WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALEKTEN =========================================

Vergelijkbare documenten
WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALEKTEN

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALECTEN

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALEKTEN ==========-==============================

LEVEN IN HET DONKER LES 1. Dagdieren en nachtdieren

Dialect van :...(stad, dorp, gehucht, wijk),...(gemeente)...(prov.) GESPROKEN DOOR : OPGETEKEND DOOR :

Hoofdstuk 1: Veldkenmerken en voorkomen 3. Hoofdstuk 2: Voedsel en vijanden 4. Hoofdstuk 3: Voortplanting en verwanten 6

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

Opdrachten Jaar van de Bever voor groep 3,4,5 van de basisschool

Kikkers. Inleiding. Kikkers bij ons in de buurt

WOLF. Huilend roofdier

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALECTEN

WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALECTEN

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

Mijn spreekbeurt gaat over een exotisch dier, de Koala. Ik heb de koala als onderwerp voor mijn spreekbeurt gekozen omdat

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

Verwerkingsles biodiversiteit onderbouw

DE MELKSLANG. Na-aap slang

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Landschappelijke elementen

Vos. De kop-romplengte van 58 tot 90 cm met een staart van 32 tot 48 cm.

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

dieren in de dierentuin

WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALECTEN =========================================

Limburgs Landschap. natuurboekje van

ONTDEKKINGSTOCHT. Deze speurtocht is voor de hele familie! Er zijn kennisvragen en doe-opdrachten. kennisvragen. doe-opdrachten

Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De plaats waar de grond wordt weggenomen.

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

Aquarium. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

SPREEKBEURT WITLIPBOOMKIKKER

Zoogdieren die voorkomen op De Pan.

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

DE WOLF. Huilend roofdier

Vuursalamander. Vuursalamander

Het spreekt vanzelf dat vooral vrouwen op de hoogte zijn van de dialectbenamingen voor voeding. Ga dus te rade bij echtgenote of (groot)moeder.

Biblioteca Nacional Aruba BIBLIOTECA NACIONAL ARUBA. Yuwana

WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALECTEN

SPREEKBEURT ROODKEELANOLIS

Opdracht 1: De egel. in Nederland is de egel een beschermde diersoort. egels kunnen goed zwemmen en klimmen

Manenwolf. Manenwolf. Paspoort-gegevens

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

Werkstuk groep 7 Een dier

Noach. moest een ark gaan bouwen Ans Heij - de Boer /

Een kreeft in de klas

Algemene beschrijving knaagdier. zoogdieren

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

Adam geeft de dieren namen

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

inhoud 1. De ijsbeer 2. Hier woon ik 3. Mijn jas is warm 4. Mijn voeten 5. Jagen 6. In het hol 7. Erop uit 8. Bedreigd 9. Berenweetjes 10.

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

Adam geeft de dieren namen

NATUUR EN TECHNIEK V OOR HET BASISONDERWIJS

SPREEKBEURT MANDARIJNEEND

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 5-6. uitgave 2013

GEWONE ZEEHOND. Huiler

Ordening. Klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

SPREEKBEURT MARMERBIJLZALM

Kaartenset gewervelde dieren

Limburgs Landschap. natuurboekje van

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Limburgs Landschap. natuurboekje van

DE MARTERACHTIGEN DE BOOMMARTER

Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd

Inleiding In het najaar worden de dagen steeds korter en de nachten steeds langer. Kun je je voorstellen dat je in de maand november naar bed gaat?

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT HAMSTER ZOOGDIEREN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

Lid van de maand 2 De eekhoorn 3 Wat vinden jullie? 4 Wat vind jij? 5 Doe het zelf 6. Kleurplaat. Leer tekenen 8 Spelletjes 9 Dierenproeven?

HET STOKSTAARTJE. Aardmannetje

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

SPREEKBEURT Chinchilla

SPREEKBEURT MARMERBIJLZALM

Stokstaartje. Inhoud. 1. Wat is een stokstaartje. 2. Mijn familie onder de grond

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

DE IJSBEER. Super speurneus

Gewervelden zijn dieren met een inwendig skelet en een wervelkolom. Dit skelet is meestal van botten gemaakt.

Ordening. Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. D M O B - B & E - j u l i

SPREEKBEURT BRUINE ANOLIS

15 Romp, staart en ledematen

HET JUNGLEBOEK Drie verhalen over Mowgli. Rudyard Kipling. in makkelijke taal

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

De ringslang een bijzondere bewoner van Gouda

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

Beestige bundel van: 1

SPREEKBEURT KORTSTAARTOPOSSUM

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Transcriptie:

WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALEKTEN ========================================= UNIVERSITEIT GENT Vragenlijst 62 Vakgroep Nederlandse Taalkunde maart 1994 Blandijnberg 2 9000 Gent REPTIELEN, AMFIBIEEN EN KLEINE ZOOGDIEREN (tel: 09/264.40.79 of 264.40.81) ========================================================- Dialekt van:, (stad, dorp, gehucht,wijk),.,.......,.............................(gemeente).........................(prov.) =================================================== GESPROKEN DOOR: Naam:. Geboorteplaats :......................... Geboortejaar:. Waar opgegroeid:. (vroeger) beroep:. In welke gemeente werd beroep uitgeoefend :..... Dialekt van moeder :................... Dialekt van vader :.................... Dialekt van echtgeno(0)t(e) :............ Ik ben naar school geweest tot jaar Datum van invullen van vragenlijst : Adres en telefoonnummer : OPGETEKEND DOOR: Naam:. Geboorteplaats:. Geboortejaar :. Dialekt:. (vroeger) beroep: '. Ik ben naar school geweest tot..jaar. Hoogste diploma :....... Adres en telefoonnummer : Beste medewerker/ster, Deze vragenlijst moet dienen voor een dialectwoordenboek. Geef dus enkel woorden op die in uw plaatselijk dialect gebruikelijk waren of zijn. Indien u een antwoord niet weet, vul dan niets in. Het is goed mogelijk dat u voor sommige dieren geen naam hebt. Tracht de dialectuitspraak zo goed mogelijk weer te geven. Maak u echter geen zorgen als dat soms moeilijk blijkt te zijn; elke aanduiding, hoe onvolmaakt ook)s welkom. Indien u nog reptielen, amfibieën en kleine zoogdieren kent, waarnaar we niet vragen, wees dan zo vriendelijk ons dat te signaleren. Waarschijnlijk zullen we toch een aanvullende vragenlijst moeten maken met alles wat we vergeten zijn. Vul ook de eerste bladzijde (met naam, geboorteplaats enz.) zo nauwkeurig mogelijk in. Mogen we u vragen de vragenlijst in te vullen voor slechts één plaats en niet voor een hele streek? Na 'dialect van:...' hoort de naam te staan van één bepaalde plaats van voor de gemeentefusies, niet de naam van een streek. Bij voorbaat hartelijk dank.

A. REPTIELEN en AMFffiIEEN I. Hoe noemt u het kleine, koudbloedige, groene dier met een gladde, slijmerige huid en zwemvliezen? Het kan goed springen en leeft in en aan het water. (zie atb.l) 2. Hoe noemt u dat dier als het bruin van kleur is en ook graag op het land leeft? 3. Hoe noemt u eitjes van dat dier water. (zie atb. 3)? Ze drijven in grote trossen in en op het 4. 5. 6. 7. 8. Hoe noemt u het diertje dat uit zo'n eitje komt en waaruit zich later een kikker ontwikkelt? In deze eerste levensfase heeft het diertje nog een staart.(zie atb.4) Hoe noemt u een klein kikkertje, dat nog veel moet groeien? Hoe noemt u het geluid dat kikkers maken? Hoe noemt u de kleine kikker die zuignapjes aan de tenen heeft en in bomen kan klunmen? Hoe noemt u het dier dat op de kikker lijkt, maar dat dikker is, korte plompe poten heeft en soms met wratten is overdekt? Het kan niet springen en beweegt zich al lopend voort. (zie atb.8) 9. Indien u nog andere dialectwoorden kent voor soorten kikkers of padden, deel ze ons dan mee en geef een korte beschrijving van de soort. 10. Hoe noemt u het dier met vrij lange staart en vier poten, dat in het water leeft en insekten eet? Het dier is donker gekleurd, met zwarte vlekken, en heeft soms een kam op de rug. (zie atb. 10) 11. Hoe noemt u dat dier als het gele vlekken heeft op een glanzend zwart lijf? (zie atb. 11) 12. Hoe noemt u het groenachtige dier met een vrij lange staart en 4 poten? Het leeft op het land en legt zijn eieren in het zand. Het zit graag in de zon. (zie atb. 12) 13. Indien u nog andere dialectwoorden kent voor soorten hagedissen of salamanders, deel ze ons dan mee en geef een korte beschrijving van de soort 14. Hoe noemt u in het algemeen het dier met een langgerekt lichaam zonder poten, en dat met schubben is bedekt? Het beweegt zich kronkelend voort. De mensen zijn er altijd bang van, hoewel niet alle soorten gevaarlijk zijn. Gelukkig komen ze niet erg veel voor. (zie atb. 14) 15. Hoe noemt u de gevaarlijke slang met een donkere kleur, die dikwijls een zwarte zigzagstreep over de rug heeft? De beet is gevaarlijk. (zie afb. 15) 2

16. 17. 18. Hoe noemt u de (ongevaarlijke) slang die een gele band rond de hals heeft, vlak achter de kop? Ze houdt van natte terreinen. (zie afb. 16) Hoe noemt u het dier dat eruit ziet als een slang, maar toch geen slang is? Het is bruin van kleur, met een blauwachtige buik. Het kronkelt over de grond en is dikwijls onder stenen te vinden. In de Ardellilen komt het meer voor dan in Vlaanderen. (zie afb. 17) Hoe noemt u het dier dat een zwaar benig pantser draagt, waardoor het maar traag kan bewegen? Bij gevaar trekt het zijn kop terug in zijn pantser. Het wordt soms als huisdier gehouden in de tuin, of in een bak, en eet graag sla. (zie afb. 18) 19. Hoe noemt u het benige pantser van dat dier? B.KLEINE ZOOGDIEREN 20. 21. Welk woord gebruikt u in het algemeen om kleine zoogdieren (als ratten, muizen, e.d.) aan te duiden die schade doen en verdelgd moeten worden? Hoe noemt u het zwarte diertje met zachte pels dat onder de grond leeft en daar gangen graaft? Het duwt de aarde uit zijn gangen omhoog zodat er boven de grond hoopjes ontstaan. (zie afb. 21) 22. 23. Hoe noemt u het hoopje grond dat dat dier opwerpt als het aan het graven is? Hoe noemt u een gang die dat dier graaft? Indie dan n u een onderscheid maakt tussen diepe en ondiepe mollegangen, hoe noemt u 24. 25. a) een ondiepe mollegang? b) een diepliggende mollegang? 26. Kunt u iets vertellen over het vangen van mollen? Welke hulpmiddelen gebruikte u daarbij, hoe zagen die enrit en hoe werden ze genoemd? 27. Welk woord gebruikt u in het algemeen voor het kleine, meestal grijze, knaagdier met een lange staart dat graag kaas lust en waarop katten jacht maken? Het kan in huis voorkomen. 28. Hoe noemt u het toestel waannee dat diertje gevangen wordt? 29. Hoe zegt u 'een muizeval scherp stellen'? 30. Welke andere hulpmiddelen gebruikte u bij he.t vangen van muizen, hoe zagen die eruit en hoe werden ze genoemd? 31. Hoe noemt u de vrij kleine muis met een spitse snuit, dunne poten en een lange staart? Het diertje leeft doorgaans in tuin en veld en eet vooral insekten. Katten willen dergelijke muizen niet opeten. (zie afb. 31) 3

32. Hoe noemt u de muis die buiten leeft en veel schade aan de gewassen kan toebrengen doordat ze gangen graaft? Ze heeft een stompe snuit en een vrij korte staart. De oortjes steken niet uit, maar zijn in de vacht verborgen. (zie atb.32) 33. Hoe noemt u de muis die lijkt op de huismuis, maar iets groter is, meestal een bruine vacht heeft en een lange staart? Ze heeft oren die uitsteken, leeft buitenshuis en kan in bomen klimmen. (zie afb. 33) 34. Hoe noemt u het grote zwarte knaagdier (tot 25 cm) met een lange staart? 35. Hoe noemt u de soort die vooral in riolen te vinden is? (zie afb. 35) 36. Hoe noemt u de grote, dikke rat, met een lange staart en grote voeten met zwemvliezen tussen de tenen. Ze doet veel schade aan landbouwgewassen en dijken. Ze komt nog maar enkele tientallen jaren voor in ons land, maar is al een echte plaag geworden. (zie afb. 36) 37. Kunt u iets vertellen over het vangen van ratten? Welke hulpmiddelen gebruikte u daarbij, hoe zagen die eruit en hoe werden ze genoemd? 38. Indien u nog andere woorden voor soorten ratten of muizen kent, deel ze ons dan mee en geef een korte beschrijving van het dier. 39. 40. 41. 42. 43. Hoe noemt u het vliegende dier met grote oren dat 's avonds begint rond te fladderen? Het heeft een bruine kleur. Overdag houdt het zich schuil op zolders, in stallen, holle bomen e.d., waarbij het met de kop omlaag hangt. (zie afb. 43) 44. Hoe noemt u het dikke diertje met een geel-, wit- en zwartbonte vacht en een klein staartje? Het leeft onder de grond in holen, liefst in een graanakker, en legt grote voedselvoorraden aan voor de winter. Het kan voedsel meedragen in zijn wangzakken. Het wordt soms als huisdier gehouden. (zie afb.39) Hoe noemt u het dier dat op een hamster lijkt, maar groter is, bij ons niet in het wild voorkomt, maar wel als huisdier gehouden wordt? Het wordt 20 à 25 cm lang, heeft een rustige aard en stelt weinig eisen aan voedsel. (zie afb. 40) Hoe noemt u het vlugge, bruinrode of zwarte diertje met een lange pluimstaart? Het leeft in bomen en eet graag nootjes. (zie afb. 41) Hoe noemt u het diertje dat zich oprolt en zijn stekels opzet als het gevaar vermoedt? (zie atb. 42) Hoe noemt u het wilde dier dat op een hond gelijkt? Het is roodbruin van kleur, heeft een pluimstaart en staat bekend om zijn sluwheid. (zie afb. 44) 45. Hoe noemt u het gangenstelsel waarin dat dier woont? 46. Kunt u iets vertellen over het vangen van vossen? Welke hulpmiddelen werden daarbij gebruikt, hoe zagen ze eruit en hoe werden ze genoemd? 4

47. 48. 49. Hoe noemt u het slanke roofdier dat 's zomers een bruine vacht heeft (met een witte buik) en 's winters helemaal wit wordt? De staartpunt echter blijft altijd zwart. Het dier wordt tot 30 cm lang en heeft een vrij lange staart. (zie afb. 47 a en b) Hoe noemt u zeer slanke roofdier dat heel wat kleiner is dan het vorige en dat ook heel wat meer voorkomt? Het wordt tot 23 cm lang en is roodbruin tot vaalbruin van kleur. De vacht verandert niet. (zie afb. 48) Hoe noemt u het slanke roofdier dat wel 45 cm lang kan worden; zijn buik is donker gekleurd tot zwart? Hij jaagt op de grond en klimt maar weinig in bomen. Hij rooft wild en eieren. (zie afb. 49) 50. Hoe noemt u een val voor een bunzing? 51. Hoe noemt u het slanke roofdier, dat in gevangenschap wordt gehouden en dient om wilde konijnen te vangen? 52. 53. 54. Hoe noemt u het schuwe, slanke en lenige dier met een witte borst dat vooral op stenige terreinen leeft? Het is een nachtdier dat maar weilug gezien wordt en sterk met verdwijnen wordt bedreigd. Het wordt tot 50 cm groot. In de steden was het eertijds de natuurlijke vijand van de duiven. (zie afb. 52) Hoe noemt u het nachtdier dat tot 70 cm groot kan worden en dat in een onderaardse woning leeft? Het is grijsbruin van boven en zwart van onderell. Opvallend is de beharing van de kop met witte en donkere strepen, en de korte, lichte staart. (zie afb. 53) Hoe noemt u het vrij grote slanke zoogdier dat goed kan zwemmen en dat vis eet? (zie afb. 54) 5

AFBEELDINGEN BIJ yqvd 62 Reptielen, Amfibieën en kleine zoogdieren Gelieve deze illustraties niet terug te sturen a.u.b. afb.3 afb.l?

afb.21 "I afb.33 afb.35 '...~... '" -.-" - afb.39 afb.40

afb.48 afb.49 afb.53 uit J. Van Gelder : De dieren van ons land en West-Europa. Zuidnederlandse uitgeverij N.V. Aartselaar