Avondgebed op de Oudejaarsavond van het jaar onzes Heren 2015 Donderdag : 31 december 2015 Aanvang : 19.00 uur Voorganger : Ad van Nieuwpoort Ouderling : Heleen Nieman Diaken : Anne Marie Schüttenhelm Organist : Agnes van Bekkum
Orgelspel Opgang (De gemeente gaat staan) Aanvangslied: Lied 14 (bundel: liefste lied van overzee): 1, 2 en 3 2 Het zonlicht heeft ons wel verlaten, maar als ik straks mijn ogen sluit, dan blijft Gij door de nacht heen waken tot weer de dag wordt ingeluid. 3 Wanneer wij ons te slapen leggen wendt zich de aarde naar de zon. Haar licht zal and re mensen zeggen dat Gij het duister overwon. 2
Moment van stilte v: Heer, open mijn lippen g: Mijn mond zal zingen van uw eer v: God, kom mij te hulp g: Heer, haast U mij te helpen v: Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest g: zoals het was in het begin en nu en altijd v: en in de eeuwen der eeuwen g: amen Vervolg: Lied 14 (bundel: liefste lied van overzee): 4 en 5 4 Ontluiken elders dan haar stralen en wachten mensen op het licht, gun hun zo lang zij adem halen het lichten van uw aangezicht. 5 Op aarde blijft de lofzang klinken, nooit zal zij onderbroken zijn, zoals wie nu uw troon omringen zich laven aan uw zonneschijn. (De gemeente gaat zitten) Gebed van Opgang 3
Zingen: Lied 221 Tekst: Huub Oosterhuis; Melodie: Bernard Huijbers 2 Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd waakt over mij en over al mijn gangen. Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om, als ik val, mij telkens op te vangen. Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt. Ik moet in lief en leed naar U verlangen. 3 Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede. Ontsteek die vreugde die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw mens besteden. Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden. 4
Psalmgebed: Psalm 103 (V = Voorganger; G = Gemeente) Van David. 1 V: Loof de Here, mijn ziel, G: en al wat in mij is, zijn heilige naam; 2 V: loof de Here, mijn ziel, G: en vergeet niet een van zijn weldaden; 3 V: die al uw ongerechtigheden vergeeft, G: die al uw krankheden geneest, 4 V: die uw leven verlost van de groeve, G: die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid, 5 V: die uw ziel verzadigt met het goede, G: zodat uw jeugd zich vernieuwt als die van een arend. 6 V: De Here doet gerechtigheid G: en recht aan alle verdrukten. 7 V: Hij maakte Mozes zijn wegen bekend, G: de kinderen Israëls zijn daden. 8 V: Barmhartig en genadig is de Here, G: lankmoedig en rijk aan goedertierenheid; 9 V: niet altoos blijft Hij twisten, G: niet eeuwig zal Hij toornen; 10 V: Hij doet ons niet naar onze zonden G: en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden; 11 V: maar zo hoog de hemel is boven de aarde, G: zo machtig is zijn goedertierenheid over wie Hem vrezen. 12 V: Zover het oosten is van het westen, G: zover doet Hij onze overtredingen van ons; 13 V: gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, G: ontfermt Zich de Here over wie Hem vrezen. 14 V: Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, G: gedachtig, dat wij stof zijn. 15 V: De sterveling zijn dagen zijn als het gras, G: als een bloem des velds, zo bloeit hij; 16 V: wanneer de wind daarover is gegaan, is zij niet meer, G: en haar plaats kent haar niet meer. 17 V: Maar de goedertierenheid des Heren is van eeuwigheid G: tot eeuwigheid over wie Hem vrezen, en zijn gerechtigheid over kindskinderen, 18 V: over hen die zijn verbond onderhouden, G: en aan zijn bevelen denken om die te doen. 5
19 V: De Here heeft zijn troon in de hemel gevestigd, G: zijn koningschap heerst over alles. 20 V: Looft de Here, gij zijn engelen, G: gij krachtige helden die zijn woord volvoert, luisterend naar de klank van zijn woord. 21 V: Looft de Here, al zijn heerscharen, G: gij zijn dienaren, die zijn wil volbrengt. 22 V: Looft de Here, al zijn werken, G: aan alle plaatsen zijner heerschappij. Loof de Here, mijn ziel. Gemeente zingt: Gezang 705: 1 1 Ere zij aan God, de Vader, ere zij aan God, de Zoon, eer de Heilge Geest, de Trooster, de Drieeenge in zijn troon. Halleluja, halleluja, de Drieeenge in zijn troon! Schriftlezing: Lukas 2: 25-33 25) En zie! Er was een mens in Jeruzalem, wiens naam was Simeon; en deze mens was rechtvaardig en godvrezend, verwachtende de vertroosting van Israël, en de heilige Geest was op hem. 26) En hem was door de heilige Geest een godsspraak gegeven dat hij de dood niet zien zou eer hij de Christus des Heren gezien had. 27) En hij kwam door de Geest in de tempel. En toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten, om met hem te doen volgens de gewoonte van de wet, 28) ontving hij het in zijn armen en hij zegende God en zei: 29) Nu laat Gij heer uw dienstknecht/slaaf vrij gaan in vrede, naar uw woord, 30) want mijn ogen hebben gezien uw bevrijding 31) die Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken. 32) Licht tot openbaring van de heidenen en heerlijkheid van uw volk Israël. 6
Muzikaal intermezzo: Arioso uit cantate bwv 156 J.S. Bach (1685-1750) OVERWEGING Muzikaal Intermezzo: Le matin (La traversée) Yann Tiersen (1970 - ) Collecte: 1 e Wijkwerk - Eigen Gemeente Voorbeden, Stil Gebed, Gebed des Heren Slotlied (staande) : Lied 90 a: 1, 3, 4, 5, 6 t.: Isaac Watts O God, our help in ages past v.: Evert Louis Smelik; m.: Supplement to the New Version 1708 St. Anne 3 Gij zijt, van vóór Gij zee en aard hebt door uw woord bereid, altijd dezelfde, die Gij waart, de God der eeuwigheid! 4 En duizend jaar gaan als de dag van gisteren voor U heen, een schaduw, een gedachte vaag. eren nachtwaak, die verdween. 7
5 De tijd draagt alle mensen voort op zijn gestage stroom; ze zijn als gras, door zon verdord, vervluchtigd als een droom. 6 O God, die droeg ons voorgeslacht in tegenspoed en kruis, wees ons een gids in storm en nacht en eeuwig ons tehuis! Zegen, beantwoord met gesproken Amen Orgel: Das alte Jahr vergangen ist - Bwv 614 - J.S. Bach (1685 1750) Deurcollecte voor: kerk