student een qua inhoud en studielast overeenkomstige onderwijseenheid van een andere opleiding heeft behaald. Examens Een examen bestaat uit de afzonderlijke tentamens van de onderwijseenheden. Voor examenonderdelen waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald kan de examencommissie een aanvullend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het examen. Als de uitslagen van de tentamens haar daartoe aanleiding geven kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen. De examencommissie stelt, met uitzondering van de maanden juni en juli, de uitslag van het examen vast binnen 30 dagen nadat de student voldoende bewijzen over legt van door hem/haar behaalde examenonderdelen, 5
Artikel 13 Niet-standaard vooropleidingen Bezitters van een VWO-diploma zonder het vak Wiskunde B in het eindexamenpakket kunnen examens afleggen voor de opleiding na het met goed gevolg afleggen van de toets wiskunde B van het James Boswell Instituut. Bezitters van een VWO-diploma zonder het vak Natuurkunde in het eindexamenpakket kunnen voor de opleiding worden ingeschreven op grond van een door de examencommissie verleende vrijstelling. Bezitters van een in het buitenland verkregen diploma zoals bedoeld in artikel 7.28 WHW kunnen voor de opleiding worden ingeschreven na het met goed gevolg afleggen van de toets Nederlands van het James Boswell Instituut, het staatsexamen Nederlands op niveau 2, of het interuniversitair toelatingsexamen Nederlands. Bij het toelatingsonderzoek voor bezitters van een buitenlands diploma zoals bedoeld in artikel 7.29 WHW worden als aanvullende eisen gesteld: een toereikende kennis van de wiskunde, overeenkomend met Wiskunde B op VWO-nivo, en voldoende kennis van het Engels om de vakliteratuur te kunnen lezen. Nadere regels omtrent de procedure voor het toelatingsonderzoek zoals bedoeld in artikel 7.29 WHW zijn vastgelegd in het colloquium-doctumreglement. Artikel 14 Studiebegeleiding De faculteit draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. Artikel 15 Artikel 16 Wijziging en bekendmaking Wijzigingen in deze regeling kunnen niet ten nadele van studenten van invloed zijn op goedkeuring van examenprogramma s of andere door de examencommissie genomen beslissingen. Wijzigingen in deze regeling die betrekking hebben op het lopende studiejaar zijn alleen mogelijk als de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. De faculteit draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van regelen en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. Overgangsbepalingen Voor studenten die in 1996 of eerder aan de opleiding zijn begonnen, geldt een door de examencommissie vastgestelde en gepubliceerde overgangsregeling met de vorige versie van deze onderwijs- en examenregeling. Van de in deze regeling beschreven opleidingsvarianten technische kunstmatige intelligentie en informatica en management wordt het propedeuseprogramma voor het eerst aangeboden in het studiejaar 1998/99; in de daaropvolgende drie jaren wordt steeds één opleidingsjaar meer van deze opleidingsvarianten verzorgd. 6