Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 7 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Inleiding 3.2 Toepassingsgebied 3.3 Voorwaarden 3.4 Organisatie 3.4.1 Uitvoerende partij stelt criteria voor het afpersen vast: 3.4.2 Betrokkenheid Inspectie bij dichtheidstesten: 3.4.3 Betrokkenheid LVP bij dichtheidstesten: 3.5 Werkwijze 3.5.1 Algemene handelingen: 3.5.2 Reiniging van drainsystemen: 3.5.3 Voorbereiding afpersen 3.5.4 Uitvoering afpersen: 3.5.5 Volgorde van activiteiten tijdens uitvoering van de persproef met metalen- en GRE leidingen: 4 UITKOMST: 5 RAPPORTAGE 6 REFERENTIES NAAM & HANDTEKENING DATUM OPGESTELD: HSEW Advisor GECONTROLEERD: HSEW Advisor GOEDGEKEURD: Execution Manager WIJZIGING: Nieuwe instructie CMS update 2014
Werkinstructie : HSEW Blz. : 2 van 7 1 SCOPE Deze instructie is van toepassing op uitgevoerde modificaties, reparaties, inspectie activiteiten en periodieke herbeproevingen op installaties. 2 Doel Het aantoonbaar maken van de integriteit van installatiedelen/leidingwerk en drainsystemen. 3 PROCEDURE 3.1 Inleiding Onder het afpersen, het hydrostatisch beproeven, wordt verstaan het met watervulling druktesten van leidingwerk en installatiedelen. Voordat men er toe overgaat een dichtheidsproef uit te voeren op ondergrondse en bovengrondse systemen dient men zeker te stellen uit welk materiaal het af te persen installatie/leidingdeel bestaat. Zowel voor roestvast en koolstofstalen- als voor (glasvezelversterkte) kunststofleidingen wordt door de uitvoerende partij een test en inspectieplan opgesteld met daarin de persdruk en tijdsduur. Dit test en inspectieplan dient door de afdeling inspectie te worden beoordeeld conform procedure IQS.WI.02.54. 3.2 Toepassingsgebied Deze instructie is van toepassing op uitgevoerde modificaties, reparaties, inspectie activiteiten en periodieke herbeproevingen op installaties. Onder drainsystemen worden ondergrondse en bovengrondse leidingen/systemen verstaan: Plant-drainsysteem (slabs). Open-drainsysteem (trechters). Proces-drainleidingen. Overig ondergronds leidingwerk (op locaties) dat bij lekkage de bodem kan verontreinigen. 3.3 Voorwaarden Bekend zijn met de instructie details: De dichtheidstest dient een geplande activiteit te zijn: Er moet zekergesteld worden dat aan alle eisen van DEP74.00.10.10-Gen [ref. 7] voldaan wordt. 3.4 Organisatie 3.4.1 Uitvoerende partij stelt criteria voor het afpersen vast: De uitvoerende partij (NAM of contractor) verstrekt test- en inspectieplan met beproevingsdruk en tijdsduur aan de inspectie afdeling. 3.4.2 Betrokkenheid Inspectie bij dichtheidstesten: Dichtheidstesten worden altijd in overleg met inspectie uitgevoerd. Inspectie afdeling neemt de hydrostatische beproeving af en controleert recorderkaart indien dit is aangegeven in het test en inspectieplan. 3.4.3 Betrokkenheid LVP bij dichtheidstesten: De LVP toetst aanwezigheid en naleving van het test- en inspectieplan en verzorgt de VGcoordinatie tijdens de werkzaamheden.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 3 van 7 3.5 Werkwijze 3.5.1 Algemene handelingen: Het uitvoeren van de dichtheidstest moet op veilige en correcte wijze gebeuren, waarbij de specifieke voorschriften die gelden voor het beproeven van installatiedelen en leidingwerk nauwkeurig moeten worden opgevolgd. Voordat een leiding getest wordt dient: De leiding zo goed mogelijk gereinigd te zijn. De opvangbak aan het einde van de leiding gereinigd te zijn (bijvoorbeeld skimbak, pitbak, vuilwaterbak). 3.5.2 Reiniging van drainsystemen: GRE- en PVC-leidingen (klasse 34) dienen gereinigd te worden door middel van spoelen met water. Indien afvalstoffen in de leidingen aanwezig zijn, dient gebruik gemaakt te worden van de huidige rioolreinigingstechnieken. Voorwaarden ten aanzien van toepassing van deze techniek zijn: Een spuitkop te gebruiken met een diameter van niet meer dan 10 % van de buisdoorsnede. De maximaal toelaatbare spuitdruk van 150 bar(g) niet overschrijden. Mocht een werkdruk van 150 bar(g) niet voldoende zijn om de leiding vrij toegankelijk te krijgen, dan mag de druk niet verder worden opgevoerd in verband met de kans op inwendige beschadiging of lekkage. In dergelijke gevallen dient de plaats van het obstakel vastgesteld te worden en de leiding vrij te worden gegraven, waarna de obstruktie verwijderd kan worden. Randvoorwaarden: Persen tegen gesloten afsluiters is niet toegestaan (met uitzondering van afsluiters op de instrument aansluitpunten), tenzij met uitdrukkelijke goedkeuring van de fabrikant. Instrumenten, drukveiligheidskleppen en regelafsluiters mogen niet aan een persproef worden onderworpen. Uitzondering voor "Mokveld" afsluiters: Deze mogen ingebouwd blijven tijdens de persproef mits normaal leidingwater als persmedium wordt toegepast. In open stand mogen deze afsluiters geperst worden tot 1,5 x de ontwerpdruk, in gesloten stand tot 1,1 x de ontwerpdruk van de afsluiter.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 4 van 7 3.5.3 Voorbereiding afpersen De uitvoerende partij bepaalt op basis van het test en inspectieplan de grenzen van het te beproeven drukdeel. Dit kunnen zijn: afsluiters, blindflenzen, steekflenzen, enz. De te beproeven installatiedelen/drainsystemen/leidingen dienen vooraf te zijn gespoeld met water en te zijn gereinigd. Het te beproeven leidinggedeelte moet voorzien zijn van tenminste één gekalibreerde manometer (jaarlijkse kalibratie) die is aangesloten op of nabij het hoogste punt van het afperssysteem en van een drukrecorder. Beide manometers dienen een drukaanwijzing tot minimaal 1,25x de persdruk en maximaal 2x de persdruk te hebben. De perszijde van de pomp dient voorzien te zijn van een manometer en een relief valve (PRV), ingesteld op 110% van de testdruk [ref. 7]. Controleer of alle aangesloten apparatuur en verbindingen geschikt zijn voor de toe te passen persdruk. Controleer of de gebruikte begrenzingen, afsluiters, steekflenzen enz., geschikt zijn voor de belasting tijdens de beproeving. Controleer of de ondersteuningen bestand zijn tegen de (extra) belasting tijdens het afpersen (gewicht leiding gevuld met testmedium) [ref. 7] De te testen leiding(en) c.q. ruimten dienen tijdens het vullen volledig ontlucht te worden. Hiertoe moeten de nodige voorzieningen aanwezig zijn in de vorm van ontluchtingsafsluiters op de hoogste punten. Opmerking: Leidingen en/of systemen NOOIT ontluchten door het losnemen van flenzen tijdens de persproef waarbij het te beproeven leidingdeel reeds onder druk is gebracht. Gebruik als afpersvloeistof alleen leidingwater. Voor roestvaststalen leidingen moet zoet water worden gebruikt, waarvan het chloridegehalte niet hoger is dan 50 ppm [ref. 7]. Aan het water moet een zuurstofbinder worden toegevoegd, indien de verblijftijd langer dan drie dagen zal zijn. Alle ondergrondse en bovengrondse drainleidingen zijn opgenomen in een onderhouds/inspectie schema in het SAP-systeem, waarbij alle voorkomende werkzaamheden worden gegenereerd.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 5 van 7 3.5.4 Uitvoering afpersen: Algemene instructie: De temperatuur van de persvloeistof moet aan de volgende eisen voldoen: o Tenminste 5 GrC boven het stollingspunt. o Tenminste 10 GrC o Tenminste 10 GrC beneden het atmosferisch kookpunt o Ten hoogste 50 GrC De watertemperatuur (persmedium) dient bij voorkeur gelijk te zijn aan de grondtemperatuur, maar mag niet lager zijn dan 5 C. De buiten temperatuur mag tijdens de uitvoering niet lager zijn dan 5 C. De beproevingsdruk van leidingen/installatiedelen, waarvan de lassen visueel te controleren zijn, dient tenminste 30 minuten gehandhaafd te worden. Bij het vullen van het leidingsysteem dienen er zo weinig mogelijk luchtinsluitingen kunnen ontstaan; waar mogelijk de ontluchtingsvoorzieningen gebruiken. De persdruk mag niet worden verhoogd, vóórdat de metaaltemperatuur nagenoeg gelijk is aan de temperatuur van de persvloeistof (stabilisatie). De drukopbouw moet geleidelijk gebeuren, maximaal 5 bar per 2 minuten. Na iedere stap dient er gecontroleerd te worden op lekkages via de aanwezige manometers. Voor ondergrondse drainsystemen/leidingen geldt een stabilisatie periode van minimaal 16 uur bij een druk van 5 bar. De beproevingsdruk dient gehandhaafd te worden zolang de inspectie duurt, echter tenminste minimaal gedurende 4 uur voor GRE en 2 uur voor staal. Opmerking: Bij een duurtest dient er rekening mee gehouden te worden dat er aanzienlijke drukverschillen kunnen optreden ten gevolge van temperatuurswisselingen. Tijdens de beproeving moet de druk altijd op een veilige wijze waargenomen kunnen worden. Tijdens de beproeving mogen zich geen personen binnen het afgezette gebied bevinden. Indien er lekkages worden geconstateerd dient de druk tot 0 barg te worden verlaagd alvorens flenzen worden aangeslagen c.q. lekkages worden verholpen.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 6 van 7 3.5.5 Volgorde van activiteiten tijdens uitvoering van de persproef met metalen- en GRE leidingen: Voordat begonnen wordt met de persproef, dient het betreffende systeem goed schoon te zijn. De leidingen van het te beproeven systeem dienen te zijn voorzien van eindflenzen. Bij een persproef, dient tijdens het persen een veilige afstand ten opzichte van andere werkzaamheden, in acht te worden genomen. Afzetting van het persproefgebied moet gebeuren met behulp van waarschuwingsborden en lint. De volgorde van handelingen voor het uitvoeren van de persproef voor GRE leidingen is identiek aan die van metalen leidingen: Leiding vullen met leidingwater en goed ontluchten. Manometer(s) en drukrecorder aansluiten. Leiding op stabilisatiedruk brengen, controleren op lekkage en eventueel deze verhelpen. Minimaal 16 uur op deze druk laten stabiliseren. Leiding ontluchten en op beproevingsdruk brengen conform test en inspectieplan. Controle op lekkages en eventueel verhelpen. Connectie met de perspomp afsluiten of losnemen. Het systeem/leiding op persdruk laten staan gedurende minimaal 4 uur. Recorderkaart controleren op drukval. Toegestane drukval over observatieperiode wordt verstrekt door inspectie. Druk aflaten. Indien de geregistreerde drukval groter is dan toegestaan de leidingen nogmaals visueel controleren op lekkages en test herhalen. Blijft de drukval groter dan toegestaan dan dienen in overleg met de beheerder maatregelen getroffen te worden, om het lek te localiseren in verband met mogelijke bodemvervuiling. Opmerking: Indien een leverancier zijn eigen testprocedure voorschrijft dient deze gevolgd te worden. Ter controle van de doorvoeringen van de leidingen in GRE ontstoppingsputten dienen de putten afzonderlijk hydrostatisch beproefd te worden. 4 Uitkomst: Aantoonbaar integere installatiedelen (incl. drainsystemen)
Werkinstructie : HSEW Blz. : 7 van 7 5 Rapportage Recorderkaart en rapportage systemen: Alle lassen en andere verbindingen worden visueel (indien mogelijk) op lekkage onderzocht. Alle daarvoor in aanmerking komende punten, bijvoorbeeld wandgedeelten waarin hoge spanningen optreden, worden visueel onderzocht. Het systeem is aanvaardbaar als zich tijdens de beproeving geen blijvende vervormingen of lekkages voordoen. Op de recorderkaart dienen te worden vermeld: locatie, datum, tijd, onderdeel en naam + handtekening van degene onder wiens verantwoording de beproeving uitgevoerd is. De testgegevens (testkaart - recorderkaart) worden overhandigd aan de afdeling Inspectie. De uitgevoerde werkzaamheden worden door de LVP er in de rapportage systemen (bv ODT- Logboek) gerapporteerd. 6 Referenties NAM-72.WI.24.04 Het afpersen van installatiedelen