Inspectierapport De Zonnebloem (PSZ) Akelei 3 8265KA KAMPEN Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Kampen Datum inspectie: 20-09-2016 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 04-10-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal...10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties, een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende: de eisen aan het personeel; de opvang in groepen; de beroepskracht-kind-ratio; de pedagogische kwaliteit. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over Peuterspeelzaal De Zonnebloem en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport verder uitgewerkt. Feiten over peuterspeelzaal De Zonnebloem Peuterspeelzaal De Zonnebloem is onderdeel van Stichting Prokino. Stichting Prokino is een landelijke organisatie voor kinderopvang in de breedste zin van het woord. In de gemeente Kampen heeft Prokino meerdere peuterspeelzalen onder haar hoede. Peuterspeelzaal De Zonnebloem is gehuisvest in christelijke basisschool De Morgenster. Het heeft een eigen groepsruimte met een deel van de gang/hal in deze school. De toiletten bevinden zich in de aangrenzende hal. De peuterspeelzaal is 5 dagdelen geopend. Peuterspeelzaal De Zonnebloem staat in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen geregistreerd met 16 kindplaatsen. Inspectiegeschiedenis 20-06-2013 jaarlijks onderzoek: Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd. 26-05-2014 jaarlijks onderzoek: Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd. 13-10-2015 jaarlijks onderzoek: Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit jaarlijks onderzoek wordt er aan alle getoetste voorwaarden voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van de pedagogische praktijk. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor Peuterspeelzaal De Zonnebloem kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. Uit een gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij goed op de hoogte zijn van het beleid en daarnaar handelen. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep. Emotionele veiligheid Indicator: Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. Observatie : Er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast voor kinderen. Het laat ruimte voor enige flexibiliteit voor onvoorziene situaties of uitloop van geplande activiteiten. -De beroepskracht neemt samen met de kinderen de dagindeling door aan de hand van de pictogrammen aan de muur. Beroepskracht zegt: Nu zitten we in de kring en wat gaan we dan altijd doen? Fruit eten he. Na het fruit eten zegt de beroepskracht: 'We gaan nu eerst liedjes zingen en dan kunnen we daarna lekker een spelletje doen.' Ontwikkeling van de persoonlijke competentie Indicator: De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Observatie: De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo en niveau van een kind. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn, zonder het kind te overvragen of te onderschatten. Beroepskrachten verwoorden het ontdekkingsproces. -In het kader van het oefenen voor het brandalarm leest de beroepskracht voor uit een boekje over de brandweer. De beroepskracht leest voor en draait het boek dusdanig dat alle kinderen de platen in het boek kunnen zien. Vervolgens pakt de beroepskracht het koord en legt aan alle kinderen uit dat ze het koord vast moeten pakken en dat ze dan naar de deur gaan lopen. Ondertussen zingen de beroepskrachten een liedje. De kinderen gaan na de eerste oefening weer terug naar de deur zodat de kinderen nogmaals kunnen oefenen om aan het koord naar de deur te lopen. De kinderen krijgen complimenten van de beroepskrachten. Ontwikkeling van de sociale competentie Indicator: De kinderen zijn deel van de groep. Observatie: 4 van 10
De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen. -Twee kinderen mogen de beroepskracht helpen met het uitdelen van de bekers en de trommels voor het fruitmoment in de kring. De beroepskracht noemt de namen die op de trommeltjes staan en de kinderen in kring reageren wanneer hun naam gezegd wordt. Overdracht waarden en normen Indicator: Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast. Observatie : Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen. -De beroepskracht zegt bijvoorbeeld:'x, we gaan een boekje lezen en je mag je beentjes naar beneden doen.' Wanneer de jongen vervolgens weer met zijn benen op de stoel hangt vraagt de beroepskracht het nogmaals vriendelijk. Wanneer de jongen vervolgens ondeugend naar de beroepskracht kijkt en nogmaals de benen op zijn stoel zet, zegt de beroepskracht dat het niet een spelletje is dat hij nu even moet luisteren. Conclusie: Op Peuterspeelzaal De Zonebloem voldoet de pedagogische praktijk aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Voorschoolse educatie Per week besteedt de houder ten minste 10 uur aan voorschoolse educatie. Voor de voorschoolse educatie wordt gebruik gemaakt van het programma: Piramide. Vanuit dit programma wordt er gewerkt met thema's. Het huidige thema is: ruimte. Momenteel is er één kindje met een vve indicatie. Alle beroepskrachten zijn in het bezit van een VVE-getuigschrift. De houder heeft een opleidingsplan opgesteld, het zogenaamde 'Opleidingsplan VVE Prokino Kampen' (periode 2015-2017). Conclusie: Er wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (pedagogische praktijk) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten die werkzaam zijn bij PSZ De Zonnebloem zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Momenteel worden er geen stagiaires en geen vrijwilligsters ingezet. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten die werkzaam zijn bij PSZ De Zonnebloem beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. Opvang in groepen Er wordt gewerkt met een peuterspeelzaalgroep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. Conclusie: Er wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio De peuterspeelzaal is 5 ochtenden per week geopend. Er wordt gewerkt met een peuterspeelzaalgroep van maximaal 16 kinderen en er zijn altijd 2 beroepskrachten aanwezig. Momenteel zijn er geen stagiaires of vrijwilligsters werkzaam. Tijdens de inspectie waren er 14 kinderen aanwezig en 2 beroepskrachten. Conclusie: Er wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (september 016) Personeelsrooster (september 2016) 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) 7 van 10
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Zonnebloem Website : http://www.prokino.nl Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Stichting Prokino Adres houder : Postbus 10248 Postcode en plaats : 1001EE Amsterdam Website : www.prokino.nl KvK nummer : 34162208 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD IJsselland Adres : Postbus 1453 Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE Telefoonnummer : 038-4 281 686 Onderzoek uitgevoerd door : P Berghuis Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Kampen Adres : Postbus 5009 Postcode en plaats : 8260GA KAMPEN Planning Datum inspectie : 20-09-2016 Opstellen concept inspectierapport : 22-09-2016 Zienswijze houder : 29-09-2016 Vaststelling inspectierapport : 04-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 04-10-2016 Verzenden inspectierapport naar : 04-10-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 18-10-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10