Rapport. Datum: 29 maart 2002 Rapportnummer: 2002/093

Vergelijkbare documenten
Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/261

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/087

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266

Rapport. Datum: 26 september 2003 Rapportnummer: 2003/340

Rapport. Datum: 19 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/357

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/199

Rapport. Datum: 28 november 2000 Rapportnummer: 2000/361

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255

Rapport. Datum: 1 februari 2002 Rapportnummer: 2002/027

Rapport. Datum: 8 april 2005 Rapportnummer: 2005/110

Rapport. Datum: 30 juli 2001 Rapportnummer: 2001/231

Rapport. Datum: 9 december 2002 Rapportnummer: 2002/374

Rapport. Datum: 8 mei 2002 Rapportnummer: 2002/142

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/086

Rapport. Datum: 8 mei 2007 Rapportnummer: 2007/087

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/178

Rapport. Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203

Rapport. Datum: 19 februari 2001 Rapportnummer: 2001/048

Rapport. Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/249

Rapport. Datum: 22 mei 2003 Rapportnummer: 2003/144

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 5 januari Rapportnummer: 2012/001

Rapport. Datum: 9 februari 2007 Rapportnummer: 2007/027

Rapport. Datum: 19 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/229

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Datum: 5 januari 2000 Rapportnummer: 2000/003

Rapport. Datum: 18 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/324

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 26 april 2000 Rapportnummer: 2000/163

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114

Rapport 1994/198, Nationale ombudsman, 7 april 1994

Rapport. Datum: 25 januari 2001 Rapportnummer: 2001/023

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Rapport. Datum: 19 januari 2001 Rapportnummer: 2001/014

Beoordeling. h2>klacht

Zij klaagt er voorts over dat de SVB de schade en kosten die het gevolg waren van de werkwijze van de SVB niet aan haar wil vergoeden.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 19 maart 1998 Rapportnummer: 1998/070

Rapport. Datum: 15 april 1999 Rapportnummer: 1999/180

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV):

Rapport. Datum: 28 januari 1999 Rapportnummer: 1999/027

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240

Rapport. Datum: 28 januari 2011 Rapportnummer: 2011/026

Rapport. Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384

Rapport 1993/646, Nationale ombudsman, 10 september 1993

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. Datum: 23 februari 1998 Rapportnummer: 1998/033

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/304

Rapport. Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/017

Rapport. Datum: 22 juli 2002 Rapportnummer: 2002/218

Rapport. Datum: 19 januari 2001 Rapportnummer: 2001/016

Rapport. Datum: 12 september 2000 Rapportnummer: 2000/306

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/267

Rapport. Datum: 20 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/272

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 19 september Rapportnummer: 2013/0128

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van de CVOM stelselmatig niet op zijn correspondentie reageert.

Rapport. Datum: 27 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/181

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 26 juli 2005 Rapportnummer: 2005/220

Rapport. Datum: 26 november 2004 Rapportnummer: 2004/459

Rapport. Datum: 27 januari 2000 Rapportnummer: 2000/025

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Groningen:

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/334

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Losser. Datum: 15 augustus Rapportnummer: 2011/246

Rapport. Datum: 31 december 2002 Rapportnummer: 2002/399

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/128

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071

Rapport. Datum: 29 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/262

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Centrale Administratie te Apeldoorn. Datum: 28 december Rapportnummer: 2011/366

Rapport. Datum: 23 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/367

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

Rapport. Datum: 26 april 2007 Rapportnummer: 2007/077

Rapport. Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100

Rapport. Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271

Rapport. Datum: 23 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/332

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport over een klacht over Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid uit Dordrecht. Datum: 23 december Rapportnummer: 2011/367

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Leeuwarden. Rapportnummer: 2011/304

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279

Rapport. Datum: 27 april 1998 Rapportnummer: 1998/126

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121

Rapport. Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041

Rapport. Datum: 9 september 2004 Rapportnummer: 2004/358

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/053

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391

Rapport. Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486

Transcriptie:

Rapport Datum: 29 maart 2002 Rapportnummer: 2002/093

2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat tot op het moment dat hij zich tot de Nationale ombudsman wendde (10 december 2001) de Sociale dienst van de gemeente Nieuwegein niet heeft gereageerd op zijn brief van 29 juni 2001, waarmee hij bezwaar heeft gemaakt tegen de saldoverklaring 2000 betreffende de op zijn naam openstaande vordering, ondanks zijn rappel per aangetekende brief van 11 september 2001. Beoordeling 1. Verzoeker lost ingevolge een met hem getroffen terugbetalingsregeling zijn schuld aan de gemeente Nieuwegein in maandelijkse termijnen af. De gemeente verstrekte verzoeker in juni 2001 een zgn. saldoverklaring 2000, waarin zijn vermeld de saldi van de door hem per 1 januari, respectievelijk 31 december van het jaar 2000 verschuldigde bedragen en het in dat jaar in totaal afgeloste bedrag. De verklaring bevatte het verzoek om indien hij niet akkoord kon gaan met het saldo per 31 december 2000, dat aan de gemeente kenbaar te maken. Verzoeker deed dat per brief van 29 juni 2001 en, omdat een reactie uitbleef, nog eens per brief van 11 september 2001. Verzoeker klaagt over het uitblijven van een reactie van de gemeente Nieuwegein op zijn brieven. 2. De gemeente verklaarde in reactie op de klacht dat het niet mogelijk is om bezwaar te maken tegen de hoogte van de saldoverklaring en dat de sociale dienst jaarlijks honderden van dergelijke reacties zoals die van verzoeker krijgt, en daardoor niet toekomt aan het beantwoorden daarvan. 3. De zgn. saldoverklaring heeft geen zelfstandige betekenis met betrekking tot het bestaan van de verzoekers schuld aan de gemeente en de omvang daarvan, maar is te beschouwen als een betalingsverantwoording betreffende de verwerking van de in het kalenderjaar gedane aflossingen. Het verstrekken van een dergelijke verklaring dient het belang van zowel de cliënt als de gemeente. De cliënt kan daaraan de zekerheid ontlenen dat zijn betalingen juist zijn verwerkt. Voor de gemeente zijn de reacties van degenen die te kennen hebben gegeven niet akkoord te zijn met het op de verklaring vermelde eindsaldo, een hulpmiddel bij de opsporing van eventuele fouten en een zo vlot mogelijk herstel daarvan. Mede daardoor is het mogelijk het databestand up to date houden, hetgeen bijdraagt aan een efficiënte en zorgvuldige manier van werken van de organisatie. 4. In beginsel hoort een bestuursorgaan op brieven van burgers binnen een redelijke termijn te antwoorden. Dat is niet anders in gevallen zoals die van verzoeker, waarin is gereageerd op uitdrukkelijk verzoek van het bestuursorgaan.

3 Verzoeker had van de gemeente dan ook een bericht moeten krijgen naar aanleiding van zijn bezwaar met betrekking tot de saldoverklaring 2000. Dat is echter niet gebeurd. De onderzochte gedraging is dan ook niet behoorlijk. ` 5. In reactie op het verslag van bevindingen heeft de gemeente Nieuwegein te kennen gegeven dat inmiddels maatregelen zijn getroffen en dat cliënten die reageren naar aanleiding van een saldoverklaring een ontvangstbevestiging wordt gezonden, met daarin de mededeling dat binnen acht weken een nader inhoudelijk bericht zal volgen. Van deze reactie van de gemeente is met instemming kennis genomen. Conclusie De klacht over de onderzochte gedraging van de Sociale Dienst van de gemeente Nieuwegein, die wordt aangemerkt als een gedraging van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein, is gegrond. Onderzoek Op 13 december 2001 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, met een klacht over een gedraging van de Sociale dienst van de gemeente Nieuwegein. Naar deze gedraging, die wordt aangemerkt als een gedraging van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein, werd een onderzoek ingesteld. In het kader van het onderzoek werd de gemeente Nieuwegein verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben. Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen. De reacties van beide partijen gaven aanleiding het verslag te wijzigen. Bevindingen De bevindingen van het onderzoek luiden als volgt: A. feiten

4 1. Verzoeker dient ingevolge een beschikking van de kantonrechter te Leeuwarden van 13 juni 1991 de gemeente Nieuwegein een hem ten onrechte betaalde uitkering in maandelijkse termijnen terug te betalen. In verband met deze terugbetaling zond de Sociale dienst namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein verzoeker in juni 2001 een niet gedateerde brief, met als onderwerp saldoverklaring 2000, met de volgende inhoud: Onderstaand treft u een opgave aan van het saldo van de op uw naam openstaande vordering (vorderingnummer (...) en de eventueel daarop verrichte mutaties in het dienstjaar 2000. Saldo per 1 januari 2000 (...) Verstrekkingen (...) Aflossingen (...) Overige mutaties (...) Saldo per 31 december 2000 (...) Indien u met bovenstaand bedrag per 31 december 2000 niet akkoord kunt gaan, kunt u dit uitsluitend schriftelijk aan ons kenbaar maken en deze reactie, onder vermelding van ons kenmerk, zenden naar: sociale dienst van de gemeente Nieuwegein antwoordnummer 1374 3430 VB Nieuwegein `Uw brief kunt u ongefrankeerd verzenden 2. Verzoeker schreef de Sociale dienst van de gemeente Nieuwegein per brief van 29 juni 2001 het volgende: Heden ontving ik uw schrijven met bovengenoemd kenmerk, datum?, naar de inhoud mag ik u wel verwijzen. Hierdoor deel ik u mee met genoemd bedrag per 31 december 2000 niet accoord te gaan. 3. Verzoeker rappelleerde de Sociale dienst van de gemeente Nieuwegein per aangetekende brief van 11 september 2001. B. Standpunt verzoeker

5 Het standpunt van verzoeker is weergegeven in de klachtsamenvatting onder Klacht. C. Standpunt gemeente Nieuwegein In reactie op de klacht deelde het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein onder meer het volgende mee: Na contact met de gemeentelijke sociale dienst kan ik u meedelen dat er geen mogelijkheid van bezwaar bestaat tegen de hoogte van de saldoverklaring. De gemeentelijke sociale dienst krijgt jaarlijks honderden reacties binnen over de hoogte van de saldoverklaring en komt dan ook niet toe aan het beantwoorden van deze reacties. D. REACTIE VERZOEKER Naar aanleiding van het standpunt van de gemeente Nieuwegein deelde verzoeker onder meer mee geen genoegen te kunnen nemen met het uitblijven van een reactie op zijn commentaar op de saldoverklaring. Verzoeker stelde overigens niet te ageren tegen de hoogte van de betreffende verklaring. E. REACTIE GEMEENTE NIEUWEGEIN De gemeente Nieuwegein deelde mee dat uiteraard was onderkend dat het geen juiste gang van zaken was dat op reacties op saldoverklaringen niet was ingegaan, mede ook omdat signalen van uitkeringsgerechtigden voor de dienst een belangrijk hulpmiddel zijn om te verifiëren of betalingen correct zijn verwerkt. Het voor de bewerking van dergelijke informatie gebruikte computerprogramma was echter niet geschikt om adequaat te kunnen reageren. Inmiddels is de programmatuur aangepast. Met ingang van 2002 is de werkwijze aldus dat elke cliënt die melding maakt van een onjuiste saldoverklaring een ontvangstbevestiging wordt gezonden, met de mededeling dat hij binnen acht weken een inhoudelijke reactie mag verwachten. De sociale dienst zal zich inspannen om die toezegging waar te maken. Achtergrond Publieksinformatie Uitkeringsinstellingen plegen hun cliënten met betrekking tot de uitvoering van uitkeringsregelingen en de wijzigingen daarin schriftelijk te informeren, bijvoorbeeld door middel van circulaires van algemene strekking of via een zgn. bijsluiter bij een in het individuele geval genomen beslissing. UWV Cadans, dat belast is met de uitvoering van de werknemersverzekeringen voor werknemers in onder meer de detailhandel en de gezondheidszorg, informeert uitkeringsgerechtigden jaarlijks over de met betrekking tot hun arbeidsverleden in de

6 afgelopen vijf jaar in de administratie opgenomen gegevens door middel van een zgn. statusoverzicht. In de toelichting bij dit overzicht wordt onder meer verzocht om eventuele onjuistheden schriftelijk door te geven. Daarbij wordt het volgende vermeld: U ontvangt dan van ons zo spoedig mogelijk een reactie of een gecorrigeerd statusoverzicht.