1 frank 1961, Rwanda-Burundi

Vergelijkbare documenten
DE MUNTKLAPPER. EUROPEES GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE vzw Koninklijke Vereniging

CATALOGUS VAN HET MONETAIR WERK

België en zijn koloniaal verleden Ons land en zijn mandaatgebieden

DE MUNTKLAPPER EUROPEES GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE vzw Koninklijke Vereniging

DE MUNTKLAPPER EUROPEES GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE vzw Koninklijke Vereniging

Leopold III : 5 centiem. Leopold III : 5 centiem (Duitse bezetting) Geen afbeelding

De munten van Rwanda, een les in biologie

DE MUNTKLAPPER EUROPEES GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE vzw Koninklijke Vereniging

Papiergeld van Duits Oost Afrika

BIJKOMENDE BEMERKINGEN BETREFFENDE DE ERKENTELIJKHEIDSMEDAILLE VAN DE VEREENIGING TER BESCHERMING DER ZWARTE KINDSHEID IN BELGISCH-CONGO

EUROPEES GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE vzw Koninklijke Vereniging

NU BELEGGEN IN BELGISCHE MUNTEN?

EN TOCH NOG Marcel Nuijttens

MARCEL RAU, GRAVEUR VAN LEOPOLD III, ENKELE VERBETERINGEN EN AANVULLINGEN OP DE ARTIKELS IN DE JAARBOEKEN 1998 & 2002

DE MUNTKLAPPER EUROPEES GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE vzw Koninklijke Vereniging

1 Neu-Guinea mark 1894, Duits-Nieuw-Guinea

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?


Karel V. Jan Breydel Lucy. Godfried van Bouillon

Het mysterie: Moord op Lumumba

Omschrijving: AELST - waardecijfer - letter C Alle denominaties: Ø 32mm-36mm.; gewicht: 2,50gr.-3,15gr.; uit omloop genomen in 1833.

1. Wie of wat? Vul in. Kies uit: eed - kabinet kroonprins prins staatsbezoek. Bezoek van de koning aan een ander land.

DE MUNTKLAPPER EUROPEES GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE vzw Koninklijke Vereniging

De gouden munten onder Leopold II

Tijd van burgers en stoommachines Het moderne imperialisme

1 mark Duits Zuidwest-Afrika

VERVAlSINGEN EN NASlAGEN

DE ACADEMIA BELGICA

Opdracht: De Eerste Wereldoorlog

De XII heller muntslag van de rijksstad Aken

Het Beleg van Luxemburg

Wereldoorlog 2: de opmars van Duitsland (les 03 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW VTI Kontich

Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Wijzigingen: AB 1995 no. 81 (inwtr ); AB 1997 no. 34; AB 2005 no. 10; AB 2013 no. 28; AB 2014 no. 11 (inwtr. AB 2014 no. 12); AB 2014 no.

Datum: Ons koningshuis. 1. Hoe heet onze huidige koning? 3. Hij volgde zijn broer na diens dood op. Hoe heette hij?

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

Eindexamen geschiedenis havo I

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Verordening (EG) Nr. /2004 van de Raad betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen

geschiedenis geschiedenis

Geschied- en Heemkundige Kring vzw

EEN DUITSE RUPIE. Dr. Frederik Tielens. Jaarboek 2002 van het Europees Genootschap voor Munt- en Penningkunde

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

1 Belangrijk in deze periode

Muntencollectie Historische vereniging Oud Uitgeest

13. De verdragen van Parijs. p

Franse sporen in Afrika

Muntencollectie werkgroep Oud Uitgeest

Deze Portugese gouden munt was vanaf 1785 een belangrijke handelsmunt op Curaçao. Bij introductie was de munt 90 realen waard.

DINGEN DIE JE MOET WETEN

DE MUNTKLAPPER. EUROPEES GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE vzw Koninklijke Vereniging. Driemaandelijks tijdschrift april-mei-juni 2004

Geschied- en Heemkundige Kring vzw

De tijd van: Wereldoorlogen

DE MUNTKLAPPER EUROPEES GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE vzw Koninklijke Vereniging

VERVAlSINGEN EN NASLAGEN VAN BELGISCHE MUNTEN

2 de graad lager onderwijs

Wijzigingen: AB 1995 no. 81 (inwtr ); AB 1997 no. 34; AB 2005 no. 10; AB 2013 no. 28. Artikel 1

Numismatica Antverpia - Veilinglijst nr februari 2019

KOUDE OORLOG. Opgavenblad

Hoofdstuk 7 Samenwerking in Europa

Eindexamen geschiedenis vwo II

Het postbureel Kigoma tijndens de Belgisch bezetting van 29 juli tot 19 maart 1921

HONDERD JAAR GELEDEN. Nieuws uit de krant van 10 tot 15 maart 1913

Wereldoorlog 2: naar het einde van de oorlog (les 06 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW VTI Kontich

Beni Debacker: een medailleur van de 21 ste eeuw

De Duurzaamheid van de Euro

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

(Otto von) Bismarck. Duitsland werd een eenheid/keizerrijk. koningin Victoria. Groot-Brittannië. Wilhelm II

100 yen keizer Hirohito 1967, Japan

Drie verhalen, twee vijanden, één oorlog. De Eerste Wereldoorlog p

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

columbus Boeren tegen Britten: oorlog in Zuid-Afrika lesbrief HAVO/V leerjaa brengt het beste uit twee werelden samen

Werkstuk Geschiedenis Frans Ferdinand en de eerste wereldoorlog

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

3 de graad lager onderwijs

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

HET 5 e LINIEBATALJON

De Duitse buitenlandse politiek

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2003 (08.07) (OR. fr) 11193/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0142 (CNB) ECOFIN 206 UEM 120

EEN ONBESCHREVEN DUBBELE MIJT VAN KAREL V 1

1. WAT VOORAFGING HET CONGRES VAN WENEN BESLISSINGEN GEVOLGEN BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN...

Ecobel. Een reis doorheen de evolutie van de consumptie en de productie in België

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

5,4. Werkstuk door een scholier 2713 woorden 13 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Inhoud

Inventaris van het archief van het Bureau voor Politieke Documentatie, / H. Vanden Bosch

Welke woorden komen bij je op als je deze beelden ziet?

Examenopgaven VMBO-KB 2004

1 D o c u m e n t k a r i k a t u u r M a n n e k e n - l e e r l i n g

De munten van de Franse Revolutie door José De Strycker

AANVULLINGEN en ERRATA BOEK ADDITIONS and ERRATA LIVRE/BOOK

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

DE MUNTKLAPPER. EUROPEES GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE vzw Koninklijke Vereniging

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b

Verkoop onder leden 09 december 2018 om 14 uur Nr LAND OMSCHRIJVING **/*/O COTE INZET 1 België Nr 1 O 90,00 9,00 2 België Nr.2 O 60,00 12,00 3 België

AANVULLINGEN en ERRATA BOEK ADDITIONS and ERRATA LIVRE/BOOK

14-18 Brussel tijdens de Duitse bezetting. Presentatie van de tentoonstelling

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. 13 (1957) Nr. 5. JAARGANG 1976 Nr. 78

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 juni 2005 (OR. en) 9550/05 UEM 130 ECOFIN 175

Sir Winston Churchill ( ): een traditioneel

Werkblad Introductie. 1. WAT GEBEURT HIER? Hieronder staan beelden uit de film. Maak er zelf korte bijschriften bij.

Transcriptie:

www.egmp.be EUROPEES GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE vzw Koninklijke Vereniging Driemaandelijks tijdschrift - 90 - april-mei-juni 2016 1 frank 1961, Rwanda-Burundi Vz.: Leeuw naar links; bovenaan: B.E.R.B. (Banque d Emission du Rwanda et du Burundi); onderaan: 1961 Kz.: In het veld: 1 F; rondom: RWANDA BURUNDI Messing (Cu 70 %, Zn 30 %), Ø 21 mm, 3,75 g, kartelrand, 2.000.000 ex. met jaartal 1960, 16.000.000 met 1961 en 3.000.000 met 1964, geslagen te Brussel. De munten uit 1960 hebben een iets andere legering: Cu 67 %, Zn 33 %. Duits Oost-Afrika De Afrikaanse taart werd verdeeld op de Conferentie van Berlijn in 1884-85 en daarbij werd het gebied ten oosten van de grote meren, bestaande uit het eiland Zanzibar, Tanganyika, Ruanda en Urundi als kolonie toegewezen aan Duitsland, Duits Oost-Afrika genoemd. De aanwezigheid van de Duitsers in Ruanda-Urundi, ver landinwaarts gelegen, was echter minimaal. In Ruanda en Urundi bestonden reeds eeuwenlang koninkrijken bestuurd door een mwami (koning) en deze structuur werd intact gelaten, gezien de geringe Duitse aanwezigheid. De Duitsers gaven ook munten uit in dat gebied, de rupie verdeeld in 100 heller, met de aanduiding Deutsch Ostafrika of D.O.A. vanaf 1890, geslagen te Berlijn, Hamburg of Tabora. Tabora was een vroeger centrum van de slavenhandel waar noodmunten geslagen werden in WO I. De Duitsers hadden een spoorlijn aangelegd van Ujiji (Tanganyikameer) via Tabora naar Dar-es-Salaam. De Oost-Afrikaanse campagne De Eerste Wereldoorlog werd gedeeltelijk ook in Afrika uitgevochten. De Duitse generaal Paul von Lettow-Vorbeck (1870-1964) voerde in Duits Oost-Afrika een guerrilla-oorlog tegen de Britten onder leiding van de Zuid-Afrikaan Jan Smuts, teneinde zoveel mogelijk Britse troepen weg te houden van het front in Europa. Verantwoordelijke uitgever: E.G.M.P. vzw; L. VERBIST, Berkelei 31, 2860 Sint-Katelijne-Waver Afgiftekantoor Antwerpen X P209161

Belgisch-Congo vocht mee met twee brigades van de Force Publique onder leiding van de Belgische luitenant-generaal Charles Tombeur (1867-1945). Een langdurige patstelling tussen de Force Publique en het Duitse koloniale leger werd doorbroken door een gezamenlijk Brits-Belgisch offensief in 1916. De Force Publique behaalde een belangrijke overwinning door de verovering van Tabora op 19 september 1916. Dat was een unieke gebeurtenis in de Belgische militaire geschiedenis. Von Lettow-Vorbeck gaf zich pas over op 25 november 1918, twee weken na de wapenstilstand in Europa, want hij was niet eerder op de hoogte. Toen pas werd het duidelijk tegen welk een kleine Duitse troepenmacht de Britten met meer dan 100.000 man hadden gestreden. De troep telde op dat moment slechts 155 Duitsers en een paar duizend zwarten. Na zijn terugkeer in Duitsland in maart 1919 werd Von Lettow-Vorbeck als een held onthaald, met een parade in Berlijn. Hij werd gezien als de enige Duitse generaal die nooit was verslagen. Opmerkelijk was dat hij na de oorlog nog ontvangen werd te Londen als een eregast op een reünie van oud-strijders, die allen in Duits Oost-Afrika tot zijn tegenstanders hadden behoord. Hij sloot zelfs nog vriendschap met generaal Jan Smuts (1870-1950). Deze werd later premier van Zuid-Afrika. Charles Tombeur werd in België voor zijn prestaties in de adelstand verheven en mocht zich dan Charles Tombeur de Tabora noemen. Parade te Berlijn bij het onthaal van Paul Von Lettow-Vorbeck in maart 1919 Ruanda-Urundi, mandaatgebied en later voogdijgebied In 1919, als een gevolg van de Eerste Wereldoorlog werd de Volkenbond opgericht, op basis van het Verdrag van Versailles, met de bedoeling een einde te maken aan alle oorlogen. De Volkenbond verdeelde in 1924 de voormalige Duitse koloniën en delen van het vroegere Ottomaanse Rijk als mandaatgebieden waarbij de voogdij door andere staten werd uitgeoefend. Men onderscheidde: A-mandaten, in principe onafhankelijke gebieden waarvan men vond dat die tijdelijk bestuur nodig hadden, B-mandaten, voor onbepaalde tijd als afzonderlijke eenheid door de mandataris te besturen, en C-mandaten, door de mandataris te besturen als deel van het eigen gebied of van de eigen kolonie. Deze gebieden kunnen in feite gezien worden als een annexatie van de Duitse kolonies en delen van het Ottomaanse Rijk door de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog. 3

Duits bankbiljet van 75 pfennig uit 1921 met Paul von Lettow-Vorbeck, 104 74 mm België werd beloond voor de deelname van de Force Publique aan de Oost-Afrikaanse campagne: het verwierf van de Volkenbond een B-mandaat over de voormalige Duitse kolonie Ruanda-Urundi. Groot-Brittannië kreeg een B-mandaat voor Tanganyika en Zanzibar, van dan af Brits Oost-Afrika genoemd. De Belgen waren veel actiever in het gebied dan de Duitsers, vooral in Ruanda. De Belgen konden grote winsten uit het gebied halen, voornamelijk afkomstig van koffieplantages in de gebieden met rijke vulkanische bodems. De mensen moesten er verplicht koffie aanplanten en de opbrengst ervan afstaan als een soort belasting. Bij het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 werd de Volkenbond vervangen door de Verenigde Naties. In 1946 zette deze de mandaten om in voogdijschappen. Dit betekende dat België het gebied Ruanda-Urundi moest klaarmaken voor onafhankelijkheid. De Belgen dachten echter dat dit nog vele decennia zou duren. Nadat Congo reeds op 30 juni 1960 onafhankelijk geworden was kon Ruanda-Urundi niet achterblijven. De Verenigde Naties drongen aan dat Ruanda-Urundi één land zou worden, maar de eeuwenoude koninkrijken waren zo ingeburgerd dat het niet anders kon dan dat er twee landen gevormd werden. Zo werd aan Ruanda, ondertussen Rwanda genoemd en Urundi, ondertussen Burundi genoemd onafhankelijkheid verleend op 1 juli 1962, na de nodige zware problemen. Zie hiervoor de artikels over Rwanda en Burundi in de Muntklappers 74 en 71. De centrale bank In de Congo-Vrijstaat bestond er ter plaatse nog geen centrale bank al werden er wel te Brussel munten en bankbiljetten voor Congo uitgegeven. De Congo-Vrijstaat werd Belgisch Congo in 1908 en in 1909 werd de eerste bank opgericht, de Bank van Belgisch Congo, met zetel te Matadi. Deze commerciële bank kreeg in 1911 ook het emissierecht voor bankbiljetten en zorgde vanaf 1912 ook voor de verdeling van goud- en zilvermunten van de Latijnse Muntunie (waaronder België) evenals van de Congolese munten. Die toestand kon echter niet blijven duren daar ondertussen andere commerciële banken 4

opgericht werden en de economie van Congo sterk geëvolueerd was, in het bijzonder na de Tweede Wereldoorlog. De oprichting van een echte centrale bank werd noodzakelijk. Op 1 juli 1952 werd dan de Centrale Bank van Belgisch Congo en van Ruanda-Urundi opgericht. Van dan af werden op de munten en bankbiljetten naast de naam van Belgisch Congo ook de naam van Ruanda-Urundi vermeld. Een eerste munt van 5 Fr in messing werd uitgegeven bij die gelegenheid, terwijl een aantal andere munten ingetrokken werden, zoals de 5 Fr nikkelbrons 1936-37 (geslagen te Brussel), de zeshoekige 2 Fr messing 1943 (geslagen door de US Mint) en de 50 Fr zilver 1944 (geslagen door de South African Mint). De pariteit was nog steeds gelijk aan de Belgische frank. Van 1954 tot 1960 volgden een 50 ct, 1 Fr en 5 Fr in aluminium. Deze munten werden gegraveerd door Joseph De Bruyn (1913-57), de toenmalige hoofdgraveur van de Koninklijke Munt te Brussel. 5 Fr 1952 messing en 5 Fr 1956 aluminium, Belgisch Congo en Ruanda-Urundi De eerste muntslag van de nieuwe 5 Fr had plaats op 19 mei 1952 bij de Koninklijke Munt te Brussel en bij die gelegenheid werd ook een herdenkingsmedaille geslagen van 43,5 mm in zilver en similor. Er werd ook een exemplaar in mat brons gevonden. De voorzijde toont de 4 koningen zoals op het Belgische 100 Fr stuk uit 1948 (gegraveerd door Marcel Rau), en de keerzijde die nieuwe munt met daarrond de tekst BANQUE CENTRALE CENTRALE BANK. Similor herdenkingsmedaille geslagen op 19 mei 1952 te Brussel Bij de onafhankelijkheid van Congo op 30 juni 1960 werd de Centrale Bank van Belgisch Congo en van Ruanda-Urundi omgevormd tot de Banque du Congo en verloor ze dus de mogelijkheid voor het uitgeven van munten en bankbiljetten voor Ruanda-Urundi. Daarom werd een nieuwe centrale bank opgericht, de Banque d Emission du Rwanda et du Burundi (B.E.R.B.) met zetel te Usumbura (met filiaal in Kigali). Deze was echter ook geen lang leven beschoren want Rwanda en Burundi werden beide onafhankelijk op 1 juli 1962. De economische en monetaire unie van Rwanda en Burundi werd ontbonden op 1 januari 1964, de B.E.R.B. werd opgeheven en op 18 mei 1964 kwam er een einde aan de gemeenschappelijke monetaire politiek. In de plaats werd de Banque Nationale de Rwanda en de Banque du Royaume du Burundi opgericht. De B.E.R.B. gaf in de periode 1960-64 de hier beschreven munt uit evenals bankbiljetten van 5 tot 100 Fr. Deze waren in pariteit ook gelijk aan de Belgische frank. 5

Bankbiljet van 5 Fr 1960 Rwanda-Burundi, 58 100 mm (verzameling NBB) De muntslag en proefslagen De Koninklijke Munt van België (KMB) ontving van de B.E.R.B. een telefonische aanvraag voor de aanmaak van 5 miljoen stuks van een nieuwe munt van 1 frank. In de offerte van de KMB van 20 juli 1960 werden volgende gegevens voorgesteld: 5 miljoen stuks uit een messing legering met 67 % Cu en 33 % Zn, diameter 21 mm, kartelrand, gewicht 3,75 g, op de voorzijde een lopende leeuw met de datum 1960 en op de keerzijde 1 Fr met Rwanda- Burundi. De prijs werd bepaald op 0,27 Bef/stuk, verpakking en transport niet inbegrepen. Het ontwerp werd uitgevoerd door Léon Poncelet die evenwel de leeuw van de voorzijde kopieerde van een munt van Marcel Rau, de 5 Fr 1936 van Belgisch Congo. Léon Poncelet ( Couillet 1922 2009) trad in dienst bij de Koninklijke Munt in 1950 als muntperser. Na het overlijden van Joseph De Bruyn in 1957 nam hij een aantal van diens taken over: het artistieke aspect, het modelleerwerk, het retoucheren van de matrijzen en het met de hand aanbrengen van inscripties. Hij werd benoemd tot hulpgraveur in 1958, tot graveur in 1964 en tot graveur principal in 1970, een functie die hij bekleedde tot zijn pensionering in 1983. Léon Poncelet (rechts) 6

5 Fr 1936 Belgisch Congo met leeuw, gegraveerd door Marcel Rau Er was duidelijk haast bij want amper twee dagen later, op 22 juli 1960 volgde reeds een bestelling doch niet voor 5 miljoen stuks maar voor slechts 2 miljoen stuks. De KMB bestelde op 25 juli 1960 de 2 miljoen muntplaatjes bij de firma S.A. Usines à Cuivre et à Zinc de Liège aan 55 Bef/kg. Omgerekend was dit 0,20625 Bef/stuk. Op 2 september liet de muntmeester G. Lamquet aan de B.E.R.B. weten dat de 2 miljoen stuks in 400 metalen kisten met elk 500 stuks zouden verstuurd worden door de Agence Maritieme vanuit Antwerpen naar Usumbura. Aan de levering werden nog gratis 200 stuks toegevoegd om mogelijk beschadigde munten te vervangen. Ook werden 25 gratis proefslagen 1960 in messing toegevoegd met het woord ESSAI in reliëf op de keerzijde en massa 3,75 g en 25 proefslagen 1960 in zilver (835/1000) eveneens met ESSAI in reliëf op de keerzijde en massa 4,56 g. De zilveren proefslagen waren door de B.E.R.B. besteld op 25 augustus 1960. Het netto gewicht van elke metalen kist was ca. 18,75 kg. Het totale gewicht van de levering was 7465,75 kg. Het transport werd uitgevoerd op 10 september 1960 door de SS MARCHOVELETTE. De totale factuur van 9 september voor de 2 miljoen stuks, de toegevoegde munten, de messing- en zilveren proefslagen, de verpakking en transport inbegrepen bedroeg 548.181 Bef. Voor de 25 zilveren proefslagen werd 171 Bef, dus 6,84 Bef/stuk aangerekend. 1 Fr 1960 zilver met ESSAI, 25 ex. en 1 Fr 1960 messing met ESSAI, 25 ex. Op 29 november 1960 was er terug een telefonische vraag van de B.E.R.B. voor 3 miljoen stuks van 1 frank van hetzelfde type als deze van 1960 maar nu met het jaartal 1961 en messing 70 % Cu en 30 % Zn. Dezelfde dag nog stuurde de KMB een offerte met dezelfde prijs zoals bij de vorige bestelling, dus 0,27 Bef/stuk verpakking en transport niet inbegrepen. Op 30 november 1960 was er reeds een akkoord van de B.E.R.B., zodat op 6 december 1960 een contract werd getekend met S.A. Usines à Cuivre et à Zinc de Liège voor de aanmaak van de 3 miljoen muntplaatjes messing 70 % Cu en 30 % Zn en dit voor 54 Bef/kg. De munten werden zeer vlug vervaardigd en reeds op 24 februari 1961 verzonden in 600 metalen kisten van Antwerpen naar Usumbura. Een derde bestelling van 3 miljoen stuks 1961 uit messing 70 % Cu en 30 % Zn volgde op 23 februari 1961. De offerteprijs was 0,27 Bef/stuk zonder verpakking en transport. De muntplaatjes kosten 54 Bef/kg. De levering werd uitgevoerd op 1 april 1961. De vierde en grootste bestelling van 1 frank 1961 uit messing 70 % Cu en 30 % Zn van 10 miljoen stuks kwam er op 15 juni 1961 nu echter aan 0,285 Bef/stuk verpakking en transport niet inbegrepen. De muntplaatjes werden door de KMB besteld aan 55 Bef/kg. De 7

levering werd uitgevoerd in juli, augustus en september 1961. Op 24 september 1963, dus twee jaar later was er terug een vraag van de B.E.R.B. voor nog eens 3 miljoen stuks 1 frank messing 1964 met legering 70 % Cu en 30 % Zn. Men wou de munten graag aan de prijs van de vorige bestelling 0,285 Bef/stuk. Deze prijs was niet meer haalbaar en het werd 0,305 Bef/stuk zonder verpakking en transport. Ook voor de muntplaatjes diende de KMB nu de hogere prijs 55,70 Bef/kg te betalen. De 3 miljoen stuks werden op 27 december 1963 aan boord van de SS UBENA gebracht, samen met 500 gratis munten ter vervanging van eventueel beschadigde munten. Het schip vertrok vanuit Antwerpen naar Usumbura op 31 december 1963. Een dag later, op 1 januari 1964, dus tijdens het transport van de munten is de monetaire unie tussen Rwanda en Burundi ontbonden. De B.E.R.B. werd dus opgedoekt. Waarschijnlijk zijn van deze laatste levering maar zeer weinig munten in omloop gebracht. Wat er precies met deze munten is gebeurd is een open vraag, maar naar alle waarschijnlijkheid is het grootste deel hersmolten. De munten met jaartal 1964 zijn vandaag moeilijk te vinden, dus zeldzaam. In Rwanda werden in 1964 al andere munten uitgegeven, terwijl dit in Burundi in 1965 gebeurde. 1 Fr 1964 BERB messing Elke aandachtige lezer van dit artikel zal gemerkt hebben dat de 2 miljoen stuks met jaartal 1960 een afwijkende legering 67 % Cu en 33 % Zn hebben tegenover de 16 miljoen stuks van 1961 en de 3 miljoen stuks van 1964 (geslagen in 1963) met legering 70 % Cu en 30 % Zn. Waarom deze wijziging van de legering is uitgevoerd was niet te achterhalen uit de documenten uit het dossier in de KMB. Het is ook reeds te lang geleden om nog personen te vinden die het zouden kunnen weten. In geen enkel werk, noch catalogus ons bekend werd hiervan melding gemaakt. Voor de totale muntslag van deze munten vinden we steeds 70 % Cu en 30 % Zn alhoewel uit meerdere documenten uit het dossier in de KMB blijkt dat dit niet het geval is voor de munten met jaartal 1960. Uit dezelfde periode bestaan er nog enkele andere proefslagen van Rwanda-Burundi. Zo bestaat er een bronzen proefslag met ESSAI in reliëf en gladde rand van 1 frank 1960 die erg lijkt op de aluminium munten die destijds circuleerden in Belgisch Congo en Ruanda- Urundi. Er werden eveneens munten vervaardigd van de 1 Fr B.E.R.B. met jaartal 1960 en 1961 in kopernikkel met kartelrand zonder de vermelding ESSAI en met een massa 3,95 g. 1 Fr 1960 brons met ESSAI 1 Fr 1961 hybride, kopernikkel, 50 ex. Eigenaardig is dat er ook nog een hybride munt geslagen werd in kopernikkel met kartelrand, met de voorzijde van de Belgische 1 frank 1961 en de keerzijde van de 1 frank Rwanda-Burundi. Navraag bij de Koninklijke munt leverde niets op: ze weten ook niet meer waarom deze hybride geslagen werd. Ofwel werd die per vergissing geslagen door de 8

verkeerde voor- en keerzijdematrijzen te monteren op een muntpers, ofwel is dat een fantasietje van de Koninklijke Munt, waarvan het geweten is dat ze nogal eens proefslagen verdeelden onder het personeel als een geschenkje. Bibliografie Wikipedia, Ruanda-Urundi, http://en.wikipedia.org/wiki/ruanda-urundi Wikipedia, Belgisch-Congo, http://nl.wikipedia.org/wiki/belgisch-congo Wikipedia, Paul von Lettow-Vorbeck, http://nl.wikipedia.org/wiki/paul_von_lettow-vorbeck Wikipedia, Charles Tombeur de Tabora, http://fr.wikipedia.org/wiki/charles_tombeur_de_tabora Wikipedia, Campagnes d Afrique de l Est (Force publique), http://fr.wikipedia.org/wiki/campagnes_d Afrique_de_l Est_(Force_publique) Baron Bonvoisin, Banque du Congo Belge 1909-1959, Editions L. Cuypers Bruxelles 1959. Didier Vanoverbeek, Encyclopedie van de Belgische Staatsbetaalmiddelen 1832-2002, deel 2, munt C-32. Archief van de Koninklijke Munt van België, 610/17. Antoine Bruylandt en Leopold Verbist 9