AANVULLENDE VISITATIE

Vergelijkbare documenten
AANVULLENDE VISITATIE

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Drama Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Drama aan de Artesis Hogeschool Antwerpen

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Visitatieprotocol. specifieke lerarenopleidingen november 2009

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

DE ONDERWIJSVISITATIE VERKORTE PROCEDURE Bouwkunde

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

1 Samenvattende conclusie 3. 2 Besluit 4

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie. Doelstellingen. Programma

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE

De opleiding Master na master in de Actuariële Wetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel

A A N V U L L E N D E V I S I T A T I E

Visitaties in de hogescholen en universiteiten. VEP 7 december 2012

Besluit. Voozieningen (facet 4.1 )

2QWZHUS$FFUHGLWDWLHNDGHU EHVWDDQGHRSOHLGLQJHQKRJHU RQGHUZLMV9ODDQGHUHQ $SULO

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie De beoordeling betreft een verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Karel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen. Master in de industriële wetenschappen: elektromechanica. (master)

Onderwijsvisitaties van de eerste academiserende opleidingen van de hogescholen afgerond

Handleiding onderwijsvisitaties aangevuld protocol ter ondersteuning an de opleidingen in academisering DEEL 1

De onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: informatica

Addendum (april 2014) bij de Handleiding onderwijsvisitatie Specifieke lerarenopleiding, Brussel, 2009

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Productontwikkeling Een aanvullend onderzoek naar de kwaliteit van de masteropleiding Productontwikkeling aan de Artesis Hogeschool Antwerpen

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN

De onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie. Ravensteingalerij 27, bus Brussel tel.: info@vlhora.

Brussel september Deel 1 Handleiding onderwijsvisitaties

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit. Voozieningen

Elektrotechniek Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektrotechniek aan de Vlaamse hogescholen

Industriële wetenschappen: elektronica ICT e-media

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Industriële Wetenschappen Bouwkunde

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op visitatieronde

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie. Doelstellingen. Programma (facelten 2.1 en 2.9)

1.1 Inleiding. 1.2 Domeinspecifieke competenties bachelor in de Biowetenschappen. Gehanteerde input

Productdesign Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Productdesign aan de Vlaamse hogescholen

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op visitatieronde

Kwaliteitszorg en accreditatie

Industriële wetenschappen: industriële kunststofverwerking

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

Elektronica-ICT Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektronica-ICT aan de Vlaamse hogescholen

Kader Opleidingsaccreditatie. - Vlaanderen

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement

Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

milieuzorg Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding milieuzorg aan de Vlaamse hogescholen

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

Katholieke Hogeschool Kempen. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Samenstelling van de opleidingscommissies in de FPPW

DE ONDERWIJSVISITATIE VERKORTE PROCEDURE

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen 2 de ronde

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

Katholieke Hogeschool Sint-Lieven. Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Industriële wetenschappen: bouwkunde en landmeten

Inleiding. I. Decretaal kader en eisen vanuit het accreditatiekader

Projectmanagement Een onderzoek naar de kwaliteit van de master-na-masteropleiding Projectmanagement aan de Vlaamse hogescholen

27 oktober Terugkomavond SLO-alumni

Welding engineering Een onderzoek naar de kwaliteit van de master-na-masteropleiding Welding engineering aan de Vlaamse hogescholen

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Handleiding Onderwijsvisitaties vlir vlhora Brussel, februari 2005

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Autotechnologie Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Autotechnologie aan de Vlaamse hogescholen

H a n d l e i d i n g O n d e r w i j s v i s i t a t i e s v l i r v l h o r a 125

Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004

Kader Toets Nieuwe Opleiding. - Vlaanderen

De lijst vermeldt de gegevens bedoeld in artikel 64, 2, 2 [... geschr. decr. 19 maart 2004, art. V.25,I: 1 januari 2003)].

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Laarbeeklaan Brussel AANVULLEND FACULTAIR DOCTORAATSREGLEMENT

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Protocol TNO Educatieve Master

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie

Verpleegkunde. Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Verpleegkunde aan de Artesis Hogeschool Antwerpen

! " #" $ % & $ & "! ' ( ) & ) & ) * + *,+ *,+ + -.& / 0 (

Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 februari 2008;

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Transcriptie:

AANVULLENDE VISITATIE Biowetenschappen Een aanvullend onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bachelor- en masteropleidingen Biowetenschappen aan de Katholieke Hogeschool Kempen Vlaamse Hogescholenraad 13 juli 2011

De aanvullende onderwijsvisitatie Biowetenschappen Ravensteingalerij 27, bus 3 1000 Brussel tel.: 02 211 41 90 info@vlhora.be Exemplaren van dit rapport kunnen tegen betaling verkregen worden op het VLHORA-secretariaat. Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op http://www.vlhora.be > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige ronde Wettelijk depot: D/2011/8696/25 2

voorwoord In het najaar van 2008 heeft de visitatiecommissie Biowetenschappen in opdracht van de Vlaamse Hogescholenraad de academsch gerichte bacheloropleiding Biowetenschappen en de masteropleidingen Biowetenschappen: landbouwkunde, tuinbouwkunde en voedingsindustrie gevisiteerd. De visitatie en dit rapport passen in de werkzaamheden van de hogescholen en van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 93 van decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs. De visitatiecommissie heeft haar oordelen en de daaraan ten grondslag liggende motivering, conclusies en aanbevelingen vastgelegd in het visitatierapport Biowetenschappen: Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bachelor- en masteropleiding Biowetenschappen aan de Vlaamse hogescholen dat werd gepubliceerd op 18 december 2009. De betrokken opleidingen hebben vervolgens in het voorjaar van 2010 een accreditatieaanvraag ingediend bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Dit met het oog op het verkrijgen van een formele accreditatie vanaf 1 oktober 2011. Naar aanleiding van de accreditatieaanvragen en na het voeren van een hoorzitting heeft de NVAO aan de VLHORA gevraagd om een aanvullende visitatie te organiseren. In dit rapport brengt de visitatiecommissie verslag uit van haar bevindingen naar aanleiding van de aanvullende visitatie. De VLHORA dankt allen die meegewerkt hebben aan het welslagen van dit proces. Marc Vandewalle secretaris-generaal Bert Hoogewijs voorzitter 3

4

inhoudsopgave voorwoord... 3 inhoudsopgave... 5 deel 1... 7 de aanvullende visitatie Biowetenschappen... 9 1.1 inleiding... 9 1.2 de visitatiecommissie... 9 1.2.1 samenstelling... 9 1.2.2 taakomschrijving... 10 1.2.3 werkwijze... 10 1.2.4 oordeelsvorming... 11 1.3 indeling van het rapport... 11 deel 2... 13 Katholieke Hogeschool Kempen... 15 bijlagen... 23 5

6

deel 1 algemeen deel 7

8 aanvullende visitatie Biowetenschappen

De aanvullende visitatie Biowetenschappen 1.1 inleiding In dit rapport brengt de visitatiecommissie (hierna commissie genoemd) verslag uit van haar aanvullende beoordeling over de onderwijskwaliteit van de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleidingen Biowetenschappen aan de Katholieke Hogeschool Kempen die zij in opdracht van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) heeft onderzocht. Deze aanvullende visitatie is een gevolg van de beslissing van de NVAO met betrekking tot de accreditatie aanvraag van de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleidingen Biowetenschappen op basis van het gepubliceerde visitatierapport van 18 december 2009. De NVAO heeft op 25 augustus 2010 een hoorzitting georganiseerd naar aanleiding van enkele knelpunten met betrekking tot de zorgvuldigheid van de onderwijsvisitatie. De NVAO ging over tot een hoorzitting om te kunnen beschikken over de grootst mogelijke zekerheid dat de opleidingen tegen 2012-2013 het academiseringsproces met succes voltooid zullen hebben. In het proces-verbaal van 14 september 2010 besliste de NVAO aanvullende visitaties te vragen conform onderstaande procedure: - De bijkomende visitaties kunnen worden uitgevoerd door dezelfde of een andere visitatiecommissie. Een nieuw samengestelde commissie vereist overeenkomstig het structuurdecreet een bekrachtiging vanwege de Erkenningscommissie. De samenstelling van de commissie kan beperkt zijn, zij het dat de aanwezigheid van minstens drie commissieleden, waaronder minstens één vakdeskundige en één onderwijsdeskundige, onontbeerlijk is. - Van de opleidingen wordt geen zelfevaluatierapport verwacht. Een locatiebezoek is mogelijk maar niet vereist. - Als streefdatum voor de oplevering van de aanvullende visitatie stelt de NVAO medio juni 2011 voorop. - Het staat het evaluatieorgaan vrij verdere invulling te geven aan de opdracht tot aanvullende visitaties mits in acht name van de bepalingen van artikel 59bis, 2, vierde lid van het structuurdecreet. - De aanvullende visitatie van de Katholieke Hogeschool Kempen betreft volgende facetten en onderwerpen: Bacheloropleiding: facet 1.2 domeinspecifieke eisen en facet 2.1 relatie doelstellingen en inhoud programma. Ten gevolge van deze nieuwe facetbeoordeling is een nieuwe, globale afweging van alle facetten van het onderwerp doelstellingen en het onderwerp programma vereist in zoverre de betrokken facetten anders worden beoordeeld ten opzichte van de initiële externe beoordeling. Masteropleidingen: facet 1.2 domeinspecifieke eisen, facet 2.1 relatie doelstellingen en programma en facet 2.8 masterproef. Ten gevolge van deze nieuwe facetbeoordeling is een nieuwe, globale afweging van alle facetten van het onderwerp doelstellingen en het onderwerp programma vereist in zoverre de betrokken facetten anders wordt beoordeeld ten opzichte van de initiële externe beoordeling. 1.2 de visitatiecommissie 1.2.1 samenstelling Conform de beslissing van de NVAO heeft de VLHORA geopteerd om de aanvullende visitatiehandelingen te laten uitvoeren door de oorspronkelijke commissie. Het voorstel van commissie werd ter bekrachtiging voorgelegd aan de bestuursorganen van de VLIR en de VLHORA. De onafhankelijkheid van de commissieleden werd voorgelegd aan en bekrachtigd door de Erkenningscommissie Hoger onderwijs. De visitatiecommissie: aanvullende visitatie Biowetenschappen 9

Voorzitter en domeindeskundige: Onderwijsdeskundige: Domeindeskundige: Domeindeskundige: Domeindeskundige: Student: Oswald Van Cleemput Carla Nelissen Paul Tobback Joseph Weerts Adrien Saverweyns Chris Callewaert Voor een kort curriculum vitae van de commissieleden, zie bijlage 1. Vanuit de VLHORA werden een projectbegeleider en een secretaris aangesteld. Voor de aanvullende visitatie van de opleiding Biowetenschappen was dit Klara De Wilde. 1.2.2 taakomschrijving De commissie diende op basis van de aanvullende informatie van de opleiding en de gelezen masterproeven volgende facetten en onderwerpen in haar beoordeling te betrekken: Academisch gerichte bacheloropleiding Biowetenschappen facet 1.2: domeinspecifieke eisen onderwerp 1: doelstellingen facet 2.1: relatie doelstellingen en inhoud van het programma onderwerp 2: programma Masteropleidingen Biowetenschappen; landbouwkunde, tuinbouwkunde en voedingsindustrie facet 1.2: domeinspecifieke eisen onderwerp 1: doelstellingen facet 2.1: relatie doelstellingen en inhoud van het programma facet 2.8: masterproef onderwerp 2: programma 1.2.3 werkwijze Gezien de aanvullende visitatie werd uitgevoerd door de oorspronkelijke visitatiecommissie, viel de installatievergadering samen met de voorbereidende vergadering. De voorbereidende vergadering startte met een toelichting van het verloop van de accreditatieaanvraag en van de opdracht van de visitatiecommissie. De vooraf ontvangen aanvullende informatie van de opleiding werd besproken tijdens de voorbereidende vergadering. Een selectie van masterproeven van het academiejaar 2010-2011 werd eveneens besproken. De commissie besliste om geen gesprek met de opleiding en geen locatiebezoek te organiseren. De commissie vroeg wel een aantal bijkomende gegevens op. De secretaris stelde op basis van de voorbereidende vergadering een ontwerp van opleidingsrapport op, in samenspraak met de voorzitter en de commissieleden. Vermits het een aanvullende beoordeling was, bracht de commissie enkel verslag uit van de oordelen betreffende de onderwerpen en facetten uit het besluit van de NVAO. Waar wenselijk en/of noodzakelijk formuleerde de commissie aandachtspunten en eventuele aanbevelingen voor verbetering. 10 aanvullende visitatie Biowetenschappen

Het ontwerp van opleidingsrapport werd aan de opleiding gezonden voor een reactie. De reactie van de opleiding op het ontwerp opleidingsrapport werd door de commissie in een slotvergadering besproken. Het definitieve opleidingsrapport en de bijlagen werden samengebracht in het aanvullende visitatierapport van de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleidingen Biowetenschappen. 1.2.4 oordeelsvorming De commissie legt in een eerste fase een oordeel per facet vast. Daarna legt de commissie een oordeel per onderwerp vast op basis van de oordelen van de facetten die van het onderwerp deel uitmaken. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een overzicht gegeven van de oordelen per facet. In geval van een compensatie van facetten, wordt het oordeel op onderwerpniveau gevolgd door een motivering en aangevuld met de weging die de commissie hanteerde in de oordeelsvorming op onderwerpniveau. In de overige gevallen wordt voor de motivering van het oordeel op onderwerpniveau verwezen naar de argumentatie bij de facetten. De oordelen per facet en per onderwerp hebben betrekking op alle locaties, afstudeerrichtingen en varianten. Daar waar er een onderscheid in het oordeel per afstudeerrichting en/of locatie en/of variant nodig is, wordt dit aangegeven in het rapport. De commissie houdt in haar beoordeling rekening met accenten die de opleiding eventueel zelf legt, met het domeinspecifiek referentiekader en met de benchmarking ten opzichte van de gelijkaardige opleidingen in andere instellingen van hoger onderwijs. Alle oordelen en wegingen volgen de beslisregels zoals geformuleerd in de Handleiding onderwijsvisitaties VLIR- VLHORA, aangevuld protocol ter ondersteuning van de opleidingen in academisering, juni 2007. Op het niveau van de facetten volgen de oordelen een vierpuntenschaal: onvoldoende, voldoende, goed en excellent. Op het niveau van de onderwerpen en op het niveau van de opleiding in haar geheel geeft de commissie een antwoord op de vraag of er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn. Hierbij kan het oordeel voldoende of onvoldoende luiden. 1.3 indeling van het rapport Het eerste deel van het visitatierapport geeft een overzicht van de werkzaamheden van de commissie. In het tweede deel wordt de aanvullende beoordeling weergegeven. De commissie spreekt enkel een oordeel uit over die onderwerpen en facetten waarvan de NVAO een aanvullend oordeel vraagt. Om het overzicht te bewaren behouden we in dit rapport de oorspronkelijke nummering van de onderwerpen en facetten van het beoordelingskader. aanvullende visitatie Biowetenschappen 11

12

deel 2 opleidingsrapport 13

14 opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Kempen

Katholieke Hogeschool Kempen Algemene toelichting bij de aanvullende visitatie Biowetenschappen aan de Katholieke Hogeschool Kempen In dit rapport brengt de visitatiecommissie (hierna commissie genoemd) verslag uit van haar aanvullende beoordeling over de onderwijskwaliteit van de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleidingen Biowetenschappen aan de Katholieke Hogeschool Kempen die zij in opdracht van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) heeft onderzocht. Deze aanvullende visitatie is een gevolg van de beslissing van de NVAO met betrekking tot de accreditatie aanvraag van de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleidingen Biowetenschappen op basis van het gepubliceerde visitatierapport van 18 december 2009. De NVAO heeft op 25 augustus 2010 een hoorzitting georganiseerd naar aanleiding van enkele knelpunten met betrekking tot de zorgvuldigheid van de onderwijsvisitatie. De NVAO ging over tot een hoorzitting om te kunnen beschikken over de grootst mogelijke zekerheid dat de opleidingen tegen 2012-2013 het academiseringsproces met succes voltooid zullen hebben. In het proces-verbaal van 14 september 2010 besliste de NVAO aanvullende visitaties te vragen conform onderstaande procedure: - De bijkomende visitaties kunnen worden uitgevoerd door dezelfde of een andere visitatiecommissie. Een nieuw samengestelde commissie vereist overeenkomstig het structuurdecreet een bekrachtiging vanwege de Erkenningscommissie. De samenstelling van de commissie kan beperkt zijn, zij het dat de aanwezigheid van minstens drie commissieleden, waaronder minstens één vakdeskundige en één onderwijsdeskundige, onontbeerlijk is. - Van de opleidingen wordt geen zelfevaluatierapport verwacht. Een locatiebezoek is mogelijk maar niet vereist. - Als streefdatum voor de oplevering van de aanvullende visitatie stelt de NVAO medio juni 2011 voorop. - Het staat het evaluatieorgaan vrij verdere invulling te geven aan de opdracht tot aanvullende visitaties mits in acht name van de bepalingen van artikel 59bis, 2, vierde lid van het structuurdecreet. - De aanvullende visitatie van de Katholieke Hogeschool Kempen betreft volgende facetten en onderwerpen: Bacheloropleiding: facet 1.2 domeinspecifieke eisen en facet 2.1 relatie doelstellingen en inhoud programma. Ten gevolge van deze nieuwe facetbeoordeling is een nieuwe, globale afweging van alle facetten van het onderwerp doelstellingen en het onderwerp programma vereist in zoverre de betrokken facetten anders worden beoordeeld ten opzichte van de initiële externe beoordeling. Masteropleidingen: facet 1.2 domeinspecifieke eisen, facet 2.1 relatie doelstellingen en programma en facet 2.8 masterproef. Ten gevolge van deze nieuwe facetbeoordeling is een nieuwe, globale afweging van alle facetten van het onderwerp doelstellingen en het onderwerp programma vereist in zoverre de betrokken facetten anders wordt beoordeeld ten opzichte van de initiële externe beoordeling. opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Kempen 15

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen Beoordelingscriteria: - De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk of kunstpraktijk). Ze zijn, ingeval van gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake. - Voor academisch gerichte bacheloropleidingen en masteropleidingen zijn de eindkwalificaties ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke en/of artistieke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de praktijk in het relevante beroepenveld. Visitatierapport 2009 In het visitatierapport van 2009 kende de commissie voor dit facet de beoordeling voldoende toe. De commissie kon uit de gesprekken afleiden dat de opleiding tal van doelgroepen heeft betrokken bij de opmaak van het domeinspecifiek referentiekader en ze waardeerde dat de doelstellingen en het curriculum van de opleiding werden aangepast op basis van intensieve contacten met het beroepenveld en het eigen onderzoek maar vond dat dit overleg niet gestructureerd verliep. Voor de concretisering van de decretale niveaueisen participeerde de opleiding in een werkgroep van de associatie K.U.Leuven. De commissie kon tijdens het bezoek vaststellen dat de opleiding inspanningen heeft geleverd om het domeinspecifiek referentiekader adequaat uit te werken, maar betreurde dat dit document slechts beperkt terug te vinden is in het curriculum van de opleiding. Ze beviel dan ook aan om het domeinspecifiek referentiekader meer en duidelijker te gebruiken bij de concrete invulling van het curriculum. Aanvullende visitatie 2011 Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen: De commissie stelde aan de hand van de aanvullende informatie vast dat de opleiding de aanbevelingen van de commissie binnen verschillende werkgroepen heeft besproken. De opleiding heeft in het voorjaar van 2010 een enquête gevoerd bij alunmi en het werkveld waarbij die hun mening konden geven over de algemene competenties, de domeinspecifieke competenties en het curriculum zelf. De commissie hoopt dat deze werkwijze in de toekomst verder gezet zal worden. De resultaten van de enquêtes werden per keuzetraject besproken in de opleidingscommissie en resulteerde in een aantal aanpassingen. Als gevolg daarvan maar ook als gevolg van de inzichten van nieuw aangeworven doctores en de ervaringen uit internationale projecten zoals BLAID, INLET-VEDU en ISBI werden de doelstellingen meer concreter herschreven. Dit proces is momenteel nog lopende. De docenten kregen een toelichting over de herschreven doelstellingen en de genese ervan, zodat zij dit kader konden gebruiken bij de invulling van de opleidingsonderdelen. 16 opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Kempen

De inspanningen naar de concretisering van de doelstellingen is volgens de commissie gebeurd (samenvatting domeinspecifiek kader toevoegen). Dit werd al bevestigd tijdens de hoorzitting in augustus 2010. Ook uit de aanvullende informatie blijkt dat de opleiding inspanningen heeft gedaan. De domeinspecifieke eisen zijn opgenomen in de doelstellingen en internationalisering werd ingebracht. De commissie ziet haar vertrouwen dat ze bij de oorspronkelijke visitatie in 2008 had, bevestigd. Aanbevelingen ter verbetering: De commissie beveelt aan ook in de toekomst gestructureerd overleg te hebben met alumni en werkveld. Oordeel over onderwerp 1, doelstellingen van de opleiding: voldoende Op basis van de oordelen over: facet 1.1, niveau en oriëntatie: voldoende (2009) facet 1.2, domeinspecifieke eisen: voldoende is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn. opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Kempen 17

Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma Beoordelingscriteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding wat betreft niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Visitatierapport 2009 In het visitatierapport van 2009 kende de commissie voor dit facet de beoordeling voldoende toe. De commissie stelde vast dat de doelstellingen van de opleiding per opleidingsonderdeel vertaald werden naar concrete verwachte competenties in de ECTS fiches. Ze namen kennis van de competentiematrix die zorgt dat alle doelstellingen geïntegreerd werden. De inhoudelijke invulling van opleidingsonderdelen gebeurde via afstemming tussen de diverse docenten en vakgroepen. De commissie kon in de documenten en cursussen vaststellen dat een aantal cursussen diepgang misten. Voornamelijk de cursussen van een aantal opleidingsonderdelen in het masterjaar waren volgens de commissie te oppervlakkig. De commissie beviel de opleiding aan de inhoud van de cursussen, in het bijzonder deze van het masterjaar, verder uit te diepen en zo meer diepgang te geven. Om de studenten met authentieke situaties in contact te brengen organiseert de opleiding bedrijfsbezoeken. De opleiding werkt ook met onderzoeksgericht projectwerk, waaronder het wetenschappelijk project in het eerste en tweede bachelorjaar en het biotechnisch project in het derde bachelorjaar. Deze onderwijsactiviteiten zijn gericht op het verwerven van onderzoekscompetenties. Aanvullende visitatie 2011 Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen: Zoals reeds vermeld zijn de doelstellingen domeinspecifieker gemaakt en werd internationalisering ingebracht. Op basis van deze elementen werd een nieuwe competentiematrix uitgetekend. De onderwijskundige oefening naar programma kan de opleiding nog niet gedaan hebben omdat de opmaak van de nieuwe doelstellingen nog niet afgerond is. Toch heeft de commissie al een aantal concrete uitwerkingen vastgesteld. De houding tegenover onderzoek is scherper gesteld. De uitgezette onderzoeksleerlijn via de projecten in het eerste jaar, het wetenschappelijk project, het biotechnisch project en de voorbereiding van de masterproef werd uitgebreid door de integratie van het biotechnisch project met biostatistiek. In de biostatistiek is de onderzoeksopzet en statistiek in het domein van de levende materie uitdrukkelijk opgenomen. Zoals door de commissie vastgesteld, was de onderzoeksgerichtheid bij de schakelstudenten een probleem. De opleiding heeft hierop ingespeeld en het biotechnisch project en biostatistiek toegevoegd aan het programma van het schakeljaar. 18 opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Kempen

De samenwerking met de K.U.Leuven werd concreter door een aantal gemeenschappelijke docenten en doordat een aantal cursussen (landbouw) gemeenschappelijk gegeven worden. Voor diverse opleidingsonderdelen zijn reeds belangrijke inspanningen geleverd om de inhoud te actualiseren. In de mate dat de K.H.Kempen meer en meer aansluiting vindt bij de K.U.Leuven (hetgeen het geval is) is de commissie er van overtuigd dat de opleiding ook een steeds hoger wetenschappelijk niveau zal bereiken. De bioraad stelde criteria op waaraan cursussen, zowel qua vormgeving als qua inhoud, moeten voldoen. Verwijzingen naar anderstalige literatuur en/of anderstalig onderzoek worden verwacht. Het feit dat een aantal docenten de pensioengerechtigde leeftijd bereikten, gaf de opleiding de kans om jonge gedoctoreerde personeelsleden aan te werven, waarvan momenteel 11 gedoctoreerden. Het is te verwachten dat de uitbreiding van het aantal doctores en doctorandi een positieve invloed zal hebben op de output van het wetenschappelijk onderzoek. De commissie is positief over het IOO-project (Integratie van onderzoek in onderwijsrealisaties en percepties). Dit is een breed project waarin ook de opleiding Biowetenschappen participeert. Het project stimuleert niet alleen onderzoek, maar ook internationalisering. Op het vlak van internationalisering heeft de opleiding verschillende initiatieven genomen. Naast de buitenlandse studiereis en de uitwisselingen in het kader van Erasmus, gingen studenten naar het buitenland in het kader van het BLAID-project en gaven ze voordrachten aan buitenlandse studenten in het kader van het BLAID-project en het INLET-VEDU-project. In het academiejaar 2009-2011 zijn 9 studenten op stage gegaan in het buitenland en 9 buitenlandse studenten zijn naar K.H.Kempen gekomen. Wat de docentenmobiliteit betreft werden in 2009-2010 27 uitgaande docentenbewegingen genoteerd en 13 inkomende bewegingen. Op het vlak van onderzoek heeft de opleiding drie onderzoeksdomeinen bepaald: duurzame gewasbescherming, functionele voeding en dierenwelzijn. Aan de eerste twee speerpunten zijn telkens twee doctores en twee doctorandi verbonden. Het speerpunt dierenwelzijn is geïntegreerd in de K.U.Leuven. De drie onderzoeksdomeinen maken deel uit van het onderzoeksspeerpunt duurzame voedselproductie dat de K.U.Leuven samen met de hogescholen in de associatie uitbouwt. Belangrijk voor de K.H.Kempen is dat de universiteit de drie onderzoeksdomeinen als infrastructuurzwaartepunt industrieel onderzoek in de biowetenschappen heeft geselecteerd, wat een positieve invloed zal hebben voor de infrastructuurinvesteringen van de hogeschool. Dit zal ook het onderzoekspotentieel van de K.H.Kempen vergroten. Aanbevelingen ter verbetering: De commissie beveelt aan blijvend aandacht te hebben voor het actualiseren van alle cursusmateriaal. opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Kempen 19

Facet 2.8 Masterproef Beoordelingscriteria - De masteropleiding wordt afgesloten met een masterproef waarmee de student blijk geeft van een analytisch vermogen of van een zelfstandig probleemoplossend vermogen op academisch niveau of het vermogen tot kunstzinnige schepping. Het werkstuk weerspiegelt de algemeen kritisch-reflecterende ingesteldheid of de onderzoeksingesteldheid van de student. - De masterproef heeft een omvang van ten minste één vijfde van het totale aantal studiepunten met een minimum van 15 en een maximum van 30 studiepunten. Visitatierapport 2009 In het visitatierapport van 2009 kende de commissie voor dit facet de beoordeling voldoende toe. De commissie kon tijdens het bezoek vaststellen dat de keuze van de onderwerpen nog beter kan kaderen in de aanwezige speerpunten en expertise van de opleiding. Het onderzoeksaspect was bovendien volgens de commissie nog niet voldoende geïntegreerd in de masterproef. Ze kon op basis van de gesprekken en het lezen van een aantal masterproeven vaststellen dat de kwaliteit afwisselend was. De commissie beviel dan ook aan de onderwerpen van de masterproef zorgvuldiger te kiezen en beter af te stemmen op de expertise en onderzoekservaring van het eigen personeel. Aanvullende visitatie 2011 Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen: Uit de documenten blijkt dat het aantal masterproeven die binnen de eigen instelling of aan de universiteit worden uitgevoerd, in stijgende lijn gaat voor de afstudeerrichtingen Landbouw en Voedingstechnologie. Dit vindt de commissie een positieve evolutie. Gezien het grote aanbod van onderzoek in proefcentra en onderzoeksinstellingen blijven de meeste masterproeven uitgevoerd worden in samenwerking met deze instellingen. De commissie volgt die redenering. De vakdeskundige commissieleden hebben elk twee masterproeven gelezen. Deze masterproeven waren volgens de commissie van academisch niveau en lieten een positieve indruk na. Ze waren goed geschreven, de onderzoeksvraag was duidelijk aangegeven. De gevolgde methodiek was in orde. De studenten toonden aan dat ze in staat waren om een probleem te analyseren, onderzoek te plannen en het onderzoek op zelfstandige basis in de praktijk uit te voeren en daaruit conclusies met betrekking tot de onderzoeksvraag te trekken. De commissie kon zich vinden in de toegekende quotering. Twee geselecteerde masterproeven waren vooral beschrijvend, de beschrijving was weliswaar volledig maar de twee masterproeven waren zwak wetenschappelijk onderbouwd. Ook hier was de toegekende quotering volgens de commissie terecht. De commissie besluit dat er een positieve evolutie is maar dat er blijvende aandacht nodig is om onderwerpen met onderzoekspotentieel en binnen de onderzoeksspeerpunten van de opleiding te selecteren. De commissie heeft vastgesteld dat de twee zwakker scorende masterproeven maar een beperkt luik statistiek bevatten. Nochtans is dat een essentieel element in de analyse. De opwaardering van biostatistiek zal een stimulans moeten zijn om dit te integreren in de masterproef. Wat de beoordeling betreft, merkt de commissie op dat de scriptie slechts voor 30 punten mee telt op een totaal van 100. De overige punten gaan naar stage (30), presentatie (15) en verdediging (25). De commissie is van mening dat aan het eindproduct een groter gewicht mag toegekend worden. 20 opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Kempen

Aanbevelingen ter verbetering: De commissie beveelt aan blijvend aandacht te hebben voor onderwerpen van masterthesissen met onderzoekspotentieel. De commissie beveelt de opleiding aan zich te bezinnen over de onderlinge verhouding van de quoteringen voor de verschillende elementen die de beoordeling van de masterproef uitmaken. Oordeel over onderwerp 2, programma: voldoende Op basis van de oordelen over: facet 2.1, relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma: voldoende facet 2.2, eisen academische gerichtheid van het programma: voldoende (2009) facet 2.3, samenhang van het programma: voldoende (2009) facet 2.4, studieomvang: OK (2009) facet 2.5, studielast: goed (2009) facet 2.6, afstemming tussen vormgeving en inhoud: goed (2009) facet 2.7, beoordeling en toetsing: goed (2009) facet 2.8, masterproef: voldoende facet 2.9, toelatingsvoorwaarden: goed (2009) is de visitatiecommissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn. opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Kempen 21

Overzichtstabel van de oordelen score facet score onderwerp Onderwerp 1: Doelstellingen van de opleiding Facet 1.1: Niveau en oriëntatie voldoende (2009) Facet 1.2: Domeinspecifieke eisen voldoende Onderwerp 2: Programma Facet 2.1: Relatie doelstelling en inhoud voldoende Facet 2.2: Eisen academische gerichtheid voldoende (2009) Facet 2.3: Samenhang voldoende (2009) Facet 2.4: Studieomvang OK (2009) Facet 2.5 Studietijd goed (2009) Facet 2.6: Afstemming vormgeving en inhoud goed (2009) Facet 2.7: Beoordeling en toetsing goed (2009) Facet 2.8: Masterproef voldoende Facet 2.9: Toelatingsvoorwaarden goed (2009) Onderwerp 3: Inzet van personeel Facet 3.1: Kwaliteit personeel voldoende (2009) Facet 3.2: Eisen academische gerichtheid voldoende (2009) Facet 3.3: Kwantiteit personeel voldoende (2009) Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1: Materiële voorzieningen bachelor: goed (2009) master: voldoende (2009) Facet 4.2: Studiebegeleiding goed (2009) Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg Facet 5.1: Evaluatie resultaten voldoende (2009) Facet 5.2: Maatregelen tot verbetering voldoende (2009) Facet 5.3: Onderwerp 6: Resultaten Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld voldoende (2009) Facet 6.1: Gerealiseerd niveau bachelor: goed (2009) master: voldoende (2009) Facet 6.2: Onderwijsrendement goed (2009) voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende De oordelen zijn van toepassing voor: K.H.Kempen Katholieke Hogeschool Kempen - academisch gerichte bacheloropleiding Biowetenschappen - masteropleiding Biowetenschappen: land- en tuinbouwkunde afstudeerrichtingen Plantaardige en dierlijke productie, Animal Life, Milieu & natuur, Tuinbouwkunde - masteropleiding Biowetenschappen: voedingsindustrie afstudeerrichting Voedingsmiddelentechnologie 22 opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Kempen

bijlagen 23

24 cv van de commissieleden

bijlage 1 curriculum vitae van de commissieleden Chris Callewaert (1986) behaalde het diploma van master in de Biowetenschappen - voedingsindustrie aan de hogeschool Gent (2008), met daaropvolgend het diploma van master in de Bio-ingenieurswetenschappen aan Universiteit Gent (2010). Momenteel doet hij een doctoraat op de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de Universiteit Gent. Hij was/is studentenvertegenwoordiger, praeses van een studentenclub, bestuurslid van een alumnivereniging en AAP-vertegenwoordiger van verscheidene commissies op de faculteit. Hij was eerder student-commissielid bij de visitaties van de academische opleidingen Industriële wetenschappen: biowetenschappen en Industriële wetenschappen: milieukunde. Carla Nelissen (1951) studeerde psychologie aan de Vrije Universiteit Brussel waar ze in 1984 haar doctoraat behaalde. Zij was tot 2000 aan de VUB werkzaam als onderwijskundige, meer bepaald als coördinator onderwijsprofessionalisering en kwaliteitszorg. Van 1990 tot 2000 was zij coördinator kwaliteitszorg en institutioneel coördinator voor de visitaties. Sinds 2000 is zij aan de XIOS Hogeschool Limburg diensthoofd onderwijs en verantwoordelijk voor onderwijsontwikkeling, onderwijs- en studentenadministratie, internationalisering, docentenprofessionalisering, diversiteit en gelijke kansen en kwaliteitszorg. Zij zetelt in de redactie van het tijdschrift Onderzoek van Onderwijs en was eveneens o.m. redactielid van de Hoger Onderwijs Reeks. Zij was als onderwijskundige reeds betrokken bij meerdere visitatiecommissies bij VLIR en VLHORA. Adrien Saverwyns (1948) is landbouwkundig ingenieur en begon in 1974 als lesgever in een tuinbouwschool. In 1975 begon hij bij het Ministerie van Landbouw aanvankelijk als inspecteur plantenbescherming. Na 10 jaar werd hij rijkstuinbouwingenieur in Oost-Vlaanderen voor de sector sierteelt. Zijn opdracht is voornamelijk het geven van adviezen in investeringsdossiers en van bedrijfseconomische voorlichting. Sinds 1996 werk hij als ingenieur ontwikkeling en voorlichting in de sierteelt bij de Vlaamse Overheid. In die hoedanigheid organiseert hij studiedagen en begeleidt projecten rond milieu, kwaliteit en innovatie. Hij heeft contacten met verschillende hogescholen, vooral in het kader van de professioneel gerichte bacheloropleidingen. Paul Tobback (1937) studeerde voor bio-ingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven en werd in 1966 doctor in de Toegepaste Biologische Wetenschappen. Van 1966 tot 1968 was hij verbonden aan het Department of Biochemistry van de University of Minnesota (USA). Hij was vervolgens als Gewoon hoogleraar verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven en is sinds 1997 op emeritaat. Zijn wetenschappelijke ervaring ligt op het vlak van de voedingstechnologie. Hij was gedurende 25 jaar Directeur van het Laboratorium voor Levensmiddelentechnologie, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de K.U.Leuven. Hij heeft er diverse functies opgenomen, onder meer voorzitter van de doctoraatscommissie en voorzitter van de facultaire onderwijscommissie. Hij is Doctor Honoris Causa van universiteiten in Thailand en in Roemenië. Hij is erelid van de Hoge Gezondheidsraad van België en was lid van het Wetenschappelijk Comité bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedingsketen (FAVV). Van 1997 tot aan de oprichting van de Europese Autoriteit voor de Voedselveiligheid (EFSA) in 2003 was hij lid van het Wetenschappelijk Comité van de Voeding (SCF), DG SANCO van de Europese Commissie. Op dit ogenblik is hij lid van het Scientific Panel on food additives and nutrient sources added to food (ANS), van de European Food Safety Authority (EFSA), Parma, Italië en van de Expertenstuurgroep van het Nationaal Voedings- en gezondheidsplan (NVGP-B) voor België. Hij is vertrouwd met het visitatiestelsel; hij was voorzitter van de visitatiecommissie die de landbouwopleidingen in Wallonië. cv van de commissieleden 25

Oswald Van Cleemput (1942) studeerde voor bio-ingenieur aan de Universiteit Gent en werd in 1972 doctor in de Toegepaste Biologische Wetenschappen. In 1972-1973 was hij als wetenschappelijk medewerker aan het Wetland Biogeochemistry Laboratory van de Louisiana State University. Hij is als gewoon hoogleraar verbonden aan de vakgroep toegepaste analytische en fysische chemie van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent. Zijn wetenschappelijke ervaring ligt op het vlak van de toegepaste fysico-chemie en het onderzoek richt zich op de bodemchemie en milieu. Hij was gedurende 25 jaar verantwoordelijk voor de vakdidactiek Toegepaste Biologische Wetenschappen binnen de academische lerarenopleiding. Hij heeft in de loop van zijn carrière een aantal bestuursmandaten bekleed: lid van de raad van bestuur van de UGent, decaan van de faculteit bio-ingenieurswetenschappen en ondervoorzitter van VLIR-UOS. Sinds 2007 is hij met emeritaat. Hij heeft nog wetenschappelijke engagementen voor drie buitenlandse projecten. Hij is vertrouwd met het visitatiestelsel. Joseph Weerts (1945) werd in 1969 gediplomeerd als landbouwkundig ingenieur aan de Université catholique de Louvain (UCL). Hij startte als wetenschappelijk medewerker aan het Laboratoire de Phytopathologie (UCL) en werd na een jaar wetenschappelijk adviseur in het Instituut tot Aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw (IRSIAIWONL), een parastatale instelling wiens taak erin bestond de Belgische economie te ondersteunen via betoelaging van wetenschappelijk onderzoek. In die hoedanigheid en vanaf 1985 als hoofd van de afdeling Landbouw werd hij dagelijks betrokken bij de evaluatie, de selectie, de financiering en de opvolging van de meest beloftevolle en toekomstgerichte onderzoeksprojecten die bij het IRSIA-IWONL werden ingediend. Tussen 1995 en 2005 heeft hij zijn activiteit voortgezet binnen het ministerie van Landbouw. Tijdens die periode trad hij ook op als Belgische vertegenwoordiger in het Europese COST-actieprograma Agriculture, Food and Biotechnology evenals afgevaardigde in het vijfde en zesde kaderprogramma van de EU. 26 cv van de commissieleden

bijlage 2 onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden 27

28 onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden

onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden 29

30 onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden

onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden 31

32 onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden

onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden 33

34 onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden

onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden 35

36 onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden

onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden 37

38 onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden

onafhankelijkheidsverklaringen van de commissieleden 39

40 erkenningscommissie

bijlage 3 erkenningscommissie erkenningscommissie 41

42 erkenningscommissie

erkenningscommissie 43

44 erkenningscommissie

45