GEEN KIND IN DE CEL Een coalitie van Amnesty International, Defence for Children, Stichting INLIA, Kerk in Actie, Stichting Kinderpostzegels Nederland, Stichting LOS, UNICEF Nederland en VluchtelingenWerk Nederland. Internetconsultatie Reactie Coalitie Geen Kind in de Cel op het wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring Leiden, 20 februari 2014 De Coalitie Geen Kind in de Cel 1 gaat in deze reactie in op (het ontbreken van) kindspecifieke elementen in het wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring zoals deze ter consultatie voorligt. De menselijke maat die voorop zou staan volgens de toelichting bij het wetsvoorstel en de aandacht voor kwetsbare groepen, waaronder kinderen, zijn niet terug te lezen in het wetsvoorstel. De Coalitie Geen Kind in de Cel verwijst naar verschillende reacties die door organisaties die deel uitmaken van de Coalitie zijn ingediend en gaat in deze reactie alleen in op (het ontbreken van) kindspecifieke elementen. Er dient een wettelijk verbod opgenomen te worden op het plaatsen van kinderen in vreemdelingendetentie De hoofdaanbeveling van de Coalitie Geen Kind in de Cel is om een wettelijk verbod op detentie van kinderen op te nemen in de Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring. Kinderen horen niet in de cel en er zijn alternatieven. De Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring biedt een uitgelezen kans om in navolging van andere landen met trots te kunnen zeggen wij detineren geen vreemdelingenkinderen meer. Het is dan ook met enige aarzeling dat de Coalitie Geen Kind in de Cel in detail reageert op verschillende artikelen in het wetsvoorstel. Het zou niet nodig hoeven zijn om speciaal te letten op de positie van kinderen in vreemdelingendetentie omdat ze daar niet horen te zitten. In afwachting van de erkenning en toepassing van dit kinderrechtelijk beginsel heeft de Coalitie toch enkele kanttekeningen geplaatst bij de huidige formulering van het wetsvoorstel. In september 2013 2 kondigde de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan dat het beleid rond vreemdelingenbewaring in afwachting van uitzetting voor gezinnen met kinderen wordt aangepast. Zij worden niet meer in bewaring gesteld tenzij het gezin zich eerder aan het toezicht heeft onttrokken. Wanneer het gezin dan toch in bewaring wordt gesteld, dan dient dit individueel gemotiveerd te worden en kan dat voor maximaal twee weken. Dit beleidsvoornemen is echter niet terug te vinden in het concept wetsvoorstel. 1 De Coalitie Geen Kind in de Cel bestaat uit: Amnesty International, Defence for Children, Stichting INLIA, Kerk in Actie, Stichting Kinderpostzegels Nederland, Stichting LOS, UNICEF Nederland en VluchtelingenWerk Nederland 2 Kamerstukken II, 2012/13, 19637, nr. 1721. 1
Eind januari 2014 overhandigde de Coalitie Geen Kind in de Cel de publicatie Papa, hebben we iets ergs gedaan aan de Vaste Tweede Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie. 3 De verhalen in deze publicatie laten zien dat de gevangenistijd in vreemdelingendetentie bij de kinderen die de Coalitie heeft gesproken hun basisgevoel van veiligheid heeft aangetast en dat de kinderen jaren later nog schade door hun verblijf in detentie ervaren. Ook als ze maar enkele dagen vast hebben gezeten. Ouders voelen zich machteloos als opvoeder en zijn zelf te angstig om hun kinderen op een goede manier te kunnen steunen. Het beleid om kinderen op te sluiten vanwege het enkele feit dat ze (nog) niet in Nederland mogen zijn, is in strijd met het VN-Kinderrechtenverdrag. Er zijn voldoende alternatieven beschikbaar die de Coalitie ook heeft beschreven in de publicatie. Zo kunnen gezinnen die op Schiphol asiel aanvragen, doorstromen naar een open aanmeldcentrum waar nu ook al mensen terecht kunnen die over land naar Nederland reizen. Gezinnen die het land moeten verlaten zouden individuele trajectbegeleiding moeten krijgen in reguliere asielzoekerscentra. De Coalitie Geen Kind in de Cel benadrukt dat het geen alternatief is om ouders en kinderen te scheiden en één ouder vast te zetten. Dit is een schending van het recht op gezinsleven en privéleven zoals dit is vastgelegd in artikel 9 van het VN-Kinderrechtenverdrag en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Coalitie Geen Kind in de Cel heeft gesproken met kinderen waarvan een ouder in de cel was gezet. Zij ervaren jaren later nog verlatingsangst en willen het liefst elk moment van de dag weten waar hun ouder is. Opmerkingen Coalitie Geen Kind in de Cel Artikel 2 (toepassing vreemdelingenbewaring): De Coalitie Geen Kind in de Cel stelt vast dat er geen verschil wordt gemaakt in het toepassen van grensdetentie en vreemdelingenbewaring met het oog op uitzetten. Samenvoeging van de regelgeving lijkt tot een forse en volstrekt onnodige verslechtering voor mensen in grensdetentie te leiden. De Coalitie maakt zich hier grote zorgen over. Artikel 5 lid 2 (huisregels): De huisregels die door de directeur van de inrichting worden opgesteld dienen expliciet in te gaan op de regels die voor kinderen zouden gelden en de rechten die zij hebben. Deze huisregels dienen in een voor kinderen begrijpelijke taal duidelijk gemaakt te worden aan de ouders en de kinderen. Artikel 5 lid 3 (bevelen directeur): De directeur is volgens dit artikellid bevoegd bevelen te geven aan vreemdelingen. Hierbij mist een expliciete vermelding dat de directeur hierbij respect heeft voor de uitoefening van de bevoegdheden en het gezag van de ouders en kinderen in een gezin. Daarbij past het dat ouders aanwijzingen geven aan hun kinderen. Opgenomen zou moeten worden dat dit ook altijd eerst aan ouders wordt gevraagd. Artikel 5 lid 5 (beslissingen directeur om onder andere het beheersregime toe te passen, onderzoek aan lichaam te verrichten, mechanische middelen te bevestigen en disciplinaire maatregelen op te leggen): Hierbij mist een uitsluiting voor kinderen. Kinderen zouden nooit gevisiteerd mogen worden of mechanische middelen bevestigd mogen krijgen. Daarnaast zouden ouders niet gevisiteerd mogen worden in het bijzijn van hun kinderen. Deze ervaringen zijn in het verleden door kinderen en ouders als zeer schadelijk ervaren. Ouders en kinderen zouden ook nooit in een beheersregime geplaatst moeten mogen worden. 3 Beschikbaar op: www.geenkindindecel.nl. 2
Artikel 8 (Commissie van Toezicht): In de Commissie van Toezicht zou een speciale vertrouwenspersoon voor kinderen zitting moeten hebben en bij het aanbrengen van grieven moeten kinderen dit kunnen doen op een wijze die past bij hun leeftijd en ontwikkeling. Artikel 12 (onderbrenging families): Dit artikel benoemt dat de minister relatieafdelingen kan aanwijzen waarin vreemdelingen tot eenzelfde familie behoren, kunnen worden ondergebracht. De Coalitie adviseert om kan aan te passen in de minister wijst relatieafdelingen aan. Ouders en kinderen hebben altijd het recht om bij elkaar te zijn en zouden niet gescheiden van elkaar ondergebracht mogen worden en ook niet bij andere alleenstaande vreemdelingen. Artikel 14 (onderbrenging alleenstaande minderjarige vreemdelingen): Alleenstaande minderjarige vreemdelingen worden ondergebracht in een Justitiële Jeugdinrichting. De Coalitie Geen Kind in de Cel bepleit een algemeen verbod op plaatsing van alleenstaande minderjarigen op vreemdelingrechtelijke titel in Justitiële Jeugdinrichtingen. Alleen wanneer een kinderrechter van oordeel is dat het voor de veiligheid van de alleenstaande minderjarige noodzakelijk, zou een kind in een gesloten voorziening geplaatst kunnen worden. Artikel 16/17/18 (verblijfsregime, binnenkomstafdeling en beheersregime): Uit de toelichtingen op artikel 16, 17 zou geconcludeerd kunnen worden dat minderjarigen en hun ouders nooit in een beheersregime geplaatst worden, maar altijd direct op een relatieafdeling waar een verblijfsregime heerst. Deze uitzondering moet expliciet benoemd worden in artikel 17 omdat het onaanvaardbaar zou zijn dat kinderen en hun ouders in het strenge beheersregime geplaatst worden. De termijn van veertien dagen op de binnenkomstafdeling waarvoor het wetsvoorstel het beheersregime van toepassing verklaart, zou anders standaard voor kinderen kunnen gelden. Artikel 22 (verplichting meewerken aan terugkeeractiviteiten): Vreemdelingen worden verplicht mee te werken aan terugkeeractiviteiten. Het is niet duidelijk wat deze terugkeeractiviteiten inhouden, wat er van de vreemdeling wordt verwacht en hoe dit getoetst zal worden. Ouders mogen in geen enkel geval gechanteerd worden om mee te werken met (terugkeer)activiteiten om hun kinderen het beheersregime te besparen. Artikel 23 (dagbesteding): In de toelichting op het wetsvoorstel (onder paragraaf 4.2) wordt aangegeven dat vreemdelingen recht hebben op minimaal veertig uur dagbesteding per week. De mogelijkheden voor sport zijn echter beperkt tot twee uur per week en recreatie tot acht uur per week. De dagbesteding in het verblijfsregime lijkt zich daarom te beperken tot verveling van de kinderen op de gangen in het cellencomplex. De Coalitie Geen Kind in de Cel beveelt aan om gezinnen onbeperkt te laten sporten en recreëren. Artikel 26 (zorg en hulp): Er is speciale ondersteuning nodig voor ouders met kinderen. Artikel 27 (voeding, kleding en schoeisel): Kinderen moeten altijd hun eigen kleren en speelgoed mee kunnen nemen. Ouders moeten zelf voor kinderen kunnen koken vanaf dag één (en niet zeven dagen moeten wachten op een bestelling van boodschappen). Artikel 29 (bezoek): Er dient flexibel omgegaan te worden met verzoeken van kinderen om bezoek te ontvangen of van kinderen die een ouder in vreemdelingebewaring willen bezoeken. Twee uur per week is echt te weinig voor het onderhouden van een goede ouder-kind relatie in deze spannende tijd. Er zou flexibel omgegaan moeten worden met de eis tot legitimeren voor bezoek. Artikel 32 (relatieafdeling): In dit artikel is onder sub b bepaald dat kinderen de mogelijkheid wordt geboden op vrijetijdsbesteding afgestemd op hun leeftijd. De Coalitie Geen Kind in de Cel beveelt aan bij de invulling van de vrije tijdsbesteding de mening van 3
de kinderen in acht te nemen. De kinderen die in detentie hebben verbleven, gaven bij de Coalitie aan dat dit bij hen niet het geval was. Na een dag in de cel verveelden zij zich. In sub c van artikel 32 is bepaald dat indien de bewaring van kinderen langer duurt dan twee weken, onderwijs wordt aangeboden. De Coalitie Geen Kind in de Cel vindt dat vanaf dag één onderwijs moet worden geboden aan de kinderen. Dit wetsartikel vraagt om facilitering van onderwijs in de instellingen en hiervan zou dan ook al vanaf dag één gebruik gemaakt moeten kunnen worden. Artikel 34 (beheersregime): Dit artikel mist een bepaling waarin wordt bepaald dat kinderen en gezinnen nooit in een beheersregime terecht mogen komen. Het regime is buitenproportioneel. Strafcellen, mechanische middelen en opsluiting gedurende een groot deel van de dag is onaanvaardbaar voor vreemdelingen in het algemeen en voor kinderen in het bijzonder. Zoals de toelichting bij het wetsvoorstel stelt, hebben de vreemdelingen strafrechtelijk niets misdaan. Dit lijkt echter uit het oog verloren te worden in het beheersregime. Artikel 38 (onderzoek aan kleding): In dit artikel zijn aparte bepalingen voor kinderen nodig. Onderzoek aan de kleding wordt door hen als ingrijpend ervaren, dit zou niet standaard toegepast moeten kunnen worden. Artikel 39 (onderzoek aan lichaam en uitwendig schouwen van openingen en holten van het lichaam): Onderzoek in het lichaam zou uitgesloten moeten worden als mogelijkheid bij kinderen. Artikel 41/42 (uitsluiting en afzondering): Kinderen maar ook hun ouders zouden niet uitgesloten of afgezonderd moeten kunnen worden; een uitzonderingsbepaling is hier noodzakelijk. Artikel 47 (onderzoek voorwerpen en in beslag name): Lid 4 Speelgoed zou uitgezonderd moeten worden van inspectieverplichtingen in ieder geval in hun bijzijn. Artikel 54 (disciplinaire straffen): Ouders en kinderen zouden niet gesepareerd moeten kunnen worden en ook niet samen in een isoleer- of strafcel. Kinderen mag geen deelname aan activiteiten verboden worden. Kinderen moeten altijd hun ouders kunnen ontvangen of bezoeken. Artikel 59 (procedurele rechten): Bij het informeren van de gedetineerden dient oog te zijn voor de communicatie aan ouders en kinderen. Veel ouders en kinderen weten momenteel niet waarom ze vastzitten en hoelang de detentie mogelijk gaat duren. Artikel 64 (beklagcommissie): Het ontbreekt aan onafhankelijk toezicht op de gezondheid en ontwikkeling van kinderen in detentie. Gespecialiseerde jeugdbeschermers of orthopedagogen zouden de vinger aan de pols moeten houden. Artikel 80 (wijziging artikel 50 vreemdelingenwet lid 2): Dit artikel gaat over het ophouden voor verhoor ten behoeve van vaststelling van de identiteit, het bepalen van de verblijfsrechtelijke status en de afweging om al dan niet vreemdelingenbewaring toe te passen. In dit artikel is geen uitsluiting van gezinnen of alleenstaande minderjarige vreemdelingen te lezen. De staatssecretaris heeft ten aanzien van alleenstaande minderjarigen aangegeven dat hij de politie instructies heeft gegeven waardoor de kinderen niet in de cel worden gezet omdat ze geen identiteitsdocument kunnen laten zien. In het wetsvoorstel is hierover niets terug te lezen. Wanneer de grond voor de detentie vervalt, dienen vreemdelingen direct uitgeplaatst te worden. Hier ontbreekt momenteel een artikel over. Het kwam voor dat vreemdelingen die een vergunning ontvingen, hun handtekening moesten zetten om nog een dag langer in de cel te blijven omdat er nog geen vervoer voor hen beschikbaar was. Dit dient tot het 4
verleden te behoren. De Coalitie beveelt aan om direct vervoer te organiseren wanneer de grond voor de detentie vervalt. Contactpersoon Coalitie Geen Kind in de Cel: Martine Goeman Defence for Children E-mail: m.goeman@defenceforchildren.nl Telefoon: 071 516 09 80 5