céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013
céáíéå=éå=åáàñéêë 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden in het studiejaar 2010-2011 centraal. Eind 2012, ongeveer anderhalf jaar na afstuderen, hebben bijna 20.000 afgestudeerden de enquête van de HBO-Monitor ingevuld. Het gaat hierbij zowel om bachelor als master studenten. De respons bedroeg 39%. De HBO-Monitor is een jaarlijks onderzoek dat wordt uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Maastricht University. Gedetailleerde informatie kunt u vinden op de website www.vereniginghogescholen.nl, via Feiten en Cijfers. De werkloosheid onder afgestudeerde hbo ers is gestegen van 6, in 2011 naar 7,9% in 2012. Onder voltijdstudenten blijft de werkloosheid met 9, lager dan voor gediplomeerde mbo ers (10,6% voor bol niveau 4). Afgestudeerden van deeltijdopleidingen kennen een relatief lage werkloosheid van 4,5%. Van de voltijd afgestudeerden met werk heeft 84% de eerste baan binnen drie maanden gevonden. 52% van alle werkenden heeft anderhalf jaar na afstuderen een vaste aanstelling. De aansluiting tussen opleiding en werk blijft relatief goed. Net als vorig jaar heeft acht op de tien voltijd afgestudeerden een baan binnen het eigen vakgebied. Ook werkt nog meer dan driekwart op minimaal hbo-niveau. Eenzelfde grote groep is positief over de aansluiting tussen opleiding en werk, terwijl de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk een ruime voldoende krijgt. Succes op de arbeidsmarkt De werkloosheid 1 onder alle hbo-afgestudeerden is, na een periode van relatieve rust in 2010 en 2011, opgelopen naar 7,9% in 2012. Zo n stijging was ook zichtbaar tussen 2008 en 2009. Afgestudeerden die een opleiding in deeltijd hebben afgerond, kennen een relatief lage werkloosheid. Deze is bovendien in het laatste jaar nagenoeg gelijk is gebleven. De werkloosheid van voltijd afgestudeerden blijft ook in 2012 lager dan van gediplomeerde mbo ers (bol niveau 4). Onder afgestudeerden van het wo is dit jaar geen onderzoek gedaan 2. Ook de werkloosheid in de totale beroepsbevolking onder 25 jaar was in de enquêteperiode een stuk hoger dan onder de recent afgestudeerden van het hbo. Figuur 1: Werkloosheid anderhalf jaar na afstuderen 12% 8% hbo voltijd hbo deeltijd hbo totaal mbo (bol niveau 4) wo 6% 4% 2% 2008 2009 2010 2011 2012 1 Werkloos zijn afgestudeerden zonder werk (of met werk van minder dan 12 uur per week) die op zoek zijn naar betaald werk. Daarbij zijn afgestudeerden buiten beschouwing gelaten die een vervolgopleiding zijn gestart. 2 In 2010 en 2012 hebben geen metingen plaatsgevonden van de WO-monitor. In 2011 werd dit onderzoek in opdracht van de VSNU uitgevoerd door IVA (Tilburg).
céáíéå=éå=åáàñéêë 3 Figuur 2: Werkloosheid jongeren onder 25 jaar 3 18% 16% 15,3% 14% 12,7% 12,9% 12,8% 12% 8% 7,2% 6% 4% 2% CBS: 10/12 11/12 12/12 01/13 HBO-Monitor 2012 Afgestudeerden uit de sectoren kunst, economisch en agrarisch hebben te maken met de hoogste werkloosheid. De laagste werkloosheid is zichtbaar onder afgestudeerden van de sector gezondheidszorg. Anders dan voorgaande jaren is in 2012 ook in deze sector echter een stijging zichtbaar. De werkloosheid in de sectoren sociaal agogisch en technisch is in vergelijking met 2011 het sterkst gestegen. Voor de technische sector komt dat na twee achtereenvolgende jaren met een dalende werkloosheid. Figuur 3: Werkloosheid anderhalf jaar na afstuderen, voltijdstudenten per sector 14% 12% 2008 2009 2010 2011 2012 8% 6% 4% 2% 3 Werkloosheid in de totale beroepsbevolking onder 25 jaar afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), vergeleken met de respondenten onder 25 jaar in de HBO-Monitor 2012 die werd afgenomen van oktober 2012 tot midden januari 2013.
céáíéå=éå=åáàñéêë 4 7 van de afgestudeerden van voltijdopleidingen kent geen intredewerkloosheid tussen afstuderen en de eerste baan. Binnen drie maanden na het behalen van het hbo-diploma heeft in totaal 84% werk gevonden. Onder afgestudeerden uit de sector gezondheidszorg is dat zelfs 93%. Afgestudeerden van de sociaal-agogische sector zoeken het langst, maar van hen vindt nog steeds 79% binnen drie maanden werk. Figuur 4: Zoekduur tot de eerste baan, voltijdstudenten per sector 10 9 12% 8 14% 13% 13% 16% 7 15% 12% 14% 6 5 4 81% 68% 72% 3 66% 64% 73% 71% 7 2 1-3 maanden 0 maanden Arbeidsvoorwaarden Gemiddeld werken pas afgestudeerden hbo ers 34 uur per week. 4 werkt in deeltijd. Van de afgestudeerden van de meeste sectoren werkt meer dan de helft in deeltijd. In de agrarische sector is dit iets meer dan een kwart en in de techniek en economie minder dan een vijfde. Het aandeel afgestudeerden dat direct een vaste aanstelling krijgt is gedaald van 55% in 2011 naar 52% in 2012. Van de voltijdafgestudeerden heeft minder dan de helft (43%) een vaste aanstelling. Bij afgestudeerden van deeltijdopleidingen is dit maar liefst 81%. De dalende baanzekerheid voor voltijd afgestudeerden is in alle sectoren zichtbaar. Het gemiddeld maandloon van de startende hbo ers is marginaal gedaald ten opzichte van een jaar eerder (-1%). Grotendeels veroorzaakt door een stijging in het aandeel deeltijdbanen, is vooral onder de afgestudeerden van sociaal-agogische en pedagogische opleidingen het bruto maandloon gedaald (respectievelijk -5,5% en -4,5%). Het bruto uurloon is het hoogst voor afgestudeerden van opleidingen in de gezondheidszorg ( 15,10). Door het relatief hoge aantal arbeidsuren komt het bruto maandloon van technici het hoogste uit ( 2.382). Figuur 5: Contract en salaris anderhalf jaar na afstuderen, sectoren in voltijd totaal voltijd deeltijd duaal agrarisch economisch gezondheidszorg pedagogisch sociaal-agogisch technisch kunst Arbeidsuren per week 34 34 33 35 36 37 30 30 29 38 31 Deeltijdaanstelling 4 38% 48% 34% 26% 19% 61% 55% 73% 57% Vaste aanstelling 52% 43% 81% 74% 41% 43% 49% 36% 35% 52% 38% Bruto uurloon 14,5 13,3 19,1 16,8 13,2 13,0 15,1 13,6 13,2 14,1 9,7 Bruto maandloon 2.167 2.005 2.761 2.597 2.053 2.106 2.094 1.853 1.709 2.382 1.418
céáíéå=éå=åáàñéêë 5 Aansluiting tussen opleiding en werk Bijna acht op de tien voltijd afgestudeerden vinden een baan binnen het eigen vakgebied; dit aandeel is al enkele jaren stabiel. Afgestudeerden van de sectoren pedagogisch en gezondheidszorg vinden zelfs in negen van de tien gevallen een baan in de eigen of verwante richting. Afgestudeerden van de sectoren kunst en economisch hebben daar de meeste moeite mee. 76% van de voltijd afgestudeerden vindt een baan op minimaal hbo-niveau (78% in 2011). Afgestudeerden van de pedagogische sector werken het meest op hbo-niveau (9).Ook voor de sectoren technisch (86%) en gezondheidszorg (81%) is het aandeel hoog. De gediplomeerden van de sociaal-agogische sector hebben relatief vaak een baan in de eigen of verwante richting (83%), maar slechts 51% van hen werkt op hbo-niveau. Figuur 6: Richting en niveau van werk anderhalf jaar na afstuderen, voltijdstudenten per sector 10 minimaal hbo-niveau 9 8 7 6 5 4 3 2 eigen/verwante richting Net als de afgelopen jaren geeft ongeveer een driekwart van de afgestudeerden aan dat de aansluiting tussen de gevolgde opleiding en hun functie voldoende of goed is. Afgestudeerden van de pedagogische sector zijn het meest positief over de aansluiting (85%). Terwijl het oordeel over de hele linie vrij constant is gebleven, is in de sectoren agrarisch en een lichte daling zichtbaar. Figuur 7: Voldoende of goede aansluiting tussen opleiding en functie, voltijdstudenten per sector 10 2011 9 8 7 6 5 4 3 2 2012
céáíéå=éå=åáàñéêë 6 Voorbereiding op de arbeidsmarkt 65% van de afgestudeerde hbo ers oordeelt positief over de mate waarin de opleiding een goede basis vormt voor hun verdere ontwikkeling. In 2011 was dit nog 63%. Zo n tweederde van de afgestudeerden van de sectoren agrarisch, technisch en gezondheidszorg oordelen op dit gebied positief; afgestudeerden van de sectoren pedagogisch en sociaalagogisch zijn kritischer. Afgestudeerde hbo ers geven gemiddeld het rapportcijfer 6,7 voor de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk. De afgestudeerden van de pedagogische sector geven hier juist het hoogste rapportcijfer. Figuur 8: Oordelen over voorbereiding op de arbeidsmarkt, sectoren in voltijd totaal voltijd deeltijd duaal agrarisch A 65% 63% 73% 76% 66% 63% 68% 57% 57% 67% 68% B 6,7 6,6 6,8 7,0 6,4 6,5 6,7 7,3 6,5 6,6 6,6 A: Opleiding biedt goede basis voor het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden (% eens) B: Oordeel over de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk (rapportcijfer) economisch gezondheidszorg pedagogisch sociaal-agogisch technisch kunst
céáíéå=éå=åáàñéêë 7 Figuur 9: Kengetallen per hogeschool, alle opleidingsvormen werkloosheid zou opnieuw zelfde opleiding kiezen deelname vervolgonderwijs aansluiting opleiding en functie (goed/voldoende) amsterdamse hs. voor de kunsten 12% 85% 29% 71% artez hs. voor de kunsten 12% 91% 25% 74% avans hs. 6% 84% 34% 81% chr. hs. ede 8% 84% 24% 81% chr. hs. windesheim 7% 82% 26% 81% codarts, hs. voor de kunsten 13% 83% 31% 76% design academy eindhoven 5% 78% 8% 53% driestar hs. 3% 9 24% 92% fontys hs. 8% 81% 3 74% gereformeerde hs. 86% 2 76% gerrit rietveld academie 2 87% 32% 62% haagse hs. 7% 78% 3 75% has den bosch 11% 83% 32% 68% hotelschool den haag 3% 87% 3 78% hs. de kempel 23% 82% 37% 92% hs. der kunsten den haag 23% 85% 34% 72% hs. inholland 77% 24% 76% hs. leiden 4% 79% 27% 71% hs. rotterdam 6% 79% 26% 74% hs. utrecht 6% 79% 26% 77% hs. van amsterdam 9% 7 38% 71% hs. van arnhem en nijmegen 6% 81% 3 79% hs. voor de kunsten utrecht 8% 79% 19% 62% hz university of applied sciences 7% 83% 27% 78% nhtv internationale hs. breda 11% 71% 25% 63% noordelijke hs. leeuwarden 7% 81% 25% 79% p.c. hs. 'marnix academie' 11% 88% 15% 81% saxion hs. 9% 77% 29% 77% stenden hs. 12% 75% 25% 77% van hall larenstein 13% 67% 28% 68% vilentum hs (cah vilentum & stoas wageningen, vilentum hs) 4% 81% 21% 76% zuyd hs. 79% 35% 7 totaal 8% 8 28% 76%
Juni 2013