REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2010

Vergelijkbare documenten
Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009

REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2009

INDEXERING NORMBEDRAGEN EN VASTSTELLING REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2014

INDEXERING NORMBEDRAGEN EN WIJZIGING REGELING VOOR INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2009

INDEXERING NORMBEDRAGEN EN VASTSTELLING REGELING EN INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2013

REGELING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2015

Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning Gemeente Den Haag

Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning Gemeente Den Haag 2007

REGELING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DEN HAAG 2016

B E S L U I T Financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten zoals dit is vastgesteld per 1 januari 2004

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

B E S L U I T Financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten zoals dit is vastgesteld per 1 januari 2003

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede. 8 februari 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Gemeenteblad Bekendmakingen

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk > 2011

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

a. op grond van aanwijzingen het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

Toelichting. Artikel 2

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

2. Besluit Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018.

gelet op artikel van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2

vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hengelo

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

Wetstechnische informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland Ingangsdatum 1 januari 2014

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning Zuidhorn 2015 (gewijzigd)

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

I. Vast te stellen de Regeling tot wijziging van de Regeling Maatschappelijke ondersteuning Den Haag 2016:

Vaststelling van de regeling tot wijziging van de regeling Maatschappelijke Ondersteuning Den Haag 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr

besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017.

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR.

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2013

Besluit individuele voorzieningen gemeente De Marne 2012

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING RHENEN 2013

Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

Transcriptie:

REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2010 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Gelet op: - de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009 Besluit vast te stellen de volgende: Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2010 Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze Regeling wordt verstaan onder: a. Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning. b. Verordening: de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009. c. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag. d. Peiljaar: het tweede kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de aanvraag om een voorziening in het kader van de Verordening wordt gedaan. e. Bruto inkomen: het inkomen vóór aftrek van belastingen en premies en zonder overhevelingstoeslag. Artikel 2 Onderdelen van de beschikking 1. In de beschikking op een aanvraag voor een individuele voorziening wordt in aanvulling op hetgeen genoemd in artikel 10 van de Verordening tenminste vermeld: - op welke voorziening de beschikking betrekking heeft; - de ingangsdatum en geldigheidsduur van de beschikking; - de voorschriften en voorwaarden waaraan de rechthebbende dient te voldoen en die van toepassing - zijn op de te verstrekken voorziening; - de bezwaar- en beroepsmogelijkheid. 2. Voor een voorziening die in de vorm van een persoongebonden budget wordt toegekend, wordt aanvullend in de beschikking opgenomen aan welke specificaties deze voorziening moet voldoen. Deze specificaties zijn opgenomen in een programma van eisen. 3. Voor huishoudelijke hulp wordt aanvullend op hetgeen vermeld in het eerste lid in de beschikking opgenomen: a. Indien de huishoudelijke hulp in natura wordt toegekend; de betreffende categorie huishoudelijke hulp en het aantal te ontvangen zorguren. b. Indien de huishoudelijke hulp in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt toegekend; de betreffende categorie huishoudelijke hulp, het aantal toegekende zorguren per week, de hoogte van het van toepassing zijnde uurtarief en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: 070-353 2782 Internetadres: www.denhaag.nl

Hoofdstuk 2 Voorzieningen 2.1 Het voeren van een huishouden: hulp bij het huishouden Artikel 3 Categorieën hulp bij het huishouden 1. De voorziening hulp bij het huishouden is onder te verdelen in twee soorten hulp: a. Huishoudelijke hulp categorie 1: - huishoudelijk werk, zoals: stofzuigen, reinigen van badkamer en toilet, ramen lappen, kamers opruimen, stof afnemen, bedden opmaken, afhalen en verschonen, opruimen huishoudelijk afval en planten verzorgen; - kleding en linnengoed wassen en strijken; - broodmaaltijd bereiden; - hand- en spandiensten t.b.v. de huishouding; - boodschappen doen voor het dagelijks leven; - actief signaleren van veranderingen in de gezondheid en sociale situatie en van behoefte aan meer of andere zorg en dit communiceren naar de contactpersoon van ondernemer b. Huishoudelijke hulp categorie 2: Huishoudelijke werkzaamheden als genoemd onder a, aangevuld met activiteiten in het kader van organisatie van het huishouden: - opvang en/of verzorging van kinderen; - dagelijkse organisatie van het huishouden; - advies, instructie en voorlichting over huishoudelijk werk. 2. Ten aanzien van respijtzorg als bedoeld in artikel 16, lid 2 van de Verordening geldt dat: a. er slechts één maal per kalenderjaar een beroep op kan worden gedaan; b. enkel de voorziening hulp bij het huishouden als bedoeld in artikel 17 van de Verordening kan worden verstrekt; c. er slechts tot verstrekking kan worden overgegaan indien er sprake is van ( dreigende) overbelasting; d. de voorziening hulp bij het huishouden is bedoeld voor het huishouden van de persoon met beperkingen bij wie de mantelzorger zijn taken uitvoert; e. de aanvrager en de persoon bij wie de mantelzorger zijn taken uitvoert voldoen aan alle voorwaarden en vereisten als genoemd in de Verordening, deze Regeling of beleidsregels welke voor voorzieningen ten behoeve van het voeren van een huishouden van toepassing zijn. Artikel 4 Vaststelling van de omvang van de voorziening 1. Bij toekenning van een voorziening huishoudelijke hulp categorie 1 of 2 in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget, wordt de huishoudelijke hulp uitgedrukt in het aantal uren per week. 2. De hoogte van een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp bedraagt per uur 14,40 voor huishoudelijke hulp van categorie 1 en 18,80 per uur voor huishoudelijke hulp van categorie 2. Artikel 5 Periode waarin recht bestaat op een voorziening Huishoudelijke hulp in de vorm van een natura verstrekking dan wel een persoonsgebonden budget, wordt verleend voor een periode die: a. niet eerder aanvangt dan de dag, met ingang waarvan de aanvrager volgens de beschikking op de voorziening is aangewezen en b. eindigt met ingang van de dag, waarop de beschikking zijn geldigheidsduur verliest.

Artikel 6 Uitbetaling van de voorziening huishoudelijke hulp in natura Huishoudelijke hulp in natura wordt betaald aan de zorgaanbieder. Artikel 7 Uitbetaling persoonsgebonden budget De uitbetaling vindt plaats per vier weken conform de CAK periodetabel Artikel 8 Totstandkoming eigen bijdrage 1. De verschuldigde eigen bijdrage is afhankelijk van het norminkomen, leeftijd en huwelijkse staat. a. Het norminkomen bedraagt voor de ongehuwde persoon jonger dan 65 jaar 22.222,00 b. Het norminkomen bedraagt voor de ongehuwde persoon van 65 jaar of ouder 15.256,00 c. Het norminkomen bedraagt voor gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar 27.222,00 d. Het norminkomen bedraagt voor gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn 21.058,00 2. Bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning worden de bedragen genoemd in het eerste lid gewijzigd aan de hand van de ontwikkelingen van het minimumloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag. Artikel 9 Omvang eigen bijdrage 1. De verschuldigde eigen bijdrage bedraagt: a. 17,60 per vier weken voor de ongehuwde persoon jonger dan 65 jaar met een norminkomen gelijk of lager dan 22.222,00 ; b. 17,60 per vier weken voor de ongehuwde persoon van 65 jaar of ouder met een norminkomen gelijk of lager dan 15.256,00 ; c. 25,20 per vier weken voor gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar met een norminkomen gelijk of lager dan 27.222,00 ; d. 25,20 per vier weken voor gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn met een norminkomen gelijk of lager dan 21.058,00. 2. Voor alle personen genoemd in het eerste lid geldt dat indien het inkomen meer bedraagt dan het norminkomen de verschuldigde eigen bijdrage wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn (gezamenlijke) inkomen en het norminkomen. 3. De berekende bedragen worden naar beneden afgerond op een veelvoud van 0,2. 4. Bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning worden de bedragen van 17,60 en 25,20 als bedoeld in het eerste lid jaarlijks gewijzigd aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie. De afronding als bedoeld in het derde lid wordt buiten beschouwing gelaten. 5. De eigen bijdrage per vier weken bedraagt nooit meer dan het door de opdrachtgever vastgestelde tarief van de voorziening.

Artikel 10 Berekening inkomen 1. Het inkomen, bedoeld in het de artikelen 8 en 9, tweede lid, bestaat uit het inkomen over het peiljaar van de ongehuwde persoon dan wel de gehuwde personen (of daarmee gelijkgestelde) tezamen, en bedraagt: a. indien met betrekking tot het peiljaar een aanslag inkomstenbelasting is of wordt vastgesteld: het verzamelinkomen, bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001, in het peiljaar; b. in de overige gevallen: het belastbare loon, bedoeld in artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, in het peiljaar. 2. Inkomen dat in het buitenland wordt belast, dan wel is vrijgesteld van belasting op grond van bepalingen van internationaal recht, wordt mede in aanmerking genomen als ware dit aan de Nederlandse belastingwetgeving onderworpen. 3. In afwijking van het eerste lid vindt op aanvraag van de persoon aan wie een voorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning is verleend een voorlopige vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen plaats, indien redelijkerwijs te verwachten is dat het inkomen in het lopende jaar ten minste 1816,- lager zal zijn dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid. 4. Indien het derde lid is toegepast, vindt na afloop van het jaar definitieve vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen over dat jaar plaats. Indien daarbij blijkt dat het bijdrageplichtig inkomen minder dan 1816 lager is geweest dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid, vindt definitieve vaststelling plaats overeenkomstig het eerste lid. Artikel 11 Wijziging burgerlijke staat Voor de toepassing van de artikelen 9 en 10 wordt een wijziging in de burgerlijke staat van de ongehuwde persoon of gehuwde personen en het bereiken van een van belang zijnde leeftijd van een van deze personen in aanmerking genomen met ingang van de datum waarop die wijziging plaatsvindt. Artikel 12 Afzien oplegging eigen bijdrage De eigen bijdrage wordt niet opgelegd voor zover binnen twee jaar na aanvang van de maatschappelijke ondersteuning voor de te betalen eigen bijdrage geen beschikking dan wel voorlopige beschikking tot vaststelling van deze bijdrage is verzonden. Artikel 13 Evenredige reductie Indien de periode, waarvoor het persoonsgebonden budget is verleend, met ingang van een andere dag dan 1 januari van een kalenderjaar, aanvangt of eindigt, wordt het persoonsgebonden budget voor dat jaar naar evenredigheid berekend. Artikel 14 Niet bestede deel van het persoonsgebonden budget Hoogstens 10% van het niet bestede deel van het persoonsgebonden budget voor hulp in de huishouding in een kalenderjaar kan meegenomen worden naar het volgende jaar. De periode waarvoor de beschikking is afgegeven dient dan wel in meer dan één kalenderjaar gelegen te zijn.

Artikel 15 Verantwoording persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden 1. De budgethouder dient een schriftelijke overeenkomst met de zorgaanbieder af te sluiten en een financiële urenadministratie per week/maand bij te houden met betrekking tot de besteding van het persoonsgebonden budget. Op verzoek moet de budgethouder deze aan de gemeente overleggen. Onrechtmatige besteding van het pgb kan leiden tot terugvordering. 2. Overeenkomsten, bankafschriften, declaraties en nota s moeten 5 jaar worden bewaard om controle mogelijk te maken. Artikel 16 Besteding persoonsgebonden budget buiten Den Haag Het persoongebonden budget kan door de budgethouder buiten Den Haag worden besteed aan hulp bij het huishouden. Dit is mogelijk indien de budgethouder staat ingeschreven in de gemeentelijke bevolkingsadministratie van de gemeente Den Haag. 2.2 Het voeren van een huishouden: het normale gebruik van de woning Artikel 17 Voorzieningen voor het normale gebruik van de woning 1. Een voorziening als bedoeld in artikel 23 van Verordening wordt slechts verstrekt ten behoeve van het opheffen van beperkingen bij het normale gebruik van de woning zelf en is gericht op elementaire woonfuncties. 2. Onder woning als genoemd in het eerste lid wordt slechts de woning zelf verstaan. Inrichting van de woning valt hierbuiten, tenzij in de Verordening of deze Regeling specifiek anders wordt aangegeven. 3. Een woonvoorziening als genoemd in artikel 23 onder a. van de Verordening wordt slechts verstrekt als dit redelijkerwijs technisch mogelijk is. Artikel 18 Verhuiskostenvergoeding Het bedrag van de financiële tegemoetkoming in het kader van de woonvoorziening verhuis- en inrichtingskosten als genoemd in artikel 23 onder e. van de Verordening bedraagt 2.511,- Artikel 19 Afschrijvingstermijnen 1. De afschrijvingstermijn voor woonvoorzieningen als bedoeld in de Verordening is 7 jaar. 2. In afwijking van het eerste lid kan naar aanleiding van de aard en eigenschappen van de voorziening en het gebruik een afwijkende afschrijvingstermijn worden bepaald. Artikel 20 Vaststelling van de omvang van de voorziening 1. Bij toekenning van een woonvoorziening wordt de omvang van de voorziening vastgesteld op basis van het programma van eisen als bedoeld in artikel 25 van de Verordening.

2. Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als bedoeld in artikel 25 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. 2.3 Het zich verplaatsen in en om de woning Artikel 21 Bepaling hoogte persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als genoemd in artikel 41 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. 2.4 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Artikel 22 Vervoersvoorzieningen Indien een voorziening als genoemd in artikel 43 onder a. tot en met n. van de Verordening geen adequate oplossing biedt om de persoon met beperkingen in staat te stellen zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en maatschappelijke participatie in het kader van het leven van alledag anders onmogelijk is, kan gekozen worden voor een andere vervoersvoorziening. Hetgeen bepaald in de artikelen 2 en 42 van de Verordening blijft hierbij onverminderd van toepassing. Artikel 23 Inkomensgrens vervoersvoorzieningen 1. Het bruto inkomen waarboven vervoersvoorzieningen niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 46 van de Verordening, bedraagt 32.017,00 voor alleenstaanden en 46.021,00 voor een gehuwde aanvrager. 2. De in het vorige lid genoemde beperking geldt niet voor een vervoersvoorziening als genoemd in artikel 43 onder b, c met uitzondering van de elektrische fiets en g. Artikel 24 Financiële tegemoetkomingen vervoersvoorzieningen 1. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen bedraagt per jaar voor: a. eigen vervoer of vervoer door derden 874,00; b. vervoer door middel van een bruikleenauto of open of gesloten buitenwagen 572,00; c. rolstoeltaxivervoer 2.612,00; d. begeleidingskosten 304,00. 2. Indien de in lid 1 onder a tot en met d vermelde voorziening voor korter dan een jaar wordt verleend, wordt het aldaar vermelde bedrag evenredig verminderd. 3. De financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als genoemd in lid 1 onder a, b en d wordt uitgekeerd als een forfaitaire vergoeding.

4. De financiële tegemoetkoming in de kosten van de vervoersvoorziening als genoemd in lid 1 onder c wordt uitgekeerd op basis van bevoorschotting en van periodiek in te dienen declaraties door middel van een hiertoe door het college verstrekt formulier. a. de declaratie voor rolstoeltaxivervoer dient te bestaan uit gegevens waarmee wordt aangetoond dat er gebruik is gemaakt van een rol- of ligstoeltaxi. b. de gereden ritten komen alleen voor vergoeding in aanmerking wanneer deze plaatsvinden in de directe woon- en leefomgeving. Hieronder wordt verstaan het woonadres in Den Haag met daar omheen een schil van 4 OV-zones, tenzij door het college anders is aangegeven. 5. De voorziening als genoemd in artikel 43 onder o. van de Verordening wordt verstrekt in de vorm van een financiële tegemoetkoming. 6. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van een tweewielfiets met elektrische trapondersteuning als genoemd in artikel 43 onder o. van de Verordening bedraagt 600,-. 7. De in lid 5 genoemde financiële tegemoetkoming kan maximaal eenmaal per 6 jaar worden verstrekt. Artikel 25 Bepaling omvang persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als genoemd in artikel 45 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten zoals een bedrag voor onderhoud en reparatie. Artikel 26 Aanvragers 70 jaar en collectief aanvullend vervoer Alle personen die ten tijde van de aanvraag zeventig jaar of ouder zijn en waarvan het inkomen beneden het in artikel 23, eerste lid, gestelde bedrag ligt en een vervoersbehoefte hebben voor de (middel)lange afstand, komen in aanmerking voor het collectief aanvullend vervoer. Aan hen worden geen aanvullende voorwaarden gesteld. Artikel 27 Bijdrage collectief aanvullend vervoer De gebruikers van het collectief aanvullend vervoer betalen een vaste eigen bijdrage per jaar van 25,00. 2.5 Hulpmiddelen voor deelname aan een sportactiviteit Artikel 28 Hoogte financiële tegemoetkoming sporthulpmiddelen De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van sportvoorziening bedraagt voor: 1. een sportrolstoel 3.103,00 2. sporthulpmiddelen als bedoeld in artikel 48 onder b. van de Verordening: Tak van sport Sporthulpmiddel Financiële tegemoetkoming E-hockey Aanpassing ADL-rolstoel 3.103,00 E-hockey Zelfschietende hockeystick 822,00 Fietsen Ligfiets 5.138,00 Fietsen Tandemfiets 2.569,00

Golf Aanpassing bestaande scootmobiel 1.028,00 Handbike Aankoppelbaar deel 3.083,00 Handbike Fastframe 5.138,00 Paardensport Aangepaste zadels 1.028,00 Rolstoelbasketbal Sportrolstoel 4.110,00 Rolstoelrugby Sportrolstoel 6.165,00 Ski- en Zitski 5.138,00 sneeuwsport Sportschieten Elektronische kijker 514,00 Sportschieten Laservizier 514,00 Zeilen Aanpassingen aan boot 5.138,00 Artikel 29 Frequentie van toekenning 1. Een financiële tegemoetkoming voor een sporthulpmiddel wordt maximaal eenmaal per drie jaar verstrekt. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, wordt een financiële tegemoetkoming voor aangepaste zadels of een zitski maximaal eenmaal per vijf jaar verstrekt. Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 30 Afwijken Het college kan wanneer er sprake is van een pilot of op basis van een project besluiten om af te wijken van deze regeling. Artikel 31 Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in de regeling als toepassing van de bepalingen uit deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Artikel 32 Geldigheid beschikkingen Op grond van deze Regeling afgegeven beschikkingen blijven gedurende de looptijd onverminderd van kracht, tenzij wijzigingen in de situatie van de belanghebbende optreden. Artikel 33 Ingangsdatum Deze Regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010. Artikel 34 Intrekking

De Regeling Individuele Voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009, zoals die is vastgesteld per 10 maart 2009 (RIS 161902), wordt per 1 januari 2010 ingetrokken. Artikel 35 Citeertitel Deze Regeling kan worden aangehaald als Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning Gemeente Den Haag 2010. Den Haag, Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester,

Bijlage I FINANCIËLE TEGEMOETKOMING KOSTEN WONINGSANERING TEN GEVOLGE VAN ALLERGIE Artikelomschrijving afmeting Normbedrag 2010 Vloerbedekking per m² 27,70 woonkamer, keuken, gang, toilet Vloerbedekking slaapkamer per m² 13,90 Overgordijnen breed 1.20 m per mtr. 15,20 Vitrage breed 1.20 m per mtr. 11,80 Bij ouderdom - Tot 2 jaar 100% van het normbedrag. - Tot 4 jaar 75% van het normbedrag. - Tot 6 jaar 50% van het normbedrag. - Tot 8 jaar 25% van het normbedrag.

Bijlage II LIJST GENORMEERDE AANPASSINGEN 2010 Beschrijving (de normbedragen zijn incl. BTW) Aangepaste raamopener 260,00 Afsluitbaar kastje (anti vandaal) tbv voeding wcd en accu scootermobiel 546,00 leveren, aanpassen en plaatsen. Incl. aanleggen voeding Anti-slip coating (tot 5 vierkante meter) 429,00 Badkraan, begrenzer, eenhandel 10 cm 305,00 Badkraan, begrenzer, eenhandel 17 cm 287,00 Badkraan, thermostaat 349,00 Badkraan, thermostaat, eenhandel 15 cm 510,00 Bedpapegaai, plafondmontage 159,00 Bedpapegaai, wandmontage 269,00 Deurautomaat: afdekkap voor buitenmontage 291,00 Deurautomaat: deurautomaat compleet, incl. elektra 2.953,00 Deurautomaat: inbouw ontvanger en handzender 144,00 Deurautomaat: naleveren en instellen van handzender 152,00 Deurautomaat: nalevering van ontvanger, opbouw op bestaande aandrijving 456,00 Deurautomaat: sleutelschakelaar op/inbouw (incl. cilinder) 269,00 Deurontgrendeling: bedieningspunt extra 322,00 Deurontgrendeling: bedieningspunt verplaatsen 158,00 Dorpel verwijderen en afwerken met aluminium strip (binnen) 111,00 Dorpeloploop afschuinen met geprofileerd multiplex afmeting cm oplopend 110,00 naar cm. Tot maximaal 4cm oploop Dorpeloploop afschuinen met kunstharstmortel 104,00 Douchekop, slang en glijstang, lengte 100 cm 186,00 Douchekraan verplaatsen 219,00 Douchekraan, begrenzer, eenhandel 10 cm 234,00 Douchekraan, thermostaat 291,00 Douchekraan, thermostaat, eenhandel 15 cm 461,00 Douchekraan, thermostaat, eenhandel 15 cm, omstel 592,00 Douchekraan, thermostaat, omstel 422,00 Douchezitje verwijderen (incl. wand herstellen) 51,00 Douchezitje, meerprijs contraplaat 76,00 Douchezitje, opklapbaar, dubbele scharn. hulppoot, kunststof 385,00 Douchezitje, opklapbaar, kunststof 278,00 Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, armleggers, dubbele scharn. 529,00 hulppoot, kunststof Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, dubbele schanierende hulppoot, kunststof 495,00 Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, kunststof 389,00 Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, opklapbare armleggers, kunststof 422,00 Fonteinkraan, eenhandel 10 cm 166,00

Fonteintje verhangen 150,00 Galerij: leuningwerk/balustrade ophogen (per m¹) 80,00 Glijstang plaatsen (100 cm) 181,00 Handzender (zonder ontvanger) 152,00 Keukenkraan (wand), thermostaat 485,00 Keukenkraan (wand), thermostaat, eenhandel 10 cm 461,00 Leuning (hout) per meter 66,00 Opklapbare beugel 50 cm 143,00 Opklapbare beugel 60 cm 146,00 Opklapbare beugel 70 cm 149,00 Opklapbare beugel 80 cm 151,00 Opklapbare beugel 90 cm 154,00 Opklapbare beugel meerprijs contraplaat 69,00 Opklapbare beugel meerprijs hulppoot 71,00 Opklapbare beugel meerprijs statief 150,00 Opklapbare beugel meerprijs toiletrolhouder 26,00 Opklapbare beugel verplaatsen 65,00 Opnamemeter indien voeding niet van klant (voor opladen accu) 89,00 Radiator verplaatsen 332,00 Scooterstalling: aanbrengen van straatwerk incl. grond/planten verwijderen 767,00 (gemiddeld 5 m²) Scooterstalling: aanleggen van elektra 263,00 Scooterstalling: aanvraag bouwvergunning verzorgen 425,00 Scooterstalling: bestaande bestrating herstraten (gemiddeld 5 m²) 391,00 Scooterstalling: beton, compleet met elektra, vergunning en straatwerk 5.828,00 Scooterstalling: beton, leveren en plaatsen LxBxH (inwendig) 4.060,00 2100x1600x1840 mm Scooterstalling: betonnen berging (ver)plaatsen: kraanhuur en begeleiding 768,00 Scooterstalling: graaf- en straatwerk voor elektraleiding (gemiddeld 5 m¹) 239,00 Scooterstalling: metaal, compleet met elektra, vergunning en straatwerk 5.786,00 Scooterstalling: metaal, leveren en plaatsen LxBxH (inwendig) 4.019,00 1625x1190x1320 mm Scooterstalling: wandcontactdoos, lichtpunt en plankje voor acculader t.b.v. de betonnen berging Straatwerk: aanbrengen van nieuw straatwerk incl. grond/planten verwijderen (niet te gebruiken voor scooterstallingen) Straatwerk: ophogen per m² tot 15 cm hoog excl. opsluitbanden (niet te gebruiken voor scooterstallingen) Straatwerk: ophogen per m² tot 15 cm hoog incl. opsluitbanden (niet te gebruiken voor scooterstallingen) 257,00 153,00 103,00 114,00 Terras ophogen (max.15 cm) per vierkante meter 103,00 Toilet, hoog reservoir aanbrengen 142,00 Toilet, reservoir verhogen 72,00 Toilet, toiletpot van andere hoogte, incl. bril 426,00 Toiletrolhouder verplaatsen 29,00

Tussentrede plaatsen 147,00 Vlonders/hellingbanen (per m²) 256,00 Voorrijkosten 48,00 Wandbeugel meerprijs contraplaten (2 stuks) 59,00 Wandbeugel verplaatsen 30,00 Wandbeugel verwijderen (incl. wand herstellen) 32,00 Wandbeugel, 020 t/m 090 cm staalgecoat 79,00 Wandbeugel, 030 cm staalgecoat 71,00 Wandbeugel, 040 cm staalgecoat 72,00 Wandbeugel, 050 cm staalgecoat 75,00 Wandbeugel, 060 cm staalgecoat 78,00 Wandbeugel, 070 cm staalgecoat 79,00 Wandbeugel, 080 cm staalgecoat 82,00 Wandbeugel, 090 cm staalgecoat 85,00 Wandbeugel, 100 cm staalgecoat 87,00 Wandbeugel, 110 cm staalgecoat 102,00 Wandbeugel, 120 cm staalgecoat 106,00 Wandbeugel, 200 cm staalgecoat 184,00 Wandcontactdoos + plankje (voor opladen accu) 270,00 Wastafelbeugel, staalgecoat 222,00 Wastafelkraan, begrenzer, eenhandel 10 cm 206,00 Zeepbakje verhangen 28,00

Bijlage III FINANCIËLE TEGEMOETKOMING VERVANGING WOONVOORZIENING Keuken, 270 cm Vergoeding 2010 Nastelbaar 1.731,00 Mechanisch verstelbaar 4.164,00 Elektrisch verstelbaar 6.073,00 Hittebestendig werkblad 326,00 Hoge toiletpot 117,00 Genoemde bedragen zijn exclusief BTW.