Computer Setup (F10) Handleiding - dx2300 serie Microtowermodelen Zakelijke personal computers
Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten of redactionele fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. De informatie in dit document valt onder het auteursrecht. Geen enkel deel van dit document mag worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. Computer Setup (F10) Handleiding Zakelijke personal computers dx2300 serie Microtowermodellen Eerste editie (januari 2007). Artikelnummer van document: 441367-331
Over deze handleiding Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van Computer Setup (Computerinstellingen). U gebruikt dit hulpprogramma om standaardinstellingen voor de computer opnieuw te configureren en te wijzigen nadat u nieuwe hardware heeft geïnstalleerd of om onderhoud uit te voeren. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie. NLWW iii
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup... 1 Werken met Computer Setup (Computerinstellingen)... 2 Computer Setup System Information... 3 Computer Setup Main... 4 Computer Setup Advanced... 5 Computer Setup Boot... 7 Computer Setup PC Health... 9 Configuratie-instellingen herstellen... 10 Backup maken van CMOS... 10 CMOS herstellen... 10 NLWW v
vi NLWW
Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) kunt u: De fabrieksinstellingen wijzigen. De systeemdatum en -tijd instellen. De systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren. U kunt onder andere instellingen wijzigen voor processor, monitor, geheugen, audio, opslag, communicatie en invoerapparatuur. De opstartvolgorde wijzigen van schijfeenheden waarvan kan worden opgestart, zoals vaste schijven, diskettedrives, optische-schijfeenheden of USB-flashapparaten. Voorkomen dat een apparaat de eenheid opstart. Zelftests van de vaste schijf uitvoeren. Temperatuur van de processor en het systeem bekijken. Het inventarisnummer of eigendomsidentificatienummer invoeren dat door uw bedrijf aan deze computer is toegekend. Een supervisorwachtwoord instellen dat de toegang regelt tot het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) en de instellingen die in dit gedeelte worden beschreven. Geïntegreerde I/O-functionaliteit beveiligen, waaronder de seriële poorten, USB-poorten en parallelle poorten, audio en ingebouwde netwerkadapter, zodat deze niet kunnen worden gebruikt tenzij de beveiliging wordt opgeheven. De mogelijkheid om op te starten vanaf verwisselbare schijfeenheden in- of uitschakelen. Schrijftoegang tot oudere typen diskettedrives in- en uitschakelen (indien dit door de hardware wordt ondersteund). NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 1
Werken met Computer Setup (Computerinstellingen) Het hulpprogramma Computer Setup kan alleen worden geactiveerd wanneer u de computer inschakelt of opnieuw opstart. U krijgt als volgt toegang tot Computer Setup: 1. Zet de computer aan of start de computer opnieuw op. 2. Druk nadat de computer is ingeschakeld op F10 op het moment dat het monitorlampje groen gaat branden om Computer Setup (Computerinstellingen) te openen. Druk op Enter om een eventueel beginscherm over te slaan. OPMERKING: Als u niet op het juiste moment op F10 drukt, start u de computer opnieuw op en drukt u opnieuw op F10 (maar nu op het moment dat het monitorlampje groen gaat branden) om het hulpprogramma te openen. 3. Het scherm Computer Setup Utility (Computerinstellingen) is opgedeeld in menu s en opties voor te ondernemen acties. Op het scherm Computer Setup Utility (Computerinstellingen) worden vijf menu s weergegeven: System Information (Systeeminformatie) Main (Hoofdmenu) Advanced (Geavanceerd) Boot (Opstarten) PC Health (Computerstatus) Gebruik de pijltoetsen om naar het gewenste menu te gaan en druk vervolgens op Enter. Gebruik vervolgens de pijltoetsen omhoog en omlaag om de gewenste optie te selecteren en druk op Enter. Druk op Esc om terug te keren naar het vorige scherm. 4. Druk op F10 om de wijzigingen toe te passen en op te slaan. Als u wijzigingen heeft aangebracht die u niet wilt toepassen, drukt u op F9 om af te sluiten zonder op te slaan. Druk op F7 om geoptimaliseerde standaardwaarden te laden. VOORZICHTIG: Schakel de computer NOOIT uit terwijl de wijzigingen in de configuratie van Computer Setup (Computerinstellingen) worden opgeslagen, omdat anders het CMOS beschadigd kan raken. U kunt de computer pas veilig uitschakelen nadat u het scherm van Computer Setup heeft afgesloten. Tabel 1 Hoofdmenu Computer Setup (F10) Utility (Computerinstellingen) Hoofdmenu Tabel System Information (Systeeminformatie) Computer Setup System Information op pagina 3 Main (Hoofdmenu) Computer Setup Main op pagina 4 Advanced (Geavanceerd) Computer Setup Advanced op pagina 5 Boot (Opstarten) Computer Setup Boot op pagina 7 PC Health (Computerstatus) Computer Setup PC Health op pagina 9 2 Computer Setup NLWW
Computer Setup System Information OPMERKING: Welke opties van Computer Setup precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 2 Computer Setup: System Information (Systeeminformatie) Optie Product Name (Productnaam) SKU Number (SKUnummer) Processor Type (Processortype) Processor Speed (Processorsnelheid) System ROM (Systeem- ROM) Cache Size (Cachegrootte) Memory Size (Geheugengrootte) Integrated MAC (Geïntegreerde MAC) UUID System Serial # (Serienummer van systeem) Asset Tracking Number (Inventarisnummer) Beschrijving NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 3
Computer Setup Main OPMERKING: Welke opties van Computer Setup precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 3 Computer Setup: Main (Hoofdmenu) Optie Date (mm:dd:yy) (Datum (mm:dd:jj)) Time (hh:mm:ss) (Tijd (uu:mm:ss)) SATA Port 1 (SATApoort 1) SATA Port 2 (SATApoort 2) SATA Port 3 (SATApoort 3) SATA Port 4 (SATApoort 4) Beschrijving Hiermee stelt u de systeemdatum in. Hiermee stelt u de systeemtijd in. Met elk van deze opties kunt u het volgende doen: Zelftest van de vaste schijf uitvoeren voor een bepaald kanaal: SMART Status Check (SMART-statuscontrole) HDD Short Self-Test (Korte zelftest vaste schijf) HDD Extended Self-Test (Uitgebreide zelftest vaste schijf) De grootte en de kop van de vaste schijf automatisch detecteren De uitgebreide IDE-drive voor het geselecteerde kanaal als volgt instellen: None (Geen) Auto (Automatisch) Toegangsmodus voor het geselecteerde kanaal als volgt instellen: Large (Groot) Auto (Automatisch) Bekijken: Firmware Capaciteit Cylinder Kop Precomp Landing Zone Sector Onboard FDC Controller (FDCcontroller op de systeemkaart) Drive A (A-schijf) Hiermee schakelt u de diskettecontroller op de systeemkaart in of uit. Hiermee kunt u de A-schijf als volgt instellen: None (Geen) 1,44 M, 3,5 inch 4 Computer Setup NLWW
Tabel 3 Computer Setup: Main (Hoofdmenu) (vervolg) Halt On (Onderbreken bij) Hiermee kunt u het gedrag van foutberichten tijdens de zelftest (POST) als volgt instellen: All Errors (Alle fouten) No Errors (Geen fouten) All but Keyboard (Alles behalve toetsenbord) All but Diskette (Alles behalve diskette) All but Diskette/Keyboard (Alles behalve diskette/toetsenbord) POST Delay (POSTvertraging) Hiermee kunt u een POST-vertraging instellen van: 0 seconden 5 seconden 10 seconden 15 seconden 30 seconden Computer Setup Advanced OPMERKING: Welke opties van Computer Setup precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 4 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) Optie Execute Disable Bit (Bit uitschakelen uitvoeren) MAX DVMT Allocation (Toewijzing MAX DVMT) Beschrijving Hiermee schakelt u de DEP-functionaliteit van de hardware in of uit. Grootte van DVMT/systeemgeheugen voor videogeheugen specificeren: 64 MB 128 MB 224 MB Init Display First (Eerste weergave) (VGA-instelling) Hiermee kunt u het primaire weergaveapparaat als volgt instellen: PCI Slot (PCI-slot) OnChipVGA PCIEx Onboard HD Audio (HD-audio op systeemkaart) OnChip USB Controller (OnChip USB-controller) USB Legacy Support (Ondersteuning voor verouderde USB) Hiermee schakelt u de geluidsvoorzieningen op de systeemkaart in of uit. Hiermee schakelt u de USB-controller in of uit. Hiermee schakelt u de ondersteuning voor verouderde USB (USB-toetsenbord, USB-muis en USBflashapparaten) in of uit. NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 5
Tabel 4 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (vervolg) Onboard LAN (Lokaal netwerk op de systeemkaart) Onboard LAN Boot ROM (Opstartgeheugen lokaal netwerk op de systeemkaart) Onboard Serial Port 1 (Seriële poort 1 op de systeemkaart) Onboard Serial Port 2 (Seriële poort 2 op de systeemkaart) Hiermee schakelt u de LAN-controller op de systeemkaart in of uit. Hiermee schakelt u het opstartgeheugen van de LAN-controller op de systeemkaart in of uit. Hiermee kunt u een instelling voor de seriële poort op de systeemkaart selecteren: Disabled (Uitgeschakeld) 3F8/IRQ4 2F8/IRQ3 3E8/IRQ4 2E8/IRQ3 Onboard Parrallel Port (Parallelle poort op de systeemkaart) Hiermee kunt u een instelling voor de parallelle poort op de systeemkaart selecteren: Disabled (Uitgeschakeld) 378/IRQ7 278/IRQ5 3BC/IRQ7 Parallel Port Mode (Parallelle poort-modus) Hiermee kunt u de modus voor de parallelle poort selecteren: SPP EPP ECP ECP+EPP Normal (Normaal) After AC Power Loss (Na stroomonderbreking) Hiermee selecteert u het gedrag van het systeem in het geval van een stroomonderbreking. On (Aan) Off (Uit) Last State (Laatste status) Wake on PCI Device from S5 (Bij PCIapparaat van S5 uit slaapstand komen) RTC Alarm Resume (Opnieuw aanvangen alarm real-timeklok) Date (of Month) (Datum (van maand)) Resume Time (hh:mm:ss) (Nieuwe aanvangsttijd (uu:mm:ss)) Hiermee schakelt u in of uit dat de computer uit S5 komt door een PCI-apparaat. Hiermee schakelt u het alarm van de real-timeklok in of uit. Als RTC Alarm Resume (Opnieuw aanvangen alarm real-timeklok) is ingeschakeld, kunt u de dag van de maand instellen waarop het alarm van de real-timeklok opnieuw moet worden aangevangen. (Stel 0 in voor iedere dag.) Als RTC Alarm Resume (Opnieuw aanvangen alarm real-timeklok) is ingeschakeld, kunt u het tijdstip instellen waarop het alarm van de real-timeklok opnieuw moet worden aangevangen. 6 Computer Setup NLWW
Computer Setup Boot OPMERKING: Welke opties van Computer Setup precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 5 Computer Setup: Boot (Opstarten) Optie Device Boot Disabling (Opstarten apparaat uitschakelen) Beschrijving Hiermee kunt u opstartbare apparaatgroepen in- of uitschakelen. Selecteer een van de volgende opties: None (Geen) USB Internal ODD (Interne ODD) Internal FDD (Interne FDD) USB + ODD + FDD F9 Boot Menu (F9 Opstartmenu) Removable Device Boot Seq. (Opstartvolgorde verwijderbare apparaten) Hard Disk Boot Priority (Opstartprioriteit vaste schijven) Optical Drive Boot Seq. (Opstartvolgorde optischeschijfeenheden) Network Boot Priority (Opstartprioriteit netwerken) First Boot Device (Eerste opstartapparaat) Second Boot Device (Tweede opstartapparaat) Third Boot Device (Derde opstartapparaat) Fourth Boot Device (Vierde opstartapparaat) Hiermee schakelt u F9 Boot Menu (Opstartmenu) in of uit. Hiermee kunt u de opstartvolgorde wijzigen van aangesloten verwijderbare apparaten (zoals diskettes of USB FDD). De eerste schijf die u opgeeft, krijgt voorrang in de opstartvolgorde en zal worden herkend als de A-schijf. Hiermee kunt u de opstartvolgorde wijzigen van aangesloten vaste schijven (zoals USB-vasteschijven, USB2 Drive Key, of USB-flashapparaten). De eerste schijf die u opgeeft, krijgt voorrang in de opstartvolgorde en zal worden herkend als de C-schijf (indien er apparatuur is aangesloten). Hiermee kunt u de volgorde opgeven waarin de aangesloten optische-schijfeenheden (zoals USB ODD) worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een besturingssysteem dat kan worden opgestart. Hiermee kunt u de volgorde opgeven waarin netwerkapparatuur (zoals UP-netwerkkaarten) worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een besturingssysteem dat kan worden opgestart. Hiermee kunt u aangeven welk apparaat eerst zal opstarten en welke apparaten als tweede, derde en vierde zullen opstarten, of een van de vier opties uitschakelen: Removable (Verwijderbaar) Hard Disk (Vaste schijf) CDROM (Cd-rom) Network (Netwerk) Disabled (Uitgeschakeld) OPMERKING: De toewijzing van stationsletters in MS-DOS is mogelijk niet meer van toepassing nadat een ander besturingssysteem is opgestart. Set Supervisor Password (Supervisorwachtwoord instellen) Hiermee kunt u een wachtwoord instellen om de toegang tot Computer Setup (Computerinstellingen) te beheren. NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 7
Tabel 5 Computer Setup: Boot (Opstarten) (vervolg) Set User Password (Gebruikerswachtwoord instellen) Security Option (Beveiligingsoptie) Hiermee kunt u een wachtwoord instellen om de toegang tot de computer te beheren. (Het supervisorwachtwoord moet zijn ingesteld voordat u een gebruikerswachtwoord kunt instellen.) Hiermee kunt u de beveiligingsoptie instellen op Setup (Computerinstellingen) of System (Systeem), zodat een wachtwoord nodig is iedere keer als het systeem wordt opgestart, of alleen voor Computer Setup (Computerinstellingen). 8 Computer Setup NLWW
Computer Setup PC Health OPMERKING: Welke opties van Computer Setup precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 6 Computer Setup: PC Health (Computerstatus) Optie System Fan Fail Check (Foutcontrole systeemventilator) Smart Fan Function (Slimmeventilatorfunctie) Current CPU Temperature (Huidige processortemperatuur) Current System Temperature (Huidige systeemtemperatuur) Current CPU Fan Speed (Huidige snelheid processorventilator) Current System Fan Speed (Huidige snelheid systeemventilator) Vcore 12V (12 V) 5V (5 V) VCC (V) VBAT (V) 5VSB (V) Beschrijving Hiermee schakelt u de detectie van de systeemventilator tijdens de zelftest (POST) in of uit. Hiermee schakelt u de slimme-ventilatorfunctionaliteit in of uit. NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 9
Configuratie-instellingen herstellen Als u de configuratie-instellingen die u in Computer Setup (F10) (Computerinstellingen) heeft vastgelegd wilt herstellen, maakt u voordat een herstelactie nodig is een backup van de instellingen. Het hulpprogramma CMOS Save/Load (CMOS opslaan/laden) vindt u op http://www.hp.com onder Software & Driver Downloads (Software- en stuurprogrammadownloads) voor uw specifieke model. Download de firmwarebestanden in een map op een verwijderbaar opslagapparaat. Het is aan te raden dat u de configuratie-instellingen na elke wijziging opslaat op een diskette, een USB-flashapparaat of een opslagapparaat waarmee een diskettedrive wordt geëmuleerd, en dat u het desbetreffende opslagmedium goed bewaart om indien nodig de configuratie te kunnen herstellen. Backup maken van CMOS 1. Zorg ervoor dat de computer waarvan u een backup wilt maken is ingeschakeld. Sluit het verwijderbare opslagapparaat aan op de computer. 2. Start de computer op in DOS. 3. Typ N:\folder\BIOS.exe SAVE:ABC001.DAT (waarbij N staat voor de stationsletter van het verwijderbare opslagapparaat), om de CMOS-instellingen op te slaan op het verwijderbare opslagapparaat. CMOS herstellen 1. Zorg ervoor dat de doelcomputer is ingeschakeld. Sluit het verwijderbare opslagapparaat aan op de doelcomputer. 2. Start de computer op in DOS. 3. Typ N:\folder\BIOS.exe LOAD:ABC001.DAT (waarbij N staat voor de stationsletter van het verwijderbare opslagapparaat), om de CMOS-instellingen te laden in het doelsysteem. 10 Computer Setup NLWW